EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1332

Verordening (EU) nr. 1332/2013 van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

OJ L 335, 14.12.2013, p. 3–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1332/oj

14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/3


VERORDENING (EU) Nr. 1332/2013 VAN DE RAAD

van 13 december 2013

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 13 december 2013 heeft de Raad Besluit 2013/760/GBVB (2) houdende wijziging van Besluit 2013/255/GBVB vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig punt 10 van Resolutie 2118(2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) moet in een afwijking van het verbod op financiering en financiële bijstand in verband met bepaalde goederen en technologie worden voorzien ten behoeve van de activiteiten van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW).

(3)

Om Syrisch cultureel erfgoed dat illegaal uit Syrië is weggehaald veilig aan de rechtmatige eigenaars ervan terug te helpen bezorgen, dienen aanvullende beperkende maatregelen om de invoer, uitvoer of overbrenging van dit erfgoed te verbieden te worden vastgelegd.

(4)

Een afwijking van de bepalingen inzake bevriezing van tegoeden en economische middelen met het oog op humanitaire bijstand mag uitsluitend worden toegekend als tegoeden of economische middelen aan de VN worden vrijgegeven met het oog op de verlening van humanitaire bijstand overeenkomstig het plan voor humanitaire hulpverlening aan Syrië (Syria Humanitarian Assistance Response Plan - SHARP). Wanneer de bevoegde autoriteiten verzoeken om toestemming beoordelen, moeten zij rekening houden met de humanitaire beginselen van menselijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid zoals die zijn vastgelegd in de Europese consensus betreffende humanitaire hulp.

(5)

Er moet in een extra afwijking van de bepalingen inzake bevriezing van tegoeden en het verbod op de beschikbaarstelling van tegoeden of economische middelen worden voorzien teneinde overbrengingen door een niet op de lijst geplaatste persoon of entiteit via een op de lijst geplaatste entiteit aan een niet op de lijst geplaatste persoon of entiteit uit hoofde van een specifieke handelsovereenkomst voor medische benodigdheden, voedsel, onderdak, sanitaire voorzieningen of hygiëne voor civiel gebruik mogelijk te maken.

(6)

Bovengenoemde maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, actie op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan.

(7)

Verordening (EU) nr. 36/2012 (3) van de Raad dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 36/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

aan artikel 2 bis wordt het volgende lid toegevoegd:

"3.   In afwijking van lid 1, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de websites die zijn vermeld in bijlage III, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in bijlage IA opgenomen apparatuur, goederen of technologie overeenkomstig punt 10 van Resolutie 2118(2013) van de Veiligheidsraad van de VN en desbetreffende besluiten van de Uitvoerende Raad van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), conform de doelstelling van het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Verdrag inzake chemische wapens) en na overleg met de OPCW.";

2)

aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

"5.   In afwijking van lid 1, onder a) en b), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de websites die zijn vermeld in bijlage III, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage IA opgenomen apparatuur, goederen of technologie, wanneer die technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand worden verstrekt met het oog op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die apparatuur, goederen of technologie, overeenkomstig punt 10 van Resolutie 2118(2013) van de Veiligheidsraad van de VN en desbetreffende besluiten van de Uitvoerende Raad van de OPCW, conform de doelstelling van het Verdrag inzake chemische wapens en na overleg met de OPCW.";

3)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 3 ter

Artikel 3 bis is niet van toepassing op het verstrekken van financiering of financiële bijstand, waaronder financiële derivaten, alsmede verzekeringen en herverzekeringen en tussenhandelsdiensten in verband met verzekeringen en herverzekeringen voor de invoer of het vervoer van op de gemeenschappelijke lijst van militair materieel vermelde goederen en technologie voor zover deze uit Syrië afkomstig zijn, of vanuit Syrië naar een ander land worden uitgevoerd, overeenkomstig punt 10 van Resolutie 2118(2013) van de Veiligheidsraad van de VN en desbetreffende besluiten van de Uitvoerende Raad van de OPCW, conform de doelstelling van het Verdrag inzake chemische wapens.";

