EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004A0219(03)

Advies van de Raad van 10 februari 2004 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Ierland voor de periode 2003-2006

OJ C 43, 19.2.2004, p. 4–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

32004A0219(03)

Advies van de Raad van 10 februari 2004 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Ierland voor de periode 2003-2006

Publicatieblad Nr. C 043 van 19/02/2004 blz. 0004 - 0005


Advies van de Raad

van 10 februari 2004

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Ierland voor de periode 2003-2006

(2004/C 43/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid(1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

Op 10 februari 2004 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Ierland voor de periode 2004 tot en met 2006 besproken. Dit programma voldoet in grote lijnen aan de gegevensvereisten van de herziene "gedragscode" voor de inhoud en de vorm van de stabiliteits- en convergentieprogramma's.

Doel van de begrotingsstrategie die aan het geactualiseerde programma ten grondslag ligt, is het begrotingssaldo vanaf 2004 globaal te stabiliseren door het stijgingspercentage van de overheidsuitgaven te verlagen. Een betere beheersing van de uitgaven leidt tot een daling van de uitgavenquote, hoewel die niet volstaat om een verdere scherpe terugval van de ontvangstquote te compenseren. Deze laatste terugval is het gevolg van een eenmalige vervroeging van de inkomsten van de vermogenswinstbelasting op basis van inning voor het lopende jaar in 2003, technische hypothesen en een daling van "andere ontvangsten" in verhouding tot het BBP, en niet zozeer van een programma van belastingverlagingen. Tegelijkertijd wordt een belangrijk overheidsinvesteringsprogramma uitgevoerd.

Volgens het geactualiseerde stabiliteitsprogramma zal de reële groei van het BBP toenemen van naar schatting 2,2 % in 2003 tot 3,3 % in 2004 en gemiddeld 5 % in 2005-2006. De GICP-inflatie zal naar verwachting snel dalen van 4 % in 2003 tot 2,3 % in 2004 en zal zich nadien stabiliseren op 2 %. Op basis van de momenteel beschikbare informatie lijkt het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt realistisch.

In het geactualiseerde programma wordt gemikt op een overheidstekort van 1,1 % van het BBP in 2004, in vergelijking met een verwacht tekort van 0,1 % in 2003. Als dit cijfer voor conjunctuurinvloeden wordt gecorrigeerd, is er op basis van berekeningen van de Commissie volgens de algemeen aanvaarde methode en rekening houdend met het eenmalige effect op het gebied van de vermogenswinstbelasting, sprake van een verbetering met 0,5 procentpunt tot 0,4 % van het BBP. Voor 2005 en 2006 wordt in de prognoses uitgegaan van nominale tekorten van respectievelijk 1,4 % en 1,1 % van het BBP en conjunctuurgezuiverde tekorten van respectievelijk 0,8 % en 0,5 % van het BBP. Verwacht wordt dat de schuldquote zich zal stabiliseren op één derde van het BBP.

De doelstelling van het stabiliteits- en groeipact om op middellange termijn een begroting te hebben die nagenoeg in evenwicht is of een overschot vertoont, zou tegen het einde van de programmaperiode gehaald moeten worden, hoewel er enige risico's verbonden zijn aan de trendmatige budgettaire verwachtingen. Er moet rekening worden gehouden met een aantal andere factoren. Ten eerste kunnen de hoger dan verwachte belastinginkomsten in 2003 een positief effect hebben op het begrotingsevenwicht. Ten tweede zijn, zoals in alle vorige geactualiseerde programma's, in de begrotingsprognoses voor de laatste twee jaar "voorzieningen voor onvoorziene gebeurtenissen" verwerkt, die uiteindelijk misschien niet volledig zullen worden gebruikt. Ten derde, door de bijzondere kenmerken van de Ierse economie vertoont de raming van de output gap en daarmee van het conjunctuurgezuiverde saldo een ongebruikelijke onzekerheidsmarge; tegelijkertijd zij erop gewezen dat de verwachte nominale tekorten van iets meer dan 1 % van het BBP in 2005-2006 samenvallen met een terugkeer naar een houdbaar groeipercentage van Ierland. Tot slot zij opgemerkt dat de prognoses voor de begrotingssaldi in hoge mate samenhangen met de uitvoering van een uitgebreid programma van overheidsinvesteringen, waardoor die investeringen als percentage van het BNP gemiddeld 5 % bedragen tijdens de programmaperiode, in vergelijking met een EU-gemiddelde van 2,4 % in 2003. De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie moet een veiligheidsmarge verschaffen die ruim genoeg is om te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het BBP overschrijdt.

Op basis van het huidige beleid lijkt Ierland op een duurzame koers te zitten, maar er kan zich op den duur enig risico voordoen als gevolg van de vergrijzing. Om dat risico te ondervangen, zijn er maatregelen aangenomen voor een verdere hervorming op het gebied van de pensioenen met betrekking tot de openbare dienst. Bovendien zij opgemerkt dat de Ierse schuldquote momenteel vrij laag is en dat er jaarlijks 1 % van het BNP wordt gereserveerd voor het nationale pensioenreservefonds, speciaal om het hoofd te bieden aan de met de vergrijzing gepaard gaande kosten. Het bewerkstelligen van een toereikend primair overschot is dan ook van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de overheidsfinanciën op een houdbaar niveau blijven.

Het economisch beleid zoals dat uit het geactualiseerde programma naar voren komt, is grotendeels in overeenstemming met de aanbevelingen in de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, met name die welke gevolgen hebben voor het begrotingsbeleid. In het bijzonder is het systeem van de meerjarenbegroting uitgebreid tot alle investeringsuitgaven, zou de hervorming van het gezondheidszorgstelsel recht moeten doen aan het streven naar een betere verhouding prijs/kwaliteit, en is verdere vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het nationale ontwikkelingsplan.

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

Top