EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0959

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/959 van de Commissie van 16 juni 2022 tot wijziging van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde vruchten van Capsicum (L.), Citrus L., Citrus sinensis Pers., Prunus persica (L.) Batsch en Punica granatum L.

C/2022/3748

OJ L 165, 21.6.2022, p. 30–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/959/oj

21.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 165/30


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/959 VAN DE COMMISSIE

van 16 juni 2022

tot wijziging van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde vruchten van Capsicum (L.), Citrus L., Citrus sinensis Pers., Prunus persica (L.) Batsch en Punica granatum L.

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 41, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In deel A van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2) is de lijst vastgesteld van EU-quarantaineorganismen die voor zover bekend niet op het grondgebied van de Unie voorkomen. Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 heeft tot doel de binnenkomst, vestiging en verspreiding van dergelijke quarantaineorganismen op het grondgebied van de Unie te voorkomen door in bijlage VII bij die verordening bijzondere voorschriften vast te stellen voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen.

(2)

Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) (“het gespecificeerde plaagorganisme”) is opgenomen in de lijst in deel A van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 als EU-quarantaineorganisme dat voor zover bekend niet in de Unie voorkomt. Het is ook opgenomen in de lijst van prioritaire plaagorganismen in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1702 van de Commissie (3). Het gespecificeerde plaagorganisme is polyfaag en is tijdens grenscontroles op het grondgebied van de Unie op verschillende waardplanten onderschept.

(3)

Om het grondgebied van de Unie te beschermen tegen het gespecificeerde plaagorganisme bestaan er specifieke invoervoorschriften voor vruchten van Capsicum (L.), Citrus L., andere dan Citrus aurantiifolia (Christm.) Swingle en Citrus limon (L.) Osbeck, en voor vruchten van Prunus persica (L.) Batsch en Punica granatum L. (4). Citrus L. is een categorie die vruchten van Citrus sinensis Pers. omvat.

(4)

Overeenkomstig de bestaande invoervoorschriften moet vóór de handel worden aangegeven of het land of gebied al dan niet vrij is van het gespecificeerde plaagorganisme, informatie worden vertrekt over de toepassing van systeembenaderingen en eventuele behandelingen na de oogst, en de doeltreffendheid van die voorschriften met bewijsmateriaal worden gestaafd. Deze informatie moet de beoordeling van de doeltreffendheid van de huidige bijzondere voorschriften vergemakkelijken. Die doeltreffendheid moet worden gemeten aan de hand van het aantal keer dat het gespecificeerde plaagorganisme op ingevoerde gastheerproducten wordt aangetroffen.

(5)

Aangezien er nogal altijd gevallen van niet-naleving van de specifieke invoervoorschriften worden geconstateerd omdat het gespecificeerde plaagorganisme bij grenscontroles van zendingen op het grondgebied van de Unie op gastheerproducten wordt aangetroffen, is het gerechtvaardigd de bijzondere voorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 te wijzigen. Met name de bijzondere voorschriften met betrekking tot de ziektevrije status van de plaats van productie, de toepassing van behandelingen na de oogst, en de toepassing van systeembenaderingen moeten worden gewijzigd om betere garanties te bieden dat de verhandelde fruitproducten vrij van schadelijke organismen zijn.

(6)

De wijziging van de bijzondere voorschriften is gebaseerd op de wetenschappelijke en technische informatie van de door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (“EPPO”) uitgevoerde analyse van het risico op plaagorganismen, op de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid uitgevoerde risicobeoordelingen van vruchten van Citrus spp. uit Israël (5) en Zuid-Afrika (6), op de relevante wetenschappelijke literatuur, en op opmerkingen van derde landen na een raadpleging in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen).

(7)

Om de fytosanitaire veiligheid en traceerbaarheid te waarborgen, moet worden gezorgd voor de respectieve erkenning van voorzieningen, voorschriften voor behandelingsinstallaties, toezicht, audits, documentatieprocedures en de registratie van gegevens over toegepaste behandelingen.

(8)

Momenteel zijn de in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 vastgestelde voorschriften voor vruchten van Citrus L. ook van toepassing op Citrus sinensis Pers. Op basis van de niet-nalevingsgegevens in verband met de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme op vruchten van Citrus-soorten moeten voor de vruchten van Citrus sinensis Pers. afzonderlijke voorschriften gelden en niet dezelfde voorschriften als andere vruchten van Citrus L. Dit is belangrijk om beter te waarborgen dat zij vrij zijn van het gespecificeerde plaagorganisme. Dergelijke eisen moeten een systeembenadering omvatten met een specifieke regeling voor koudebehandeling, eventueel met een voorkoelingsstap, om te zorgen voor de grootst mogelijke kans op vrijheid van het plaagorganisme.

