This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0673
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS A Blueprint to Safeguard Europe's Water Resources
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren
/* COM/2012/0673 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren /* COM/2012/0673 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Een blauwdruk voor het behoud van de Europese
wateren 1. Achtergrond van de
blauwdruk: De toestand van de Europese wateren laat te wensen over Water is van essentieel belang voor het
menselijk leven, de natuur en de economie. De watervoorraad wordt weliswaar
voortdurend vernieuwd, maar is ook beperkt en kan niet door andere hulpbronnen
worden vervangen. Zoetwater vormt slechts circa 2% van de totale watervoorraad
op aarde en de toenemende vraag naar water voor uiteenlopende doeleinden kan
tegen 2030 wereldwijd tot een voorzieningstekort van naar schatting 40% leiden[1]. Het waterbeleid van de EU heeft een bijdrage
geleverd aan de bescherming van onze wateren. Deze blauwdruk voor het behoud
van de Europese wateren is erop gericht belemmeringen voor maatregelen ter
bescherming van de Europese wateren weg te nemen en is gebaseerd op een
uitvoerige evaluatie van het bestaande beleid. De blauwdruk wordt onderbouwd
door een grote hoeveelheid informatie en tal van analysen, waaronder het
verslag over de waterstaat van het Europees Milieuagentschap (EMA)[2], de evaluatie van de stroomgebiedbeheersplannen van de lidstaten en de
toetsing van het beleid inzake waterschaarste en droogte[3] door de
Commissie, en de 'fitness check' van het zoetwaterbeleid van de EU.[4] Bovendien gaat de blauwdruk vergezeld van een effectbeoordeling[5]. Bij de ontwikkeling van de
blauwdruk en in het kader van de 'fitness check' zijn uitgebreide openbare
raadplegingen gehouden onder het publiek, de belanghebbenden, de lidstaten
alsook onder de instellingen en organen van de EU[6]. In de
blauwdruk wordt erkend dat de aquatische milieus in de EU een grote
verscheidenheid vertonen en wordt dan ook, in overeenstemming met het
subsidiariteitsbeginsel, geen alles over één kam scherende benadering
voorgesteld. De hoofdpunten die in de blauwdruk aan de orde worden gesteld,
zijn: bodemverbetering, het aanpakken van waterverontreiniging, efficiënter
watergebruik en verhoging van de veerkracht van de waterhuishouding en
verbetering van de governance door de bij het waterbeheer betrokken actoren. 1.1. Beleidscontext Het waterbeleid van de EU heeft de voorbije
drie decennia met succes bijgedragen tot de waterbescherming. De Europese
burgers kunnen zonder risico water uit de kraan drinken en in duizenden
kustwateren, rivieren en meren in de EU zwemmen. Doordat
verontreinigingsbronnen in steden, industrie en landbouw door regelgeving aan
banden zijn gelegd, is de kwaliteit van de Europese wateren er sterk op
vooruitgegaan, met name door het terugdringen van de verrijking van het water
met nutriënten. Als gevolg hiervan zijn karakteristieke vissoorten als zalm en
steur her en der teruggekeerd naar de Europese rivieren. In 2000 werden met de Europese kaderrichtlijn
water (KRW)[7] voor het eerst alle uitdagingen op watergebied in de EU op een
alomvattende manier aangepakt en werd duidelijk gemaakt dat waterbeheer meer
behelst dan watervoorziening en -zuivering alleen. Waterbeheer strekt zich
tevens uit tot het landgebruik en –beheer, vereist coördinatie met het
ruimtelijkeordeningsbeleid van de lidstaten en moet deel uitmaken van de
financieringsprioriteiten. In de KRW werd de doelstelling opgenomen om tegen 2015
voor een goede watertoestand te zorgen. Het einde van deze termijn nadert.
Zowel in het verslag over de waterstaat van het EMA als in de evaluatie van de
in het kader van de KRW ontwikkelde stroomgebiedbeheersplannen van de lidstaten
door de Commissie wordt gesteld dat deze doelstellingen voor iets meer dan de
helft (53%) van de wateren in de EU zullen worden gehaald. Er moeten daarom
omvangrijke aanvullende maatregelen worden genomen ter bescherming en
verbetering van de Europese wateren. De belangrijkste factoren die een negatieve
invloed hebben op de watertoestand zijn onderling verbonden. Tot deze factoren
behoren klimaatverandering, bodemgebruik, economische activiteiten als
energieproductie, industrie, landbouw en toerisme, alsook verstedelijking en
demografische veranderingen. Deze factoren zorgen voor druk in de vorm van
verontreinigende emissies, te intensief watergebruik (watertekort),
veranderingen van de waterloop en extreme verschijnselen als overstromingen en
droogten, die zich frequenter zullen voordoen indien geen actie wordt
ondernomen. Als gevolg hiervan wordt de ecologische en de chemische toestand
van de Europese wateren bedreigd, lopen grotere delen van de EU het risico door
watertekorten te worden getroffen, en kunnen waterecosystemen – waarop de
samenleving in verschillende opzichten is aangewezen – kwetsbaar worden voor
extreme verschijnselen als overstromingen en droogten. Het is van cruciaal
belang deze uitdagingen aan te pakken om deze essentiële hulpbron voor de mens,
de natuur en de economie te behouden en de volksgezondheid te beschermen. De EU moet zich op groene groei concentreren
en efficiënter gebruik maken van hulpbronnen (met inbegrip van water) om een
duurzaam herstel van de huidige economische en milieucrisis te bereiken, voor
de noodzakelijke aanpassingen aan de klimaatverandering te zorgen en beter
bestand te zijn tegen rampen. Het aanpakken van deze uitdagingen biedt veel
potentieel om de concurrentiepositie en de groei van de Europese watersector,
die 9 000 kleine en middelgrote ondernemingen telt en alleen al in de
waterbedrijven goed is voor 600 000 rechtstreekse banen, te bevorderen. Daarnaast bestaat er potentieel voor groene groei in andere
watergerelateerde sectoren (waterverbruikende bedrijven, ontwikkeling van
watertechnologie enz.), waar innovatie de bedrijfsefficiëntie kan opdrijven. Zestig procent van het grondgebied van de EU
is in grensoverschrijdende stroomgebieden gelegen. De hydrologische kringlopen
zijn zo nauw met elkaar verweven dat het landgebruik in het ene land van
invloed kan zijn op de neerslag over de grens. Bovendien hebben de Europese
markt, het gemeenschappelijk beleid van de EU en het beleid van de lidstaten
ieder voor zich een grote impact op de watertoestand. Daarom komt de Commissie
met dit voorstel voor een blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren. De blauwdruk heeft ten doel er op de lange
termijn voor te zorgen dat alle activiteiten die gevolgen hebben voor de
watervoorraad, een duurzaam karakter krijgen, om zo te waarborgen dat water van
goede kwaliteit beschikbaar is voor een duurzaam en eerlijk watergebruik. Deze
doelstelling is reeds op verschillende wijzen in de KRW verankerd. De blauwdruk
zal bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstelling door obstakels te
identificeren en middelen aan te reiken om deze weg te nemen. 2. Een 'goede watertoestand' en
de weg daarheen: verbeteren, versterken en vernieuwen De doelstelling van de blauwdruk is weliswaar
niet nieuw, maar het is de eerste keer dat er zoveel informatie over de
watertoestand in Europa beschikbaar is, met name dankzij de ontwikkeling van
