EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22005D0023

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 23/2005 van 8 februari 2005 tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

OJ L 161, 23.6.2005, p. 52–53 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 352M, 31.12.2008, p. 181–182 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 11 Volume 066 P. 54 - 55
Special edition in Romanian: Chapter 11 Volume 066 P. 54 - 55
Special edition in Croatian: Chapter 11 Volume 099 P. 85 - 86

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/23(1)/oj

23.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 161/52


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 23/2005

van 8 februari 2005

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, aangepast bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 90/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en ‐bestrijding (2).

(3)

Protocol 31 bij de Overeenkomst moet bijgevolg worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2005 mogelijk te maken,

BESLUIT:

Artikel 1

Na lid 3 van artikel 16 van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt het volgende ingevoegd:

„4.

a)

De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‐bestrijding, („het Centrum”), dat is opgericht bij het volgende communautaire besluit:

32004 R 0851: Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

b)

De EVA-staten dragen financieel aan de onder a) bedoelde werkzaamheden bij overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a), van en Protocol 32 bij de Overeenkomst.

c)

De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur en hebben daarin dezelfde rechten en plichten als de lidstaten van de EU, met uitzondering van stemrecht.

d)

De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het adviesforum en hebben daarin dezelfde rechten en plichten als de lidstaten van de EU.

e)

De EVA-staten passen op het agentschap en op het personeel daarvan het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen en de toepasselijke, op grond van dat Protocol vastgestelde regels toe.

f)

In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, kunnen onderdanen van de EVA-Staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de directeur van het agentschap in dienst worden genomen.

g)

Op grond van artikel 79, lid 3, van de Overeenkomst is deel VII van de Overeenkomst (Bepalingen inzake de instellingen) van toepassing op dit lid.

h)

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van deze verordening, eveneens van toepassing op alle documenten van het Centrum die betrekking hebben op de EVA-Staten.”

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (3).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 februari 2005.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De Voorzitter

Richard WRIGHT


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 52.

(2)  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

(3)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top