EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1832

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1832 van de Commissie van 17 oktober 2016 tot wijziging van de modelcertificaten voor de invoer in de Unie van vleesbereidingen, vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen alsmede vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen als vastgesteld in de Beschikkingen 2000/572/EG en 2007/777/EG en Verordening (EU) nr. 206/2010 wat de gezondheidsvoorschriften voor residuen betreft (Voor de EER relevante tekst)

C/2016/6542

OJ L 280, 18.10.2016, p. 13–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; gedeeltelijk einde van de geldigheid art. 1 stilzwijgende opheffing door 32020R2235 , Date of end of validity: 20/04/2021; gedeeltelijk einde van de geldigheid art. 2 stilzwijgende opheffing door 32020R0692 , Date of end of validity: 20/04/2021; gedeeltelijk einde van de geldigheid art. 3 stilzwijgende opheffing door 32020R0692

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2016/1832/oj

18.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 280/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1832 VAN DE COMMISSIE

van 17 oktober 2016

tot wijziging van de modelcertificaten voor de invoer in de Unie van vleesbereidingen, vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen alsmede vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen als vastgesteld in de Beschikkingen 2000/572/EG en 2007/777/EG en Verordening (EU) nr. 206/2010 wat de gezondheidsvoorschriften voor residuen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 9, lid 2, onder b), en artikel 9, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 7, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2000/572/EG van de Commissie (3) zijn de veterinairrechtelijke voorschriften, de gezondheidsvoorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer in de Unie van zendingen van bepaalde vleesbereidingen uit derde landen vastgesteld. Hierin wordt bepaald dat dergelijke zendingen vergezeld moeten gaan van een diergezondheids- en volksgezondheidscertificaat volgens het in bijlage II bij die beschikking vastgestelde model („het gezondheidscertificaat voor vleesbereidingen”).

(2)

Bij Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (4) zijn de veterinairrechtelijke voorschriften en de gezondheidsvoorschriften voor de invoer in de Unie van zendingen vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen vastgesteld. Hierin wordt bepaald dat alleen zendingen die voldoen aan de voorschriften in het in bijlage III bij die beschikking opgenomen model van het gezondheidscertificaat („het gezondheidscertificaat voor vleesproducten en behandelde producten”) en vergezeld gaan van dat certificaat, in de Unie mogen worden ingevoerd.

(3)

Bij Verordening (EU) nr. 206/2010 (5) zijn de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer in de Unie van zendingen voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van paardachtigen vastgesteld. Hierin wordt bepaald dat die zendingen alleen mogen worden ingevoerd indien zij vergezeld gaan van een veterinair certificaat, dat is opgesteld volgens het model van veterinair certificaat „EQU” voor vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees, van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan), als vastgesteld in deel 2 van bijlage II bij die Verordening (hierna: „het EQU-certificaat”).

(4)

Richtlijn 96/22/EG van de Raad (6) verbiedt onder meer de invoer uit derde landen van vlees of voor menselijke consumptie bestemde producten verkregen uit dieren waaraan bepaalde stoffen, met inbegrip van β-agonisten, zijn toegediend. Die richtlijn staat de invoer toe van voor fokdoeleinden bestemde dieren en van voor de fokkerij afgeschreven fokdieren, of van daarvan verkregen vlees, uit derde landen die garanties kunnen bieden die ten minste gelijkwaardig zijn aan de bij die richtlijn vastgestelde garanties en die zijn vastgesteld ter toepassing van hoofdstuk V van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (7), waarin de maatregelen bij overtredingen worden beschreven.

(5)

Bij Richtlijn 96/23/EG zijn controlemaatregelen vastgesteld ten aanzien van bepaalde stoffen en groepen residuen in levende dieren en in producten daarvan. Hierin wordt bepaald dat de invoer van voor de slacht bestemde dieren en van producten van dierlijke oorsprong bestemd voor menselijke consumptie uitsluitend mag worden toegestaan uit derde landen met een door de Commissie goedgekeurd plan voor toezicht.

(6)

Als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen worden gewoonlijk niet alleen voor de productie van vlees gehouden en worden pas aan het einde van hun productieve leven geslacht. In de Unie worden dieren van de familie van de paardachtigen beschouwd als voedselproducerende dieren, tenzij zij onherroepelijk van de slacht voor menselijke consumptie worden uitgesloten overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad (8).

(7)

Naar aanleiding van auditbezoeken aan bepaalde derde landen waar tekortkomingen zijn vastgesteld, en om ervoor te zorgen dat Richtlijn 96/22/EG wordt nageleefd, moeten er betere garanties komen voor de invoer van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van paardachtigen, vleesbereidingen alsmede vleesproducten en daaruit geproduceerde behandelde magen, blazen en darmen wat betreft het toezicht op stoffen en groepen residuen en stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG.