(9)

Om de bevoegde autoriteiten en professionele exploitanten in staat te stellen zich voor Citrus sinensis Pers. aan de systeembenadering aan te passen, moet voor Citrus sinensis Pers. tot en met 31 december 2022 worden voorzien in een alternatief en tijdelijk voorschrift voor een systeembenadering waarbij de pulp van de vrucht wordt voorgekoeld tot 5 °C, gevolgd door een koudebehandeling gedurende ten minste 25 dagen bij een vaste temperatuur tussen –1 °C en +2 °C.

(10)

In het geval van Citrus sinensis Pers. moeten, wanneer de koudebehandeling tijdens het vervoer van de betrokken vruchten wordt toegepast, de details van de toepassing van die behandeling worden geregistreerd en op verzoek ter beschikking worden gesteld.

(11)

Deze verordening moet zo spoedig mogelijk in werking treden en van toepassing zijn om ervoor te zorgen dat de aangescherpte voorschriften, die de bescherming van de Unie tegen dit plaagorganisme verbeteren, zo spoedig mogelijk uitgevoerd worden, teneinde rekening te houden met zendingen van de vruchten in kwestie die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening naar de Unie worden vervoerd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 juli 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 juni 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1702 van de Commissie van 1 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van de lijst van prioritaire plaagorganismen (PB L 260 van 11.10.2019, blz. 8).

(4)  EPPO (2013) Pest risk analysis for Thaumatotibia leucotreta. EPPO, Parijs. https://pra.eppo.int/pra/9305d7ed-2788-46dc-882d-b4641fa24fff

(5)  Scientific Opinion on the commodity risk assessment of Citrus L. fruits from Israel for Thaumatotibia leucotreta under a systems approach. EFSA Journal 2021;19(3):6427, 36 blz. https://doi.org/10.2903/j.efsa.2021.6427

(6)  Scientific Opinion on the commodity risk assessment of Citrus L. fruits from South Africa for Thaumatotibia leucotreta under a systems approach. EFSA Journal;19(8):6799, 63 blz. https://doi.org/10.2903/j.efsa.2021.6799


BIJLAGE

De tabel in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 62 wordt vervangen door:

“62.

Vruchten van Capsicum (L.), Citrus L., andere dan Citrus aurantiifolia (Christm.) Swingle, Citrus limon (L.) Osbeck. en Citrus sinensis Pers., Prunus persica (L.) Batsch en Punica granatum L.

0709 60 10

0709 60 91

0709 60 95

0709 60 99

ex 0805 10 80 ex 0805 21 10 ex 0805 21 90 ex 0805 22 00 ex 0805 29 00 ex 0805 40 00 ex 0805 50 10 ex 0805 90 00  0809 30 10

0809 30 90

ex 0810 90 75

Landen van het Afrikaanse continent, Kaapverdië, Sint-Helena, Madagaskar, Réunion, Mauritius en Israël

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 4(*) vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick). Het ziektevrije gebied wordt vermeld op het fytosanitair certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

de vruchten:

i)

afkomstig zijn uit een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 10(**) vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) en die is opgenomen in de lijst van productieplaatscodes die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

ii)

op daartoe geschikte tijdstippen tijdens het groeiseizoen en vóór de uitvoer officiële inspecties op de plaats van productie hebben ondergaan, met inbegrip van een visueel onderzoek met een intensiteit die het mogelijk maakt ten minste een besmettingsniveau van 2 % op te sporen, met een betrouwbaarheid van 95 % overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 31(***) en met inbegrip van destructieve bemonstering in geval van symptomen, en vrij zijn bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick),

en

iii)

vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat waarop de productieplaatscodes zijn vermeld,

of

d)

de vruchten:

i)

zijn geproduceerd op een erkende productielocatie die is opgenomen in de lijst van productielocaties die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

ii)

zijn onderworpen aan een doeltreffende systeembenadering om te waarborgen dat zij vrij zijn van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen ISPM 14(*****), of aan een doeltreffende, op zichzelf staande behandeling na de oogst om te waarborgen dat zij vrij zijn van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), op voorwaarde dat de respectieve toegepaste systeembenaderingen of behandelingen na de oogst, samen met bewijsstukken van de doeltreffendheid ervan, door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld en de behandeling na de oogst door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is beoordeeld,

en

iii)

vóór de uitvoer zijn onderworpen aan officiële inspecties op de aanwezigheid van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), met een intensiteit die het mogelijk maakt ten minste een besmettingsniveau van 2 % op te sporen, met een betrouwbaarheidsniveau van 95 % overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 31(***) en met inbegrip van destructieve bemonstering in geval van symptomen,

en

iv)

vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat met de productielocatiecodes en de details van de na de oogst toegepaste behandeling of de toegepaste systeembenadering.”