stroomgebiedbeheersplannen in het kader van de KRW en de bovengenoemde
evaluaties. Uit zowel de evaluaties als de standpunten van de belanghebbenden
komt naar voren dat het huidige wetgevingskader van de EU inzake water
veelomvattend en flexibel is en in hoofdlijnen geschikt is om de uitdagingen
voor de aquatische milieus aan te pakken. Er is evenwel behoefte aan een betere
tenuitvoerlegging en een sterkere integratie van de doelstellingen
van het waterbeleid in andere beleidsgebieden, zoals het gemeenschappelijk
landbouwbeleid (GLB), de cohesie- en structuurfondsen en het beleid ten aanzien
van energie uit hernieuwbare bronnen, vervoer en geïntegreerd rampenbeheer. De
complexe redenen voor de momenteel ontoereikende uitvoering en integratie
worden in de begeleidende effectbeoordeling geanalyseerd. Het gaat om een
aantal problemen op het gebied van het waterbeheer die te wijten zijn aan het
te beperkte gebruik van economische instrumenten, het gebrekkige draagvlak voor
bepaalde maatregelen, zwakke governance en kennishiaten. Slechts in een klein
aantal gevallen werden lacunes geconstateerd die een aanvulling van het
huidige wetgevingskader met nieuwe maatregelen op wetgevingsgebied zouden
vergen. Vast
staat dat het succes van de in de blauwdruk voorgestelde benadering afhangt van
de bereidheid van de lidstaten om maatregelen te nemen om de belanghebbenden
bij de uitvoering te betrekken en gevolg te geven aan de voorstellen van de
Commissie om de tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving te verbeteren. In
dit verband dient de gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie (GUS) voor de KRW,
met deelneming van alle lidstaten en de relevante belanghebbenden, een
ondersteunende rol te blijven spelen bij de tenuitvoerlegging van de KRW. De
bedoeling is dat de blauwdruk waar mogelijk op de gemeenschappelijke
uitvoeringsstrategie voortbouwt om de inbreng van alle betrokkenen te
bevorderen en de uitvoering van de voorstellen van de Commissie te
vergemakkelijken. Dit betekent echter niet dat de Commissie geen rol meer
speelt bij de handhaving van de waterwetgeving. Afhankelijk van de vooruitgang
die de lidstaten boeken bij het aanpakken van tekortkomingen op het gebied van
de tenuitvoerlegging, kan het nodig zijn dat de Commissie inbreukprocedures
inleidt. Mogelijk moeten ook wetgevingsinitiatieven worden overwogen. In de onderstaande hoofdstukken worden de
probleemgebieden belicht en oplossingen voorgesteld met betrekking tot
landgebruik/ ecologische toestand, chemische toestand en waterverontreiniging,
efficiënt watergebruik, kwetsbaarheid en kwesties die zich
uitstrekken over verschillende terreinen. Er zij echter op
gewezen dat dit allemaal onderling samenhangende aspecten van het waterbeheer
zijn en dat de voorgestelde maatregelen zullen bijdragen tot het bereiken van
verschillende doelstellingen. Zo zullen bijvoorbeeld de maatregelen met
betrekking tot efficiënt watergebruik en kwetsbaarheid naar verwachting een
positief effect hebben op de ecologische en chemische toestand en omgekeerd. 2.1. Bodemgebruik en de
ecologische toestand van de Europese wateren: problemen en oplossingen Uit het verslag over de waterstaat van het EMA
en de beoordeling van de stroomgebiedbeheersplannen door de Commissie blijkt
dat momenteel 43% van de bestudeerde zoetwaterlichamen in een ecologisch goede
toestand verkeert en dat dit percentage naar verwachting tegen 2015 tot 53% kan
worden verhoogd door de aanvullende maatregelen waarin de plannen voorzien. De beoordelingen van de ecologische toestand
zijn nog voor verbetering vatbaar, en tevens is gebleken dat de grootste druk
op de ecologische toestand van de wateren in de EU (19 lidstaten) te wijten
zijn aan veranderingen van de waterloop[8],
bijvoorbeeld als gevolg van de bouw van dammen voor waterkrachtcentrales of de
scheepvaart, drainage in de landbouw of de aanleg van waterkeringen. De middelen om dergelijke negatieve effecten
aan te pakken zijn bekend en moeten worden toegepast. Waar de
riviercontinuïteit wordt onderbroken door bestaande waterbouwwerken die zijn
aangelegd voor waterkracht, de scheepvaart of andere doeleinden, wat vaak ook
de vistrek belemmert, dienen als standaardpraktijk verlichtende maatregelen te
worden getroffen, zoals de aanleg van vissluizen en visliften. Op grond
van de voorschriften van de KRW (artikel 4, lid 7) is dit inmiddels bij de
meeste nieuwe projecten het geval, maar daarnaast moeten ook steeds meer
bestaande waterbouwwerken worden aangepast om de watertoestand te verbeteren.
Wanneer het voornemen bestaat om omvangrijke veranderingen aan waterlichamen
aan te brengen, moeten voor specifieke projecten naast milieueffectbeoordelingen
(MEB's)[9]
ook strategische milieubeoordelingen (SMB's)[10] worden verricht. Zo moeten
bijvoorbeeld nationale en regionale plannen voor de ontwikkeling van
waterkracht aan een SMB worden onderworpen om te bepalen waar de stuwdammen het
best kunnen worden geplaatst om de negatieve effecten voor het milieu en het
risico op rampen tot een minimum te beperken, of om de geplande maatregelen te
vergelijken met de ontwikkelingen van andere hernieuwbare energiebronnen[11]. Tevens dient bij de
strategische milieubeoordeling van plannen voor de ontwikkeling van de
binnenscheepvaart te worden onderzocht hoe op de betrokken waterwegen zo veel
mogelijk verkeer mogelijk is tegen zo gering mogelijke milieukosten en in een
zo duurzaam mogelijke combinatie met andere vormen van vervoer.[12] De Commissie zal in het
bijzonder waken over de tenuitvoerlegging van artikel 4, lid 7. Grensoverschrijdende
kwesties moeten ook in de context van de betrekkingen van de EU met derde
landen worden aangepakt, onder meer in het kader van het nabuurschapsbeleid en
het uitbreidingsbeleid van de EU. Druk door de landbouw of de aanleg van
waterkeringen kunnen worden verminderd of voorkomen. Dit kan onder meer door
middel van de ontwikkeling van bufferstroken, die voor biologische
continuïteit tussen rivieren en het oeverlandschap zorgen, of door zo veel
mogelijk gebruik te maken van groene infrastructuur, bijvoorbeeld door
het herstellen van oeverzones, waterrijke gebieden en uiterwaarden met het oog
op waterberging, bevordering van de biodiversiteit en de vruchtbaarheid van de
bodem en ter voorkoming van overstromingen en droogten. Dergelijke methoden
vormen een waardevol alternatief voor de aanleg van traditionele grijze
infrastructuur (zoals kades, dijken en dammen). Er moet met name op worden
gelet dat een verslechtering van de watertoestand in de bovenloop van rivieren
wordt voorkomen. Bovenlopen zijn kleine waterlichamen (en paaigebieden van tal
van vissoorten) die volgens het EMA vaak door landbouwactiviteiten (drainage,
dempen) en door droogten worden bedreigd. Visvijvers spelen eveneens een
belangrijke rol voor de waterberging in het landschap en de preventie van
overstromingen en erosie. Met het oog hierop zijn in de voorstellen van
de Commissie voor het meerjarig financieel kader 2014-2020 (MFK)[13] krachtige instrumenten voor
beleidsintegratie opgenomen die de verspreiding van groene infrastructuur
duidelijk kunnen verbeteren. Door de voorgestelde verplichting om in het MFK 20%
van de EU-begroting uit te trekken voor de integratie van het klimaatbeleid in