(8)

Daarom moeten het gezondheidscertificaat voor vleesbereidingen, het gezondheidscertificaat voor vleesproducten en behandelde producten en het EQU-certificaat worden gewijzigd, zodat zij de nodige garanties bieden dat de producten waarop zij betrekking hebben, indien deze zijn geproduceerd uit of vervaardigd met vlees van als huisdier gehouden eenhoevigen, zijn geproduceerd uit vlees dat voldoet aan de voorschriften voor de invoer van vers vlees van als huisdier gehouden eenhoevigen.

(9)

De Beschikkingen 2000/572/EG en 2007/777/EG en Verordening (EU) nr. 206/2010 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Om onderbreking van de handel te voorkomen, moeten zendingen producten die vergezeld gaan van het gezondheidscertificaat voor vleesbereidingen, het gezondheidscertificaat voor vleesproducten en behandelde producten en het EQU-certificaat die vóór de wijzigingen uit hoofde van deze verordening zijn afgegeven overeenkomstig de Beschikkingen 2000/572/EG en 2007/777/EG en Verordening (EU) nr. 206/2010, gedurende een overgangsperiode verder worden toegestaan.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Beschikking 2000/572/EG

Bijlage II bij Beschikking 2000/572/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Wijziging van Beschikking 2007/777/EG

Bijlage III bij Beschikking 2007/777/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Wijziging van Verordening (EU) nr. 206/2010

Deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 4

Overgangsbepalingen

1.   Gedurende een overgangsperiode tot en met 31 maart 2017 mogen zendingen vleesbereidingen die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat voor vleesbereidingen dat is afgegeven volgens het model in bijlage II bij Besluit 2000/572/EG vóór de wijzigingen uit hoofde van deze verordening, in de Unie blijven worden ingevoerd op voorwaarde dat het certificaat uiterlijk op 28 februari 2017 is afgegeven.

2.   Gedurende een overgangsperiode tot en met 31 maart 2017 mogen zendingen vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat voor vleesproducten en behandelde producten dat is afgegeven volgens het model in bijlage III bij Besluit 2007/777/EG vóór de wijzigingen uit hoofde van deze verordening, in de Unie blijven worden ingevoerd op voorwaarde dat het certificaat uiterlijk op 28 februari 2017 is afgegeven.

3.   Gedurende een overgangsperiode tot en met 31 maart 2017 mogen zendingen voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van paardachtigen die vergezeld gaan van een EQU-certificaat dat is afgegeven volgens het model in deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 vóór de wijzigingen uit hoofde van deze verordening, in de Unie blijven worden ingevoerd op voorwaarde dat het certificaat uiterlijk op 28 februari 2017 is afgegeven.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 oktober 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(3)  Beschikking 2000/572/EG van de Commissie van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PB L 240 van 23.9.2000, blz. 19).

(4)  Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49).

(5)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(6)  Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3).

(7)  Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).

(8)  Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).


BIJLAGE I

In bijlage II bij Beschikking 2000/572/EG, in het model van het diergezondheids- en volksgezondheidscertificaat voor vleesbereidingen bestemd voor verzending uit een derde land naar de Europese Unie, wordt het volgende punt II.1.10 ingevoegd in de verklaring inzake de volksgezondheid in deel II:

„(2) [II.1.10.

indien het materiaal van als huisdier gehouden eenhoevigen bevat, het verse vlees dat voor de bereiding van de vleesbereidingen is gebruikt:

hetzij (2)

[is verkregen van als huisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende paardachtigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)

waar de toediening aan als huisdier gehouden eenhoevigen:

i)

van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)

van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)

dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op paardachtigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG;]]

en/of (2)

[is ingevoerd uit een lidstaat van de Europese Unie.]]”.


BIJLAGE II

In bijlage III bij Beschikking 2007/777/EG, in het model van het gezondheidscertificaat voor bepaalde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen, bestemd voor verzending uit een derde land naar de Europese Unie, wordt het volgende punt II.2.10 ingevoegd in de verklaring inzake de volksgezondheid in deel II:

„(2) II.2.10.

indien het/zij materiaal van als huisdier gehouden paardachtigen bevat/bevatten, het verse vlees dat of de magen, blazen of darmen die voor de bereiding van de vleesproducten en/of de behandelde magen, blazen en darmen is/zijn gebruikt

(2) hetzij

[is/zijn verkregen van als huisdier gehouden paardachtigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende paardachtige uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)

waar de toediening aan als huisdier gehouden eenhoevigen:

i)

van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)

van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)

dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op paardachtigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG.]

(2) en/of

[is/zijn ingevoerd uit een lidstaat van de Europese Unie.]”.


BIJLAGE III

In deel 2 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010, in het model van het veterinair certificaat „EQU” voor vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees, van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan), wordt punt II.1.7 van de verklaring inzake de volksgezondheid in deel II vervangen door:

„II.1.7.

het vlees is verkregen van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende paardachtigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)

waar de toediening aan als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen:

i)

van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)

van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder b), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, onder c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)

dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op paardachtigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG;”.


Top