EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0138
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL AND THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE On the application of the Unfair Commercial Practices Directive Achieving a high level of consumer protection Building trust in the Internal Market
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Over de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken De verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming Opbouw van vertrouwen in de interne markt
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Over de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken De verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming Opbouw van vertrouwen in de interne markt
/* COM/2013/0138 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Over de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken De verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming Opbouw van vertrouwen in de interne markt /* COM/2013/0138 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Over de toepassing van de richtlijn
oneerlijke handelspraktijken
De verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming
Opbouw van vertrouwen in de interne markt 1. INLEIDING Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke
handelspraktijken[1]
(hierna “de richtlijn” genoemd) werd op 11 mei 2005 vastgesteld om de
consumenten te laten profiteren van de interne markt door het wegnemen van de wettelijke
belemmeringen die voortvloeien uit verschillende nationale voorschriften en die
bedrijven afschrikken om hun producten in de hele EU aan te bieden en het
consumentenvertrouwen in grensoverschrijdende aankopen in de EU ondermijnen. De richtlijn vormt het belangrijkste stuk
EU-wetgeving over misleidende reclame en andere oneerlijke handelspraktijken
van ondernemingen jegens consumenten. Het toepassingsgebied ervan is ruim en
omvat alle handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten (B2C) in alle
sectoren. De richtlijn is niet alleen van toepassing op de reclame- of de
marketingfase van een transactie, maar ook “[…] gedurende en na een
commerciële transactie met betrekking tot een product”[2]. De richtlijn voorziet in een hoog niveau van
consumentenbescherming in alle sectoren. Zij fungeert als een vangnet om de
lacunes op te vullen waarvoor geen andere sectorspecifieke EU-voorschriften
bestaan. Zij zorgt ervoor dat consumenten niet worden misleid of met agressieve
marketing worden benaderd en dat alle beweringen van handelaars in de EU
duidelijk, nauwkeurig en onderbouwd zijn, zodat de consumenten geïnformeerde en
zinnige keuzes kunnen maken. In combinatie met andere internemarktwetgeving[3] en de
“SBC-verordening” betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die
verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetgeving inzake
consumentenbescherming[4]
draagt de richtlijn bij tot de transparantie van de markt en tot voorkoming van
oneerlijke concurrentie in de EU. Alle lidstaten hebben de voorschriften ervan
in hun nationale wetgeving omgezet. Deze mededeling schetst de belangrijkste
conclusies uit de eerste ervaringen op het gebied van de handhaving van de
richtlijn oneerlijke handelspraktijken, krachtens artikel 18 van die richtlijn,
en zet uiteen welke actie noodzakelijk is om de voordelen van de richtlijn voor
de integratie van de eengemaakte markt en consumentenbescherming zo groot
mogelijk te maken. Samen met deze mededeling wordt een verslag
met gedetailleerde gegevens over de toepassing van de richtlijn in de lidstaten
bekendgemaakt[5].
