EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AR0182

Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)"

OJ C 107, 3.5.2002, p. 54–56 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AR0182

Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)"

Publicatieblad Nr. C 107 van 03/05/2002 blz. 0054 - 0056


Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)"

(2002/C 107/17)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)" [COM(2001) 83 def. - 2001/0046 (COD)];

gezien het besluit van de Raad van 12 maart 2001 om het Comité, overeenkomstig artikel 265, eerste alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, over bovenstaand voorstel te raadplegen;

gezien het besluit van zijn voorzitter van 16 mei 2001 om commissie 1 "Regionaal beleid, structuurfondsen, economische en sociale samenhang, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking" met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden te belasten;

gezien zijn advies van 15 februari 2001 over "Opzet en doelstellingen van het Europees regionaal beleid tegen de achtergrond van de uitbreiding en de mondialisering: een aanzet tot discussie" (CDR 157/2000 fin)(1);

gezien het door commissie 1 op 4 oktober 2001 goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 182/2001 rev.) (rapporteur: de heer Martini, voorzitter van de regioraad van Toscane, I/PSE);

overwegende

- dat het al lang gebruikelijk is voor lokale en regionale overheden om voor de uitvoering van tal van EU-beleidsmaatregelen van de statistische classificaties van Eurostat uit te gaan, zowel om uit te maken welke gebieden voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komen, als om bedoelde programma's in concreto ten uitvoer te leggen en het effect daarvan te evalueren;

- dat regionale statistieken een wezenlijk onderdeel van het Europees Statistisch Systeem vormen en door zeer uiteenlopende gebruikers voor zeer verschillende doeleinden worden aangewend. Zo worden de regionale statistieken van de EU-lidstaten onder meer gebruikt om ervoor te zorgen dat bij de toewijzing van steun uit de structuurfondsen rationeel en consequent te werk wordt gegaan. Regionale statistieken vormen daardoor de objectieve statistische grondslag voor belangrijke beleidsbeslissingen;

- dat de aan de programma's ten grondslag liggende uitgangspunten nog rechtszekerheid ontberen omdat een juridische referentiegrondslag ontbreekt voor de opstelling van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS), en dat de onlangs in de NUTS-classificatie van diverse EU-lidstaten doorgevoerde wijzigingen soms tot spanningen en onbegrip hebben geleid;

- dat de lidstaten en Eurostat tot dusverre bij ontstentenis van criteria aan de hand waarvan vaste en precieze regels kunnen worden opgesteld voor de wijze waarop statistische gegevens worden vergaard en bijgewerkt, hun samenwerking op - soms na lange en moeizame onderhandelingen gesloten - "gentlemen's agreements" hebben gebaseerd, die hen door de andere lidstaten niet altijd in dank zijn afgenomen. Zo hebben de recente wijzigingen in de NUTS-classificatie inderdaad enige spanningen tussen de Commissie en de betrokken nationale bureaus voor de statistiek tot gevolg gehad;

- dat er in de EU als gevolg van die in de loop van de tijd gesloten gentlemen's agreements grote verschillen zijn ontstaan in de statistische verwerking van de diverse NUTS-niveaus;

- dat het gezien de komende toetreding tot de EU van een groot aantal kandidaatlanden hoog tijd is om criteria vast te leggen voor de bepaling van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS), waardoor het grondgebied van de EU ten behoeve van de statistiek, óók in de kandidaatlanden, op adequate en samenhangende wijze in regio's kan worden onderverdeeld,

heeft tijdens zijn 41e zitting op 14 en 15 november 2001 (vergadering van 15 november) het volgende advies uitgebracht.

Het Comité van de Regio's

1. neemt kennis van het voorstel van de Commissie om een gemeenschappelijke nomenclatuur voor territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) op te stellen en ziet daarin een nieuwe belangrijke etappe in de opbouw van Europa. Ook al lijkt dit een louter technische aangelegenheid, toch zal deze maatregel verregaande gevolgen hebben voor de activiteiten van lokale en regionale overheden;

2. staat achter de beweegredenen die de Commissie en Eurostat voor dit voorstel aanvoeren: regionale statistieken vormen de objectieve statistische grondslag voor belangrijke beleidsbeslissingen;

3. stemt in met het beginsel dat de bestaande administratieve eenheden in de lidstaten het eerste criterium vormen voor de afbakening van regio's en acht het ook een redelijke oplossing om in lidstaten waar geen administratieve eenheden zijn met de gepaste omvang voor een bepaald NUTS-niveau, dat NUTS-niveau te vormen door het adequate aantal bestaande administratieve eenheden van kleinere omvang samen te voegen;