alle andere beleidsgebieden, zou de steun voor alle watergerelateerde
maatregelen in verband met de aanpassing aan de klimaatverandering worden
verhoogd. Sommige elementen van de
ecologische aandachtsgebieden, zoals bufferstroken, die deel uitmaken van het
voorstel van de Commissie voor de vergroening van pijler I van het GLB,
kunnen worden beschouwd als op natuurlijke processen gebaseerde
waterretentiemaatregelen, dus als een vorm van groene infrastructuur. Op
natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen zouden met middelen
van de cohesie- en structuurfondsen ook financieel kunnen worden
ondersteund als alternatief voor grijze infrastructuur. Het voorstel voor het
nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) omvat
maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling van duurzame aquaculturen
waarbij steun wordt verleend aan activiteiten op het gebied van
milieu-instandhouding en -verbetering, biodiversiteit en beheer van het
landschap en de traditionele kenmerken van aquacultuurgebieden. De voorstellen van de Commissie met betrekking
tot het MFK moeten gestalte krijgen en verder worden uitgewerkt in
uitvoeringsbepalingen. In het kader van de onderhandelingen met de Commissie
over partnerschapsovereenkomsten voor de programmering van EU-middelen moeten
de lidstaten voldoende prioriteit geven aan de doelstellingen van het waterbeleid. Om groene infrastructuur op bredere schaal in
te voeren dienen de lidstaten hun inspanningen voor de beleidsintegratie op
nationaal niveau te versterken. Zij dienen hiertoe volledig gebruik te maken
van de stroomgebiedbeheersplannen, die een geïntegreerde benadering van het
waterbeheer vereisen op uiteenlopende beleidsgebieden als landbouw,
aquacultuur, energie, vervoer en geïntegreerd rampenbeheer. De Commissie stelt
voor om GUS-richtsnoeren inzake op natuurlijke processen gebaseerde
waterretentiemaatregelen te ontwikkelen om deze geïntegreerde benadering in
de hand te werken en zal tevens overwegen richtsnoeren op te stellen om voor
een toereikende bescherming van schelpdierwateren te zorgen. De op één na belangrijkste vorm van druk
waaronder de ecologische toestand van de Europese wateren te lijden heeft (in 16
lidstaten), is de onttrekking van te grote waterhoeveelheden. Te ruime
toewijzingen van water aan gebruikers in stroomgebieden als gevolg van een
overschatting van de beschikbare hoeveelheden of als gevolg van economische of
politieke druk moet worden onderscheiden van het illegaal onttrekken van water
zonder vergunning of in strijd met de voorwaarden van een afgegeven vergunning. Om het probleem van een te ruime toewijzing
aan te kunnen pakken, moet het kwantitatieve waterbeheer in tal van
stroomgebieden in de EU op een betere maatstaf worden gebaseerd: namelijk op
die van een ecologisch verantwoord debiet, d.w.z. de hoeveelheid water
die nodig is om een goede ontwikkeling van het aquatische ecosysteem te
waarborgen en tegelijkertijd de diensten te leveren waarop de samenleving is
aangewezen. Hierbij is het van cruciaal belang te erkennen dat de
waterkwaliteit, maar ook de waterkwantiteit nauw verband houden met het concept
van een 'goede watertoestand'. Er bestaat echter nog geen definitie van
'ecologisch verantwoord debiet', noch is er sprake van een gemeenschappelijke
zienswijze wat betreft de wijze waarop het moet worden berekend, hoewel dit
voorwaarden zijn voor een consequente toepassing van die maatstaf. Om deze
lacune te dichten stelt de Commissie voor om richtsnoeren op te stellen
in het kader van de GUS voor de KRW en gebruik te maken van de open en op
inspraak gerichte procedures waarin deze strategie voorziet. Wanneer
overeenkomst is bereikt over een gemeenschappelijke definitie en een
methodologie voor de berekening dienen deze te worden toegepast in de volgende
ronde van stroomgebiedbeheersplannen, die tegen het einde van 2015 zal worden
aangenomen. Met betrekking tot illegale onttrekking[14] kan worden opgemerkt
dat het aan de lidstaten is om alle beschikbare middelen aan te wenden om de
Europese en nationale wetgeving te handhaven, maar dat het gebruik van
satellietbeelden en daarvan afgeleide informatie, zoals de gegevens verkregen in
het kader van het initiatief Global Monitoring for Environment and Security
(GMES), de lidstaten in aanzienlijke mate zouden helpen vast te stellen welke
gebieden zonder vergunning worden geïrrigeerd of meer worden geïrrigeerd dan
volgens de nationale vergunningen is toegestaan. Daarom stelt de Commissie voor
om samen te werken met de lidstaten die met het probleem van illegale
onttrekking te kampen hebben, teneinde GMES-diensten voor te stellen die
de op nationaal niveau beschikbare informatie voor de opsporing van illegale
onttrekking van water ten volle benutten. Tabel 1 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Ontwikkelen van GUS-richtsnoeren inzake op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen (groene infrastructuur) || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Groene pijler I van het GLB ter ondersteuning van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen (via ecologische aandachtsgebieden) || Commissie en lidstaten || Vanaf 2014 Gebruik van cohesie- en structuurfondsen en EIB-leningen ter ondersteuning van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen || Commissie, EIB en lidstaten || 2014-2021 Ontwikkeling van GUS-richtsnoeren inzake ecologisch verantwoord debiet (en waterrekeningen) || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Gebruik van GMES-dienst voor de opsporing van illegale onttrekking van water || Commissie en lidstaten || Vanaf 2013 2.2. Chemische toestand en
verontreiniging van Europese wateren: problemen en oplossingen De in de stroomgebiedbeheersplannen verstrekte
informatie over de chemische toestand van de Europese wateren is niet duidelijk
genoeg om 2009, het jaar van goedkeuring van de plannen, als referentiesituatie
vast te leggen. Weliswaar is de chemische kwaliteit van de waterlichamen in de
afgelopen 30 jaar op een aantal punten verbeterd, maar de situatie met
betrekking tot prioritaire stoffen – op basis waarvan de chemische toestand
overeenkomstig de KRW wordt beoordeeld – is slechter dan verwacht. Uit
de beoordeling van de chemische toestand komt naar voren dat de toestand
van een groot deel (ongeveer 40%) van de waterlichamen onbekend is. De
monitoring is in tal van lidstaten klaarblijkelijk onvolledig en ontoereikend,
met name doordat niet alle prioritaire stoffen worden gemonitord, doordat
slechts een zeer beperkt aantal waterlichamen wordt gemonitord en/of doordat
voor de monitoring van die stoffen een ongeschikt segment van het aquatisch
milieu wordt gekozen. Het nakomen van de monitoringverplichtingen
van de KRW is van essentieel belang voor een krachtige besluitvorming, vooral
gezien het feit dat de monitoringkosten van een veel lagere orde van grootte
zijn dan de kosten die verkeerde besluiten met zich brengen. Voor de invoering van de KRW heeft de EU
puntbronnen en diffuse bronnen van chemische en andere verontreiniging van het
aquatisch milieu aangepakt door verschillende wetgevingsbesluiten aan te nemen,
waaronder de richtlijn stedelijk afvalwater[15], de nitraatrichtlijn[16], de richtlijn
gewasbeschermingsmiddelen[17]
en de richtlijn industriële emissies[18].
