EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0053

EU-strategie voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs
Resolutie van het Europees Parlement van 19 februari 2008 over de strategie van de EU voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs (2007/2185(INI))

OJ C 184E, 6.8.2009, p. 16–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 184/16


Dinsdag, 19 februari 2008
EU-strategie voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs

P6_TA(2008)0053

Resolutie van het Europees Parlement van 19 februari 2008 over de strategie van de EU voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs (2007/2185(INI))

2009/C 184 E/03

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Europa als wereldspeler: een sterker partnerschap voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs” (COM(2007)0183),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Europa als wereldspeler — Wereldwijd concurreren — Een bijdrage aan de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid” (COM(2006)0567),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Europa als wereldspeler — De handelsbeschermingsinstrumenten van Europa in een veranderende wereldeconomie — Groenboek voor een openbare raadpleging” (COM(2006)0763),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 september 2006 over de economische en handelsbetrekkingen van de EU met India (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 oktober 2006 over het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen van derde landen tegen de Gemeenschap (2004) (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 april 2006 over de evaluatie van de Doha-ronde na de ministersconferentie van de WTO in Hongkong (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 oktober 2006 over de economische en commerciële betrekkingen tussen de EU en de Mercosur met het oog op het sluiten van een interregionale associatieovereenkomst (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de trans-Atlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (5),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 oktober 2005 over de vooruitzichten voor de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en China (6),

gezien het werkdocument van de Commissie dat bij de mededeling van de Commissie is gevoegd, getiteld „Economische hervormingen en concurrentievermogen: de belangrijkste boodschappen uit het verslag over het Europese concurrentievermogen 2006” (SEC(2006)1467),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Uitvoering van het communautair Lissabon-programma: een beleidskader ter versterking van de EU-industrie — Naar een beter geïntegreerde aanpak van het industriebeleid” (COM(2005)0474),

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 23 en 24 maart 2006,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 maart 2006 over de inbreng in de Europese Voorjaarsraad 2006 in verband met de strategie van Lissabon (7),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „EU — China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden” (COM(2006)0631) en het begeleidende werkdocument getiteld „Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden — Document betreffende het handels- en investeringsbeleid van de EU ten aanzien van China: Concurrentie en partnerschap” (COM(2006)0632),

gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Het communautair Lissabon-programma uitvoeren — Een modern KMO-beleid voor groei en werkgelegenheid” (COM(2005)0551),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0002/2008),

A.

overwegende dat de Europese Unie een van de hoofdrolspelers in de wereldhandel is en een leiderschapsrol in het mondiale economische systeem moet blijven vervullen, teneinde dit eerlijker te maken en daarin meer rekening te houden met het milieu en de sociale rechten,

B.

overwegende dat de Europese Unie de grootste exporteur en diensterverlener ter wereld is en er bijgevolg veel belang bij heeft ervoor te zorgen dat er nieuwe markten voor goederen, diensten en investeringen worden geopend,

C.

overwegende dat de Europese Unie ambitieuzere en meer toekomstgerichte strategieën ten uitvoer moet leggen om de uitdagingen van de mondialisering en de toenemende concurrentie van belangrijke opkomende economieën aan te kunnen gaan, met behoud van het Europese economische, regionale en sociale model en de mensenrechten en sociale en milieunormen dient te bevorderen,

D.

overwegende dat economische openheid zowel thuis als in de rest van de wereld van vitaal belang is voor het scheppen van werkgelegenheid en groei, alsmede voor het behoud van de internationale concurrentiepositie; overwegende dat de Europese Unie derhalve binnen het kader van de strategie inzake markttoegang dient te blijven werken aan het openstellen van EU-markten en haar handelspartners moet blijven aanmoedigen hun eigen handelsbelemmeringen weg te nemen en hun markten verder open te stellen,

E.

overwegende dat een adequate toegang tot markten van derde landen EU-producenten in staat zal stellen marktleider te blijven voor goederen en diensten met een hoge toegevoegde waarde, de innovatie van hun producten te versterken, de creativiteit te bevorderen, intellectuele-eigendomsrechten te beschermen en aanzienlijke schaalvoordelen te bereiken,

F.

