EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DP0463

Communiceren over Europa in partnerschap Besluit van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over de goedkeuring van de gezamenlijke verklaring betreffende het communiceren over Europa in partnerschap (2007/2222(ACI))
BIJLAGE COMMUNICEREN OVER EUROPA IN PARTNERSCHAP

OJ C 9E, 15.1.2010, p. 65–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 9/65


Donderdag, 9 oktober 2008
Communiceren over Europa in partnerschap

P6_TA(2008)0463

Besluit van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over de goedkeuring van de gezamenlijke verklaring betreffende het communiceren over Europa in partnerschap (2007/2222(ACI))

2010/C 9 E/11

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 255 van het EG-Verdrag,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 maart 2002 over de mededeling van de Commissie betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 april 2003 over een voorlichtings- en communicatiestrategie voor de Europese Unie (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 mei 2005 over de tenuitvoerlegging van de voorlichtings- en communicatiestrategie van de Europese Unie (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 november 2006 over het Witboek inzake een Europees communicatiebeleid (4),

gelet op het besluit van de Conferentie van voorzitters van 25 september 2008,

gezien het voorstel voor een gezamenlijke verklaring betreffende het communiceren over Europa in partnerschap,

gelet op artikel 120, lid 1, en artikel 43, lid 1, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6-0372/2008),

A.

overwegende dat communicatie een belangrijk onderdeel van zowel een vertegenwoordigers- als een participatiedemocratie is,

B.

overwegende dat één van de sterke kanten van de democratische elementen in de EU gekoppeld is aan de communicatiestructuren op Europees niveau die de schakel tussen de instellingen en de burgers vormen,

C.

overwegende dat de bij voorbije Europese verkiezingen en referenda opgedane ervaring laat veronderstellen dat wie kennis heeft van en belangstelling toont voor EU-aangelegenheden, eerder zijn stem zal uitbrengen dan wie niet zo goed geïnformeerd is; overwegende dat dit nogmaals bevestigd is door onderzoek naar aanleiding van het Ierse referendum,

D.

overwegende dat communiceren over de Europese Unie de politieke inzet van de EU-instellingen en de lidstaten op alle niveaus vereist,

1.

hecht zijn goedkeuring aan de bij dit besluit gehechte gezamenlijke verklaring betreffende het communiceren over Europa in partnerschap en besluit deze verklaring als bijlage bij zijn Reglement te voegen; verlangt dat de verklaring wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de bijbehorende bijlage te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 400.

(2)  PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 591.

(3)  3 PB C 92 E van 20.4.2006, blz. 403.

(4)  PB C 314 E van 21.12.2006, blz. 369.


Donderdag, 9 oktober 2008
BIJLAGE

COMMUNICEREN OVER EUROPA IN PARTNERSCHAP

Doelstellingen en beginselen

1.

Het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie hechten het grootste belang aan verbetering van de communicatie over EU-aangelegenheden teneinde de Europese burgers te helpen hun recht uit te oefenen op deelneming aan het democratische leven in de Unie, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen, met inachtneming van de beginselen pluralisme, participatie, openheid en transparantie.

2.

De drie instellingen wensen de overeenstemming over de communicatieprioriteiten van de Europese Unie als één geheel te bevorderen, de meerwaarde van een EU-benadering van communicatie over Europese aangelegenheden te vergroten, de uitwisseling van informatie en beste praktijken te vergemakkelijken en synergieën tussen de instellingen bij hun communicatie over deze prioriteiten te ontwikkelen, alsmede de samenwerking tussen de instellingen en de lidstaten waar nodig te faciliteren.

3.

De drie instellingen erkennen dat communiceren over de Europese Unie een politieke betrokkenheid van de EU-instellingen en de lidstaten vergt, alsook dat het tot de verantwoordelijkheden van de lidstaten behoort om met de burgers over de EU te communiceren.

4.

De drie instellingen zijn van oordeel dat het doel van de voorlichtings- en communicatiewerkzaamheden over Europese aangelegenheden moet zijn dat iedereen toegang heeft tot objectieve en uiteenlopende informatie over de Europese Unie, en dat de burgers hun recht op meningsuiting en actieve deelname aan het openbare debat over Europese kwesties kunnen uitoefenen.

5.

De drie instellingen propageren de inachtneming van meertaligheid en culturele diversiteit bij de uitvoering van voorlichtings- en communicatiemaatregelen.

6.

De drie instellingen leggen zich politiek vast op het bereiken van bovengenoemde doelstellingen. Zij sporen de andere EU-instellingen en -organen aan om hun inspanningen te steunen en desgewenst hun bijdrage te leveren tot deze aanpak.

Een partnerschapsaanpak

7.

De drie instellingen erkennen dat het van belang is de communicatie-uitdaging over EU-aangelegenheden aan te gaan in een partnerschap tussen de lidstaten en de EU-instellingen, om te bewerkstelligen dat op het passende niveau effectief gecommuniceerd wordt met en objectieve informatie verstrekt wordt aan een zo breed mogelijk publiek.

Zij willen synergieën ontwikkelen met de nationale, regionale en lokale overheden en met vertegenwoordigers van de civiele samenleving.

Daartoe willen zij ijveren voor een pragmatische partnerschapsaanpak.

8.

Zij herinneren in dit verband aan de essentiële rol van de interinstitutionele groep voorlichting (IGV), die voor de instellingen het kader op hoog niveau is om het politiek debat over met de EU verband houdende voorlichtings- en communicatiewerkzaamheden aan te moedigen, met het oog op synergie en complementariteit. Daartoe komt de IGV, die mede wordt voorgezeten door vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie en waaraan het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité als waarnemers deelnemen, in principe twee keer per jaar bijeen.

Een kader voor samenwerking

De drie instellingen zijn voornemens samen te werken op de volgende basis:

9.

Met inachtneming van de individuele verantwoordelijkheid van elke EU-instelling of lidstaat voor de eigen strategie en prioriteiten op het gebied van communicatie zullen de drie instellingen in het kader van de IGV jaarlijks een beperkt aantal gemeenschappelijke communicatieprioriteiten vaststellen.

10.

Deze prioriteiten zullen gebaseerd zijn op communicatieprioriteiten die door de EU-instellingen en -organen op grond van hun interne procedures zijn vastgesteld en die in voorkomend geval de strategische inzichten en inspanningen van de lidstaten aanvullen. Daarbij wordt rekening gehouden met de verwachtingen van de burger.

11.

De drie instellingen en de lidstaten zullen trachten te stimuleren dat passende steun wordt gegeven voor communicatie over de vastgestelde prioriteiten.

12.

De diensten die in de lidstaten en de EU-instellingen belast zijn met communicatie moeten contact met elkaar onderhouden met het oog op een geslaagde uitvoering van de gemeenschappelijke communicatieprioriteiten en andere met de EU verband houdende communicatieactiviteiten, zo nodig op de grondslag van passende administratieve regelingen.

13.

De instellingen en de lidstaten worden verzocht informatie uit te wisselen over andere met de EU verband houdende communicatieactiviteiten, met name over sectorale communicatiewerkzaamheden die door de instellingen en organen worden overwogen, meer bepaald wanneer die uitmonden in voorlichtingscampagnes in de lidstaten.

14.

De Commissie wordt verzocht bij het begin van elk jaar aan de andere EU-instellingen te rapporteren over de voornaamste verwezenlijkingen bij de uitvoering van de gemeenschappelijke communicatieprioriteiten van het vorige jaar.

15.

Deze politieke verklaring is ondertekend op [datum].


Top