Dit is een onderdeel van de Europese Consumentenagenda[6] die erop
gericht is de consument maximaal en vol vertrouwen te laten deelnemen aan de
markt en het vertrouwen en de groei te stimuleren. De consumentenuitgaven zijn goed voor 56% van
het bbp van de EU en zijn van essentieel belang om de doelstelling van slimme,
duurzame en inclusieve groei te bereiken. Zoals in de Europese
Consumentenagenda is aangegeven, kan het stimuleren van de vraag een belangrijke
rol spelen om voor de EU een uitweg uit de crisis te vinden. Om dit mogelijk te maken, moet het potentieel
van de eengemaakte markt worden benut. Uit gegevens blijkt dat online winkelende
consumenten in de gehele EU kunnen kiezen uit tot 16 keer meer producten, maar
dat 60% van de consumenten nog geen gebruik maakt van dit kanaal. Als gevolg
van deze terughoudendheid profiteren zij niet optimaal van het keuzeaanbod en
de prijsverschillen op de eengemaakte markt. Beleidsmaatregelen die het consumentenvertrouwen
stimuleren, kunnen de economische groei in Europa een sterke impuls geven. 2. BEOORDELING VAN DE VOORDELEN
VAN DE RICHTLIJN 2.1. Verwezenlijking van een hoog
niveau van consumentenbescherming en gelijke voorwaarden voor handelaars Uit de eerste ervaringen met de toepassing van
de richtlijn blijkt dat de consumentenbescherming bij alle lidstaten intern en
grensoverschrijdend sterk verbeterd is en dat bonafide ondernemingen tegelijk
beter beschermd worden tegen concurrenten die niet volgens de regels werken. De voordelen van de richtlijn komen
voornamelijk voort uit twee specifieke eigenschappen: het horizontale
vangnetkarakter en de combinatie van op beginselen gebaseerde voorschriften met
een zwarte lijst die bepaalde oneerlijke praktijken specifiek verbiedt. Dankzij de op beginselen gebaseerde
voorschriften van de richtlijn oneerlijke praktijken kunnen de nationale
instanties zich aanpassen aan snel veranderende producten, diensten en
verkoopstechnieken. Dit zijn waterdichte voorschriften met criteria die met
enig flexibiliteit kunnen worden toegepast ter voorkoming van oneerlijk gedrag
waarvoor geen specifieke verbodsbepalingen bestaan. De zwarte lijst van praktijken die onder alle
omstandigheden verboden zijn, biedt nationale instanties een doeltreffend
instrument tegen gangbare oneerlijke praktijken zoals lokkertjes, valse gratis
aanbiedingen, verborgen reclame en rechtstreekse beïnvloeding van kinderen. Enkele voorbeelden van praktijken die volgens de richtlijn verboden
zijn: Consumenten naar de zaak of de website van de handelaar lokken door
goederen of diensten aan te bieden die niet kunnen worden geleverd (lokkertjes) Sabine uit Duitsland zag in een tijdschrift een advertentie voor een
speciale promotie: “Vlieg naar Barcelona voor 1 euro!” Toen ze de vlucht
online wilde boeken, waren de prijzen veel hoger. Toen ze contact opnam met de
klantendienst van de firma vernam ze dat slechts een beperkt aantal plaatsen
tegen de voordeelprijs werd aangeboden. De meeste klanten konden geen gebruik
maken van deze aanbieding. De richtlijn oneerlijke handelspraktijken verbiedt het aanbieden van
producten tegen een bepaalde prijs zonder duidelijk te vermelden dat de
beschikbaarheid ten gevolge van de grootschalige advertentie en de aangeboden
prijs beperkt kan zijn. Valse gratis aanbiedingen Marit uit Estland ontving van een onlinewinkel voor
schoonheidsproducten de volgende e-mail: “Bel nu en ontvang GRATIS een
designzonnebril!” Toen ze belde, kreeg ze te horen dat dit aanbod enkel
geldig was bij aankoop van producten voor een bedrag van 2 000 euro of
meer. De richtlijn oneerlijke handelspraktijken verbiedt een handelaar om een
product valselijk als gratis te omschrijven wanneer de klant eigenlijk nog
andere kosten moet maken dan de kosten om in te gaan op de advertentie of om
het product te laten leveren. Moeilijk overschakelen Filip wil voor zijn huis een andere verzekeringspolis nemen en een
