Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0212

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging

    COM/2017/0212 final

    Brussel, 12.4.2017

    COM(2017) 212 final

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

    Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging


    1Inleiding

    In dit elfde verslag over herplaatsing en hervestiging wordt beschreven wat er is veranderd op het gebied van de uitvoering van de regelingen voor herplaatsing en hervestiging sinds het vorige verslag van 2 maart 1 en wordt geschetst welke lacunes nog bestaan en welke maatregelen nog moeten worden getroffen om de toezeggingen uit hoofde van de regelingen na te komen.

    Hoewel er momenteel nog slechts kleine aantallen migranten aankomen, ondervindt Griekenland nog steeds druk als gevolg van de ruim 62 200 migranten die zich op Grieks grondgebied bevinden, van wie 14 000 op de eilanden en ca. 48 200 op het vasteland. In Italië zijn sinds het begin van dit jaar 24 672 migranten aangekomen, d.w.z. 36% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Het aantal aangekomen Eritreeërs, de nationaliteit van de meeste in Italië aangekomen migranten die voor herplaatsing in aanmerking komen, is in 2017 aanzienlijk afgenomen: in 2016 stond Eritrea als land van herkomst op de tweede plaats, met 11,5% van de aangekomen migranten; in maart 2017 stond het op de tiende plaats met slechts 2,4% van de nieuwkomers. Ondanks deze scherpe daling zijn er nog vrij veel Eritreeërs aanwezig (11 000), die voor het merendeel in 2016 zijn aangekomen en in andere lidstaten moeten worden herplaatst. Herplaatsing is dan ook een belangrijke maatregel om de druk op Griekenland en Italië te verlichten, die inhoudt dat wij samen de verantwoordelijkheid nemen voor de opvang van migranten die duidelijk internationale bescherming behoeven.

    Zoals eerder gerapporteerd, verblijven er in Italië en Griekenland minder personen die voor herplaatsing in aanmerking komen dan in de Raadsbesluiten is voorzien. Tot dusver bedraagt het aantal geregistreerde verzoekers in Griekenland 26 997 en in Italië 8 000. In Griekenland wordt verwacht dat het aantal geregistreerde herplaatsingsverzoekers stabiel zal blijven; er moeten nog ca. 14 000 personen worden herplaatst. Alle in aanmerking komende personen kunnen en moeten derhalve in de komende maanden worden herplaatst. Maandelijks zouden ten minste 1 500 personen vanuit Italië en 3 000 personen vanuit Griekenland moeten worden herplaatst 2 . Alle in aanmerking komende personen kunnen zo doeltreffend en soepel worden herplaatst binnen de tijdslimiet die bij de Raadsbesluiten is vastgesteld en daarmee kan het doel van deze noodmaatregel worden bereikt.

    De Commissie heeft er steeds bij de lidstaten op aangedrongen dat zij zich krachtiger inspannen om de vastgestelde streefcijfers voor herplaatsing te verwezenlijken. Zij staat klaar om de lidstaten te helpen aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. Het Maltese voorzitterschap van de Raad van de EU heeft tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 27 maart 2017 een speciale zitting georganiseerd om te bespreken hoe de herplaatsing kan worden versneld. Dit heeft al enige resultaten opgeleverd. Enkele lidstaten die het tempo van hun deelname hadden teruggeschroefd, zijn nu weer met herplaatsing begonnen. Dankzij alle betrokkenen is vooruitgang geboekt, wat blijkt uit het nieuwe maandrecord van ruim 1 600 vanuit Griekenland en ruim 800 vanuit Italië herplaatste personen, waarmee het totale aantal herplaatste personen op 10 april 2017 op 16 340 is komen te staan: 5 001 vanuit Italië en 11 339 vanuit Griekenland. Dat is 27% meer dan het vorige maandrecord.

    Alleen als alle lidstaten hun inspanningen opvoeren en onderling afstemmen, met name de lidstaten die nog niemand hebben herplaatst, en alle betrokkenen goed samenwerken, kunnen echter alle in aanmerking komende personen in september 2017 vanuit Italië en Griekenland zijn herplaatst. Zoals in de vorige verslagen al is gemeld, zijn de voorwaarden en de operationele infrastructuur om de herplaatsing te doen slagen, inmiddels alle aanwezig. Italië, Griekenland, de EU-instanties en internationale organisaties hebben hun capaciteit versterkt om de streefcijfers te kunnen bereiken, maar sommige lidstaten ondervinden, wat enkele fasen betreft, nog problemen om het vastgestelde tijdschema aan te houden, waardoor knelpunten ontstaan die versnelling van het herplaatsingstempo verhinderen. Dit elfde verslag bevat gerichte aanbevelingen voor een aantal lidstaten, die een einde moeten maken aan deze hindernissen voor de gezamenlijke inspanningen om de herplaatsing te vergemakkelijken en versnellen.

    Wat hervestiging betreft, ligt de uitvoering van de conclusies van juli 2015 voor de hervestiging van 22 504 personen op schema: tot dusver zijn 15 492 personen die internationale bescherming behoeven, hervestigd, d.w.z. meer dan twee derde van het overeengekomen aantal. Sinds 28 februari 2017 zijn, voornamelijk vanuit Turkije, Jordanië en Libanon, 1 070 personen hervestigd. Een deel van de hervestiging uit hoofde van deze Europese regeling dient ook om de hervestigingsdoelstellingen in het kader van de verklaring EU-Turkije te verwezenlijken. Sinds de begindatum van 4 april 2016 zijn er in het kader van dat mechanisme 4 618 Syriërs vanuit Turkije in de EU hervestigd, van wie 1 053 personen na de verschijning van het vorige verslag.

    2Herplaatsing

    Het tempo van de herplaatsing is deze maand verder gestegen en, mits extra inspanningen worden geleverd, is het mogelijk om de gestelde doelen te bereiken.

    In absolute termen is door Duitsland tot dusver het grootste aantal verzoekers (3 511) herplaatst, gevolgd door Frankrijk (3 157) en Nederland (1 636). Momenteel liggen slechts twee lidstaten, Malta en Finland, op schema om op tijd aan hun verplichtingen te voldoen wat Italië en Griekenland betreft (zie bijlage 3). Ook Luxemburg, Nederland en Portugal maken geleidelijk vorderingen ten aanzien van hun verplichtingen jegens Griekenland en Italië. Noorwegen zal binnenkort aan zijn herplaatsingsverbintenissen hebben voldaan.

    Sommige andere lidstaten geven echter nog steeds een teleurstellend beeld. Hongarije en Polen nemen niet deel aan de herplaatsingsregelingen en voldoen derhalve niet aan hun wettelijke verplichtingen 3 . Tsjechië heeft sinds mei 2016 geen toezeggingen meer gedaan en sinds augustus 2016 niemand herplaatst. Het land heeft aan minder dan 1% van zijn herplaatsingsverplichtingen voldaan. Bulgarije, Kroatië en Slowakije voeren slechts in zeer beperkte mate herplaatsingen uit (2% van de hun toegewezen plaatsen).

    België, Duitsland en Spanje hebben, onlangs hun recente streven naar snellere herplaatsing, slechts iets meer dan 10% van het hun toegewezen aantal personen herplaatst.

