EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0972

Verordening (EU) 2020/972 van de Commissie van 2 juli 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1407/2013 wat betreft de verlenging ervan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft de verlenging ervan en desbetreffende aanpassingen (Voor de EER relevante tekst)

C/2020/4349

OJ L 215, 7.7.2020, p. 3–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/972/oj

7.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 215/3


VERORDENING (EU) 2020/972 VAN DE COMMISSIE

van 2 juli 2020

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1407/2013 wat betreft de verlenging ervan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft de verlenging ervan en desbetreffende aanpassingen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 4,

Gezien Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde soorten horizontale steunmaatregelen (1), en met name artikel 1, lid 1, onder a) en b), en artikel 2,

Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een aantal staatssteunvoorschriften dat in het kader van het initiatief van 2012 voor de modernisering van het staatssteunbeleid is goedgekeurd, zal eind 2020 aflopen. Meer bepaald zullen de Verordeningen (EU) nr. 1407/2013 (2) en (EU) nr. 651/2014 (3) van de Commissie op 31 december 2020 aflopen.

(2)

Om de nodige voorspelbaarheid en rechtszekerheid te bieden in afwachting van een mogelijke toekomstige actualisering van de staatssteunvoorschriften die in het kader van het initiatief voor de modernisering van het staatssteunbeleid zijn vastgesteld, moet de Commissie in twee stappen te werk gaan.

(3)

Allereerst moet de Commissie de toepassingsperiode van staatssteunvoorschriften die anders eind 2020 zouden aflopen, verlengen. In een tweede fase moet de Commissie, in overeenstemming met de richtsnoeren voor betere regelgeving (4), die voorschriften evalueren samen met de overige staatssteunvoorschriften die in het kader van het initiatief voor de modernisering van het staatssteunbeleid zijn vastgesteld. Op 7 januari 2019 heeft de Commissie de aanzet gegeven tot de evaluatie van die voorschriften, in de vorm van een “geschiktheidscontrole”. In de context van de Europese Green Deal (5) en de Europese Digitale Agenda heeft de Commissie al aangekondigd dat zij van plan is uiterlijk eind 2021 een reeks richtsnoeren te herzien. Op basis daarvan zal de Commissie dan beslissen of zij de bovengenoemde voorschriften verder verlengt of actualiseert.

(4)

Gezien de brede opzet van deze geschiktheidscontrole en het feit dat de uitkomsten van de evaluaties pas tegen het einde van 2020 beschikbaar zullen komen, kan een beleidsbeslissing over de vormgeving van de staatssteunvoorschriften voor de periode na 2020 niet tijdig worden genomen om de stakeholders rechtszekerheid en stabiliteit te bieden wat betreft de voorschriften die na 2020 van toepassing zullen zijn. Een verlenging is dus nodig zodat een passende beoordeling van de staatssteunvoorschriften kan worden gemaakt en de voorspelbaarheid en stabiliteit van die voorschriften voor de lidstaten wordt gegarandeerd.

(5)

De toepassingsperiode van de Verordeningen (EU) nr. 1407/2013 en (EU) nr. 651/2014 zou dus met drie jaar moeten worden verlengd — tot en met 31 december 2023.

(6)

De Verordeningen (EU) nr. 1407/2013 en (EU) nr. 651/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Aangezien de toepassingsperiode van Verordening (EU) nr. 651/2014 wordt verlengd, willen sommige lidstaten misschien de geldigheid uitbreiden van in het kader van die verordening vrijgestelde steunmaatregelen waarvoor, overeenkomstig artikel 11, onder a), van diezelfde verordening, beknopte informatie is verschaft. Om transparantie te bieden, moeten lidstaten de Commissie de geactualiseerde beknopte informatie met betrekking tot de uitbreiding van die maatregelen meedelen.

(8)

Regelingen die zijn opgezet op grond van deel 1 (met uitzondering van artikel 15), de delen 2, 3 en 4, deel 7 (met uitzondering van artikel 44) en deel 10 van hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 651/2014 met een gemiddeld jaarlijks budget aan staatssteun van meer dan 150 miljoen EUR, die na een besluit van de Commissie langer dan zes maanden waren vrijgesteld en waarvoor de betrokken lidstaat de vrijstelling na 31 december 2020 wenst te verlengen, moeten tot en met 31 december 2023 vrijgesteld blijven op voorwaarde dat lidstaten de Commissie de geactualiseerde beknopte informatie hebben meegedeeld en een eindevaluatieverslag hebben ingediend dat in overeenstemming is met het door de Commissie goedgekeurde evaluatieontwerp.

(9)

Gezien de economische en financiële gevolgen van de COVID-19-uitbraak voor ondernemingen en om te zorgen voor samenhang met de algemene beleidsrespons van de Commissie, in het bijzonder in de periode 2020-2021, moet Verordening (EU) nr. 651/2014 dienovereenkomstig worden gewijzigd. Met name moeten ondernemingen die als gevolg van de COVID-19-uitbraak ondernemingen in moeilijkheden zijn geworden, gedurende een beperkte periode in aanmerking blijven komen op grond van die verordening. Evenzo moeten ondernemingen die tijdelijk of permanent personeel moeten ontslaan als gevolg van de COVID-19-uitbraak, niet worden geacht de verplaatsingsverplichtingen te hebben geschonden die vóór 31 december 2019 zijn aangegaan op het moment dat zij regionale steun ontvingen. Die afwijkende bepalingen moeten van toepassing zijn gedurende een beperkte periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021.