Door deze richtlijnen worden de Europese wateren beschermd tegen
verontreiniging met nutriënten en/of andere chemische stoffen uit de landbouw,
huishoudens en de industrie. Hoewel belangrijke vooruitgang is geboekt bij
de tenuitvoerlegging van deze richtlijnen, is nog steeds geen sprake van
volledige naleving, waardoor ook de milieudoelstellingen van deze wetgeving nog
niet zijn bereikt. Diffuse bronnen en puntbronnen van verontreiniging zorgen
nog steeds voor een aanzienlijke belasting van het watermilieu in
respectievelijk ongeveer 38% en 22% van de waterlichamen in de EU. Eutrofiëring
als gevolg van een buitensporige toevoer van nutriënten blijft een grote
bedreiging voor een goede watertoestand; in ongeveer 30% van de waterlichamen
in 17 lidstaten werd een verrijking met nutriënten geconstateerd. Om deze
bedreigingen het hoofd te kunnen bieden, moeten de nitraatgevoelige zones
uitgebreid en actieprogramma's geïntensiveerd worden. Tevens is het belangrijk
om met betrekking tot de behandeling van afvalwater in grotere mate te voldoen
aan de richtlijn door investerings- en uitvoeringsplannen voor de lange termijn
te ontwikkelen (ook wat betreft EU-middelen en EIB-leningen). De nationale autoriteiten
dienen erop toe te zien dat de door hen afgegeven vergunningen voor industriële
emissies in emissiegrenswaarden voorzien die in overeenstemming zijn met de
beste beschikbare technieken en rekening houden met toepasselijke
waterdoelstellingen. In de EU-wetgeving inzake chemische stoffen
(REACH)[19]
en inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden[20] is de noodzaak erkend om de
risico's daarvan voor het aquatisch milieu te beoordelen en waar nodig
beperkingen aan het gebruik ervan te stellen of het gebruik volledig te
verbieden. In elk geval moeten maatregelen aan de bron de voorkeur krijgen
boven oplossingen achteraf (bestrijding van verontreiniging). De richtlijn inzake duurzaam gebruik van
pesticiden[21]
kon volgens de voorstellen van de Commissie voor de hervorming van het GLB
mogelijk worden opgenomen in het randvoorwaardenmechanisme. Een doeltreffende
handhaving van deze richtlijn zou een aanvulling vormen op de maatregelen die
op grond van de wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen worden genomen en
zou ertoe bijdragen de waterverontreiniging als gevolg van het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen verder te verminderen. In dit verband is het
belangrijk dat het voorstel van de Commissie om deze richtlijn in de
randvoorwaarden op te nemen, wordt gesteund. Wat betreft de wetgeving betreffende farmaceutische
producten wordt een onderscheid gemaakt tussen de milieubescherming in het
kader van de wetgeving inzake geneesmiddelen voor menselijk gebruik[22] en in het kader van de
wetgeving inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik[23]. Voor beide moeten de
milieurisico's worden beoordeeld en moet per geval worden overwogen of
beschermende maatregelen[24]
noodzakelijk zijn, maar alleen voor diergeneesmiddelen kan bij de toelating
rekening worden gehouden met milieuvraagstukken. De verontreiniging van het
milieu met residuen van farmaceutische producten is oprukkend probleem. De
Commissie moet een verslag presenteren over de omvang van dit probleem,
vergezeld van een beoordeling van de vraag of er al dan niet wijzigingen van de
Uniewetgeving inzake geneesmiddelen of andere toepasselijke Uniewetgeving
vereist zijn.[25]
Op basis van de beschikbare informatie heeft de Commissie op 31 januari 2012
een wijziging voorgesteld van de richtlijn inzake milieukwaliteitsnormen en de
kaderrichtlijn water[26], onder meer om 15 stoffen, waaronder drie geneesmiddelen, toe te
voegen aan de bij die richtlijnen vastgestelde lijst van prioritaire stoffen. Indien deze wijziging wordt aangenomen, komt de
kaderrichtlijn water een grotere rol toe bij de vaststelling van risico's voor of via het aquatische milieu. Tevens
zal de Commissie monitoringgegevens beschikbaar maken, die van nut zullen zijn
bij de ontwikkeling van verdere maatregelen. Tabel 2 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Kaderrichtlijn water: handhaving van rapportageverplichtingen || De Commissie || doorlopend Nitraatrichtlijn: uitbreiding van nitraatgevoelige zones en versterking van actieprogramma's || De lidstaten || doorlopend Richtlijn stedelijk afvalwater: verhoging van de mate waarin aan de richtlijn wordt voldaan door investeringsplanning op lange termijn (ook voor EU-middelen en EIB-leningen). Uitwerking van uitvoeringsplannen || De lidstaten (alsmede de Commissie voor EU-middelen en de EIB voor leningen) Commissie en lidstaten || 2018 2014 Richtlijn industriële emissies: waarborgen dat de afgegeven vergunningen voor industriële emissies in emissiegrenswaarden voorzien die in overeenstemming zijn met de beste beschikbare technieken en rekening houden met toepasselijke waterdoelstellingen. || De lidstaten || Vanaf 2016 Richtlijn inzake duurzaam gebruik van pesticiden: toevoeging van de richtlijn aan de randvoorwaarden van het GLB. || Raad, EP, Commissie || Zodra aan de in het Commissievoorstel genoemde voorwaarden is voldaan (d.w.z. niet eerder dan 2014). Farmaceutische producten: presenteren van een verslag over farmaceutische producten en het milieu. || Commissie || 2013 Richtlijn inzake milieukwaliteitsnormen: goedkeuring van het wijzigingsvoorstel van de Commissie. || Raad en EP || 2012-2013 2.3. Efficiëntie van het
watergebruik in de EU: problemen en oplossingen Een duurzaam gebruik van de Europese wateren,
met name in kwantitatief opzicht, is een grote uitdaging voor waterbeheerders,
gezien de wereldwijde impact van de klimaatverandering en demografische
ontwikkelingen. Het verslag over de waterstaat van het EMA vestigt de aandacht
op zorgwekkende trends waaruit een toename en verdere verspreiding van waterschaarste
en waterstress valt op te maken die in 2030 ongeveer de helft van de
stroomgebieden in de EU zullen treffen. Om deze ontwikkeling het hoofd te
kunnen bieden, moeten er naast een betere toewijzing van water op basis van een
ecologisch verantwoord debiet, waterefficiëntiemaatregelen komen om
water, en in veel gevallen ook energie, te besparen. In artikel 9 van de KRW is bepaald dat een prijsbeleid
moet worden ingevoerd dat prikkels voor efficiënt watergebruik biedt. De
prijsstelling is een krachtig instrument dat kan helpen de consumenten bewuster
te maken en dat niet alleen milieu-, maar ook economische voordelen oplevert en
innovatie bevordert. Meting van het watergebruik is een voorwaarde voor
een stimulerend prijsbeleid. In artikel 9 wordt tevens bepaald dat voor terugwinning van de kosten van waterdiensten,
(inclusief milieukosten en kosten van de hulpbronnen) moet worden gezorgd, met
inachtneming van het beginsel dat de vervuiler betaalt. In
de mededeling van de Commissie over waterschaarste en droogte van 2007[27] werden beleidsopties besproken
als "een correct prijskaartje voor water", "een efficiëntere
toewijzing van water" en "bevordering van waterefficiënte
technologieën en praktijken". Deze
waterefficiëntiemaatregelen sluiten aan bij de algemene doelstellingen van de Europa
2020-strategie inzake efficiënt gebruik van hulpbronnen[28]. Uit de evaluatie van het beleid ten aanzien
van waterschaarste en droogte is gebleken dat weinig vooruitgang is geboekt bij
de tenuitvoerlegging van de in de mededeling van 2007 genoemde beleidsinstrumenten.
In de evaluatie wordt gewezen op het grote onbenutte potentieel voor
waterefficiëntiemaatregelen in alle waterverbruikende sectoren (landbouw,
industrie, distributie, bouw en energieproductie). Door op
sectoraal niveau waterrekeningen in te voeren en streefdoelen voor efficiënt
watergebruik vast te leggen, zou volgens de evaluatie een betere basis worden
geboden voor effectieve en doelgerichte waterbeschermingsmaatregelen. Uit een doorlichting van de overeenkomstig de KRW opgestelde stroomgebiedbeheersplannen
komt naar voren dat het met de uitvoering van artikel 9 niet veel beter is
gesteld: nog niet in alle lidstaten en waterverbruikende sectoren is sprake van
een stimulerende en transparante prijsstelling, mede als gevolg van
ontoereikende meting van het watergebruik. Slechts 49% van de
stroomgebiedbeheersplannen voorziet in een wijziging van het waterprijsbeleid
om een efficiënter gebruik van water in de hand te werken, terwijl slechts 40%
van die plannen maatregelen ter bevordering van de meting van het watergebruik
omvatten. Wanneer geen prijskaartje
wordt verbonden aan een schaarse hulpbron als water, kan dit als subsidiëring
worden beschouwd die ook nog eens schadelijk is voor het milieu. Doordat
sommige lidstaten een restrictieve uitlegging aan het begrip 'waterdiensten'
geven, wordt bovendien de invoering van maatregelen voor de terugwinning van
kosten belemmerd voor zover het om andere diensten dan die met betrekking tot
drinkwater en water voor sanitair gebruik gaat[29].