overwegende dat door de ontwikkelingen in de internationale handel het verkrijgen van toegang tot markten van derde landen even belangrijk is geworden als het verdedigen van de markten van de Europese Unie tegen oneerlijke handelspraktijken,

G.

overwegende dat handelsliberalisering en het groeiende handelsvolume de internationale concurrentie bevorderen, maar ook het risico vergroten dat de export te maken krijgt met handelsbelemmeringen die nadelige gevolgen hebben voor de internationale concurrentiepositie van EU-bedrijven,

H.

overwegende dat het concurrentievermogen van de economie van de Europese Unie onmiskenbaar wordt beïnvloed door protectionistisch gedrag dat niet is gebaseerd op de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zowel binnen als buiten de Gemeenschap,

I.

overwegende dat het wegnemen van handelsbelemmeringen de Europese export van goederen en diensten zeker zal bevorderen en zal zorgen voor een bestendige groei van de Europese economie,

J.

overwegende dat rekening moet worden gehouden met ondoeltreffende bescherming van intellectuele- en industriële-eigendomsrechten, met inbegrip van geografische aanduidingen en herkomstbenamingen, door de handelspartners van de EU in de hele wereld,

K.

overwegende dat het van het hoogste belang is onderscheid te maken tussen a priori ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen als gevolg van incoherente tenuitvoerlegging van bestaande bilaterale en multilaterale handelsregels, en handelsbelemmeringen die voortvloeien uit rechtmatige wetgevende en administratieve activiteiten van overheden die oorspronkelijk niet op de handel gericht waren maar daar wel onbedoelde effecten op hebben,

L.

overwegende dat moeizame douaneprocedures voor in-, uit- en doorvoer en voor sanitaire en fytosanitaire beperkingen die op grond van de bestaande WTO-regels ongerechtvaardigd zijn, het oneerlijke gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten (TDI's) en slechte bescherming van intellectuele-eigendomsrechten duidelijk a priori ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen zijn die moeten worden aangepakt, teneinde markttoegang voor bedrijven uit de EU te vergemakkelijken,

M.

overwegende dat het weliswaar uitzonderlijk moeilijk is om een nauwkeurige schatting te maken van de gevolgen van buitenlandse marktrestricties voor de handel van de EU, maar dat duidelijk is dat handelsbelemmeringen aanzienlijke gevolgen hebben voor de algehele exportprestaties van de Unie,

N.

overwegende dat de economische aanwezigheid van de Europese Unie in het algemeen sterker is in geïndustrialiseerde landen met een statische vraag, maar aanzienlijk zwakker in snel groeiende gebieden en in opkomende markten zoals China en India,

O.

overwegende dat de Europese Unie in het algemeen wordt beschouwd als een zeer open en transparante markt, waar de aanpak van concurrentievervalsing serieus wordt genomen en eerlijke voorwaarden worden gewaarborgd voor alle import, ongeacht de herkomst ervan,

P.

overwegende dat hoge tarieven nog steeds een belangrijke handelsbelemmering vormen, vooral in de betrekkingen met de voornaamste opkomende landen,

Q.

overwegende dat de WTO, ondanks het feit dat dit het enige effectieve forum is voor het garanderen van markttoegang en het realiseren van eerlijke en billijke wereldwijde handel, onvoldoende regulerende en bindende bevoegdheden blijft hebben; overwegende dat gebruikmaking van het Europese bestuursmodel zou moeten bijdragen tot de verdere ontwikkeling van passende en billijke regels en kan zorgen voor een stabieler en meer omvattend regelgevingssysteem voor de wereldhandel,

R.

overwegende dat het in het algemeen belang van de Commissie is ervoor te zorgen dat de handelswetgeving en -praktijken van haar partners zo veel mogelijk in overeenstemming zijn met de WTO-regels en andere internationale regelgeving,

S.

overwegende dat handelsbelemmeringen en belemmeringen „achter de grens” niet alleen schadelijk zijn voor de handel in goederen, maar ook aanzienlijke nadelige gevolgen hebben voor de handel in diensten en overheidsopdrachten,

T.

overwegende dat het oplossen van problemen en effectiever beschermen van de legitieme belangen en verwachtingen van de industrie ook een gunstige uitwerking zou hebben op de zichtbaarheid en geloofwaardigheid van de Europese Unie,