2)

Tussen de punten 62 en 63 wordt het volgende punt 62.1 ingevoegd:

“62.1

Vruchten van Citrus sinensis Pers.

0805 10 22

0805 10 24

0805 10 28

ex 0805 10 80

Landen van het Afrikaanse continent, Kaapverdië, Sint-Helena, Madagaskar, Réunion, Mauritius en Israël

Officiële verklaring dat:

a)

de vruchten afkomstig zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen erkend is als zijnde vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

b)

de vruchten afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 4(*) vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick). Het ziektevrije gebied wordt vermeld op het fytosanitair certificaat, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

c)

de vruchten:

i)

afkomstig zijn uit een productieplaats die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 10(**) vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) en die is opgenomen in de lijst van productieplaatscodes die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

ii)

op daartoe geschikte tijdstippen tijdens het groeiseizoen en vóór de uitvoer officiële inspecties op de productieplaats hebben ondergaan, met inbegrip van een visueel onderzoek met een intensiteit die het mogelijk maakt ten minste een besmettingsniveau van 2 % op te sporen, met een betrouwbaarheid van 95 % overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 31(***) en met inbegrip van destructieve bemonstering in geval van symptomen, en die vrij zijn bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick),

en

iii)

vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat waarop de productieplaatscodes zijn vermeld,

of

d)

de vruchten:

i)

zijn geproduceerd op een erkende productielocatie die is opgenomen in de lijst van productielocatiecodes die door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

ii)

een van de volgende behandelingen hebben ondergaan:

een doeltreffende systeemaanpak, die een koudebehandeling van 0 °C tot -1 °C gedurende ten minste 16 dagen overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen ISPM 14(*****) en ISPM 42(****) omvat, mits de koudebehandeling door het derde land van uitvoer voor elke zending is gedocumenteerd en gecontroleerd en de systeembenadering, samen met bewijsstukken van de doeltreffendheid ervan, door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

een doeltreffende systeemaanpak overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 14(*****), waarbij de pulp van de vrucht wordt voorgekoeld tot de temperatuur van de toegepaste koudebehandeling, gevolgd door een koudebehandeling gedurende ten minste 20 dagen bij een vaste temperatuur tussen -1 °C en + 2 °C, op voorwaarde dat de voorkoelingsfase en de koudebehandeling door het derde land van uitvoer zijn gedocumenteerd en gecontroleerd en dat de systeembenadering, samen met bewijsstukken voor de doeltreffendheid ervan, door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

of

een doeltreffende, op zichzelf staande behandeling na de oogst om ervoor te zorgen dat deze vrij is van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), op voorwaarde dat die behandeling na de oogst, samen met bewijsstukken van de doeltreffendheid ervan, door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld en door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is beoordeeld,

of

tot en met 31 december 2022, een doeltreffende systeemaanpak overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 14(*****), waarbij de pulp van de vrucht wordt voorgekoeld tot 5 °C, gevolgd door een koudebehandeling gedurende ten minste 25 dagen bij een vaste temperatuur tussen -1 °C en + 2 °C, op voorwaarde dat de voorkoelingsfase en de koudebehandeling door het derde land van uitvoer zijn gedocumenteerd en gecontroleerd en dat de systeembenadering, samen met bewijsstukken voor de doeltreffendheid ervan, door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld,

en

iii)

vóór de uitvoer zijn onderworpen aan officiële inspecties op de aanwezigheid van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), met een intensiteit die het mogelijk maakt ten minste een besmettingsniveau van 2 % op te sporen, met een betrouwbaarheidsniveau van 95 % overeenkomstig de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen ISPM 31(***) en met inbegrip van destructieve bemonstering in geval van symptomen,

en

iv)

vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat met de productielocatiecodes, details van de na de oogst toegepaste behandeling of het gebruik van de systeembenadering, de vaste temperatuur en de duur van de in die systeembenadering toegepaste koudebehandeling,

en

v)

indien de koudebehandeling tijdens het vervoer is toegepast, worden naast het fytosanitair certificaat ook details van de toepassing van de behandeling geregistreerd en op verzoek ter beschikking gesteld.

(*)

ISPM 4 “Requirements for the establishment of pest free areas”.

(**)

ISPM 10 “Requirements for the establishment of pest free places of production and pest free production site”.

(***)

ISPM 31 “Methodologies for sampling of consignments”.

(****)

ISPM 42 “Requirements for the use of temperature treatments as phytosanitary measures”.

(*****)

ISPM 14 “The use of integrated measures in a systems approach for pest risk management”.”.

Top