    De bedoeling van de streefcijfers die de Commissie heeft vastgesteld, is dat alle in aanmerking komende personen die zich momenteel in Italië en Griekenland bevinden, snel en doeltreffend worden herplaatst, zodat de operationele en logistieke knelpunten worden vermeden die zouden ontstaan als de resterende overbrengingen voor het merendeel pas in de laatste weken van september zouden plaatsvinden. Om die streefcijfers te halen, zijn extra inspanningen en flexibiliteit vereist in alle fasen van de herplaatsingsprocedure, vanaf de toezeggingen tot aan overbrenging. De lidstaten van herplaatsing moeten bovendien over voldoende opvangcapaciteit beschikken. Bij het beoordelen van de stand van zaken en het opstellen van de aanbevelingen wordt dan ook op die punten gelet. Als alle betrokkenen in elke fase een kleine inspanning leveren, maakt dat een reëel verschil voor het totale aantal personen dat per maand wordt herplaatst. De twee eerste stappen van het herplaatsingsproces, toezeggingen en identificatie, vinden tegelijkertijd plaats.

    Toezeggingen: maandelijkse toezegging van grotere aantallen is nodig

    Na het vorige verslag zijn Roemenië en Spanje weer met herplaatsing begonnen. Verder is Zweden, waar in juni 2017 een eind komt aan de één jaar durende opschorting van de herplaatsing, weer begonnen toezeggingen te doen om vóór het verstrijken van de Raadsbesluiten aan al zijn wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen. Litouwen heeft zijn toezeggingen hervat en Bulgarije, Cyprus en Kroatië zijn meer activiteit gaan ontplooien wat Griekenland betreft. Oostenrijk heeft onlangs aangekondigd binnenkort met herplaatsing te willen beginnen, met name van kwetsbare verzoekers in Italië.

    Er zijn echter meer maandelijkse toezeggingen nodig om het geplande aantal herplaatsingen vanuit Italië en Griekenland uit te voeren. Voldoende toezeggingen zijn ook essentieel voor de kwaliteit van de matchingprocedure (die inhoudt dat Italië en Griekenland een afzonderlijke verzoeker matchen aan een specifieke lidstaat). Dit betekent dat:

    Hongarije en Polen onmiddellijk zouden moeten beginnen toezeggingen te doen en herplaatsingen uit te voeren; de Commissie is bereid met deze lidstaten te bespreken hoe zij hen kan helpen om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen, aangezien het van belang is dat alle lidstaten solidariteit betonen met Griekenland en Italië;

    Oostenrijk zou zo snel mogelijk moeten beginnen plaatsen toe te zeggen voor verzoekers in Italië en Griekenland en Tsjechië en Portugal zouden de toezeggingen zo snel mogelijk moeten hervatten;

    Bulgarije, Cyprus, Estland, Ierland en Slowakije zouden zo snel mogelijk moeten beginnen plaatsen toe te zeggen voor verzoekers in Italië;

    Kroatië en Slovenië zouden regelmatiger toezeggingen moeten doen en maandelijks plaatsen moeten toezeggen voor zowel Italië als Griekenland. Luxemburg zou maandelijks toezeggingen moeten doen voor Griekenland en Letland voor Italië.

    België en Spanje zouden hun maandelijkse toezeggingen voor Italië en Griekenland moeten uitbreiden, en Duitsland en Slowakije hun maandelijkse toezeggingen voor Griekenland; Frankrijk zou zijn toezeggingen voor Italië moeten uitbreiden en maandelijks toezeggingen moeten doen, en zijn maandelijkse toezeggingen voor Griekenland moeten voortzetten.

    Finland, Litouwen, Malta en Nederland zouden ten minste hun huidige maandelijkse toezeggingen moeten voortzetten.

    Enkele lidstaten nemen aan de herplaatsing vanuit Italië niet (Estland en Ierland) of slechts in beperkte mate (Frankrijk) deel, deels vanwege het strikte beleid van Italië met betrekking tot het uitvoeren van aanvullende veiligheidsgesprekken door lidstaten van herplaatsing op Italiaans grondgebied. Zoals in het vorige verslag gemeld, zijn er regelingen getroffen met Europol en de Italiaanse autoriteiten om aanvullende veiligheidscontroles, met inbegrip van aanvullende veiligheidsgesprekken, te faciliteren. Deskundigen van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) kunnen ook op verzoek van de lidstaat van herplaatsing diepgaandere gesprekken voeren om mogelijke uitsluitingsredenen op te sporen. Het is van wezenlijk belang dat Italië zich soepeler opstelt wat de toestemming voor aanvullende veiligheidsgesprekken betreft, indien nodig door middel van bilaterale regelingen met de betrokken lidstaten. Dat zal ertoe bijdragen dat de herplaatsing vlotter verloopt. Tegelijkertijd zouden ook de lidstaten van herplaatsing zich flexibeler moeten opstellen wat de noodzaak van aanvullende veiligheidsgesprekken betreft, aangezien het van belang is dat de herplaatsing geen verdere vertraging oploopt.

    Identificatie en registratie van herplaatsingkandidaten: Italië zou meer moeten doen

    Griekenland heeft de registratie (indiening van verzoeken om internationale bescherming) afgerond van iedereen die onder het preregistratieproces valt, met inbegrip van degenen die voor herplaatsing in aanmerking komen. In totaal hebben 26 997 personen een aanvraag in het kader van de herplaatsingsregeling ingediend; 11 339 personen zijn inmiddels herplaatst terwijl 13 845 personen nog moeten worden herplaatst 4 . Het aantal voor herplaatsing geregistreerde personen zal naar verwachting over het algemeen stabiel blijven, hoewel tot 26 september 2017 nog meer herplaatsingskandidaten kunnen worden geregistreerd en sommige kandidaten van de herplaatsingsregeling zouden kunnen worden uitgesloten.

    Italië heeft tot dusver omstreeks 8 000 personen voor herplaatsing geregistreerd. Volgens de Italiaanse autoriteiten wachten nog eens 1 000 personen op hun registratie. Er zijn in Italië in 2016 echter zo’n 20 700 Eritreeërs aangekomen. Italië zou de registratieprocedure moeten versnellen en alle in aanmerking komende personen altijd zo snel mogelijk moeten identificeren en voor herplaatsing registreren. Italië moet daarom zorgen voor uitbreiding van het aantal medewerkers van de Dublineenheid dat herplaatsings- en overnameverzoeken behandelt, zo nodig met steun van het EASO. Het zou ook zijn plaatselijke bestuursorganen en de bestaande mobiele EASO-teams ten volle moeten inzetten om het grote aantal in aanmerking komende migranten dat zich buiten de oorspronkelijke herplaatsingshubs bevindt, te identificeren, informeren en voor herplaatsing te registreren. Daarvoor is voorlichting over de herplaatsingsregeling nodig binnen de Questure en de opvangcentra. Het is tevens essentieel dat alle in aanmerking komende personen die Italië via hotspots of andere ontschepingshavens binnenkomen, ordelijk naar specifiek aangewezen herplaatsingshubs worden geleid, zoals bepaald in het stappenplan dat Italië in september 2015 heeft vastgesteld en in maart 2016 herzien. De huidige praktijk, waarbij voor herplaatsing in aanmerking komende migranten over het hele Italiaanse grondgebied worden verspreid, dient voor nieuwkomers zo veel mogelijk te worden vermeden, aangezien die tot grote logistieke hindernissen leidt en snelle overbrenging belemmert.

