EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0365

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 365/2013 van de Commissie van 22 april 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof glufosinaat Voor de EER relevante tekst

OJ L 111, 23.4.2013, p. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 069 P. 248 - 250

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/365/oj

23.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 365/2013 VAN DE COMMISSIE

van 22 april 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof glufosinaat

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG (1) van de Raad, en met name artikel 21, lid 3, tweede alternatief, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2007/25/EG van de Commissie (2) is glufosinaat als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (3), vergezeld van de voorwaarde dat de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek glufosinaat in deze bijlage is opgenomen, nadere bevestigende informatie indient over de risico’s voor zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen in appelboomgaarden.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en staan vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (4).

(3)

De kennisgever heeft aanvullende informatie in de vorm van studies ingediend om de risicobeoordeling voor zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen in appelboomgaarden aan de als rapporteur optredende lidstaat Zweden binnen de daarvoor voorziene termijn te bevestigen.

(4)

Zweden heeft de door de kennisgever ingediende aanvullende informatie beoordeeld. Op 9 maart 2010 heeft Zweden zijn beoordeling, in de vorm van een addendum bij het ontwerpbeoordelingsverslag, aan de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, hierna „EFSA”, overgelegd.

(5)

De Commissie heeft EFSA geraadpleegd, die haar advies over de risicobeoordeling voor glufosinaat op 8 maart 2012 heeft gepresenteerd (5). Het ontwerpbeoordelingsverslag, het aanvullend verslag en het advies van EFSA werden door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 15 maart 2013 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor glufosinaat.

(6)

In het licht van de aanvullende informatie die de kennisgever heeft ingediend, heeft de Commissie geoordeeld dat de verdere vereiste bevestigende informatie niet werd ingediend en dat een hoog risico voor zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen niet kon worden uitgesloten, tenzij extra beperkingen worden ingesteld.

(7)

De Commissie heeft de kennisgever verzocht zijn opmerkingen over het evaluatieverslag voor glufosinaat in te dienen.

(8)

Er wordt bevestigd dat de werkzame stof glufosinaat geacht moet worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd. Om de blootstelling van zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen tot een minimum te beperken, is het evenwel passend het gebruik van deze actieve stof verder te beperken en in specifieke risicobeperkende maatregelen te voorzien voor de bescherming van deze soorten.

(9)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die glufosinaat bevatten in te trekken.

(11)

Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die glufosinaat bevatten, moet deze periode uiterlijk één jaar na intrekking van de toelatingen verstrijken.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 moeten de lidstaten indien nodig de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die glufosinaat als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 13 november 2013 wijzigen of intrekken.

Artikel 3

Respijtperiode

Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk twaalf maanden na de intrekking van de betreffende vergunning aflopen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 april 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 106 van 24.4.2007, blz. 34.

(3)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(4)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of confirmatory data submitted for the active substance glufosinate. EFSA Journal 2012; 10(3):2609. (14 blz.) doi: 10.2903/j.efsa.2012.2609. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.htm


BIJLAGE

De kolom „Specifieke bepalingen” van rij 151, glufosinaat, van deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt vervangen door:

„DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide voor strook- of plaatsgewijze bespuiting in een dosering van maximaal 750 g actieve stof/ha (behandelde oppervlakte) per toepassing en maximaal twee toepassingen per jaar.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die glufosinaat bevatten, met name wat de blootstelling van de toediener en de consument betreft, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over glufosinaat, dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

a)

de veiligheid van de toedieners, werknemers en omstanders; de toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig beschermingsmaatregelen omvatten;

b)

de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

c)

de bescherming van zoogdieren, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en niet tot de doelgroepen behorende planten.

De toelatingsvoorwaarden moeten het gebruik van driftbeperkende sproeiers en sproeischermen omvatten en voorzien in de respectieve etikettering van gewasbeschermingsmiddelen. Deze voorwaarden moeten, indien nodig, verdere risicobeperkende maatregelen omvatten.”.


Top