(10)

De Verordeningen (EU) nr. 1407/2013 en (EU) nr. 651/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1407/2013 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.”.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 651/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)

regelingen op grond van deel 1 (met uitzondering van artikel 15), van de delen 2, 3 en 4, van deel 7 (met uitzondering van artikel 44) en van deel 10 van hoofdstuk III van deze verordening indien het gemiddelde jaarlijkse budget aan staatssteun meer dan 150 miljoen EUR bedraagt, vanaf zes maanden na de inwerkingtreding ervan. De Commissie kan, nadat zij een beoordeling heeft gemaakt van het door de betrokken lidstaat binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de regeling bij de Commissie aangemelde evaluatieontwerp, besluiten dat deze verordening voor een langere periode op deze steunregelingen van toepassing blijft. Als de Commissie de toepassing van deze verordening al langer heeft verlengd dan de oorspronkelijke zes maanden met betrekking tot dergelijke regelingen, kunnen de lidstaten besluiten deze regelingen te verlengen tot het einde van de periode waarin deze verordening van toepassing is, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat een evaluatieverslag heeft ingediend in overeenstemming met het door de Commissie goedgekeurde evaluatieontwerp. Op grond van deze verordening verleende regionale steun kan echter, in afwijking van de regels, worden verlengd tot het einde van de geldigheidsduur van de desbetreffende regionale-steunkaarten;”.

2)

In lid 4 wordt punt c) vervangen door:

“c)

steun aan ondernemingen in moeilijkheden, met uitzondering van steunregelingen tot herstel van de schade veroorzaakt door bepaalde natuurrampen, regelingen inzake starterssteun en regelingen inzake regionale exploitatiesteun, mits met die regelingen ondernemingen in moeilijkheden geen gunstigere behandeling krijgen dan andere ondernemingen. Deze verordening is evenwel in afwijking daarvan van toepassing op ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden maar ondernemingen in moeilijkheden werden in de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021.”.

2)

Artikel 2, punt 27, wordt vervangen door:

“27.

“steungebieden”: gebieden die zijn opgenomen op een op grond van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag goedgekeurde regionale-steunkaart voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2021 wat betreft regionale steun die tot 31 december 2021 wordt verleend, en gebieden die zijn opgenomen op een op grond van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag goedgekeurde regionale-steunkaart voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027 wat betreft regionale steun die na 31 december 2021 wordt verleend;”.

3)

Artikel 11 wordt vervangen door:

Artikel 11

Verslaglegging

1.   Lidstaten of, in het geval van steun toegekend aan projecten voor Europese territoriale samenwerking (ETC), de lidstaat waarin de managementautoriteit bedoeld in artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1299/2013 is gevestigd, doen de Commissie toekomen:

a)

via het elektronische aanmeldingssysteem van de Commissie: de beknopte informatie over elke, krachtens deze verordening vrijgestelde steunmaatregel in het gestandaardiseerde formaat dat in bijlage II is vastgesteld, samen met een link die toegang biedt tot de volledige tekst van de steunmaatregel, met inbegrip van de aanpassingen daaraan, binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de steunmaatregel;

b)

een jaarlijks verslag, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 794/2004 (*1) van de Commissie, in elektronisch formaat, over de toepassing van deze verordening, dat de in Verordening (EG) nr. 794/2004 vermelde gegevens bevat, met betrekking tot elk volledig jaar, of deel daarvan, waarin deze verordening van toepassing is.

2.   Wanneer, als gevolg van de verlenging van de toepassingsperiode van deze verordening tot 31 december 2023 bij Verordening (EU) 2020/972 (*2), een lidstaat maatregelen wil verlengen ten aanzien waarvan in overeenstemming met lid 1 van dit artikel beknopte informatie bij de Commissie was ingediend, actualiseert de lidstaat deze beknopte informatie met betrekking tot de verlenging van die maatregelen en deelt zij die actualisering mee aan de Commissie binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de handeling waarbij de betrokken maatregel door de lidstaat wordt verlengd.

(*1)  Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1)."

(*2)  Verordening (EU) 2020/972 van de Commissie van 2 juli 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1407/2013 wat betreft de verlenging ervan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft de verlenging ervan en desbetreffende aanpassingen (PB L 215 van 7.7.2020, blz. 3).”."

4)

Aan artikel 14, lid 16, wordt de volgende zin toegevoegd:

“Wat de vóór 31 december 2019 gedane toezeggingen betreft, wordt het verlies van arbeidsplaatsen in dezelfde of soortgelijke activiteit in een van de initiële vestigingen van de begunstigde in de EER dat zich tussen 1 januari 2020 en 30 juni 2021 voordoet, niet beschouwd als een overbrenging in de zin van artikel 2, punt 61 bis, van deze verordening.”.

5)

In artikel 59 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 juli 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 248 van 24.9.2015, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

(4)  Werkdocument van de diensten van de Commissie, “Better Regulation Guidelines” van 7 juli 2017, SWD (2017) 350.

(5)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese Green Deal, COM(2019) 640 final.


Top