EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D1984

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1984 van de Commissie van 3 november 2015 tot vaststelling van de omstandigheden, formaten en procedures voor aanmeldingen in het kader van artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 7369) (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 289, 5.11.2015, p. 18–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2015/1984/oj

5.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/18


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/1984 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2015

tot vaststelling van de omstandigheden, formaten en procedures voor aanmeldingen in het kader van artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 7369)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (1), en met name artikel 9, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De aanmelding van stelsels voor elektronische identificatie door de lidstaten is een voorwaarde voor de wederzijdse erkenning van elektronische identificatiemiddelen.

(2)

Voor samenwerking op het gebied van de interoperabiliteit en de veiligheid van stelsels voor elektronische identificatie zijn vereenvoudigde procedures noodzakelijk. Aangezien voor de samenwerking tussen de lidstaten, bedoeld in artikel 12, lid 6, van Verordening (EU) nr. 910/2014 en nader uitgewerkt in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/296 van de Commissie (2), het gebruik van de Engelse taal reeds een vereiste is, worden de interoperabiliteit en veiligheid van de stelsels voor elektronische identificatie vergemakkelijkt door voor de aanmelding ervan dezelfde weg te volgen. De vertaling van reeds bestaande documentatie mag echter niet tot onredelijke lasten leiden.

(3)

Bij de stelsels kunnen meerdere partijen betrokken zijn die elektronische identificatiemiddelen uitgeven en kan er sprake zijn van verschillende betrouwbaarheidsniveaus. Met het oog op duidelijkheid en rechtszekerheid dient de aanmelding van dergelijke stelsels echter één proces te vormen, met afzonderlijke aanmeldingsformulieren voor elke partij die elektronische identificatiemiddelen uitgeeft en voor elk betrouwbaarheidsniveau.

(4)

De organisatie van stelsels voor elektronische identificatie varieert van lidstaat tot lidstaat; er kunnen entiteiten van zowel de openbare als de particuliere sector bij betrokken zijn. Hoewel het doel van het aanmeldingsformulier de verstrekking dient te zijn van zo exact mogelijke informatie over onder andere de verschillende autoriteiten of instanties die bij het proces van elektronische identificatie betrokken zijn, is het niet de bedoeling dat bijvoorbeeld alle gemeenten worden opgesomd, indien deze bij dat proces een rol spelen. In dergelijke gevallen dient in het desbetreffende vak van het aanmeldingsformulier het niveau te worden vermeld waaronder de betrokken autoriteit of instantie valt.

(5)

Het verstrekken van een beschrijving van de stelsels voor elektronische identificatie aan de andere lidstaten voordat de aanmelding plaatsvindt, zoals bepaald in artikel 7, onder g), van Verordening (EU) nr. 910/2014, is een voorwaarde voor de wederzijdse erkenning van elektronische identificatiemiddelen. Bij het verstrekken van een beschrijving van het stelsel aan de andere lidstaten dient het bij deze uitvoeringshandeling vastgestelde aanmeldingsformulier te worden gebruikt met het oog op de uitvoering van de onderlinge evaluatie overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/296.

(6)

De in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014 bedoelde termijn voor de bekendmaking van aanmeldingen dient te worden berekend vanaf de dag waarop het volledige formulier is ingediend. Het aanmeldingsformulier dient niet als volledig te worden beschouwd als de Commissie verplicht is om aanvullende informatie of verduidelijking te vragen.

(7)

Teneinde de eenvormige toepassing van het aanmeldingsformulier te waarborgen, is het dienstig dat de Commissie de lidstaten richtsnoeren biedt, met name over de vraag of wijzigingen van het aanmeldingsformulier tot heraanmelding mogen leiden.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 48 van Verordening (EU) nr. 910/2014 bedoelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstelling

Overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 worden bij dit besluit de omstandigheden, formaten en procedures voor de aanmelding van stelsels voor elektronische identificatie bij de Commissie vastgesteld.

Artikel 2

Taal waarin de aanmelding wordt verricht

1.   De aanmelding wordt in het Engels verricht. Het in artikel 3, lid 1, bedoelde aanmeldingsformulier wordt in het Engels ingevuld.

2.   Onverminderd lid 1 zijn de lidstaten niet verplicht de in punt 4.4 van de bijlage bedoelde ondersteunende documenten te vertalen, indien dat een onredelijke last met zich meebrengt.

Artikel 3

Procedure en formaten voor de aanmelding

1.   De aanmelding geschiedt elektronisch in een formaat dat in overeenstemming is met het in de bijlage opgenomen formulier.