Hierdoor wordt het effect van de desbetreffende bepalingen van de KRW
aanzienlijk beperkt. De Commissie zal handhavingsmaatregelen
blijven treffen om de naleving van artikel 9 van de KRW te verzekeren en zal
daarnaast trachten de tenuitvoerlegging te bevorderen door in het kader van de GUS
een document met richtsnoeren te ontwikkelen. In dit document zal vooral
worden ingegaan op de methodologie voor de raming van de kosten en baten van
watermaatregelen die de kosteneffectiviteit en de bredere invoering van
regelingen voor betaling voor ecosysteemdiensten moeten bevorderen. Hierdoor
worden de ontwikkeling van waterefficiëntiemaatregelen en de toepassing van het
beginsel dat de vervuiler betaalt vergemakkelijkt. Voorts wordt in de
Commissievoorstellen voor het Europees Fonds voor plattelandsontwikkeling en
het Cohesiefonds de mogelijkheid naar voren geschoven om van de invoering van
een waterprijsbeleid een ex-antevoorwaarde te maken voor het verkrijgen van
financiële steun. Indien deze voorstellen de nodige steun krijgen, wordt aldus
een extra prikkel voor een doeltreffend waterprijsbeleid gegeven. De Commissie heeft daarnaast een aantal andere
maatregelen aangewezen die het kwantitatieve waterbeheer en de efficiëntie van
het watergebruik in Europa in grote mate kunnen bevorderen en zodoende ook een
bijdrage kunnen leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen inzake
waterkwaliteit. Ten eerste heeft de Commissie in samenwerking
met het EMA waterrekeningen op stroomgebied- en substroomgebiedniveau
ontwikkeld. Weliswaar moeten deze rekeningen samen met de lidstaten en de
belanghebbenden nog verder worden uitgewerkt in het kader van de
gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie voor de KRW, maar zij vormen de
ontbrekende schakel in het waterbeheer in tal van stroomgebieden. Op grond van
de rekeningen kunnen de waterbeheerders bepalen hoeveel water een stroomgebied
in- en uitstroomt en hoeveel water realistisch gezien beschikbaar zal zijn en
kan worden toegewezen. De waterrekeningen vullen een hiaat door tot dusver
versnipperde en mondjesmaat beschikbare kennis samen te voegen. Indien de
rekeningen op brede schaal worden toegepast, kunnen zij in grote mate helpen
problemen in verband met waterschaarste op te lossen, bijvoorbeeld doordat zij
een betere analyse van structureel en incidenteel voorkomende vormen van
waterstress mogelijk maken en meer inzicht bieden ten behoeve van de
vaststelling van indicatoren. Waterrekeningen spelen ook een rol bij het
bepalen van het ecologisch verantwoord debiet, aangezien zij erop gericht zijn
te waarborgen dat rekening wordt gehouden met de behoeften van de natuur en dat
de waterbalans in een stroomgebied binnen ecologisch duurzame grenzen blijft.
Waterrekeningen op zich volstaan echter niet, aangezien zij slechts de basis
vormen voor te nemen maatregelen. Ter verhoging van
de efficiëntie van het watergebruik moeten ten tweede door de
stroomgebiedautoriteiten voor stroomgebieden waar zich waterstress voordoet of
zich naar verwachting kan voordoen, streefdoelen voor efficiënt watergebruik
worden vastgesteld op basis van waterstressindicatoren die in het
kader van het GUS-proces worden ontwikkeld en op stroomgebiedniveau worden
toegepast. Dergelijke streefdoelen moeten betrekking hebben op alle belangrijke
waterverbruikende sectoren (industrie, energieproductie, landbouw, huishoudens
enz.) en moeten nauw gekoppeld zijn aan de doelstelling van een goede
watertoestand. Deze doelen moeten worden nagestreefd en geflankeerd door het
bovengenoemde waterprijsbeleid, ter voorkoming van een mogelijk rebound effect
(waarbij verbeteringen op het gebied van efficiënt watergebruik tot een toename
in plaats van een afname van het watergebruik en -verbruik leiden). Tevens
kunnen zij een rol spelen bij het watertoewijzingsproces en bij de vastlegging
van doelstellingen in de stroomgebiedbeheersplannen. Dit kan water- en
energiebesparingen opleveren, bijdragen tot het behoud van waterecosystemen,
kosten verlagen en broeikasgasemissies verminderen. Om voor de nodige samenhang
en vergelijkbaarheid te zorgen, stelt de Commissie voor om een gemeenschappelijke
EU-methodologie te ontwikkelen voor het bepalen van streefdoelen voor
efficiënt watergebruik, die in het kader van de GUS dienen te worden
overeengekomen. Ten derde heeft de Commissie ter bevordering
van efficiënt watergebruik in de bouwsector een analyse gemaakt van de
beschikbare beleidsopties. Op basis hiervan heeft zij besloten om voor
belangrijke watergerelateerde producten vrijwillige criteria voor de
EU-milieukeur en voor groene EU-overheidsopdrachten[30] te ontwikkelen en watergerelateerde
producten in het werkplan inzake ecologisch ontwerp op te nemen, in
de in dat plan vastgestelde toepassingsgebied[31].
Deze optie heeft verschillende voordelen: zij biedt duidelijkheid aan de
consument, die in de toekomst op de markt enkel efficiëntere watergerelateerde
toestellen en producten zal aantreffen welke duidelijk zijn geëtiketteerd op
basis van hun efficiëntie; zij is gebaseerd op een toekomstgerichte aanpak die
niet in een aanpassing van voorzieningen in bestaande gebouwen, maar in een
geleidelijke vervanging op de markt van oudere door efficiëntere producten
voorziet; zij levert aanzienlijke energiebesparingen op, aangezien een groot
deel van het door huishoudens verbruikte water wordt verwarmd. De energiebesparingen voor kranen
en douches zullen in 2020 10,75 Mtoe bedragen, in 2030 het dubbele daarvan.