    De matchingprocedure: de lidstaten moeten al te restrictieve voorkeuren vermijden

    De Griekse asieldienst en de Italiaanse Dublineenheid zorgen samen met de lidstaten van herplaatsing voor de matching van de verzoekers. Zij doen dat binnen het tijdschema dat in de herplaatsingsprotocollen is vastgelegd, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houden met de voorkeuren die de lidstaten van herplaatsing hebben geuit om de integratie van de herplaatste persoon in de lidstaat te vergemakkelijken. Bij sommige lidstaten van herplaatsing is de matching echter een moeizame en tijdrovende procedure geworden doordat deze lidstaten zeer restrictieve voorkeuren hanteren (bijvoorbeeld alleen alleenstaande moeders met kinderen), die soms ook in negatieve termen zijn geformuleerd (bijvoorbeeld „geen alleenstaande mannen” of „geen Eritreeërs”), of doordat extra eisen worden gesteld, zoals dat gebruik wordt gemaakt van specifieke lijsten van personen die zijn opgesteld door een ngo uit de lidstaat van herplaatsing die in Italië of Griekenland werkt. Het stellen van overdreven eisen is een methode geworden om kandidaten uit te sluiten of slechts een zeer beperkte groep aanvragers te selecteren, in plaats van te streven naar een beter matchingproces en zo integratie te vergemakkelijken.

    Deze praktijk is niet in overeenstemming met de procedure die bij de Raadsbesluiten inzake herplaatsing is vastgesteld, vertraagt de gang van zaken en moet dan ook stoppen. De Griekse en Italiaanse autoriteiten zouden de matchingprocedure moeten uitvoeren met inachtneming van alle eventuele familiebanden, taalkundige, sociale, culturele of andere banden tussen een afzonderlijke verzoeker en de lidstaat waar deze mogelijk wordt herplaatst. De Griekse en Italiaanse autoriteiten zijn als enige verantwoordelijk voor de uiteindelijke beslissing. De keuze is noch aan de verzoeker, noch aan de lidstaat van herplaatsing.

    De matchingtool van het EASO is vanaf eind mei beschikbaar en elimineert de meeste van deze problemen. In verband hiermee moet Griekenland met spoed een veiligheidsmachtiging verlenen aan de tweede deskundige van het EASO. Met de tool van het EASO kan een groot aantal verzoekers tegelijkertijd worden verwerkt, zodat de registratiegegevens van een verzoeker (bijvoorbeeld diens profiel) en de vele toezeggingen en voorkeuren van de lidstaten van herplaatsing automatisch met elkaar kunnen worden gematcht. De tool kan echter alleen effectief werken als de lidstaten voldoende flexibiliteit betrachten bij het vaststellen van hun voorkeuren 5 .

    Alle lidstaten zouden het voorbeeld moeten volgen van lidstaten zoals Kroatië, Malta, Slovenië en Roemenië die nuttige voorkeuren opgeven (d.w.z. beroepen en kwalificaties die integratie kunnen vergemakkelijken) en tegelijkertijd bereid zijn alle soorten migranten op te nemen (dus ook grote gezinnen, niet-begeleide minderjarigen of alleenstaande mannelijke verzoekers). Lidstaten die zeer strikte of beperkte voorkeuren opgeven of aanvullende eisen stellen, zouden die praktijk moeten heroverwegen, aangezien het herplaatsingsproces daardoor wordt vertraagd. Meer bepaald is het volgende noodzakelijk:

    Slowakije zou zijn voorkeuren moeten verbreden en niet langer geldige herplaatsingsverzoeken moeten weigeren omdat de verzoeker niet aan het voorkeursprofiel voldoet; Litouwen zou zijn voorkeuren moeten verbreden en Frankrijk zou dat ook moeten doen wat Italië betreft;

    Bulgarije zou Eritreeërs niet meer moeten weigeren;

    Spanje zou zo veel mogelijk moeten overwegen niet langer specifieke personen voor herplaatsing voor te stellen;

    Duitsland zou zich soepeler moeten opstellen wat het bewijs van het bestaan van familiebanden betreft. Voor de herplaatsingsprocedure is niet dezelfde mate van zekerheid noodzakelijk als voor gezinshereniging in het kader van de Dublinprocedure. Bovendien moeten familiebanden in ruime zin worden opgevat, rekening houdend met het feit dat gezinshereniging in strikte zin onder de Dublinprocedure valt. Herplaatsingsverzoeken zouden niet moeten worden afgewezen omdat familiebanden niet aantoonbaar zijn of omdat de verzoeker familie heeft in Italië of Griekenland (met name als Italië en Griekenland ook herplaatsingsverzoeken doorgeven ten aanzien van die familieleden);

    alle lidstaten zouden ervan moeten afzien om kwetsbare verzoekers uit te sluiten, aangezien deze personen met voorrang moeten worden herplaatst. De lidstaten worden aangemoedigd om op het toezeggingsformulier aan te geven in welke sectoren er een tekort is op de arbeidsmarkt.

    Reactie van de lidstaten van herplaatsing: goede vooruitgang, maar er kan meer worden gedaan

    De lidstaten reageren in het algemeen sneller op herplaatsingsverzoeken. De lidstaten die grote maandelijkse toezeggingen doen, hebben in het algemeen gevolg gegeven aan de aanbeveling van de Commissie om kleine aantallen herplaatsingsverzoeken (ca. 50) groepsgewijs te accepteren, zodat er steeds voldoende reacties zijn om het logistieke proces aan de gang te houden in de fasen van aanmelding en voorbereiding van het vertrek. Desondanks houden slechts enkele lidstaten (waaronder Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Noorwegen en Slovenië) zich aan de termijnen die in de herplaatsingsprotocollen zijn afgesproken. De gemiddelde reactietijd bedraagt 35 dagen voor Italië en 26 dagen voor Griekenland, terwijl in de herplaatsingsprotocollen een termijn van tien werkdagen wordt genoemd.

    Er zijn goede vorderingen gemaakt wat betreft de afwijzing van herplaatsingsverzoeken. Lidstaten wijzen verzoeken in het algemeen slechts af op de in de Raadsbesluiten vastgelegde gronden en maken thans gebruik van de kanalen die Europol en de Griekse autoriteiten hebben opgezet om de specifieke redenen voor afwijzing veilig te melden. Sommige lidstaten hanteren echter nog een al te ruime interpretatie van „gevaar voor de openbare orde” waardoor het afwijzingspercentage voor hen hoger ligt dan het gemiddelde.

    Aanbevelingen:

    de lidstaten zouden moeten zorgen voor meer capaciteit om herplaatsingsverzoeken te behandelen en een reactie moeten sturen binnen tien werkdagen, zoals in de herplaatsingsprotocollen afgesproken;

    Frankrijk zou de mogelijkheden moeten onderzoeken om aanvaarding van verzoeken met kleinere aantallen tegelijk te melden;

    Estland zou moeten onderzoeken of „gevaar voor de openbare orde” minder ruim kan worden geïnterpreteerd;

    alle lidstaten worden aangemoedigd het voorbeeld van Finland te volgen en problemen voor de openbare orde minder strikt op te vatten, met name wat betreft gehuwde minderjarigen (zie het onderdeel over niet-begeleide minderjarigen).