contract afsluiten met een andere onderneming. Wanneer hij naar zijn
verzekeraar belt, vertelt deze hem dat hij een aantal verschillende formulieren
moet invullen om zijn contract te beëindigen. Helaas duurt het meer dan twee
weken eer de verzekeraar de noodzakelijke formulieren kan (of wil) afgeven en
de dame aan de telefoon vermeldt ook dat de verwerking van de aanvraag drie
maanden in beslag zal nemen. Van pure frustratie geeft Filip op. Tot zover zijn
goede voornemens. Volgens de richtlijn oneerlijke handelspraktijken mogen handelaars geen
kosten met zich meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen opleggen
ten aanzien van rechten die de consument uit hoofde van het contract wil
uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander
product of een andere handelaar te kiezen. Kinderen rechtstreeks aanzetten tot kopen Alain was verrast toen zijn dochtertje ineens begon te zeuren om een
collectie films met haar favoriete boekenheld. Hij had door wat er aan de hand
was toen hij een tv-reclame voor die films zag: “Je favoriete boek is er nu
ook op dvd – vraag je vader om hem voor jou te kopen!” Volgens de richtlijn oneerlijke handelspraktijken is het niet
toegelaten dat verkopers kinderen aansporen om aan volwassenen te vragen de
producten uit de reclame te kopen. Dit verbod geldt voor alle media, ook voor
reclame op televisie en via internet. Dankzij de richtlijn oneerlijke
handelspraktijken kunnen de nationale consumentenorganisaties allerlei
oneerlijke handelspraktijken, met inbegrip van misleidende milieuclaims
en agressieve praktijken, tegengaan en deze ook bestraffen[7]. Maar toch stellen we het volgende vast: –
belanghebbenden signaleren dat “groene” claims
(zoals “milieuvriendelijk”, “biologisch afbreekbaar”, “duurzaam” en
“natuurlijk”) ondanks het huidige juridische kader nog steeds niet op een
verantwoorde manier worden gebruikt en vaak zeer algemeen, vaag en niet
nauwkeurig gedefinieerd zijn. Consumentenorganisaties geven aan dat het
bovendien moeilijk is om de betrouwbaarheid van dergelijke claims te
controleren, vooral bij energie, cosmetica, auto’s en detergenten; –
enkele lidstaten melden agressieve, op kinderen en
ouderen gerichte praktijken bij onlinegames. Er zijn extra inspanningen nodig
om de handhaving van de richtlijn te versterken voor deze groepen kwetsbare
consumenten die zich in een zwakke positie bevinden. Gezien de voortschrijdende
vergrijzing van de bevolking moet er vooral voor worden gezorgd dat kwetsbare
consumenten beschermd worden tegen de risico's die voortvloeien uit de effecten
van de economische crisis en de complexiteit van de digitale markten. 2.2. Opbouw van vertrouwen in de
eengemaakte markt Door de uiteenlopende voorschriften
betreffende oneerlijke handelspraktijken van de lidstaten te vervangen door één
pakket voorschriften, heeft de richtlijn het juridisch kader vereenvoudigd en
draagt zij bij tot het verminderen van de belemmeringen voor
grensoverschrijdende handel. De richtlijn wordt ook vaak gebruikt om
grensoverschrijdende geschillen op te lossen. Bijna 50% van de door het
CPC-netwerk[8]
behandelde aanvragen voor wederzijdse bijstand van de afgelopen vijf jaar
(informatieaanvragen, meldingen en handhavingsverzoeken) gaat over inbreuken op
de richtlijn. Bovendien zijn er door het CPC-netwerk op basis van de richtlijn
verscheidene gemeenschappelijke toezichtsacties (“sweeps” of bezemacties)
gehouden (voor digitale producten en diensten, onlineverkoop van
vliegtuigtickets, onlinediensten voor mobiele telefonie, webwinkels voor
elektronica)[9]. Een belangrijk gedeelte van de richtlijn moet
ervoor zorgen dat consumenten tijdig betrouwbare en volledige informatie krijgen
over de belangrijkste eigenschappen van een product of dienst, over de prijs en
over de belangrijkste voorwaarden. Daardoor kunnen consumenten aanbiedingen