4)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 11 quater

1.   De invoer, uitvoer en overdracht van, en de verlening van tussenhandeldiensten in verband met de invoer, uitvoer of overdracht van Syrische cultuurgoederen en andere goederen van archeologisch, historisch, cultureel, groot wetenschappelijk of religieus belang, met inbegrip van de in bijlage XI opgenomen goederen, zijn verboden, wanneer redelijkerwijs kan worden vermoed dat de goederen uit Syrië zijn weggehaald zonder de toestemming van hun rechtmatige eigenaar of in strijd met de Syrische wetgeving of het internationale recht, met name indien de goederen een integrerend onderdeel vormen van de openbare collecties die worden vermeld in de inventarissen van Syrische musea, archieven, vaste collecties van bibliotheken of de inventarissen van Syrische religieuze instellingen.

2.   Het in lid 1 bedoelde verbod is niet van toepassing indien wordt aangetoond dat:

a)

de goederen vóór 9 mei 2011 uit Syrië zijn uitgevoerd; of

b)

de goederen worden veilig teruggebracht naar hun rechtmatige eigenaars in Syrië.";

5)

artikel 16, eerste alinea, onder f), wordt vervangen door:

"f)

noodzakelijk zijn voor humanitaire doeleinden, zoals de verstrekking en het vergemakkelijken van de verstrekking van hulpgoederen, met inbegrip van medische benodigdheden en levensmiddelen, de uitzending van humanitaire hulpverleners en de verlening van daarmee samenhangende bijstand, mits, in het geval van de vrijgave van bevroren tegoeden of economische middelen, de betrokken tegoeden of economische middelen aan de VN worden vrijgegeven met het oog op de verlening of het vergemakkelijken van de verlening van humanitaire bijstand in Syrië overeenkomstig het plan voor humanitaire hulpverlening aan Syrië (SHARP);";

6)

in artikel 16, eerste alinea, wordt het volgende punt ingevoegd:

"h)

noodzakelijk zijn voor de evacuatie van buitenlandse onderdanen uit Syrië.";

7)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 16 bis

1.   De toestemmingen die vóór 15 december 2013 zijn verleend uit hoofde van artikel 16, eerste alinea, onder f), worden door de wijzigingen in artikel 16, eerste alinea, onder f), waarin is voorzien in Verordening (EU) nr. 1332/2013 van de Raad (4) onverlet gelaten

2.   Vóór 15 december 2013 ingediende verzoeken om toestemming uit hoofde van artikel 16, eerste alinea, onder f), worden als ingetrokken beschouwd, tenzij de persoon, de entiteit of het orgaan bevestigt het verzoek te willen handhaven na die datum.

8)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

‘Artikel 21 quater

1.   Bij wijze van afwijking van artikel 14 mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor:

a)

een overdracht door of via de Commercial Bank of Syria van tegoeden of economische middelen die na de datum van aanwijzing van die bank buiten het grondgebied van de Unie zijn ontvangen en bevroren, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifieke handelsovereenkomst voor medische benodigdheden, voedsel, onderdak, sanitaire voorzieningen of hygiëne voor civiel gebruik; of

b)

een overdracht van tegoeden of economische middelen van buiten het grondgebied van de Unie aan of via de Commercial Bank of Syria, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifieke handelsovereenkomst voor medische benodigdheden, voedsel, onderdak, sanitaire voorzieningen of hygiëne voor civiel gebruik;

op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat per geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks zal worden ontvangen door een in bijlage II of II bis opgenomen persoon of entiteit en de overdracht niet anderszins is verboden bij deze verordening.

2.   De betrokken lidstaat geeft de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken kennis van elke uit hoofde van dit artikel verleende machtiging.’;

9)

de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt toegevoegd als bijlage XI.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

V. MAZURONIS


(1)  PB L 147 van 1.6.2013, blz. 14.

(2)  Besluit 2013/760/GBVB van de Raad van 13 december 2013 houdende wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (zie bladzijde 50 van dit Publicatieblad).

(3)  Verordening (EU) nr. 36/2012 van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16 van 19.1.2012, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 1332/2013 van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 3)."


