EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92002E003177

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3177/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Integriteit van het groei- en stabiliteitspact.

OJ C 242E, 9.10.2003, p. 45–46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92002E3177

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3177/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Integriteit van het groei- en stabiliteitspact.

Publicatieblad Nr. 242 E van 09/10/2003 blz. 0045 - 0046


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3177/02

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie

(7 november 2002)

Betreft: Integriteit van het groei- en stabiliteitspact

Nadat in een aantal lidstaten zoals Frankrijk, Italië en Portugal rechtse regeringen aan de macht zijn gekomen, werd duidelijk dat de begrotingstekorten in deze landen sterk onderschat waren. In het geval van Portugal is het door de aftredende socialistische regering beweerde percentage van 2,2 % vervangen door 4,1 %. In Italië is het percentage van 1,4 naar boven bijgesteld tot 2,2 %. Kan de Commissie met het oog op de transparantie aangeven welk percentage volgens haar voor elk van de lidstaten correct was, als na een wisseling van de regering bijstelling naar boven plaatsvond? Is de Commissie van mening dat de herziening van het Italiaanse begrotingstekort naar boven geheel en al het gevolg was van de toepassing van het onlangs door Eurostat genomen besluit over de berekening van garantiemaatregelen door de centrale regering (zie perscommuniqué 116/2002 over de euro-indicatoren)? Hoe was het mogelijk dat zoveel linkse regeringen de Commissie zand in de ogen konden strooien door een boekhoudprocedure aan te houden die velen als een procedure, de onderneming Enron waardig, zouden beschouwen?

Is de Commissie van mening dat zij thans de belangrijkste methoden heeft vastgesteld, die ter versluiering van de feitelijke begrotingstekorten werden gebruikt, en zo ja, welke maatregelen heeft zij genomen om ervoor te zorgen dat vergelijkbare methoden niet in de lidstaten worden toegepast waar de laatste tijd geen regeringswisseling heeft plaatsgevonden?

Volgens het Protocol van het Verdrag van Maastricht over de procedure in geval van een te groot tekort, houdt een begrotingstekort (begrotingsoverschot) in een nettokredietopname (nettokredietverstrekking) van de gehele overheidssector (nationale regering, regionale en lokale territoriale overheden en instellingen voor de sociale zekerheid) en wordt dit overeenkomstig nationale boekhoudmethoden berekend (Europees boekhoudsysteem ESA95). Overheidsschulden bestaan uit het brutobedrag van de geconsolideerde uitstaande schulden van de gehele overheidssector aan het eind van het jaar, terwijl een primair overschot het overheidstekort/overheidsoverschot, met uitzondering van rente is. In zijn antwoord op schriftelijke vraag E-1620/02(1) wees commissaris Solbes Mira erop dat de financiën van de Britse regering in de afgelopen jaren bijna in evenwicht waren of een overschot vertoonden. Op deze wijze zou worden voldaan aan de eisen van het groei- en stabiliteitspact, terwijl tevens de eigen fiscaal-politieke regels van de Britse regering zijn nageleefd, inclusief de zogenaamde gouden regeling krachtens welke investeringsuitgaven van de regering niet als uitgaven in de zin van het groei- en stabiliteitspact moeten worden beschouwd. Kan de Commissie verklaren of dit soort investeringsuitgaven een nettokredietopname in de zin van het pact, overeenkomstig het hiervoor genoemde Protocol bij het Verdrag van Maastricht vormen?

(1) PB C 28 E van 6.2.2003, blz. 125.

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(4 december 2002)

Volgens het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten moet het tekort binnen de normen van het Europees Stelsel van economische rekeningen vallen. De huidige versie hiervan is ESER 95(1). Ingevolge de ervaring die de lidstaten en de Commissie de voorbije jaren hebben opgedaan is de kwaliteit van de data verbeterd en het moet worden erkend dat de PBT een belangrijke impuls heeft gegeven voor de verbetering van de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de overheidsrekeningen binnen de Gemeenschap. De volgens ESER 95 gevoerde overheidsrekeningen zijn nu betrouwbaarder, vollediger, transparanter en meer gedetailleerd en ze worden sneller gepubliceerd dan enkele jaren geleden. Bovendien hebben de lidstaten hun inspanningen gecoördineerd om de boekhoudregels te harmoniseren en de toepassing wederzijds te controleren. Bijgevolg zijn de overheidsrekeningen van de verschillende lidstaten nu van betere kwaliteit en makkelijker vergelijkbaar dan vroeger.

Er zijn echter nog zwakke punten, zoals recent gebleken is bij de substantiële herziening van de begrotingscijfers in Portugal voor 2001 en de late ontdekking van het buitensporige tekort hierdoor.

De verschillende aspecten van het opstellen en de controle van de begroting zijn dus nog vatbaar voor verbetering. Er zijn stappen nodig om de betrouwbaarheid en actualiteit van de begrotingsstatistieken, die de basis voor het toezicht op de overheidsfinanciën vormen, nog verder te verbeteren. De Commissie zal aan de Raad binnenkort een aantal beste praktijken voorstellen inzake de

kennisgeving van gegevens over de overheidsrekeningen. Het doel is de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokkenen te verduidelijken om de transparantie, kwaliteit en actualiteit van de begrotingsdata (zowel statistieken als vooruitzichten) die bij het toezicht worden gebruikt, te verbeteren.

De Commissie heeft haar najaarsprognoses 2002 op 13 november 2002 gepubliceerd. Voor 2002 wordt nu voor Duitsland een tekort van 3,8 % van het bruto binnenlands product (BBP) verwacht, voor Frankrijk 2,7 % van het BBP, voor Italië 2,4 % van het BBP en voor Portugal 2,4 % van het BBP. In Italië is het tekort voor 2001 bij de herziening verhoogd met 0,6 % van het BBP ingevolge het besluit van Eurostat inzake de boeking van effectiseringsoperaties.

Met betrekking tot de behandeling van investeringskosten bij de berekening van het vorderingenoverschot zijn de ESER en het EG-Verdrag zeer duidelijk: de weergave in de rekeningen van investeringskosten verschilt geenszins van deze van andere overheidsuitgaven. Dat wil zeggen dat geregistreerde investeringskosten van de overheid het vorderingenoverschot beïnvloeden.

(1) Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESER 95), PB L 310 van 30.11.1996.

Top