U.

overwegende dat bedrijven uit de Europese Unie met het oog op het behalen van de doelstellingen van de herziene Lissabon-agenda een stabiele concurrentiepositie op de wereldmarkt moeten verwerven en behouden,

V.

overwegende dat dit concurrentievermogen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), in toenemende mate berust op onderzoek, ontwikkeling, innovatie en intellectuele eigendomsrechten,

W.

overwegende dat de twee eerste voorwaarden voor dit concurrentievermogen zijn: een veilige en gewaarborgde energievoorziening en een onbelemmerde toegang voor bedrijven uit de EU tot de nieuwste informatie- en communicatietechnologieën,

Algemeen overzicht

1.

benadrukt dat de succesvolle tenuitvoerlegging van een herziene, ambitieuzere strategie voor markttoegang, gericht op het openen van nieuwe wereldmarkten voor producten en diensten uit de EU, waarschijnlijk niet alleen de rol van de EU in de wereld zal vergroten, maar ook de bestaande werkgelegenheid zal beschermen, nieuwe banen in Europa zal creëren, het concurrentievermogen van de Europese Unie zal vergroten en aldus substantieel zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabon-strategie;

2.

herinnert eraan dat de markttoegangsstrategie van de Europese Unie specifiek gericht is op ontwikkelde en opkomende economieën;

3.

benadrukt dat de prestaties van de Europese Unie op het terrein van uitvoer naar zowel ontwikkelde als naar opkomende economieën vaak negatief worden beïnvloed door een gebrek aan wederkerigheid met betrekking tot de voorwaarden voor markttoegang, tekortschietende naleving van internationale handelsregels en de proliferatie van oneerlijke handelspraktijken;

4.

dringt er bij de Commissie op aan de legitieme handelsbelangen van de Europese Unie te verdedigen tegen misbruik of oneerlijke handelspraktijken van derde landen; is van mening dat de Europese Unie snel en krachtig moet reageren wanneer derde landen bedrijven uit de EU ongerechtvaardigde beperkingen van de toegang tot hun markten opleggen;

5.

wijst op het toenemende belang van reguleringsvraagstukken in de internationale handel; roept op tot meer samenhang tussen de voorschriften en praktijken van de Europese Unie en die van haar belangrijkste handelspartners; benadrukt dat de harmonisatie van regels en voorschriften niet mag leiden tot verzwakking van de wetgeving op het gebied van gezondheid, veiligheid, milieu en sociale zekerheid in Europa, maar de belangrijkste handelspartners van de Europese Unie er juist toe moet aanzetten betere regels in te voeren;

6.

roept de Commissie en de lidstaten ertoe op een lange-termijnaanpak vast te stellen voor structurele marktverstoringen waarvan op grond van hun aard kan worden aangenomen dat zij zelfs nadat de Commissie maatregelen heeft genomen, zullen blijven voortbestaan of zullen terugkeren; dringt er bij de Commissie op aan niet voorbij te gaan aan gevallen waarin vroegtijdige opheffing van belemmeringen onwaarschijnlijk is maar wel noodzakelijk om gelijke concurrentievoorwaarden te herstellen op belangrijke buitenlandse markten;

7.

verzoekt de Commissie ernstige en systematische schendingen van de overeenkomsten en de regels van de WTO en andere internationale handelsvoorschriften te beschouwen als kwesties waarvoor prompte herstelmaatregelen vereist zijn en ervoor te zorgen dat handhaving van deze regels niet ondergeschikt wordt gemaakt aan andere politieke en economische overwegingen dan die welke relevant zijn voor de desbetreffende zaak;

8.

dringt er bij derde landen op aan beperkingen op buitenlandse eigendom voor Europese bedrijven op te heffen en een einde te maken aan discriminerende regelgeving;

9.

is ingenomen met de door de Commissie voorgestelde benadering inzake het vaststellen van prioriteiten op het gebied van markttoegang, maar dringt er bij haar op aan dat ook andere criteria in aanmerking worden genomen, teneinde ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk economische actoren in de Europese Unie baat hebben bij dit nieuwe initiatief, in het bijzonder KMO's, die om te overleven absoluut afhankelijk zijn van een duidelijke definitie en effectieve handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en van vastomlijnde restricties ten aanzien van monopolieposities;