2.   Indien bij een stelsel meerdere verantwoordelijke partijen betrokken zijn die elektronische identificatiemiddelen uitgeven, of indien een stelsel meerdere betrouwbaarheidsniveaus kent, wordt punt 3.2 respectievelijk punt 4.2, afhankelijk van het geval, van het in de bijlage opgenomen aanmeldingsformulier afzonderlijk ingevuld voor elk van de partijen die elektronische identificatiemiddelen uitgeven en voor elk betrouwbaarheidsniveau.

3.   Indien de met het in de bijlage opgenomen formulier aan te melden autoriteiten, partijen, entiteiten en organen, in het bijzonder de partijen die het registratieproces van unieke persoonsidentificatiegegevens beheren of de partijen die het elektronische identificatiemiddel uitgeven, handelen volgens dezelfde regels en gebruikmaken van exact dezelfde procedures, met name indien het om regionale of plaatselijke autoriteiten gaat, gelden de volgende specifieke regels:

a)

het aanmeldingsformulier hoeft slechts eenmaal voor al deze partijen te worden ingevuld;

b)

op het aanmeldingsformulier kan informatie worden ingevuld die vereist is ter identificatie van het respectieve functionele of territoriale niveau.

4.   De Commissie bevestigt de ontvangst van de aanmelding langs elektronische weg.

5.   De Commissie mag om aanvullende informatie of verduidelijking verzoeken in de volgende omstandigheden:

a)

indien het aanmeldingsformulier niet naar behoren is ingevuld;

b)

indien er in het formulier of in de ondersteunende documenten een kennelijke fout voorkomt;

c)

indien aan de andere lidstaten voorafgaand aan de aanmelding geen beschrijving van het stelsel voor elektronische identificatie is verstrekt, zoals bedoeld in artikel 7, onder g), van Verordening (EU) nr. 910/2014.

6.   Indien om aanvullende informatie of verduidelijking is verzocht als bedoeld in lid 5, wordt de aanmelding pas als volledig aangemerkt wanneer die aanvullende informatie of verduidelijking aan de Commissie is verstrekt.

Artikel 4

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 november 2015.

Voor de Commissie

Günther OETTINGER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/296 van de Commissie van 24 februari 2015 tot vaststelling van procedurele voorschriften betreffende de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van elektronische identificatie overeenkomstig artikel 12, lid 7, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 53 van 25.2.2015, blz. 14).


BIJLAGE

FORMULIER VOOR DE AANMELDING VAN STELSELS VOOR ELEKTRONISCHE IDENTIFICATIE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9, LID 5, VAN VERORDENING (EU) Nr. 910/2014

(Naam van de lidstaat) meldt bij de Europese Commissie een stelsel voor elektronische identificatie aan met het oog op de bekendmaking ervan in de lijst bedoeld in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014 en bevestigt het volgende:

de in deze aanmelding vervatte informatie is in overeenstemming met de informatie die is meegedeeld aan het samenwerkingsnetwerk overeenkomstig artikel 7, onder g), van Verordening (EU) nr. 910/2014 en

het stelsel voor elektronische identificatie kan worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot ten minste één door een openbare instantie geleverde dienst in (naam van de lidstaat).

Datum

[elektronisch ondertekend]

1.   Algemene informatie

Eventueel de naam van het stelsel

Betrouwbaarheidsniveau(s) (laag, substantieel of hoog)

 

 

2.   Voor het stelsel verantwoordelijke autoriteit(en)

Naam van de autoriteit(en)

Postadres(sen)

E-mailadres(sen)

Telefoonnummer(s)

 

 

 

 

3.   Informatie over betrokken partijen, entiteiten en organen (zijn er meerdere partijen, entiteiten of organen, vermeld deze dan alle; zie artikel 3, leden 2 en 3)

3.1.   Entiteit die het proces voor de registratie van de unieke persoonsidentificatiegegevens beheert

Naam van de entiteit die het proces voor de registratie van de unieke persoonsidentificatiegegevens beheert

3.2.   Partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft

Naam van de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft. Geef aan of deze partij onder artikel 7, onder a), i), ii) of iii), van Verordening (EU) nr. 910/2014 valt.