Deze besparingen komen neer op ongeveer 3,5% van het totale energieverbruik
door huishoudens in de EU-27, oftewel ongeveer 1% van het totale
energieverbruik in de EU-27. Op het gebied van de landbouw voorzien de
actuele Commissievoorstellen voor de hervorming van het GLB (in pijler
II inzake plattelandsontwikkeling) ten vierde in financieringsmogelijkheden ter
verhoging van de effectiviteit van irrigatie in overeenstemming met de
doelstellingen van de KRW en met vermijding van het rebound effect. Dit moet
onder meer worden bereikt door het watergebruik terug te dringen. De Commissie
spreekt de hoop uit dat deze maatregelen de nodige steun zullen krijgen en
worden opgenomen in de definitieve wetgevingsteksten inzake het GLB. Dit is
niet onbelangrijk, aangezien de landbouw verantwoordelijk is voor 24% van de
hoeveelheid water die aan de Europese waterlichamen wordt onttrokken. Dit lijkt
misschien weinig vergeleken met de 44% die in de vorm van koelwater wordt
onttrokken voor de energieproductie, maar het effect van de onttrekking voor
landbouwdoeleinden is veel groter. Bij de energieproductie wordt vrijwel al het
koelwater teruggeleid, terwijl dit in de landbouw slechts voor een derde van de
onttrokken hoeveelheid geldt[32]. Ten vijfde is de Commissie van mening dat het
probleem van het weglekken van water uit distributienetten alleen per
geval kan worden aangepakt, waarbij de economische en milieubaten van een
vermindering van het weglekken specifiek voor elke situatie moeten worden
beoordeeld. Deze kan namelijk binnen en tussen de lidstaten sterk verschillen,
daar het weglekpercentage uiteenloopt van 7% tot wel 50% of meer. De Commissie
is voornemens met de waterbedrijven in de EU samen te werken om de ontwikkeling
en verspreiding van goede praktijken met betrekking tot economisch
duurzame weglekpercentages (Sustainable Economic Leakage Levels – SELL) te
bespoedigen en meer algemeen een strategische visie te ontwerpen voor
toekomstige waterinfrastructuur, teneinde de aanpassing ervan aan
klimaatverandering en aan het steeds schaarser worden van de hulpbronnen, te
bevorderen. Tot slot moet de handel in water worden
genoemd, een instrument dat grotendeels buiten de EU wordt toegepast en dat
ertoe zou kunnen bijdragen de efficiëntie van het watergebruik te verhogen en
waterstress te verhelpen, mits een duurzame beperking van het totale
watergebruik wordt ingevoerd. De handel in water brengt nogal hoge
administratieve lasten met zich en is in beginsel alleen zinvol tussen
watergebruikers binnen één bepaald stroomgebied. Hoewel het niet zinvol is om
op EU-niveau een stelsel voor de handel in water op te zetten, stelt de
Commissie voor om GUS-richtsnoeren uit te werken om de ontwikkeling van
de waterhandel te vergemakkelijken in lidstaten die daarvan gebruik willen
maken. Tabel 3 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Handhaving van de verplichtingen van de KRW inzake waterprijsstelling en terugwinning van de kosten van waterdiensten, met inbegrip van meting van het watergebruik, voor zover van toepassing Van invoering van een waterprijsbeleid en de terugwinning van de kosten een ex ante-voorwaarde maken voor de steunverlening in het kader van het Europees Fonds voor plattelandsontwikkeling en het Cohesiefonds || De Commissie Raad, EP, Commissie || doorlopend Vanaf 2014 Ontwikkeling van GUS-richtsnoeren voor handelsregelingen en voor een kosten/baten-analyse || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Van de vermindering van het watergebruik een voorwaarde maken voor sommige irrigatieprojecten die in het kader van plattelandsontwikkeling worden gefinancierd || Raad, EP, Commissie || Vanaf 2014 Ontwikkeling van GUS-richtsnoeren inzake waterrekeningen (en ecologisch verantwoord debiet) || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Ontwikkeling van GUS-richtsnoeren inzake bepalen van streefdoelen voor efficiënt watergebruik || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Opnemen van watertoestellen in het werkplan inzake ecologisch ontwerp Ontwikkelen van vrijwillige criteria voor de EU-milieukeur en groene EU-overheidsopdrachten || Commissie || 2012 2013 Verspreiding van goede praktijken en instrumenten met het oog op de totstandbrenging van economisch duurzame weklegpercentages || Commissie, lidstaten en waterbedrijven || 2013 2.4. Kwetsbaarheid van de Europese
wateren problemen en oplossingen Uit de effectbeoordeling die met het oog op de
blauwdruk is uitgevoerd blijkt dat zowel het aantal gevallen waarin rivieren
droogvallen, alsook het aantal gevallen waarin schade door overstromingen wordt
berokkend, in de afgelopen decennia een opwaartse trend vertoont. Hieruit
blijkt nog eens de noodzaak van een verhoging van het aanpassingsvermogen van
het aquatisch ecosysteem aan het veranderende klimaat, dat naar alle
waarschijnlijkheid nog voor grotere druk zal zorgen in de vorm van hogere
watertemperaturen en invasieve uitheemse soorten. Tegelijkertijd moeten
maatregelen worden overwogen die op een geïntegreerde benadering voor
rampenbeheer zijn gebaseerd en specifiek zijn gericht op de bestrijding van de
gevolgen van extreme verschijnselen als droogten en overstromingen, die in de
afgelopen dertig jaar frequenter zijn geworden, qua intensiteit zijn toegenomen
en steeds grotere economische en milieuschade hebben aangericht. Volgens de overstromingsrichtlijn dienen
uiterlijk in 2015 overstromingsrisicobeheersplannen te worden opgesteld in
volledige coördinatie met de tweede ronde van stroomgebiedbeheersplannen, die
eveneens in 2015 moeten worden ingediend. Ook bij de ontwikkeling van
sectoroverschrijdende risicobeheersplannen en beheersplannen voor meervoudige
risico's ("multi hazard risk management plans") moet rekening worden
gehouden met de overstromingsrisicobeheersplannen. Dit zal hopelijk tot een
beter bodemgebruik en een beter ruimtelijke ordening leiden waarbij naar
behoren rekening wordt gehouden met klimaatverandering, rampbestendigheid en de
behoefte aan aanpassingen. [33] De aanleg van groene infrastructuur,
met name op het gebied van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentie
is een van de maatregelen die in grote mate kunnen bijdragen tot het beperken
van de negatieve gevolgen van overstromingen en droogten. Daartoe behoren onder
meer het herstellen van uiterwaarden en waterrijke gebieden, die gedurende
perioden met veel of buitensporige neerslag water kunnen vasthouden, dat
vervolgens in perioden van waterschaarste weer kan worden gebruikt. Groene
infrastructuur kan bijdragen tot het waarborgen van de verlening van
ecosysteemdiensten overeenkomstig de EU-strategie voor de biologische
diversiteit[34]. Het terugdringen van de bodemafdekking is een andere maatregel ter
vermindering van het overstromingsrisico[35].
Deze maatregelen dienen te worden geïntegreerd in zowel de
stroomgebiedbeheersplannen als de overstromingsrisicobeheersplannen en moeten
prioriteit krijgen bij de steunverlening in het kader van het GLB en de
cohesie- en structuurfondsen. De mededeling van de Commissie van 2007 over
waterschaarste en droogte bevatte naast een bespreking van de bovengenoemde
beleidsopties op het gebied van efficiënt watergebruik ook het voorstel om
"de aanleg van extra watervoorzieningsinfrastructuur" te overwegen. In de mededeling werd tevens een waterhiërarchie voorgesteld volgens
welke aanvullende opties voor de watervoorziening (bijv. ontzilting) alleen
dienen te worden overwogen wanneer alle andere mogelijkheden tot verbetering
van de efficiëntie aan de vraagzijde zijn uitgeput. Dit dient te worden
gebaseerd op een kosten-batenanalyse. In het overleg dat in de aanloop naar de
blauwdruk met de belanghebbenden is gevoerd, kwam een alternatieve optie voor
de watervoorziening – hergebruik van water voor irrigatie of industriële
doeleinden – naar voren die aandacht van de kant van de EU verdient.