BIJLAGE

„BIJLAGE XI

Lijst van de in artikel 11 quater bedoelde categorieën goederen

ex GN-code

Productomschrijving

9705 00 00

1.

Oudheidkundige voorwerpen, ouder dan 100 jaar, afkomstig van:

9706 00 00

opgravingen en vindplaatsen op het land en in zee

oudheidkundige locaties

oudheidkundige collecties

9705 00 00

9706 00 00

2.

Delen die integrerend deel hebben uitgemaakt van artistieke, historische of religieuze monumenten die niet in hun geheel bewaard zijn gebleven, ouder dan 100 jaar

9701

3.

Afbeeldingen en schilderijen, andere dan die welke zijn opgenomen in categorie 4 of 5, die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen (1)

9701

4.

Waterverfschilderijen, gouaches en pasteltekeningen die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen (1)

6914

9701

5.

Mozaïeken, ongeacht van welk materiaal, geheel met de hand vervaardigd, die niet tot categorie 1 of 2 behoren en tekeningen, geheel met de hand vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen (1)

Hoofdstuk 49

9702 00 00

8442 50 80

6.

Oorspronkelijke gravures, prenten, zeefdrukken en lithografieën en hun respectieve matrijzen, alsmede originele affiches (1)

9703 00 00

7.

Oorspronkelijke beelden of oorspronkelijk beeldhouwwerk, alsmede kopieën die zijn verkregen volgens hetzelfde procedé als de oorspronkelijke stukken, die niet tot categorie 1 behoren (1)

3704

3705

3706

4911 91 00

8.

Fotoafdrukken, films en negatieven daarvan (1)

9702 00 00

9706 00 00

4901 10 00

4901 99 00

4904 00 00

4905 91 00

4905 99 00

4906 00 00

9.

Wiegendrukken en manuscripten, met inbegrip van geografische kaarten en partituren, afzonderlijk of in verzamelingen (1)

9705 00 00

9706 00 00

10.

Boeken, ouder dan 100 jaar, afzonderlijk of in verzamelingen

9706 00 00

11.

Gedrukte geografische kaarten, ouder dan 200 jaar

3704

3705

3706

4901

4906

9705 00 00

9706 00 00

12.

Archieven en onderdelen daarvan, ouder dan 50 jaar, ongeacht de drager ervan

9705 00 00

13.

a)

Verzamelingen (2) en exemplaren voor zoölogische, botanische, mineralogische of anatomische verzamelingen;

9705 00 00

b)

Verzamelingen (2) van historisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch belang

9705 00 00

Hoofdstukken 86 t/m 89

14.

Vervoermiddelen, ouder dan 75 jaar

 

15.

Alle andere antiquiteiten die niet behoren tot de categorieën 1 tot en met 14

 

a)

tussen 50 en 100 jaar oud:

Hoofdstuk 95

speelgoed, spellen

7013

glaswerk

7114

edelsmidswerk

Hoofdstuk 94

meubelen en meubelstukken

Hoofdstuk 90

optische instrumenten en instrumenten voor de fotografie of de cinematografie

Hoofdstuk 92

muziekinstrumenten

Hoofdstuk 91

uurwerken

Hoofdstuk 44

houtwaren

Hoofdstuk 69

aardewerk

5805 00 00

tapisserieën

Hoofdstuk 57

tapijten

4814

behangselpapier

Hoofdstuk 93

wapens

9706 00 00

b)

meer dan 100 jaar oud.


(1)  Die ouder zijn dan 50 jaar en niet meer in het bezit van de maker.

(2)  Als volgt omschreven in het arrest van het Hof van Justitie in zaak 252/84: "Voorwerpen voor verzamelingen in de zin van post 97.05 van het gemeenschappelijk douanetarief zijn voorwerpen die geschikt zijn om in een verzameling te worden opgenomen, dat wil zeggen voorwerpen die relatief zeldzaam zijn, normalerwijs niet overeenkomstig hun oorspronkelijke bestemming worden gebruikt, voorwerp zijn van speciale handelsbranches buiten de gewone handel in soortgelijke gebruiksvoorwerpen en een hoge waarde hebben.".”


Top