    Aanmelding, voorbereiding van het vertrek en overbrenging: aanvullende veiligheidsgesprekken en gebrek aan opvangcapaciteit in de lidstaat van herplaatsing zijn enkele van de belangrijkste redenen van vertraging

    Er wachten nog steeds 4 347 personen in Griekenland en 588 personen in Italië op overbrenging; deze fase blijkt dan ook het grootste knelpunt in de herplaatsingsprocedure te zijn. In de herplaatsingsprotocollen is vastgelegd dat de overbrenging moet gebeuren binnen twee weken nadat de Griekse of de Italiaanse autoriteiten de betrokkene hebben aangemeld (ofwel zo’n drie weken nadat de lidstaat van herplaatsing de betrokkene heeft aanvaard), maar gemiddeld duurt het na de aanvaarding nog 37 dagen (Italië) en 52 dagen (Griekenland) voordat de betrokkene wordt overgebracht. Dit trage verloop heeft voor de regeling sterk negatieve gevolgen, ondermijnt de geloofwaardigheid en efficiëntie ervan ernstig en vergroot het risico dat verzoekers onderduiken of onder elkaar spanningen ondervinden.

    Aan de vertragingen liggen meerdere oorzaken ten grondslag. De belangrijkste daarvan zijn in Griekenland onder andere de aanvullende veiligheidscontroles, inclusief gesprekken, die sommige lidstaten van herplaatsing eisen. Die aanvullende controles leiden er soms ook toe dat verzoekers die al zijn ingelicht over het herplaatsingsbesluit, alsnog worden geweigerd. Soms wordt iemand zo kort voor de overbrenging geweigerd dat de regeling daarvan zeer kwalijke gevolgen ondervindt. Het is in dergelijke gevallen des te noodzakelijker dat Griekenland en Italië van de lidstaat van herplaatsing een degelijke motivering krijgt van de afwijzing.

    De op een na belangrijkste reden voor de vertraging is (voor zowel Italië als Griekenland) dat de speciale overbrengingswensen van de lidstaten van herplaatsing vaak tot operationele haperingen leiden. De lidstaten lijken de voorkeur te geven aan vluchten die aan het einde van de maand plaatsvinden. Lidstaten die grotere maandelijkse overbrengingen uitvoeren, geven er de voorkeur aan deze in één keer met chartervluchten uit te voeren, terwijl lidstaten met een kleine of middelgrote toewijzing gebruikmaken van commerciële vluchten, verspreid over de hele maand (wat lastig is wanneer de overbrenging in de vakantieperiodes gebeurt). Sommige lidstaten vragen om vluchten op specifieke weekdagen en tijdstippen. Deze verschillende benaderingen en eisen hebben een negatief effect op de laatste fasen van de herplaatsingsprocedure (van de melding door de Griekse/Italiaanse autoriteiten tot de medische controle, de culturele informatie en de voorlichting voor het vertrek die de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) geeft). Het is wenselijk dat de lidstaten van herplaatsing, zowel wat de aanvaarding van herplaatsingskandidaten als de organisatie van de vluchten betreft, zich soepeler opstellen en voor betere onderlinge coördinatie zorgen. De Commissie is bereid om de lidstaten te helpen deze logistieke coördinatieproblemen te overwinnen.

    De derde reden is het gebrek aan opvangcapaciteit in de lidstaten van herplaatsing. De IOM heeft in een aantal gevallen overbrenging moeten uitstellen omdat een lidstaat (Portugal) niet de capaciteit had om aanvaarde herplaatsingskandidaten onder te brengen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun opvangcapaciteit toereikend is om herplaatste verzoekers te huisvesten.

    Een belangrijke hindernis is, wat Italië betreft, dat de voor herplaatsing in aanmerking komende verzoekers over het hele land verspreid zijn, zoals eerder beschreven. Dat systeem zorgt voor allerlei problemen in verband met de aanmelding van de verzoekers, de administratieve formaliteiten, de medische controle en de organisatie van culturele voorlichtingssessies.

    De kwaliteit, de kwantiteit en de relevantie van de informatie die de lidstaten van herplaatsing verstrekken ten behoeve van de culturele oriëntatie, alsmede de actieve deelname van hun verbindingsfunctionarissen in verschillende fasen, blijven derhalve cruciaal voor de aanvaarding door de kandidaat van de beslissing om hem in een bepaalde lidstaat te herplaatsen. Niet alle lidstaten hebben wellicht de middelen om individuele culturele oriëntatiesessies te verzorgen of hun eigen personeel deze activiteiten te laten uitvoeren; dat geldt bijvoorbeeld voor Estland, Frankrijk, Ierland en Nederland. Voor de totstandkoming van een persoonlijke band tussen een verzoeker en een lidstaat van herplaatsing spelen de verbindingsfunctionarissen echter een zeer belangrijke rol door hun deelname aan de culturele oriëntatiesessies van de IOM of tijdens de aanmeldingsfase (goede praktijken: Finland, Letland, Litouwen, Portugal en Roemenië). Het is ook van belang dat de verzoekers naar de luchthaven worden vergezeld, zodat zij contact houden met de lidstaat van herplaatsing. De aanvaardingsgraad kan ook worden vergroot door middel van goed informatiemateriaal, zoals video’s; zie bijvoorbeeld de goede resultaten die zijn behaald met de Roemeense video’s voor uit Griekenland herplaatste Syriërs. De informatie die de verzoekers na aankomst krijgen, moet in overeenstemming zijn met de informatie die voor het vertrek is verstrekt.

    Het EASO werkt nu samen met een aantal lidstaten van herplaatsing (Portugal en Litouwen) aan de ontwikkeling van nieuw informatiemateriaal, met inbegrip van video’s over de opvangvoorzieningen en verhalen van met succes herplaatste verzoekers. Ook toetst het EASO momenteel de brochures van de lidstaten van herplaatsing en de folders over herplaatsing die aan de verzoekers worden uitgereikt. De IOM heeft in Griekenland een specifieke cursus voor verbindingsfunctionarissen georganiseerd om de culturele oriëntatiesessies te verbeteren. Het EASO speelt in Griekenland ook een cruciale rol met zijn hotline en zijn mobiele teams, die in de regio’s Athene en Noord-Griekenland exacte, betrouwbare informatie over de herplaatsingsprocedure verstrekken aan de ca. 14 000 verzoekers die op herplaatsing wachten. De hotlines van het EASO zijn nog steeds operationeel en worden meer dan honderd maal per week gebeld. Met de communicatie met de deskundigen en tolken van het EASO worden de vele geruchten en onjuiste informatie bestreden die bij de verzoekers de rondte doen. De asielondersteuningsteams van het EASO blijven actief en houden de verzoekers op de hoogte om het vertrouwen in de herplaatsingsregeling in stand te houden. Mede daardoor worden verzoekers ervan weerhouden op de misleidende voorstellen van mensensmokkelaars in te gaan en zich aan het herplaatsingsproces te onttrekken.