gemakkelijker begrijpen en vergelijken. Dit heeft een rechtstreeks effect op de
door de handelaars ontwikkelde marketing- en reclametechnieken. Reclame speelt een cruciale rol in een goed
werkende eengemaakte markt en is voor bedrijven het belangrijkste instrument om
hun producten en diensten op de internationale markt te verkopen. Door reclame kunnen
bedrijven zichzelf openlijk onderscheiden: reclame stimuleert de concurrentie,
doet de prijzen dalen en verhoogt de kwaliteit. Volgens de recente mededeling betreffende
e-handel vormt nauwkeurige en transparantere informatie bij nationale en internationale
aanbiedingen een cruciaal element om het consumentenvertrouwen te stimuleren en
handelaars aan te moedigen via internet te verkopen[10]. Uit recente informatie is gebleken dat meer
consumenten nu belangstelling hebben om grensoverschrijdende onlineaankopen te
doen (52%, stijging van 19 procentpunten) en dat zij daarbij meer geld willen
uitgeven (18%, een stijging van 5 procentpunten) dan in 2006, toen de richtlijn
nog niet door de lidstaten was omgezet[11]. Als een van de belangrijkste
wetgevingsinstrumenten van de EU ter bevordering van het consumentenvertrouwen
en de grensoverschrijdende handel heeft de richtlijn oneerlijke
handelspraktijken in belangrijke mate bijgedragen tot deze meer open houding
van de Europese consumenten. Toch moeten we ons ervan bewust zijn dat de groei
van grensoverschrijdende onlinehandel nog ver achterligt op de groei van de
binnenlandse onlinehandel en dat er nog meer inspanningen nodig zijn. Financiële diensten en vastgoed zijn — gezien de complexiteit en de eraan verbonden ernstige risico’s
— kritieke sectoren. In deze sectoren zijn veel oneerlijke praktijken zoals het
ontbreken van essentiële informatie in de reclame en misleidende
productbeschrijvingen gemeld. De meeste lidstaten hebben nationale
voorschriften opgesteld die de bescherming van de consument krachten de
richtlijn oneerlijke handelspraktijken verbetert en aanvult. Uit het onderzoek
blijkt dat het voorlopig niet wenselijk is om de lidstaten de in de richtlijn
voorziene mogelijkheid te ontnemen in deze specifieke sectoren verder te gaan
dan de in de richtlijn vastgestelde harmonisatie[12]. 2.3. Adequate en doeltreffende
handhaving van de richtlijn Al bij al blijkt het juridisch kader van de
richtlijn oneerlijke handelspraktijken geschikt te zijn om de eerlijkheid te beoordelen
van nieuwe onlinepraktijken die parallel met de evolutie van reclametechnieken
in de verkoop worden ontwikkeld, zoals prijsvergelijking en websites voor
collectieve boekingen, of in verband staan met bijvoorbeeld de toenemende
reclame via sociale netwerken. Lidstaten en belanghebbenden lijken de
handhaving van de richtlijn op nationaal niveau over het algemeen geschikt en
doeltreffend te vinden, maar zij wijzen toch op het gebrek aan middelen, de
complexiteit en de lange duur van interne procedures, en op het gebrek aan
afschrikkende sancties, die de correcte toepassing van de richtlijn dreigen te
ondermijnen. Bij grensoverschrijdende oneerlijke
handelspraktijken is het voor de handhavingsinstanties een echte uitdaging om
snel en doeltreffend te reageren. Dit heeft ook invloed op de handhaving van de
wetgeving op grensoverschrijdend niveau en volgens het onderzoek blijkt dit
duidelijk op het gebied van administratieve samenwerking krachtens de
verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming. Uit de handhavingspraktijk blijkt dat bij
klantenbeoordelingsinstrumenten, en vooral bij websites voor
prijsvergelijkingen, de identiteit van de handelaar achter de site niet
duidelijk wordt vermeld en/of er niet wordt aangegeven of de handelaars betalen
om hun producten en diensten daar voor te stellen (en dus of de website al dan
niet gesponsord is). Dit is een van de grootste problemen. Uit feedback van belanghebbenden blijkt dat de
verplichting om duidelijke en volledige prijsinformatie te verschaffen in
