EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022AB0003

Advies van de Europese Centrale Bank van 13 januari 2022 inzake een voorstel tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met betrekking tot afwikkeling (CON/2022/3) 2022/C 122/10

CON/2022/3

OJ C 122, 17.3.2022, p. 33–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 122/33


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 januari 2022

inzake een voorstel tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met betrekking tot afwikkeling

(CON/2022/3)

(2022/C 122/10)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 29 november 2021 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement verzoeken om een advies over een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 en Richtlijn 2014/59/EU wat betreft de prudentiële behandeling van mondiaal systeemrelevante groepen instellingen met een multiple point-of-entry-afwikkelingsstrategie en een methodiek voor de indirecte plaatsing van voor het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva in aanmerking komende instrumenten (1) (hierna de “ontwerpverordening” genoemd).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de ontwerpverordening bepalingen bevat betreffende de taken van de ECB op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het Verdrag en de bijdrage van het Europees Stelsel van centrale banken tot een goede beleidsvoering door de bevoegde autoriteiten ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 127, lid 5, van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

De ECB erkent dat de ontwerpverordening bestaat uit technische aanpassingen met het oog op de operationalisering van materiële wetgevingsbesluiten die ten uitvoer zijn gelegd bij de meest recente wijzigingen van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) (hierna de “BRRD” genoemd), zoals beoordeeld in het advies van de ECB over herzieningen van het Uniekader voor crisisbeheersing (3).

De ECB steunt de ontwerpverordening, die zorgt voor een betere afstemming tussen de bepalingen van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) (hierna de “verordening kapitaalvereisten” of “VKV” genoemd) en de bepalingen van de BRRD en zulks na de inwerkingtreding van het herziene kader voor totale verliesabsorptiecapaciteit (TLAC) en het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva. Verder steunt de ECB de ontwerpverordening voor zover deze zorgt voor een betere afstemming van de regelgevende behandeling van mondiaal systeemrelevante instellingen (MSI’s) op een multiple-point-of-entry (MPE) -afwikkelingsstrategie, met inbegrip van groepen met in derde landen geregistreerde dochterondernemingen, met de in de TLAC-norm beschreven behandeling.

In de toekomst verzoekt de ECB de wetgevende organen van de Unie om de uitvoering van deze wijzigingen van de VKV te monitoren en te beoordelen in het licht van de bovengenoemde doelstellingen, meer in het bijzonder om de wisselwerking tussen de BRRD en de VKV te beoordelen, en om te voorkomen dat mondiaal systeemrelevante banken en MSI’s zich bezighouden met regelgevingsarbitrage tussen centrale aanspreek- en MPE-afwikkelingsstrategieën op basis van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva of het TLAC-streefniveau.

Er worden enkele kleine technische aanpassingen voorgesteld om de interpretatie van de juridische tekst te verduidelijken of om de samenhang van de in de verordening gebruikte terminologie te waarborgen. Daartoe is een specifiek tekstvoorstel opgenomen in een afzonderlijk technisch werkdocument dat vergezeld gaat van een toelichting. Het technische werkdocument is in de Engelse taal beschikbaar op Eur-Lex.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 januari 2022.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  COM (2021) 665 final.

(2)  Richtlijn 2014/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) Nr. 1093/2010 en (EU) Nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).

(3)  Advies van de Europese Centrale Bank van 8 november 2017 betreffende herzieningen van het crisisbeheerkader van de Unie (CON/2017/47) (PB C 314 van 31.1.2018, blz. 17).

(4)  Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).


Top