    Aanbevelingen:

    landen die aanvullende veiligheidscontroles uitvoeren, worden aangemoedigd hun verwerkingscapaciteit uit te breiden (met name Estland, Frankrijk, Ierland en Zwitserland), zodat zij zich kunnen houden aan het tijdschema dat in de herplaatsingsprotocollen is vastgelegd en onnodige vertraging kunnen vermijden. Zo veel mogelijk moet worden vermeden dat kandidaten op het laatste moment worden afgewezen;

    alle lidstaten moeten de nodige soepelheid betrachten wat betreft de data en de organisatie van vluchten gedurende de komende maanden. Om logistieke knelpunten te voorkomen, moeten lidstaten die omvangrijke maandelijkse overbrengingen uitvoeren (België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Nederland en Zweden) voor onderlinge coördinatie zorgen (bijvoorbeeld verschillende tijdslots kiezen), en zo veel mogelijk chartervluchten overwegen;

    Portugal moet zijn opvangcapaciteit uitbreiden zodat het alle reeds aanvaarde verzoekers kan onderbrengen. Sommigen van hen wachten al sinds november 2016 op overbrenging. Portugal moet samen met het EASO de nieuwe video over herplaatsing afmaken;

    Italië moet de verzoekers bijeenbrengen in een klein aantal speciale herplaatsingscentra. Zo kan de fase ter voorbereiding van het vertrek, die de nodige medische controles en sessies voor culturele oriëntatie omvat, beter worden geregeld, en wordt tevens bijgedragen tot bestrijding van het onderduikrisico, aangezien de verzoeken sneller zullen worden behandeld;

    het EASO moet, in samenwerking met de betrokken lidstaten, de nieuwe folder over herplaatsing en de video’s en ander informatiemateriaal afmaken;

    lidstaten die niet zelf de culturele oriëntatie kunnen organiseren, moeten het voorbeeld van Roemenië, Letland en Portugal volgen en erop toezien dat hun verbindingsfunctionarissen betrokken zijn bij de kennisgeving van de beslissing en de door de IOM georganiseerde culturele oriëntatiesessies. De lidstaten zouden tevens voor culturele oriëntatie moeten zorgen na de aankomst van de herplaatste migranten.

    Specifieke problemen in verband met de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen

    Overeenkomstig de Raadsbesluiten inzake herplaatsing moeten verzoeken van niet-begeleide minderjarigen en andere categorieën kwetsbare verzoekers met voorrang worden behandeld. In de praktijk zorgt de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen om verschillende redenen voor problemen.

    Bij de preregistratieoperatie in Griekenland werden 1 225 niet-begeleide minderjarigen geïdentificeerd, van wie 568 een nationaliteit hadden die in aanmerking komt voor herplaatsing (36% Syriërs en 12% Irakezen). Op 2 april 2017 waren alle 568 niet-begeleide minderjarigen (volgens Grieks recht) geregistreerd en 341 van hen herplaatst. De meeste niet-begeleide minderjarigen (ongeveer 130 personen) zijn herplaatst in Finland. De lidstaten met grote toewijzingen aanvaarden geen (bijv. Frankrijk) of zeer weinig (België, Spanje) niet-begeleide minderjarigen, of eisen dat de betrokkenen familieleden hebben in de lidstaat van herplaatsing. Sommige van hun familie gescheiden minderjarigen en hun familieleden bevinden zich daardoor in een juridisch niemandsland: zij worden afgewezen voor zowel de Dublinverordening als de herplaatsingsprocedure (bijv. in Duitsland). De meeste lidstaten die niet-begeleide minderjarigen toelaten, weigeren gehuwde minderjarigen (vooral als deze jonger dan 17 zijn), omdat herplaatsing van deze categorie van hun familie gescheiden kinderen in veel lidstaten op juridische bezwaren stuit (bijvoorbeeld omdat een meerderjarige die met een minderjarige huwt, vervolgd kan worden). Alleen Finland is zo flexibel dat het alle voorgestelde verzoekers aanvaardt.

    De lidstaten moeten daarom met spoed 163 plaatsen 6 vrijmaken voor de herplaatsing van geregistreerde niet-begeleide minderjarigen en zich net zo flexibel opstellen als Finland. De lidstaten moeten in dit verband onderzoeken hoe zij de herplaatsing van gehuwde minderjarigen kunnen vergemakkelijken, en daarbij steeds de belangen van het kind voor ogen houden. Wat dit betreft, moet erop worden gewezen dat de UNHCR, de Griekse asieldienst en de IOM voor de verzending van de herplaatsingsverzoeken in verschillende fasen reeds de belangen van het kind hebben beoordeeld. Er is dus al beoordeeld of het gepast is de minderjarige te scheiden van diens meerderjarige huwelijkspartner.

    In 2016 is in Italië het recordaantal van 25 772 niet-begeleide minderjarigen (91,6% van alle 28 129 minderjarigen) aangekomen, onder wie 3 806 Eritreeërs, 218 Syriërs, 394 Irakezen en 13 Jemenieten (nationaliteiten die voor herplaatsing in aanmerking komen). In 2017 zijn tot en met 7 april nog eens 3 557 niet-begeleide minderjarigen in Italië aangekomen, van wie er ca. 250 een nationaliteit hebben die voor herplaatsing in aanmerking komt.

    Tot dusver is slechts één van zijn familie gescheiden kind vanuit Italië herplaatst, namelijk in november 2016 in Nederland. Italië streeft er de laatste tijd naar om de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen te vergemakkelijken. Op de vergadering van verbindingsfunctionarissen in Rome heeft de Italiaanse Dublineenheid op 28 maart gemeld dat, nadat de beoordeling van het belang van het kind door de toegewezen voogden was afgerond, een aantal herplaatsingsverzoeken van niet-begeleide minderjarigen in voorbereiding was en dat één verzoek al aan een lidstaat van herplaatsing was voorgelegd. Italië zou met spoed de procedures voor de herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen moeten verduidelijken (onder meer door de aanwijzing van een voogd te vergemakkelijken), gebruik moeten maken van de richtsnoeren en verdere steun van het EASO en de IOM, en één of meer speciale herplaatsingshubs voor niet-begeleide minderjarigen moeten opzetten om de procedures sneller te doen verlopen.

    De Commissie heeft op 12 april 2017 een mededeling over de bescherming van migrerende kinderen 7 goedgekeurd, met een aantal maatregelen die onmiddellijk moeten worden getroffen om alle migrerende kinderen beter te beschermen. Zoals ook in die mededeling wordt gesteld, moeten alle lidstaten voorrang geven aan de herplaatsing van niet-begeleide kinderen, overeenkomstig de besluiten van de Raad inzake herplaatsing.

    3Hervestiging

    Wat hervestiging betreft, is opnieuw aanzienlijke vooruitgang geboekt: meer dan twee derde van de 22 504 hervestigingen die in het kader van de conclusies van 20 juli 2015 zijn overeengekomen, is al voltooid. Sinds 28 februari 2016 zijn, voornamelijk vanuit Turkije, Jordanië en Libanon, 1 070 personen hervestigd.