10.

benadrukt dat succes in de strijd tegen handelsbelemmeringen de investeringen, de productie en de handel in de Europese Unie en wereldwijd zal stimuleren door, onder andere, transparantere, beter voorspelbare en meer concurrerende voorwaarden voor markttoegang en t de band tussen de Europese Unie en internationale markten tot stand te brengen of te versterken;

11.

is van mening dat vrijhandelsovereenkomsten (FTA's) met de doelgroeplanden van de Europese Unie zinloos zijn tenzij zij een aanzienlijke markttoegang garanderen en er wezenlijke vooruitgang wordt geboekt bij het verminderen en uiteindelijk volledig opheffen van niet-tarifaire belemmeringen die, er zij aan herinnerd, de handel vaak meer verstoren dan tariefbarrières;

De mededeling van de Commissie

12.

is ingenomen met het initiatief van de Commissie tot het opzetten van een sterker partnerschap gericht op markttoegang voor Europese exporteurs, in het bijzonder tot het bereiken van concrete resultaten voor Europese bedrijven via verbetering van de markttoegang in opkomende markten waar Europese bedrijven worden geconfronteerd met nieuwe en complexe barrières voor handel en investeringen; is ingenomen met het initiatief van de Commissie om de doelstellingen en instrumenten van het Europese handelsbeleid en de Europese strategie voor markttoegang zodanig te coördineren dat het potentieel van de Europese Unie op het gebied van internationale handel en wereldwijde concurrentie op de meest effectieve wijze wordt gebruikt;

13.

verwelkomt met name de voorstellen van de Commissie voor een sterker partnerschap tussen de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven van de EU dat als doel heeft economische actoren rechtstreeks te helpen bij het oplossen van de concrete problemen die zij ondervinden bij hun inspanningen om toegang te krijgen tot markten van derde landen, op een wijze en binnen een termijn die past bij de realiteit van het bedrijfsleven;

14.

is van mening dat de Commissie een belangrijke rol kan spelen bij de tenuitvoerlegging van de nieuwe strategie voor markttoegang door te zorgen voor een passende mate van coördinatie tussen acties op nationaal en communautair niveau, door gebruik te maken van middelen die anders verspreid zouden worden ingezet en door te zorgen voor een efficiëntere bescherming van de rechten en belangen van Europese exporteurs;

15.

is van mening dat de Europese Unie een onvervangbare rol heeft te vervullen waar het gaat om het waarborgen van gelijke concurrentievoorwaarden in de internationale handel, zulks in nauwe samenwerking met de lidstaten en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel en het evenwicht tussen bestaande bevoegdheden;

16.

benadrukt het belang van een periodieke kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van de resultaten van de markttoegangsstrategie, teneinde de effectiviteit ervan te kunnen beoordelen; verzoekt de Commissie een geschikt actieplan voor markttoegang te ontwikkelen en het Europees Parlement jaarlijks een verslag over de markttoegang voor te leggen, analoog aan het verslag over TDI's dat zij nu reeds aan het Parlement voorlegt;

17.

dringt er bij Europese bedrijven die elkaar in en buiten de Europese Unie op een legitieme manier beconcurreren, op aan een coöperatieve houding aan te nemen tegenover de ontwikkeling van een nieuwe strategie inzake markttoegang, en daarbij in gedachten te houden dat het openen van buitenlandse markten en het waarborgen van vrije en eerlijke handel hun gemeenschappelijke belang dient en derhalve gemeenschappelijke en gecoördineerde inspanningen vereist;

18.

betreurt dat er in de bovengenoemde mededeling „Europa als wereldspeler: een sterker partnerschap voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs” geen aandacht wordt geschonken aan diverse redelijke en op ervaring berustende aanbevelingen vanuit het bedrijfsleven, de vakbonden, de consumentenorganisaties en het maatschappelijk middenveld; dringt er bij de Commissie op aan deze in aanmerking te nemen bij de tenuitvoerlegging van die mededeling;

Initiatieven voor markttoegang in de Europese Unie

19.