commerciële offertes vaak niet wordt nageleefd, vooral in de reis- en
vervoerssector. In beide gevallen dringen de belanghebbenden
niet aan op wetgevende maatregelen, maar op doortastendere en meer coherente
handhavingsmaatregelen. 3. BELANGRIJKSTE PRIORITEITEN
VOOR VERDERE ACTIE Zoals al in de Europese consumentenagenda en
in de mededeling van de Commissie betreffende een betere werking van de
eengemaakte markt[13]
werd aangegeven, is de waarborging van een betere tenuitvoerlegging en
handhaving van de bestaande voorschriften een “quick win” op het gebied van
groei en werkgelegenheid. Tegen deze achtergrond moet de richtlijn een
cruciale rol spelen. De Commissie heeft de detailhandel (met inbegrip van
e-handel), reizen en vervoer, financiële diensten, digitale economie, energie
en duurzaamheid aangeduid als de belangrijkste prioriteiten voor de ontsluiting
van het groeipotentieel van de eengemaakte markt[14]. Door middel van intensievere nationale
handhaving en versterkte samenwerking voor de grensoverschrijdende handhaving
moet ervoor worden gezorgd dat de richtlijn een hoog niveau van
consumentenbescherming behoudt en voordelen voor de interne markt oplevert. Dit
geldt voornamelijk bij oneerlijke praktijken die gelijktijdig in meer dan één
lidstaat opduiken. In dergelijke gevallen is het cruciaal dat de Commissie, de
nationale instanties, de consumentenorganisaties en het bedrijfsleven efficiënt
samenwerken om praktijken te bestrijden die de hele EU treffen[15]. De behoefte om handhaving zowel op
grensoverschrijdend als op nationaal niveau te versterken is een oproep aan de
Commissie om een prominentere rol te spelen, zich aan te sluiten bij de
lidstaten en hen te steunen bij de toepassing van de richtlijn in de gehele EU.
De Commissie zal in dit verband nagaan hoe zij in overeenstemming met de
verdragen een actievere rol kan spelen om een samenhangende toepassing van de
richtlijn aan te moedigen, voornamelijk voor oneerlijke praktijken met een
grensoverschrijdend aspect, zoals onlinepraktijken en praktijken waarover
handhavingsinstanties dezelfde vragen hebben. Het bevorderen van onderlinge
afstemming van praktijken bij de toepassing van de richtlijn is essentieel om
gelijke voorwaarden voor handelaars te waarborgen, met name wanneer zij grensoverschrijdende
activiteiten uitoefenen en ten slotte om een hoog niveau van
consumentenbescherming in Europa te waarborgen. 3.1. Volledige overeenstemming van
nationale wetten met de richtlijn waarborgen De Commissie zal er als hoedster van de Verdragen
nauw op toezien dat de richtlijn in alle lidstaten correct wordt omgezet en
toegepast. Zij zal conformiteitscontroles verrichten en diepgaande
beoordelingen uitvoeren om na te gaan hoe de voorschriften in de praktijk
werken en zal waar nodig corrigerende maatregelen treffen. Uit de huidige
analyse blijkt dat er in verschillende lidstaten nog verschillen bestaan tussen
de nationale wetgeving en de richtlijn. De diensten van de Commissie
onderhouden daarom contact met de betrokken lidstaten. De Commissie zal
krachtens artikel 258 VWEU de nodige maatregelen treffen wanneer een lidstaat
zijn verplichtingen inzake omzetting en handhaving niet nakomt. 3.2. Eenvormige en adequate
toepassing van de richtlijn in de lidstaten waarborgen Om ervoor te
zorgen dat de richtlijn naar behoren en op eenvormige wijze wordt toegepast,
zal de Commissie: ·
voortwerken aan de richtsnoeren, naar
aanleiding van de input van de nationale handhavingsinstanties en andere
belanghebbenden, de opkomst van nieuwe praktijken (ook online) en de
ontwikkelingen in de jurisprudentie van de EU en de nationale rechtsorden[16]; ·
de gegevensbank van de richtlijn oneerlijke
handelspraktijken verbeteren, uitbreiden en bijwerken[17]. 3.3. Samenwerking tussen lidstaten
voor handhaving en administratie versterken Op basis van de feedback van de lidstaten en