    Op 10 april 2017 waren 15 492 personen hervestigd in 21 landen: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Estland, Finland, Ierland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, evenals de geassocieerde landen IJsland, Liechtenstein en Zwitserland, hebben hun toezeggingen al gestand gedaan.

    De meeste landen die aan de regeling deelnemen, hebben aangegeven dat hun inspanningen op het gebied van hervestiging voornamelijk, maar niet uitsluitend, waren gericht op Syriërs die in Jordanië, Libanon en Turkije verblijven. Daaronder vallen tevens de inspanningen van de lidstaten om Syriërs vanuit Turkije te hervestigen in het kader van de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016. Sinds 4 april 2016 zijn er in het kader van het onderdeel hervestiging van de verklaring EU-Turkije 4 618 Syriërs vanuit Turkije hervestigd. De laatste weken is het tempo van hervestiging versneld: sinds de vorige verslagperiode zijn in het kader van dit mechanisme 1 053 personen hervestigd. Ook is het aantal nog toegezegde plaatsen sterk gestegen. Het bedraagt nu 26 112, met name doordat Duitsland heeft besloten aanzienlijk meer hervestigingsplaatsen toe te zeggen. Tot dusver heeft hervestiging in het kader van de verklaring EU-Turkije plaatsgevonden naar België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden. Bovendien heeft Noorwegen sinds 4 april tot dusver 203 Syriërs vanuit Turkije hervestigd.

    De lidstaten maken goede vorderingen met het voorbereiden van verdere hervestigingsoperaties in het kader van de verklaring EU-Turkije, waaronder missies naar Turkije om hervestigingskandidaten te ondervragen. Oostenrijk en Roemenië treffen momenteel voorbereidingen voor de eerste hervestigingen in het kader van de regeling. Er zijn echter ook lidstaten die van de UNHCR al in de zomer van 2016 dossiers hebben ontvangen, maar daarop niets hebben ondernomen (Bulgarije, Kroatië en Tsjechië). Sommige lidstaten hebben bovendien nog niemand hervestigd vanuit Turkije en ook geen voorbereidende maatregelen getroffen (Cyprus, Denemarken, Griekenland, Hongarije, Ierland, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk). Deze lidstaten zouden zich meer moeten inspannen om het hervestigingsproces zo snel mogelijk af te ronden en daarmee een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de verklaring EU-Turkije.

    671 Syriërs die de mogelijkheid was geboden om te worden hervestigd, zijn daarentegen (tot en met 10 april 2017) van gedachten veranderd en hebben besloten in Turkije te blijven. Dat is ongeveer 11% van de personen die zijn hervestigd of voor hervestiging zijn voorgeselecteerd. De personen die in Turkije besloten te blijven, hebben dat te kennen gegeven nadat zij van de UNHCR hadden gehoord in welk land zij zouden worden hervestigd, maar ook in verschillende fasen van de verificatie door de lidstaat (zoals het verificatiegesprek, de culturele oriëntatie of de voorbereiding van het vertrek). De opgegeven redenen zijn onder meer van persoonlijke, culturele of religieuze aard, maar houden ook wel verband met de verwachtingen van de betrokkenen over terugkeer naar Syrië of voortzetting van het verblijf in Turkije. Ook gebrekkige of ontoereikende informatie over de lidstaat van hervestiging lijkt een factor te zijn. Om de aangegeven tekortkomingen te verhelpen, neemt het coördinatieteam van de EU in Ankara momenteel maatregelen om ervoor te zorgen dat Syrische kandidaten uitvoerigere informatie krijgen over de opvangvoorzieningen en de culturele, sociale en juridische normen in de lidstaten van de EU.

    Aanbevelingen:

    De lidstaten die nog niemand hebben hervestigd in het kader van de lopende regelingen op EU-niveau (Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Kroatië, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije), alsmede de lidstaten die geen vorderingen hebben gemeld en nog lang niet hun streefcijfers hebben gehaald (Tsjechië, Denemarken en Portugal) zouden onmiddellijk hun inspanningen om aan de verbintenissen van de conclusies van 20 juli 2015 te voldoen, moeten opvoeren;

    Bulgarije, Kroatië en Tsjechië, die in het kader van de verklaring EU-Turkije al in de zomer van 2016 dossiers hebben ontvangen van de UNHCR, zouden zich meer moeten inspannen om het proces van hervestiging vanuit Turkije zo spoedig mogelijk af te ronden;

    de informatievoorziening aan de Syrische kandidaten in het kader van de verklaring EU-Turkije over de landen van hervestiging moet verder worden verbeterd, zodat de kandidaten een gegronde keuze kunnen maken en uitval later in de hervestigingsprocedure wordt tegengegaan.

    4Volgende stappen

    De Europese staatshoofden en regeringsleiders hebben herhaaldelijk de dringende noodzaak onderkend om de migratiesituatie in Europa aan te pakken. Zij hebben aangedrongen op maatregelen voor een versnelde uitvoering van de herplaatsingsregeling als essentiële blijk van solidariteit en delen van verantwoordelijkheid ten aanzien van Griekenland en Italië.

    De vastgestelde streefcijfers van maandelijks 3 000 herplaatsingen vanuit Griekenland en ten minste 1 500 vanuit Italië zijn nu, gezien de geboekte vooruitgang, heel goed te realiseren. Om dat doel te bereiken moeten de lidstaten zich de extra inspanningen getroosten en de nodige flexibiliteit betrachten als in dit verslag aangegeven.

    Op die basis is het, gezien de huidige aantallen in Griekenland en Italië, mogelijk en haalbaar om iedereen die naar verwachting in aanmerking komt, tegen september 2017 te herplaatsen. De Commissie dringt er daarom bij de lidstaten op aan dat deze de aanbevelingen in deze mededeling opvolgen en aan de vastgestelde streefcijfers voldoen, zodat de herplaatsingen op gecoördineerde wijze versneld kunnen worden uitgevoerd voordat in mei 2017 het volgende verslag uitkomt. De Commissie is bereid om de lidstaten te helpen deze grotere inspanningen te coördineren.

    Als de lidstaten het aantal herplaatsingen niet snel opvoeren en de druk op Griekenland en Italië niet vermindert, zal de Commissie niet aarzelen haar bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen te doen gelden, zoals zij ook al in het vorige verslag heeft benadrukt.

    In ieder geval zullen de wettelijke verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van de besluiten van de Raad na september 2017 niet zijn geëindigd. De in die besluiten vervatte herplaatsingsprocedure moet derhalve ook daarna door de lidstaten nog steeds binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd ten aanzien van verzoekers die voor herplaatsing in aanmerking komen.

    Tegelijkertijd moeten de lidstaten resultaten laten zien wat de beloofde hervestigingsinspanningen betreft, en moeten met name de lidstaten die nog niemand hebben hervestigd en de lidstaten die de in de conclusies van 20 juli 2015 opgenomen streefcijfers nog niet hebben bereikt, hun inspanningen opvoeren.