benadrukt de noodzaak van verdere samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten met het oog op het uitwisselen van informatie en goede praktijken; roept de lidstaten ertoe op netwerken van nationale of, waar passend, regionale helpdesks op te zetten om informatie en claims te centraliseren, waarbij speciale aandacht dient te worden geschonken aan de belangen en behoeften van KMO's;

20.

is van mening dat de doeltreffendheid van zulke netwerken aanzienlijk wordt vergroot als nationale en lokale industrieverenigingen, kamers van koophandel, KMO-organisaties en handelsbevorderingsinstanties worden betrokken bij het opzetten ervan;

21.

verzoekt de Commissie en de lidstaten het Raadgevend comité markttoegang (MAAC) een grotere rol te geven en te zorgen voor een permanent contact met het Comité van artikel 133 (zo genoemd naar het betrokken artikel van het EG-Verdrag), het Comité van de verordening inzake handelsbelemmeringen en andere relevante comités;

22.

verzoekt de Commissie een systeem van permanente dialoog op te zetten zodat lidstaten en, waar passend, regio's en andere Europese belanghebbenden informatie kunnen delen en strategieën en prioriteiten kunnen vaststellen;

23.

verzoekt de Commissie om bij de tenuitvoerlegging van haar strategie inzake markttoegang het volgende in overweging te nemen:

benoemen van meer personeel in Brussel bij de eenheid die zich met markttoegang bezighoudt,

creëren van een effectief klachtenregister bij DG Handel,

ontwikkelen van gestructureerde richtsnoeren voor de aanpak van elke categorie van niet-tarifaire belemmeringen,

opzetten van een helpdesk voor lidstaten en bedrijven (met een speciale afdeling voor KMO's) bij DG Handel,

herzien en versterken van het voorlichtingsbeleid inzake de dienstverlening van de Commissie op het gebied van markttoegang, met bijzondere nadruk op KMO's,

vergroten van het aantal potentiële gebruikers door het aanbieden van basisinformatie (bijv. brochures en folders) in alle officiële talen van de Europese Unie,

verbeteren van de Databank Markttoegang (MADB) door deze beter te laten aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven en gebruiksvriendelijker te maken,

verbeteren van de interne samenwerking, samenhang en communicatie tussen de diensten van de Commissie die zich met markttoegangskwesties bezig houden,

zorgen voor participatie van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het MAAC,

ontwikkelen van gestructureerde richtsnoeren voor prioriteiten, onder andere ten aanzien van de vraag aan welke markten, sectoren en belemmeringen speciale aandacht moet worden geschonken,

versterken van haar positie in internationale normalisatie-instellingen, zoals de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO),

Initiatieven voor markttoegang in derde landen

24.

verzoekt om een beter gestructureerde coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten in derde landen, zodat diplomatieke en gouvernementele hulpbronnen ter zake van kwesties op het gebied van markttoegang efficiënter kunnen worden ingezet;

25.

benadrukt de noodzaak van een ondubbelzinnig en ambitieus mandaat voor de delegaties van de Commissie en de recent opgerichte „markttoegangsteams” die in derde landen zijn gevestigd; herhaalt dat de strategie inzake markttoegang alleen succesvol zal zijn als de lidstaten bereid zijn een bijdrage te leveren met hun eigen hulpbronnen, zowel financiële als menselijke, die evenredig is aan hun middelen, belangen en doelstellingen;

26.

roept de Commissie en de lidstaten ertoe op de samenwerking met Europese kamers van koophandel, branche-organisaties en handelsbevorderingsinstanties van de lidstaten die in derde landen zijn gevestigd, te verbeteren en te zorgen voor een passende informatie-uitwisseling tussen de delegaties van de Commissie, de ambassades van lidstaten, andere overheidsinstanties voor buitenlandse handel en belanghebbende Europese bedrijfsverenigingen;

27.

roept de Commissie ertoe op de prioriteiten ten aanzien van het inzetten, en eventueel uitbreiden, van personeel voor de delegaties van de EU te herzien, zodat er meer personeel beschikbaar komt voor het opstarten en succesvol laten functioneren van markttoegangsteams, in het bijzonder in belangrijke delegaties zoals, onder meer, Peking, New Delhi, Moskou en Brasilia;

Sectorspecifieke vraagstukken

28.

