EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1088

Verordening (EU) nr. 1088/2013 van de Commissie van 4 november 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot aanvragen voor invoer- en uitvoervergunningen voor producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor kritische toepassingen in vliegtuigen

OJ L 293, 5.11.2013, p. 29–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/03/2024; stilzwijgende opheffing door 32024R0590

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1088/oj

5.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 293/29


VERORDENING (EU) Nr. 1088/2013 VAN DE COMMISSIE

van 4 november 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot aanvragen voor invoer- en uitvoervergunningen voor producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor kritische toepassingen in vliegtuigen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), en met name artikel 18, lid 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in- en uitvoer van producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor de in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 bedoelde kritische toepassingen in vliegtuigen is aan vergunningen onderworpen.

(2)

Artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2009 bevat de lijst van gegevens die in een aanvraag voor een vergunning moeten worden opgenomen. De gedetailleerdheid van de lijst brengt mee dat in de praktijk voor elke uitvoer en elke invoer een afzonderlijke vergunning nodig is.

(3)

In het geval van producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor de in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 bedoelde kritische toepassingen in vliegtuigen heeft de verplichting om over een afzonderlijke vergunning voor elke uitvoer en invoer te beschikken, problemen opgeleverd wegens de voor de luchtvaartsector geldende specifieke termijnen, aangezien in bepaalde gevallen vergunningen binnen zeer korte tijd moeten worden afgegeven om te vermijden dat toestellen aan de grond worden gehouden. In vergelijking met andere sectoren waarin kritische toepassingen van halonen voorkomen, brengt de aard van de luchtvaartsector mee dat die vaker en bij voortduring wordt gebruikt voor in- en uitvoer.

(4)

De in- en uitvoer van producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor de in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 bedoelde kritische toepassingen in vliegtuigen is niet aan kwantitatieve beperkingen onderworpen, en derhalve hoeven geen afzonderlijke vergunningen voor elke uitvoer en invoer aan kwantitatieve beperkingen te worden getoetst.

(5)

Brandblusinstallaties aan boord van vliegtuigen worden geregeld bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, dat in de bijlagen 6 en 8 in gemeenschappelijke minimumnormen voor de exploitatie van vliegtuigen en de luchtwaardigheid van vliegtuigen voorziet, en bij Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (2).

(6)

Derhalve moet in het specifieke geval van producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor de in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1005/2009 bedoelde kritische toepassingen in vliegtuigen, de lijst van gegevens die in een aanvraag voor een vergunning moeten worden opgenomen, worden vereenvoudigd opdat algemene vergunningen in plaats van afzonderlijke vergunningen voor elke invoer en uitvoer kunnen worden afgegeven.

(7)

Verordening (EG) nr. 1005/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2009 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2009 wordt het volgende punt j) toegevoegd:

„j)

in afwijking van de punten a) tot en met h), in het geval van invoer en uitvoer van producten en apparaten die halonen bevatten of nodig hebben voor de in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI bedoelde kritische toepassingen in vliegtuigen:

1.

het doel en de aard van de in of uit te voeren producten en apparaten, zoals beschreven in de punten 4.1 tot en met 4.6 van bijlage VI;

2.

de soorten halonen die de in of uit te voeren producten en apparaten bevatten of nodig hebben;

3.

de code van de gecombineerde nomenclatuur van de in of uit te voeren producten en apparaten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 november 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 286 van 31.10.2009, blz. 1.

(2)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.


Top