EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E003332

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3332/03 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Exportrestituties voor levende runderen.

OJ C 78E, 27.3.2004, p. 262–263 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

27.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/262


(2004/C 78 E/0262)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3332/03

van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie

(6 november 2003)

Betreft:   Exportrestituties voor levende runderen

In het verslag van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen en fraudebestrijding — jaarverslag 2002 — rept de Commissie over 561 gevallen waarin onregelmatigheden bij levende dieren zijn voorgekomen.

Kan de Commissie meedelen hoeveel van deze onregelmatigheden betrekking hadden op transporten van fokrunderen en bovendien om hoeveel geld het gaat? Hoeveel gevallen hebben betrekking op slacht-runderen?

Hoeveel diertransporten, waarvoor in 2002 exportrestituties werden verleend, werden gecontroleerd (in absolute en relatieve cijfers)?

Kan de Commissie de 10 bedrijven noemen die in het jaar 2002 de meeste exportrestituties voor het transport van levende dieren ontvingen? Welk bedrag ontving elk van deze bedrijven?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(17 december 2003)

In het verslag van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en fraudebestrijding (jaarverslag 2002) wordt melding gemaakt van 561 onregelmatigheden met betrekking tot levende dieren in het algemeen (hoofdstuk 01 van de gecombineerde nomenclatuur). Wat met name runderen betreft, zijn 444 onregelmatigheden geconstateerd, waarmee een bedrag van 4,7 miljoen euro gemoeid was, terwijl de overige 117 onregelmatigheden (1,5 miljoen euro) betrekking hadden op schapen en geiten. Bovendien gaat het in 262 van de 561 gevallen om uitvoerrestituties voor levende runderen.

De mededeling op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 595/91 (1) omvat wel bijzonderheden over deze gevallen, maar maakt het niet mogelijk een onderscheid te maken tussen fok- en slachtrunderen.

Op grond van de geldende voorschriften moeten de lidstaten alle transporten van met toekenning van een restitutie uitgevoerde runderen controleren. Deze verplichting is vervat in Verordening (EG) nr. 615/98 (2) waarin de betaling van de restitutie afhankelijk wordt gesteld van de naleving van Richtlijn 91/628/EEG (3) inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer, waarin voor alle transporten een veterinaire controle op de plaats van uitgang uit het douanegebied van de Gemeenschap voorgeschreven is. Daarnaast is in de verordening ook een controle voorgeschreven bij het lossen van de dieren in het derde land van de eindbestemming wanneer de dieren in een derde land overgeladen zijn en wanneer de dierenarts die de controle op de plaats van uitgang uit de Gemeenschap uitgevoerd heeft, dit noodzakelijk acht. De verordening is onlangs vervangen door Verordening (EG) nr. 639/2003 (4), die van toepassing is op uitvoeraangiften die op of na 1 oktober 2003 zijn aanvaard. In deze nieuwe verordening zijn veterinaire controles voor alle transporten voorgeschreven op de plaats van uitgang uit het douanegebied van de Gemeenschap, op de plaats van overlading in een ander vervoermiddel in een derde land en bij de lossing van de dieren in het derde land van de eindbestemming.

Wat de derde vraag van het geachte parlementslid betreft, namelijk welke de tien bedrijven zijn die in 2002 de meeste uitvoerrestituties voor het transport van levende dieren ontvingen en welk bedrag elk van deze bedrijven ontving, wijst de Commissie erop dat zij op grond van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2390/1999 (5), de vertrouwelijkheid van de gegevens die ze op grond van deze verordening ontvangt, moet waarborgen. Daarom is het de Commissie onmogelijk de namen mee te delen van de personen die steun ontvangen hebben uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL).

De Commissie mag echter wel gezamenlijke gegevens verschaffen. In het begrotingsjaar 2002 (16 oktober 2001-15 oktober 2002) is aan 98 begunstigden een bedrag van 56 miljoen euro aan uitvoerrestituties voor levende dieren betaald. 80 % van dit bedrag ging naar de bedrijven die de meeste restituties ontvingen.


(1)  Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 283/72, PB L 67 van 14.3.1991.

(2)  Verordening (EG) nr. 615/98 van de Commissie van 18 maart 1998 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van uitvoerrestituties met betrekking tot het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer ervan, PB L 82 van 19.3.1998.

(3)  Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijnen 91/425/EEG en 91/496/EEG, PB L 340 van 11.12.1991.

(4)  Verordening (EG) nr. 639/2003 van de Commissie van 9 april 2003 tot vaststelling, op grond van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad, van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer, PB L 93 van 10.4.2003.

(5)  Verordening (EG) nr. 2390/1999 van de Commissie van 25 oktober 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1663/95 wat betreft de vorm en de inhoud van de boekhoudkundige informatie die de lidstaten ter beschikking van de Commissie moeten houden in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, PB L 295 van 16.11.1999.


Top