 

Artikel 7, onder a), i) ☐

Artikel 7, onder a), ii) ☐

Artikel 7, onder a), iii) ☐

3.3.   Partij die de authenticatieprocedure uitvoert

Naam van de partij die de authenticatieprocedure uitvoert

3.4.   Toezichthoudend orgaan

Naam van het toezichthoudend orgaan

(Vermeld na(a)m(en) indien van toepassing)

4.   Beschrijving van het stelsel voor elektronische identificatie

Voeg voor de onderstaande beschrijvingen indien nodig documenten bij.

a)

Beknopte beschrijving van het stelsel inclusief de context waarin het wordt toegepast en de reikwijdte ervan

b)

Vermeld indien nodig aanvullende attributen die in het kader van het stelsel op verzoek van een vertrouwende partij kunnen worden verstrekt voor natuurlijke personen

c)

Vermeld indien nodig aanvullende attributen die in het kader van het stelsel op verzoek van een vertrouwende partij kunnen worden verstrekt voor rechtspersonen

4.1.   Toepasselijke regeling voor toezicht, aansprakelijkheid en beheer

4.1.1.   Toepasselijke toezichtregeling

Beschrijf de toezichtregeling voor het stelsel ten aanzien van het volgende:

(Vermeld indien van toepassing de rol, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van het toezichthoudende orgaan vermeld onder punt 3.4 en de entiteit waaraan het rapporteert. Als het toezichthoudende orgaan niet rapporteert aan de voor het stelsel verantwoordelijke autoriteit, verstrek dan alle gegevens over de entiteit waaraan het orgaan rapporteert)

a)

Toezichtregeling die geldt voor de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft

b)

Toezichtregeling die geldt voor de partij die de authenticatieprocedure uitvoert

4.1.2.   Toepasselijke aansprakelijkheidsregeling

Geef een beknopte omschrijving van de toepasselijke nationale aansprakelijkheidsregeling voor de volgende scenario's:

a)

de lidstaat is aansprakelijk overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. 910/2014

b)

de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft, is aansprakelijk overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 910/2014

c)

de partij die de authenticatieprocedure uitvoert, is aansprakelijk overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014

4.1.3.   Toepasselijke beheersregeling

Beschrijf de regeling voor de opschorting of intrekking van het gehele aangemelde stelsel voor elektronische identificatie of de authenticatie, of de delen waarvan de integriteit is geschonden

4.2.   Beschrijving van de componenten van het stelsel

Beschrijf op welke wijze wordt voldaan aan onderstaande onderdelen van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502 van de Commissie (1), zodat het vereiste betrouwbaarheidsniveau wordt bereikt voor een elektronisch identificatiemiddel dat onder het aangemelde stelsel valt:

(Vermeld ook eventueel vastgestelde normen)

4.2.1.   Inschrijving

a)

Aanvraag en registratie

b)

Bewijs en verificatie van identiteit (natuurlijke persoon)

c)

Bewijs en verificatie van identiteit (rechtspersoon)

d)

Koppeling tussen de elektronische identificatiemiddelen van natuurlijke personen en rechtspersonen

4.2.2.   Beheer van elektronische identificatiemiddelen

a)

Kenmerken en ontwerp van elektronische identificatiemiddelen (verstrek waar nodig ook informatie over veiligheidscertificering)

b)

Uitgifte, uitreiking en activering

c)

Schorsing, herroeping en reactivering

d)

Verlenging en vervanging

4.2.3.   Authenticatie

Beschrijf het authenticatiemechanisme, inclusief de voorwaarden voor de toegang tot authenticatie voor andere vertrouwende partijen dan overheidsinstanties

4.2.4.   Beheer en organisatie

Beschrijf het beheer en de organisatie van de volgende aspecten:

a)

Algemene bepalingen inzake beheer en organisatie

b)

Gepubliceerde mededelingen en informatie voor de gebruikers

c)

Beheer van informatiebeveiliging

d)

Bijhouden van de administratie

e)

Faciliteiten en personeel

f)

Technische controles

g)

Compliance en audit

4.3.   Interoperabiliteitsvereisten

Beschrijf hoe aan de interoperabiliteitsvereisten en de minimale technische en operationele veiligheidsvereisten van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie (2) wordt voldaan. Voeg als bijlage alle documenten toe die nadere informatie kunnen geven over de compliance, zoals het advies van het samenwerkingsnetwerk, externe audits enz.

4.4.   Ondersteunende documenten

Vermeld hier alle ondersteunende documenten die zijn bijgevoegd en geef aan op welke van de bovenstaande elementen zij betrekking hebben. Vermeld ook nationale wetgeving die betrekking heeft op de bepalingen inzake elektronische identificatie en voor deze aanmelding relevant is. Verstrek zo mogelijk een Engelstalige versie of een Engelse vertaling.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van minimale technische specificaties en procedures betreffende het betrouwbaarheidsniveau voor elektronische identificatiemiddelen overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 7).

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie van 8 september 2015 betreffende het interoperabiliteitskader bedoeld in artikel 12, lid 8, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 1).


Top