EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOC_2002_331_E_0126_01

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 348/2000 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Kroatië en Oekraïne (COM(2002) 452 def.)

OJ C 331E, 31.12.2002, p. 126–127 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002PC0452

Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) Nr. 348/2000 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Kroatië en Oekraïne /* COM/2002/0452 def. */

Publicatieblad Nr. 331 E van 31/12/2002 blz. 0126 - 0127


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) Nr. 348/2000 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Kroatië en Oekraïne

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Op 19 november 1998 heeft de Commissie bij Verordening (EG) Nr. 348/2000 van de Raad [1] een antidumpingprocedure ingeleid waarbij een definitief antidumpingrecht werd ingesteld op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal van oorsprong uit onder meer Oekraïne.

[1] PB L 45 van 17.2.2000, blz.1

Er werd evenwel vrijstelling van rechten verleend voor onder meer de producten die werden vervaardigd en naar de Gemeenschap uitgevoerd door drie Oekraïense exporteurs van wie de Commissie een gemeenschappelijke verbintenis (vgl. Besluit 2000/137/EG van de Commissie [2]) heeft aanvaard. Deze ondernemingen zijn in de vorengenoemde verordening en het vorengenoemde besluit vermeld.

[2] PB L 46 van 18.2.2000, blz.34

De drie betrokken Oekraïense ondernemingen hebben de Commissie medegedeeld dat zij de gezamenlijke verbintenis wensen in te trekken.

In het licht van het bovenstaande is het noodzakelijk de Raad door middel van de bijgaande verordening voor te stellen de in artikel 2, lid 4 van Verordening (EG) nr. 348/2000 opgenomen lijst van Oekraïnse ondernemingen die voor vrijstelling van het antidumpingrecht in aanmerking komen te wijzigen.

De Commissie heeft besloten, samen met de bijgaande verordening, artikel 1 van Besluit 2000/137/EG van de Commissie te wijzigen.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) Nr. 348/2000 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of niet-gelegeerd staal van oorsprong uit Kroatië en Oekraïne

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) Nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap [3], met name op artikel 8,

[3] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1, Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) Nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2).

Gezien het voorstel dat de Commissie heeft ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1) Op 19 november 1998 heeft de Commissie een antidumpingprocedure ingeleid [4] betreffende de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of van niet-gelegeerd staal ("betrokken product") van oorsprong uit, onder meer, Oekraïne.

[4] PB C 353 van 19.11.1998, blz.13.

(2) Deze procedure leidde in februari 2000 tot de instelling van een antidumpingrecht bij Verordening (EG) Nr. 348/2000 [5] die ten doel had schadeveroorzakende dumping te vermijden.

[5] PB L 45 van 17.2.2000, blz.1

(3) Terzelfdertijd heeft de Commissie bij Besluit Nr. 2000/137/EG [6] een gezamenlijke prijsverbintenis met een maximumhoeveelheid aanvaard aan de hand waarvan zij toezicht kon houden op de naleving van de verbintenis van drie Oekraïense producenten/exporteurs, met name Dnepropetrovsk Tube Works ('DTW'), Nikopol Pivdennotrubny Works (later overgedragen aan Nikopolsky Seamless Tube Plant, "Niko Tube" [7]) en Nizhnedneprovsky Tube Rolling Plant ('NTRP'). De invoer van het betrokken product dat door deze producenten/exporteurs werd vervaardigd, werd dientengevolge vrijgesteld van het vorengenoemde antidumpingrecht.

[6] PB L 46 van 18.2.2000, blz.34

[7] PB C 198 van 13.7.2001, blz.2

B. VRIJWILLIGE INTREKKING VAN DE GEZAMENLIJKE VERBINTENIS

(4) DTW, Niko Tube en NTRP hebben de Commissie medegedeeld dat zij deze gezamenlijke verbintenis wensen in te trekken. Bijgevolg werden bij Besluit 2002/xxx/EG van de Commissie de namen van deze ondernemingen afgevoerd van de lijst van ondernemingen waarvan bij artikel 1 van Besluit 2000/137/EG verbintenissen werden aanvaard.

C. WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) Nr. 348/2000

(5) Gezien het bovenstaande en het bepaalde in artikel 8, lid 9, van Verordening (EG) Nr. 384/96 verdient het aanbeveling artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) Nr. 348/2000 dienovereenkomstig te wijzigen en de betrokken producenten/exporteurs te onderwerpen aan het antidumpingrecht voor Oekraïne dat bij artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) Nr. 348/2000 is vastgesteld (38,5%).

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tabel in artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) Nr. 348/2000 wordt vervangen door de onderstaande tabel.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

Top