    (1) COM(2017) 202 final.
    (2) COM(2017) 791 final.
    (3) Hongarije en Slowakije hebben met de steun van Polen de wettigheid van het tweede herplaatsingsbesluit van de Raad aangevochten. Een beroep tot nietigverklaring heeft echter geen opschortende werking. De zitting van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de zaken vindt plaats op 10 mei.
    (4) 1 873 herplaatsingskandidaten zijn door de lidstaten van herplaatsing afgewezen, naar de Dublinprocedure of de Griekse nationale procedure doorgesluisd (vanwege intrekking van het verzoek door Griekenland om administratieve redenen, een negatieve veiligheidscontrole door de Griekse politie voorafgaand aan de indiening, enz.) of in een zeer beperkt aantal gevallen overleden.
    (5) De tool houdt tegelijkertijd rekening met alle verschillende matchingcriteria: kwalificaties en kenmerken van de verzoekers, voorrang voor kwetsbare verzoekers, opvangcapaciteit van de lidstaat voor kwetsbare personen, voorkeuren, termijnen. Dit maakt het matchingproces efficiënter doordat een groot aantal gevallen kan worden verwerkt en snel verzoekers kunnen worden geïdentificeerd die in een bepaalde lidstaat kunnen worden herplaatst. Ook de transparantie van het proces is hierbij gebaat, doordat de profielen van de herplaatste personen, de eerlijke verdeling van bijzonder kwetsbare verzoekers en de mate waarin de matchingcriteria (kenmerken en kwalificaties die integratie kunnen bevorderen) zijn toegepast, kunnen worden gevolgd. Het EASO heeft voor de registratie van voorkeuren specifieke richtsnoeren en een speciaal formulier opgesteld.
    (6) Er zijn 522 herplaatsingsverzoeken verstuurd, waarvan er 405 al zijn aanvaard (en in 341 gevallen de betrokkene is overgebracht).
    (7) COM(2017) 211 final.
    Top

    Brussel, 12.4.2017

    COM(2017) 212 final

    BIJLAGE

    bij het

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

    Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging


    Bijlage 1: Herplaatsingen vanuit Griekenland tot en met 10 april 2017

    Lidstaat

    Formeel toegezegd 1

    Daadwerkelijk herplaatst

    Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 2

    Percentage daadwerkelijk herplaatste personen

    Oostenrijk 3

    1 491

    0%

    België

    660

    371

    2 415

    15 %

    Bulgarije

    310

    29

    831

    3%

    Kroatië

    60

    10

    594

    2%

    Cyprus

    145

    55

    181

    30%

    Tsjechië

    30

    12

    1 655

    1%

    Estland

    282

    100

    204

    49%

    Finland

    1 140

    738

    1 299

    57%

    Frankrijk

    4 570

    2 830

    12 599

    22%

    Duitsland

    3 740

    2 030

    17 209

    12%

    Hongarije

    988

    0%

    IJsland

     

    Ierland

    743

    382

    240

    159%

    Letland

    363

    243

    295

    82%

    Liechtenstein

    10

    10

    Litouwen

    540

    229

    420

    55%

    Luxemburg

    210

    216

    309

    70%

    Malta

    97

    65

    78

    83%

    Nederland

    1 350

    1 115

    3 797

    29%

    Noorwegen

    691

    343

    Polen

    65

    4 321

    0%

    Portugal

    1 230

    929

    1 778

    52%

    Roemenië

    1 182

    523

    2 572

    20%

    Slowakije

    40

    16

    652

    2%

    Slovenië

    170

    131

    349

    38%

    Spanje

    925

    742

    6 647

    11%

    Zweden 4

    600

    2 378

    0%

    Zwitserland

    450

    220

    TOTAAL

    19 603

    11 339

    63 302

    18%

    (1) Verzonden via DubliNet in het kader van artikel 5, lid 2, van het besluit van de Raad.
    (2) Omvat niet de ca. 8 000 personen die nog moeten worden toegewezen in het kader van het eerste besluit van de Raad en de toewijzingen in het kader van de 54 000 plaatsen.
    (3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/408 van de Raad van 10 maart 2016 inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30% van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    (4) Besluit (EU) 2016/946 van de Raad van 9 juni 2016 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Zweden overeenkomstig artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    Top

    Brussel, 12.4.2017

    COM(2017) 212 final

    BIJLAGE

    bij het

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

    Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging


    Bijlage 2: Herplaatsingen vanuit Italië tot en met 10 april 2017

    Lidstaat

    Formeel toegezegd 1

    Daadwerkelijk herplaatst

    Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 2

    Percentage daadwerkelijk herplaatste personen

    Oostenrijk 3

     

    462

    0%

    België

    270

    121

    1 397

    9%

    Bulgarije

    140

    471

    0%

    Kroatië

    36

    9

    374

    2%

    Cyprus

    45

    10

    139

    7%

    Tsjechië

    20

    1 036

    0%

    Estland

    8

    125

    0%

    Finland

    730

    602

    779

    77%

    Frankrijk

    970

    327

    7 115

    5%

    Duitsland

    3 510

    1 481

    10 327

    14%

    Hongarije

     

    306

    0%

    IJsland

     

     

    Ierland

    20

    360

    0%

    Letland

    105

    27

    186

    15%

    Liechtenstein

    0

     

    Litouwen

    110

    8

    251

    3%

    Luxemburg

    110

    61

    248

    25%

    Malta

    47

    47

    53

    89%

    Nederland

    625

    521

    2 150

    24%

    Noorwegen

    815

    679

     

    Polen

    35

    1 861

    0%

    Portugal

    388

    299

    1 173

    25%

    Roemenië

    760

    45

    1 608

    3%

    Slowakije

     

    250

    0%

    Slovenië

    60

    34

    218

    16%

    Spanje

    175

    144

    2 676

    5%

    Zweden 4

    850

    39

    1 388

    3%

    Zwitserland

    830

    547

     

    TOTAAL

    10 659

    5 001

    34 953

    14%

    (1) Verzonden via DubliNet in het kader van artikel 5, lid 2, van het besluit van de Raad.
    (2) Omvat niet de ca. 8 000 personen die nog moeten worden toegewezen in het kader van het eerste besluit van de Raad en de toewijzingen in het kader van de 54 000 plaatsen.
    (3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/408 van de Raad van 10 maart 2016 inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30% van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    (4) Besluit (EU) 2016/946 van de Raad van 9 juni 2016 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Zweden overeenkomstig artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    Top

    Brussel, 12.4.2017

    COM(2017) 212 final

    BIJLAGE

    bij het

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

    Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging


    Bijlage 3: Herplaatsingen vanuit Italië en Griekenland tot en met 10 april 2017

    Lidstaat

    Daadwerkelijk herplaatst vanuit Italië

    Daadwerkelijk herplaatst vanuit Griekenland

    Totaal daadwerkelijk herplaatst

    Juridisch in de besluiten van de Raad vastgelegde verbintenissen 1

    Percentage daadwerkelijk herplaatste personen

    Oostenrijk 2

    0

    1 953

    0%

    België

    121

    371

    492

    3 812

    13%

    Bulgarije

    29

    29

    1 302

    2%

    Kroatië

    9

    10

    19

    968

    2%

    Cyprus

    10

    55

    65

    320

    20%

    Tsjechië

    12

    12

    2 691

    0%

    Estland

    100

    100

    329

    30%

    Finland

    602

    738

    1 340

    2 078

    64%

    Frankrijk

    327

    2 830

    3 157

    19 714

    16%

    Duitsland

    1 481

    2 030

    3 511

    27 536

    13%

    Hongarije

    0

    1 294

    0%

    IJsland

    0

     