4. adviseert dat er voor de bepaling van NUTS, naast het bevolkingscijfer, nog andere parameters worden gebruikt (bv. de oppervlakte, de administratieve structuur of de bevolkingsdichtheid);

5. wijst er hoe dan ook op dat regio's in landen met een federale structuur of waar regio's ruime bevoegdheden en autonomie zijn toegekend, zoals in Duitsland en Belgie, op het NUTS 1-niveau moeten worden ingedeeld;

6. heeft bedenkingen bij het politieke karakter dat de Commissie aan deze verordening wil geven door de huidige NUTS-classificatie van de regio's van de lidstaten te willen handhaven, in weerwil van het feit dat die voortkomen uit een ontwikkelingsproces van de afgelopen twintig jaar waardoor de anomalie blijft bestaan dat de NUTS-classificaties in de huidige vijftien EU-lidstaten aanzienlijke verschillen vertonen;

7. heeft ernstig bezwaar tegen de vaststelling van demografische gemiddelden aan de hand waarvan de diverse institutionele eenheden op verschillende NUTS-niveaus worden ingedeeld, omdat dergelijke statistische gemiddelden geen weerspiegeling van de reële omstandigheden vormen, maar vooral ook omdat een dergelijke technische maatstaf voorbij gaat aan het fundamentele criterium van de institutionele autonomie;

8. beschouwt daarom de benadering van de Commissie die erin bestaat de huidige classificatie van de vijftien EU-lidstaten los te koppelen van die voor de toetredende landen, tegenstrijdig. Voor de kandidaatlanden worden, overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het voorstel voor een verordening inzake geldigheid en homogeniteit van statistieken, NUTS 2-indelingen voorgesteld voor regio's die qua omvang nauwelijks van elkaar verschillen, terwijl voor de huidige vijftien EU-lidstaten (per lidstaat, maar ook in de EU als geheel) de bestaande ernstige anomalieën worden bekrachtigd;

9. wijst erop dat de kandidaat-lidstaten zich voor de bepaling van NUTS niet uitsluitend moeten baseren op bepaalde statistische gegevens, maar ook erop moeten toezien dat deze uit democratisch bestuurde regio's worden samengesteld;

10. betreurt dat geen aandacht is geschonken aan de speciale situatie van eilanden en adviseert dat, uiteraard zonder kleine kusteilanden ál te gemakkelijk als autonome regio's in te delen, van eilandregio's en ultraperifere regio's die geografisch afgescheiden zijn van het Europese continent de statistisch-geografische kenmerken met meer precisie worden onderkend;

11. dringt er met klem op aan dat de basis-entiteit van de sociaal-economische ordening van de huidige én de uitgebreide EU, namelijk de gemeente of, in voorkomend geval, het lokale bestuur of gemeentelijke district, in het Europees Statistisch Systeem wordt ingedeeld op het NUTS 5-niveau waarin de meest wezenlijke kenmerken van alle gemeenten van de Unie zijn samengebracht, zodat EU-beleid aantoonbaar dichter bij de burgers en de territoria kan worden gebracht; in verband hiermee zou het wellicht een goed idee zijn om een tussenniveau NUTS 4 in te voeren, dat groepen van gemeenten of districten omvat waarvan de bevolking algemene gemeenschappelijke kenmerken vertoont zoals bevolkingscijfer, bevolkingsdichtheid, inkomen, economische activiteit of opleidingsniveau;

12. vindt dat de Commissie en Eurostat in politiek opzicht weinig moed hebben getoond en zich te veel tot een vooral technische oplossing hebben beperkt, en adviseert daarom, tussen de huidige lidstaten een brede en diepgaande discussie over de classificatie te openen, met volledige deelname van het Europees Parlement via de medebeslissingsprocedure, en van de nationale bureaus voor de statistiek;

13. stelt voor om, samen met zijn leden en, in het algemeen, vertegenwoordigers van de lokale en regionale overheden, alsook hun officiële organen voor de statistiek, van alle lidstaten van de EU, het Europees Parlement, de nationale bureaus voor de statistiek en de diensten van de Commissie, na te gaan in hoeverre de huidige NUTS-classificatie nog is afgestemd op de uitdagingen en vereisten waarmee de EU wordt geconfronteerd in het vooruitzicht van de institutionele hervorming en van de vernieuwing van het EU-beleid ná 2006, temeer daar de goedkeuring van dit voorstel voor een verordening (die van kracht moet zijn op het tijdstip waarop de eerste kandidaatlanden tot de EU toetreden) geen haast heeft.

Brussel, 15 november 2001.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Jos Chabert

(1) PB C 148 van 10.5.2001, blz. 25.

Top