EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E001763

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1763/03 van Torben Lund (PSE) aan de Commissie. Wetgeving in de EU, lidstaten en kandidaatlanden inzake het houden van paarden.

OJ C 78E, 27.3.2004, p. 385–386 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

27.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/385


(2004/C 78 E/0407)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1763/03

van Torben Lund (PSE) aan de Commissie

(28 mei 2003)

Betreft:   Wetgeving in de EU, lidstaten en kandidaatlanden inzake het houden van paarden

De laatste jaren zijn er veel voorbeelden van dierenmishandeling geweest. In sommige gevallen bestaan er geen wetten die het welzijn van dieren moeten garanderen en in andere gevallen houdt men zich niet aan de wetgeving. Het resultaat is in veel te veel gevallen een grove mishandeling van dieren. Dit geldt helaas ook voor paarden en ponies, die onder meer het bij het fokken, bij verkoop en bij het vervoer ruw worden behandeld en vaak zelfs grof mishandeld.

Ik verzoek de Commissie daarom mede te delen welke dierenwelzijnsregels er gelden voor het houden van paarden in de EU, de lidstaten en kandidaatlanden. Kent de Commissie onderzoekingen waarin het welzijn van paarden en ponies in de EU, lidstaten en kandidaatlanden wordt beschreven, en welke nieuwe initiatieven denkt de Commissie te nemen om het welzijn van paarden en ponies te garanderen?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(4 augustus 2003)

In Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 (1) zijn minimumnormen voor de bescherming van voor landbouwdoeleinden gefokte of gehouden dieren, waaronder paardachtigen, vastgelegd. In artikel 1 van de richtlijn is evenwel bepaald dat dieren die bestemd zijn voor wedstrijden, tentoonstellingen dan wel evenementen of activiteiten op cultureel of sportief gebied niet onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen. Daarnaast zijn in Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van of 26 juni 1990 (2) veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen vastgelegd. Vervoer van paardachtigen voor handelsdoeleinden over afstanden van meer dan 50 kilometer valt onder Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (3), gewijzigd bij Richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995 tot wijziging van Richtlijn 90/628/EEG (4).

De lidstaten kunnen voorts aanvullende wettelijke maatregelen voor dierenwelzijn toepassen. Het acquis communautaire ten aanzien van het welzijn van paardachtigen zal, zoals overeengekomen in het Toetredingsverdrag, vanaf de toetredingsdatum ook in de kandidaat-lidstaten gelden. De omzetting van de wetgeving van de Gemeenschap en de implementatie daarvan in de toetredende landen worden intensief door de Commissie gemonitord.

Op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek zijn verscheidene projecten in verband met het welzijn van paardachtigen in het kader van de huidige en vorige kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling door de Europese Commissie ondersteund. Er zijn tevens wetenschappelijke adviezen verstrekt door het Wetenschappelijk Comité voor de gezondheid en het welzijn van dieren. In het recente rapport van het comité over het welzijn van dieren tijdens het vervoer is in detail aandacht besteed aan het vervoer van paardachtigen en is een gedetailleerde bibliografie opgenomen.

Wetenschappelijke adviezen vormen een solide fundament voor de uitwerking van voorstellen voor wetgeving en beleid en het aanstaande voorstel voor wetgeving ten aanzien van de bescherming van dieren tijdens het vervoer, waaronder paarden, is slechts een van de voorbeelden van initiatieven van de Commissie die op de bescherming van het welzijn van paardachtigen gericht zijn.


(1)  PB L 221 van 8.8.1998.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990.

(3)  PB L 340 van 11.12.1991.

(4)  PB L 148 van 30.6.1995.


Top