Hergebruik van water (bijv. water afkomstig uit industriële of
zuiveringsinstallaties) heeft minder nadelige gevolgen voor het milieu dan
andere alternatieve vormen van watervoorziening (bijv. omleiding van water of
ontzilting), maar wordt in de EU slechts op beperkte schaal toegepast. Dit
lijkt te wijten te zijn aan het gebrek van gemeenschappelijke Europese milieu-
en gezondheidsnormen voor hergebruikt water en de potentiële belemmeringen van
het vrije verkeer van landbouwproducten die met hergebruikt water zijn
geïrrigeerd. De Commissie zal onderzoeken welk EU-instrument het meest
geschikt is voor de bevordering van hergebruik van water en daarbij ook
aandacht besteden aan een regeling voor de vaststelling van gemeenschappelijke
normen. In 2015 zal zij na uitvoering van een passende effectbeoordeling een
voorstel voorleggen om ervoor te zorgen dat een hoog niveau van bescherming van
de volksgezondheid en het milieu in de EU wordt gewaarborgd. Met betrekking tot droogten zal de Commissie
blijven werken aan de ontwikkeling van het Europees Waarnemingscentrum voor
droogte, dat moet fungeren als systeem voor vroege waarschuwing waarmee de
paraatheid van de lidstaten en de belanghebbenden wordt verhoogd. Voorts zal
zij toezien op de handhaving van de toepasselijke voorschriften van de KRW en
zal zij – in haar feedback op de eerste ronde van stroomgebiedbeheersplannen –
de lidstaten aanmoedigen het beheer van droogterisico's en
klimaatveranderingsaspecten beter te integreren in hun toekomstige
stroomgebiedbeheersplannen en er sterker rekening mee te houden bij de
ontwikkeling van sectoroverschrijdende risicobeheersplannen en beheersplannen
voor meervoudige risico's. Tabel 4 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Ontwikkelen van GUS-richtsnoeren inzake op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen (groene infrastructuur) || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Groene pijler I van het GLB ter ondersteuning van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen (via ecologische aandachtsgebieden) || Commissie en lidstaten || Vanaf 2014 Gebruik van cohesie- en structuurfondsen en EIB-leningen ter ondersteuning van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen || Commissie, EIB en lidstaten || 2014-2021 Handhaving van voorschriften van de KRW die van belang zijn voor het beheer van droogterisico's || Commissie || doorlopend Ontwikkelen van overstromingsrisicobeheersplannen || De lidstaten || 2015 Voorstellen van (regelgevings-)instrumenten inzake normen voor het hergebruik van water || Commissie || 2015 Verder ontwikkelen van het Europees Waarnemingscentrum voor droogte || Commissie || 2013-2014 2.5. Overkoepelende oplossingen De Commissie heeft een aantal overkoepelende
opties aangewezen ter bevordering van de doelstellingen van het waterbeleid van
de Unie. De innovatiepartnerschappen inzake water en inzake productiviteit en
duurzaamheid in de landbouw die eerder dit jaar werden gelanceerd[36], zullen bijdragen tot het vinden van oplossingen voor de uitdagingen
in verband met water waarmee steden, de industrie en de landbouw zich
geconfronteerd zien. Dit zal zowel in milieudoelstellingen
als in marktkansen resulteren. De in snel tempo groeiende wereldwijde watermarkt
zal in 2020 naar schatting een omvang van 1 biljoen euro bereiken. Door een
toename van de groei van de waterindustrie in Europa met 1% zouden tussen de 10 000
en 20 000 nieuwe banen kunnen worden gecreëerd. Door gebruik te maken van
de nieuwe, belangrijke marktmogelijkheden kan Europa op wereldniveau in
toenemende mate een leidende rol spelen in watergerelateerde innovatie en
technologie. De innovatiepartnerschappen zijn erop gericht koppelingen tussen
de vraag naar en het aanbod van innovatieve oplossingen te vergemakkelijken en
beproefde oplossingen te verspreiden, bijvoorbeeld door een elektronische
marktplaats te creëren en specifieke netwerken op te zetten. De andere overkoepelende opties kunnen globaal
in twee rubrieken worden ingedeeld: verbetering van de kennisbasis en verbetering
van de governance. Wat betreft de kennisbasis wordt door het waterinformatiesysteem
voor Europa (Water Information System for Europe — WISE) reeds een
indrukwekkende hoeveelheid gegevens over de watertoestand en het waterbeleid in
de hele EU verzameld. Toch bestaan er nog lacunes. Vaak is de informatie
versnipperd of is zij op de verschillende besluitvormingsniveaus niet altijd
even gemakkelijk toegankelijk. De Commissie stelt voor om dit instrument verder
te ontwikkelen en via de opeenvolgende uitvoeringsplannen te waarborgen dat het
volledig interoperabel is met de informatiesystemen die op nationaal en
Europees niveau worden toegepast, teneinde het inzicht in de aquatische
ecosystemen te verruimen. Met name zal de kennisbasis worden verbreed door de
ontwikkeling en uitvoering van INSPIRE[37],
SEIS[38]
en GMES alsmede door het wateronderzoek dat thans binnen het zevende
kaderprogramma voor onderzoek wordt verricht, en het toekomstige onderzoek in
het kader van het programma Horizon 2020[39].
Wat betreft waterstatistieken zal de Commissie voorstellen om in de verordeningen
inzake milieurekeningen en -statistieken[40]
informatievereisten op te nemen die zo goed mogelijk aansluiten op de behoeften
van het waterbeleid. In nauwe samenwerking met de lidstaten zal de Commissie er
ook naar streven de bij de waterwetgeving vastgestelde rapportagecycli te
harmoniseren om de administratieve lasten te verlichten. Hiertoe zal zij
voorstellen indienen voor een verdere integratie en, waar nodig, gerichte
wijzigingen van de toepasselijke wetgeving (KRW, nitraatrichtlijn, richtlijn
stedelijk afvalwater). Om de in verband met de blauwdruk uitgevoerde
effectbeoordeling verder te onderbouwen zal de Commissie steun blijven bieden
voor werkzaamheden gericht op de verbetering van de wetenschap-beleidinterface
en de verdere ontwikkeling van het door het Gemeenschappelijk Centrum voor
onderzoek (JRC) ontworpen hydro-economische model. Dit zal, in
coördinatie met andere instrumenten op nationaal of stroomgebiedniveau, tevens
bijdragen tot de evaluatie van de kosten en baten van de referentiescenario's
en de maatregelenprogramma's van de lidstaten. Op het vlak van governance stelt de Commissie
voor om in het kader van de GUS een eenvoudig systeem van collegiale toetsing
op vrijwillige basis op te zetten, dat de bevoegde autoriteiten van de
stroomgebieddistricten de mogelijkheid geeft om hun
ontwerp-stroomgebiedbeheersplannen ter beoordeling voor te leggen aan andere
districtsautoriteiten in dezelfde of in andere lidstaten. Dit zal naar
verwachting wederzijdse leerprocessen bevorderen, de kwaliteit van de plannen
verhogen en ervoor zorgen dat zij beter aan de voorschriften van de KRW
voldoen. Op basis van haar beoordeling van de eerste ronde van
stroomgebiedbeheersplannen kan de Commissie aangeven welke bevoegde
autoriteiten van de stroomgebieddistricten het meest bij een dergelijke
uitwisseling gebaat zijn. Als onderdeel van de hervorming van het GLB
heeft de Commissie voorgesteld specifieke voorschriften van de KRW op te
nemen in de randvoorwaarden van het GLB. Dit voorstel moet nog nader worden
uitgewerkt in gedelegeerde handelingen, maar zou, als het wordt aangenomen, op
het niveau van de landbouwbedrijven sterke prikkels bieden om de voorschriften
van de KRW na te leven, bijvoorbeeld wat betreft vergunningen voor het
onttrekken en opstuwen van water, om zo de druk op het watermilieu door de
landbouw aan te pakken. In het kader van de follow-up van de recente
mededeling van de Commissie inzake de tenuitvoerlegging van milieumaatregelen
van de EU[41]
werkt de Commissie momenteel aan de verscherping van de voorschriften inzake
inspecties en toezicht die voor de volledige EU-milieuwetgeving gelden. De
watersector is een van de gebieden waaraan in dit kader bijzondere aandacht
moet worden besteed. De Commissie zal eveneens onderzoeken hoe de naleving kan
worden verbeterd en inbreuken als de toewijzing van te grote hoeveelheden water
of de illegale onttrekking van water in de toekomst beter kunnen worden