belanghebbenden en op basis van de beschikbare gegevens heeft de Commissie
sleutelsectoren aangeduid waar nadeel en gemiste kansen voor consumenten werden
geconstateerd en waar het groeipotentieel voor de eengemaakte markt het grootst
is. Op die gebieden zal de Commissie specifieke
initiatieven opzetten om de handhaving te versteken in overeenstemming met de
doelstellingen van de Europese Consumentenagenda. De Commissie zal de volgende maatregelen nemen: Ø op regelmatige basis thematische workshops organiseren voor nationale handhavingsinstanties en opleidingen voor handhaving en justitie; Ø de doeltreffendheid van het CPC-netwerk versterken en gecoördineerde handhavingsacties (sweeps) blijven stimuleren; Ø lidstaten bijstaan voor de doeltreffende toepassing van de richtlijn door verder te werken aan de richtsnoeren en beste praktijken met de lidstaten te delen; Ø samen met de lidstaten handhavingsindicatoren ontwikkelen voor de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken, om op te sporen welke tekortkomingen en gebreken nader onderzoek of corrigerende maatregelen vereisen. Deze maatregelen zullen vooral gericht zijn op de volgende sleutelsectoren en ‑gebieden: Ø reizen en vervoer Ø digitale markten en onlinemarkten Ø milieuclaims Ø financiële diensten Ø onroerend goed Op al deze gebieden wordt bijzondere aandacht besteed aan praktijken die kwetsbare consumenten treffen, met name ouderen en minderjarigen. 3.4. Opvolging van
marktontwikkelingen en bewustmaking De Commissie zal
nauw toezien op de marktontwikkelingen om te waarborgen dat het juridisch kader
een hoog niveau van consumentenbescherming blijft bieden bij binnenlandse en
grensoverschrijdende aankopen. Bijzondere
aandacht wordt daarbij besteed aan de geschiktheid van het juridisch kader om
bij te blijven bij de snelle ontwikkeling van marketing- en salestechnieken,
producten en diensten in de onlinewereld. Naast een
versterkte handhaving zijn de bewustmakingsacties belangrijk om de consumenten
in staat te stellen hun rechten ten volle uit te oefenen. In het kader van het
Europees jaar van de burgers zal er in 2013 een campagne op Europees niveau
worden opgezet in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden, met inbegrip van
het bedrijfsleven en de consumentenorganisaties, om de kennis van de
consumentenrechten, en ook van de richtlijn oneerlijke praktijken te
verbeteren. 4. CONCLUSIES De richtlijn
oneerlijke handelspraktijken blijkt een waardevol instrument te zijn om het
consumentenwelzijn te verbeteren. Zij heeft het juridisch kader vereenvoudigd
en heeft bijgedragen tot het wegnemen van de hinderpalen in de
grensoverschrijdende handel. Uit de ervaring is gebleken dat deze op beginselen
gebaseerde horizontale wetgeving nuttig en flexibel is. Het vereenvoudigde
wetgevende kader maakt het voor ondernemingen gemakkelijker om met
grensoverschrijdende activiteiten te beginnen, terwijl consumenten en bedrijven
steeds meer voordeel halen uit het onaangeboorde potentieel van de interne
markt. De Commissie vindt
het niet aangewezen om de richtlijn in dit stadium te wijzigen, vooral omdat de
handhavingservaring in de lidstaten nog te beperkt is in de tijd voor een
dergelijk omvattend stuk wetgeving. De Commissie zal haar aandacht nu richten
op de samenhang bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn, en zal concrete
maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de handhaving in een aantal
sleutelgebieden beter werkt ten behoeve van het consumentenvertrouwen en de
groei. [1] Richtlijn
2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende
oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne
markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen
97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van
Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad [2] Zie
artikel 3, lid 1, van de Richtlijn. [3] Bijv.
Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000
betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt
(“Richtlijn inzake elektronische handel”), en Richtlijn 2011/83/EU van het
Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende
consumentenrechten. [4] Verordening
(EG) Nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004
betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk
zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming
(“verordening betreffende samenwerking met betrekking tot
consumentenbescherming”). [5] Zie
het verslag bij deze mededeling “Detailed information on the application of
Directive 2005/29/EC concerning unfair business-to-consumer commercial
practices in the internal market (‘Unfair Commercial Practices Directive’)”. [6] Zie “Een
Europese consumentenagenda – Vertrouwen en groei stimuleren”, COM(2012) 225
final van 22.05.2012 –
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2012:0225:FIN:NL:PDF. [7] Zie deel
4 betreffende handhaving van het bijgaande verslag over de toepassing van de
Richtlijn. [8] De
SBC-verordening nr. 2006/2004 heeft een kader ingesteld dat
handhavingsinstanties in staat stelt nauw samen te werken voor de bestrijding
van grensoverschrijdende handelspraktijken die het consumentenrecht schenden.
Sinds 2007 werkt het CPC-netwerk aan grensoverschrijdende gevallen van
inbreuken op de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. [9] http://ec.europa.eu/consumers/enforcement/index_en.htm [10] Zie het
werkdocument van de diensten van de Commissie Bringing e-commerce benefits
to consumers, een bijlage bij de mededeling van de Commissie aan het
Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het
Comité van de Regio’s Een coherent kader voor een groter vertrouwen in de
digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten, COM
(2011) 942 final van 11.01.2012 –
http://ec.europa.eu/internal_market/e-commerce/communication_2012_en.htm. [11] Zie
Flash Eurobarometer 332, Consumers’ attitudes towards cross-border trade and
consumer protection, mei 2012, blz. 8. http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_332_en.pdf. Een groeiend percentage consumenten (50%) is bereid in een andere
EU-taal goederen of diensten te bestellen (+17 procentpunten ten opzichte van
2006). Het percentage dat helemaal niet bereid is om aankopen te doen in een
andere taal is gedaald van 42% in 2008 tot 30% in 2011. Ook het percentage
Europeanen dat aangeeft te weten waar ze informatie en advies over
grensoverschrijdende aankopen kunnen vinden, is aanzienlijk gestegen, van 24%
in 2006 tot 39% in 2011. [12] Zie
artikel 3, lid 9, van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de Study
on the application of the Unfair Commercial Practices Directive to financial
services and immovable property uitgevoerd door Civic Consulting in
opdracht van de Europese Commissie, DG justitie 2012, te raadplegen op http://ec.europa.eu/justice/consumer-marketing/document. [13] Zie de mededeling van de Europese Commissie Betere
governance van de interne markt, COM(2012) 259/2. http://ec.europa.eu/internal_market/strategy/docs/governance/20120608-communication-2012-259-2_en.pdf [14] Zie de
Europese Consumentenagenda. [15] Zie het
bijgaande verslag over de toepassing van de richtlijn, deel 3.3.3, bijvoorbeeld
in verband met het besluit PS7256 van de Italiaanse mededingingsautoriteit
(AGCM) – Comet-Apple Prodotti in Garanzia, Provvedimento nr. 23193 van 27
december 2011. [16] De
Commissie is van plan onder meer verder te werken aan de richtsnoeren over
misleidende milieuclaims, op basis van de resultaten van een specifiek
onderzoek dat in de loop van 2013 zal worden uitgevoerd en op basis van de
lopende werkzaamheden voor het actieplan voor duurzame productie en consumptie. [17] Zie https://webgate.ec.europa.eu/ucp/.
Deze gegevensbank is gebaseerd op Besluit nr. 1926/2006/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een
communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013).