    Ierland

    382

    382

    600

    64%

    Letland

    27

    243

    270

    481

    56%

    Liechtenstein

    10

    10

    Litouwen

    8

    229

    237

    671

    35%

    Luxemburg

    61

    216

    277

    557

    50%

    Malta

    47

    65

    112

    131

    85%

    Nederland

    521

    1 115

    1 636

    5 947

    28%

    Noorwegen

    679

    343

    1 022

    Polen

    0

    6 182

    0%

    Portugal

    299

    929

    1 228

    2 951

    42%

    Roemenië

    45

    523

    568

    4 180

    14%

    Slowakije

    16

    16

    902

    2%

    Slovenië

    34

    131

    165

    567

    29%

    Spanje

    144

    742

    886

    9 323

    10%

    Zweden 3

    39

    39

    3 766

    1%

    Zwitserland

    547

    220

    767

    TOTAAL

    5 001

    11 339

    16 340

    98 255

    17%

    (1) Omvat niet de ca. 8 000 personen die nog moeten worden toegewezen in het kader van het eerste besluit van de Raad en de toewijzingen in het kader van de 54 000 plaatsen.
    (2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/408 van de Raad van 10 maart 2016 inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30% van de verzoekers die aan Oostenrijk zijn toegewezen op grond van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    (3) Besluit (EU) 2016/946 van de Raad van 9 juni 2016 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Zweden overeenkomstig artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland.
    Top

    Brussel, 12.4.2017

    COM(2017) 212 final

    BIJLAGE

    bij het

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

    Elfde verslag over herplaatsing en hervestiging


    Bijlage 4: Stand van zaken per 10 april 2017 wat betreft hervestiging in het kader van de conclusies van 20 juli 2015 en het 1:1-mechanisme met Turkije (dat wordt toegepast sinds 4 april 2016)

    Lidstaat /
    geassocieerde staat

    Toezeggingen in het kader van de regeling van 20 juli 2015

    Totaal aantal hervestigde personen in het kader van de regeling van 20 juli 2015, met inbegrip van het 1:1-mechanisme met Turkije

    Derde land waaruit hervestiging heeft plaatsgevonden

    Oostenrijk

    1 900

    1 643

    Libanon: 886; Jordanië: 573; Turkije: 183; Irak: 1

    België

    1 100

    752

    Libanon: 448; Turkije: 246 (van wie 242 via het 1:1-mechanisme); Jordanië: 34; Egypte: 24;

    Bulgarije

    50

    0

    Kroatië

    150

    0

    Cyprus

    69

    0

    Tsjechië

    400

    52

    Libanon: 32; Jordanië: 20

    Denemarken

    1 000

    481

    Libanon; Uganda

    Estland

    20

    20

    Turkije: 20 via het 1:1-mechanisme

    Finland

    293

    293 1

    Turkije: 356 2 via het 1:1-mechanisme, buiten de regeling van 20 juli om; Libanon: 282; Egypte: 7; Jordanië: 4

    Frankrijk

    2 375

    1 425

    Turkije: 686 in het kader van het 1:1-mechanisme (van wie 228 in het kader van de regeling van 20 juli en 458 buiten de regeling van 20 juli om 3 ); Libanon: 649; Jordanië: 440; Irak: 8; andere landen: 100

    Duitsland

    1 600

    1 584

    Turkije: 1 584 via het 1:1-mechanisme

    Griekenland

    354

    0

    Hongarije

    IJsland

    50

    50 4

    Libanon

    Ierland

    520

    520 5

    Libanon

    Italië

    1 989

    938

    Libanon: 577; Turkije: 208 via het 1:1-mechanisme; Jordanië: 53; Syrië: 52; Sudan: 48;

    Letland

    50

    10

    Turkije: 10 via het 1:1-mechanisme

    Liechtenstein

    20

    20

    Turkije

    Litouwen

    70

    25

    Turkije: 25 via het 1:1-mechanisme

    Luxemburg

    30

    0 6

    Turkije: 98 via het 1:1-mechanisme, buiten de regeling van 20 juli om

    Malta

    14

    0

    Nederland

    1 000

    1 000

    Turkije: 980 via het 1:1-mechanisme (van wie 556 in het kader van de regeling van 20 juli en 424 buiten de regeling van 20 juli om); Turkije: 7; Libanon: 341; Kenia: 70; Ethiopië: 8; Jordanië: 7; Libië: 4; Israël: 2; Irak, Marokko, Egypte, Saudi-Arabië, Syrië: 1

    Noorwegen

    3 500

    3 107

    Libanon: 2.577; Turkije: 404 7 ; Jordanië: 126;

    Polen

    900

    0

    Portugal

    191

    12

    Turkije: 12 via het 1:1-mechanisme

    Roemenië

    80

    0

    Slowakije

    100

    0

    Slovenië

    20

    0

    Spanje

    1 449

    350

    Libanon: 232; Turkije: 118 via het 1:1-mechanisme

    Zweden

    491

    491

    Turkije: 279 via het 1:1-mechanisme (van wie 269 in het kader van de regeling van 20 juli); Sudan: 124; Kenia: 80; Libanon: 8; Irak: 8; Egypte: 1; Jordanië: 1

    Zwitserland

    519

    519

    Libanon: 431; Syrië: 88

    Verenigd Koninkrijk

    2 200

    2 200

    Jordanië, Libanon, Turkije, Egypte, Irak en andere landen

    TOTAAL

    22 504

    15 492

    In totaal zijn 4 618 personen hervestigd vanuit Turkije via het 1:1-mechanisme, van wie 3 272 op basis van de regeling van 20 juli 2015

    (1) Dit aantal is exclusief de 356 Syriërs die zijn hervestigd vanuit Turkije via het 1:1mechanisme.
    (2) 356 Syriërs zijn hervestigd via het 1:1-mechanisme, van wie er 11 zijn hervestigd via de nationale hervestigingsregeling en 354 moeten worden meegerekend overeenkomstig Besluit (EU) 2016/1754.
    (3) 458 Syriërs die buiten de regeling van 20 juli om uit Turkije zijn hervestigd, moeten overeenkomstig Besluit (EU) 2016/1754 worden meegerekend.
    (4) IJsland heeft in totaal 97 personen hervestigd, allen uit Libanon.
    (5) Ierland heeft daarnaast in dezelfde periode 152 personen uit Libanon die internationale bescherming behoeven, toegelaten via het nationale hervestigingsprogramma.
    (6) Er heeft nog geen hervestiging plaatsgevonden in het kader van de conclusies van 20 juli 2015, maar in het kader van het 1:1-mechanisme zijn via de Luxemburgse nationale regeling wel 98 Syriërs hervestigd, die overeenkomstig Besluit (EU) 2016/1754 moeten worden meegerekend.
    (7) Noorwegen heeft 150 Syriërs hervestigd uit Turkije door toepassing van de standaardprocedures voor hervestiging die met Turkije zijn overeengekomen in het kader van de 1:1-regeling. Het aantal in Noorwegen hervestigde personen via de 1:1-regeling is niet in mindering gebracht op het aantal vanuit Griekenland teruggestuurde personen.
    Top