ondersteunt het opzetten van gerichte initiatieven in het kader van de strategie inzake markttoegang voor het wegnemen van met name belemmeringen op het terrein van diensten, overheidsopdrachten, investeringen, intellectuele-eigendomsrechten, douaneprocedures, staatssteun en andere subsidies, en voor het vaststellen van mededingingregels en regels voor de juiste tenuitvoerlegging daarvan in derde landen;

29.

dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat KMO's in staat worden gesteld consequent te profiteren van de voordelen van de nieuwe initiatieven inzake markttoegang; verzoekt de Commissie ad hoc-acties te formuleren die erop zijn gericht de marktpresentie van producten van KMO's in derde landen te versterken en hun legitieme rechten te verdedigen tegen eenzijdige praktijken van derde landen;

30.

dringt er bij de Commissie op aan in het kader van haar externe handelsbeleid een specifieke oplossing te vinden voor alle restricties op de verlening van internet- en informatiediensten door Europese bedrijven in derde landen en alle onnodige beperkingen op de verschaffing van dergelijke diensten als handelsbeperkingen te beschouwen;

Multilaterale aanpak

31.

benadrukt de noodzaak van het creëren van synergie met de belangrijkste handelspartners van de Europese Unie (zoals de Verenigde Staten, Canada en Japan), met het oog op het formuleren van een gemeenschappelijke strategie inzake markttoegang en om de weg te effenen voor een hoogstnoodzakelijke multilaterale overeenkomst over markttoegang;

32.

herhaalt de noodzaak nauwe internationale samenwerking en harmonisatie op het gebied van regelgeving verder te bevorderen, teneinde onnodig dubbel werk te voorkomen en de kosten voor de consument, de industrie en de overheid te verlagen; roept de Commissie ertoe op de geleidelijke harmonisatie van de normen en regels van de Europese Unie en haar handelspartners, zowel multilaterale als bilaterale, te bevorderen;

33.

dringt er bij de Commissie op aan te bevorderen dat er specifieke WTO-mechanismen worden gecreëerd voor een snellere besluitvorming inzake het aanpakken van nieuwe en opkomende niet-tarifaire belemmeringen; verzoekt de Commissie dienaangaande de andere handelspartners aan te moedigen om meer gebruik te maken van de kennisgevingsprocedures in het kader van de overeenkomsten inzake technische belemmeringen voor het handelsverkeer (TBT's);

34.

dringt erop aan de duidelijke concentratie op handhaving en waarborging van de naleving door derde landen van hun WTO-verplichtingen te handhaven door het recht daartoe uit te oefenen in het kader van de WTO-geschillenregeling;

De toekomst

35.

is van mening dat de Europese Unie, mits dit uit ontwikkelingsoogpunt gerechtvaardigd is, alles in het werk dient te stellen om van haar handelspartners concessies te verkrijgen die evenredig zijn met hun niveau van ontwikkeling;

36.

dringt er bij de Commissie op aan om in de nieuwe generatie FTA's, alsook in andere overeenkomsten met gevolgen voor de handel, heldere bepalingen inzake handhaving en geschillenbeslechting op te nemen, met name gericht op het aanpakken van belemmeringen „achter de grens”;

37.

verzoekt de handelspartners van de Europese Unie belemmeringen die de markttoegang voor goederen en diensten beperken geleidelijk te verminderen en af te schaffen en in plaats daarvan de wederzijdse handelsmogelijkheden te optimaliseren op basis van wederkerigheid, onder meer door een bevredigende tenuitvoerlegging van marktopeningsmaatregelen die voortvloeien uit bilaterale, regionale en multilaterale onderhandelingen;

38.

verzoekt de Commissie het Europees Parlement jaarlijks een verslag voor te leggen over de voortgang en resultaten van de strategie inzake markttoegang en daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de gestelde prioriteiten;

*

* *

39.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 306 E van 15.12.2006, blz. 400.

(2)  PB C 313 E van 20.12.2006, blz. 276.

(3)  PB C 293 E van 2.12.2006, blz. 155.

(4)  PB C 308 E van 16.12.2006, blz. 182.

(5)  PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235.

(6)  PB C 233 E van 28.9.2006, blz. 103.

(7)  PB C 291 E van 30.11.2006, blz. 321.


Top