tegengegaan door nauwer met de lidstaten samen te werken in de vorm van
partnerschapsovereenkomsten voor de tenuitvoerlegging. Reeds in het stappenplan voor efficiënt
hulpbronnengebruik in Europa werd benadrukt, dat water een schaarse hulpbron is
en dat een efficiënt gebruik ervan aanzienlijke economische voordelen oplevert
voor tal van economische sectoren. Waar passend zal de Commissie daarom in de jaarlijkse
groeianalyse en in de landenspecifieke aanbevelingen in het kader
van het Europese semester voor individuele lidstaten aandacht besteden
aan watergerelateerde aspecten. Voor derde landen zal zij dit doen in de
context van het toetredingsproces en de gestructureerde dialogen met de
buurlanden van de EU. Tot slot steunt de Commissie het gebruik van bewustmakingsinstrumenten
als voorlichtingscampagnes[42],
certificeringsstelsels[43]
en voetafdrukken[44],
teneinde watergebruikers prikkels te geven om een duurzame keuze te maken. De blauwdruk dient ertoe om een verbetering
van de aquatische ecosystemen op brede schaal te bereiken en zo een positieve
bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de doelstelling van de
EU-strategie voor biodiversiteit om tegen 2020 een halt toe te roepen aan het
verlies van biodiversiteit en de achteruitgang van ecosysteemdiensten in de EU
en de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten, voor zover dit haalbaar is, te
herstellen. De blauwdruk voorziet in een intensivering van
de maatregelen ter verhoging van de rampbestendigheid[45] en voor de aanpassing aan de
klimaatverandering[46]
en dient ter verwezenlijking van de watermijlpaal in het stappenplan voor
efficiënt hulpbronnengebruik. Aangezien druk als gevolg
van het bodemgebruik ook van grote invloed is op de toestand van het mariene
milieu, zal de blauwdruk bijdragen tot het bereiken van een goede
milieutoestand als bedoeld in de kaderrichtlijn mariene strategie[47], op voorwaarde dat wordt gezorgd voor een goede coördinatie met het
programma van maatregelen uit hoofde van de mariene strategie, dat uiterlijk in
2015 moet zijn ontwikkeld. Wat betreft grensoverschrijdende waterlichamen
zal de Commissie doorgaan met haar werkzaamheden die erop zijn gericht
kandidaat-lidstaten en buurlanden aan te moedigen hun wetgeving af te stemmen
op het milieu-acquis van de Unie, en deze landen technische bijstand te bieden. Tabel 5 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Invoering van innovatiepartnerschappen inzake water en inzake productiviteit en duurzaamheid in de landbouw || Commissie en belanghebbenden || Vanaf 2013 Uitbreiding van het waterinformatiesysteem voor Europa (WISE) || EMA, Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2015 Stroomlijning van de voorschriften voor rapportage en statistieken || EMA, Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2014 Uitwerking van het hydro-economische model || EMA, Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2013 Voortzetting van de werkzaamheden in het kader van de GUS inzake de wetenschap-beleidinterface || EMA, Commissie, lidstaten en belanghebbenden || doorlopend Opzetten en toepassen van een systeem voor wederzijdse toetsing van stroomgebiedbeheersplannen in het kader van de GUS || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || 2013-2016 Integratie van voorschriften van de KRW in de randvoorwaarden van het GLB || Raad, EP, Commissie || Zodra aan de in het Commissievoorstel genoemde voorwaarden is voldaan (d.w.z. niet eerder dan 2014). Indienen van een voorstel voor een wetgevingsinitiatief van de EU inzake inspecties en toezicht || De Commissie || 2013 Bestuderen van landenspecifieke aanbevelingen met betrekking tot water in het Europese semester || Commissie, Raad || 2013 Steunen van bewustmakingsinstrumenten inzake watergebruik (bijv. vrijwillige etiketterings- en certificeringsstelsels) || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || doorlopend 2.6. Mondiale aspecten Het zwaartepunt van de blauwdruk ligt in de
eerste plaats op de Europese wateren. Water is een lokale kwestie, maar ook een
mondiaal probleem dat verband houdt met tal van kwesties als voedselzekerheid,
verwoestijning, klimaatverandering, de gevolgen van natuurrampen en door de
mens veroorzaakte rampen enz., die allemaal een belangrijke economische,
sociale en veiligheidsdimensie hebben. De EU is op veel van deze gebieden
actief op grond van de verbintenissen die zij is aangegaan in het kader van de
Agenda 21, de drie Verdragen van Rio (inzake verwoestijning, klimaatverandering
en biologische diversiteit), de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD's)
met betrekking tot water, het uitvoeringsplan van Johannesburg en de meest
recente conferentie Rio+20. Deze activiteiten zullen voor de EU grote
prioriteit blijven behouden. Weliswaar heeft de wereld in 2011 de
millenniumontwikkelingsdoelstelling bereikt om het percentage mensen dat geen
duurzame toegang tot veilig drinkwater heeft, tegen 2015 te halveren, maar tal
van Afrikaanse landen hebben wat betreft de toegang tot water te weinig
vooruitgang geboekt. De wereld is nog steeds ver verwijderd van de
verwezenlijking van de MOD betreffende de toegang tot sanitaire voorzieningen,
aangezien 2,5 miljard mensen nog steeds verstoken zijn van goede sanitaire
voorzieningen. De groei van de bevolking en de uiteenlopende behoeften van
watergebruikers zullen tegen 2025 in een toename van de vraag naar water met 35
à 60% resulteren. De vraag kan tegen 2050 nog eens zijn verdubbeld[48]. Deze trends zullen nog worden aangewakkerd door de
klimaatverandering, met ernstige gevolgen voor de voedselzekerheid. Gezien de nieuwe richting die aan het
ontwikkelingsbeleid van de EU wordt gegeven[49],
en gezien de prioriteiten en strategieën van de ontwikkelingspartnerlanden en
–regio's van de EU, dient de nadruk van het waterbeheer in de
ontwikkelingssamenwerking door de EU op de volgende aspecten te komen liggen: ·
toegang tot veilig drinkwater en basale
sanitaire voorzieningen, wat door de Verenigde Naties
in 2010 tot mensenrecht is verklaard, wat in de verklaring van Rio+20 in 2012 werd
onderschreven;[50] ·
water voor economische groei en duurzame
ontwikkeling. De EU zal bijzondere aandacht besteden
aan de toewijzing en het gebruik van water in de industrie, aan duurzame
landbouw en aan de verbanden tussen water, landbouw, energie en het milieu. ·
watergovernance: Een
doeltreffende institutionele opzet ter bevordering van een goede
watergovernance op stroomgebiedniveau is van essentieel belang om aan de verplichting
van de verklaring van Rio+20 te kunnen voldoen om de tenuitvoerlegging van een
geïntegreerd beheer van waterbronnen voor zover nodig op alle niveaus
aanzienlijk te verbeteren. Goede governance en duurzaam waterbeheer op
regionaal en grensoverschrijdend niveau dragen er op grond van het verband
tussen water en veiligheid ook toe bij vrede en politieke stabiliteit te
waarborgen. Tevens zijn mechanismen voor de coördinatie
tussen de EU-partners en de partnerregio's nodig, die zouden kunnen worden
gebaseerd op het waterinitiatief van de EU (EUWI). Bij het verlenen van bijstand aan partnerlanden en –regio's dient
gebruik te worden gemaakt van de ervaringen en kennis die bij het waterbeheer
in de EU zijn opgedaan, met name bij de tenuitvoerlegging van de KRW. Het
innovatiepartnerschap van de EU inzake water zou tevens innovatieve oplossingen
voor waterproblemen in ontwikkelingslanden kunnen bieden en tot de verspreiding
van die oplossingen kunnen bijdragen. Virtueel water in ingevoerde landbouw- en industrieproducten uit
ontwikkelingslanden moet in aanmerking worden genomen in de waterbeheersplannen
voor partnerlanden en in het beleid van de EU. In dit verband dient de EU steun
te verlenen aan de ontwikkeling van duurzaam waterbeheer in exporterende landen,
onder meer door in het kader van het ontwikkelingsbeleid van de EU de
efficiëntie van het watergebruik te verhogen en de keuze van gewassen en andere
producten te optimaliseren. Tabel 6 Blauwdruk: voorgestelde maatregelen || Wie neemt de maatregelen? || Wanneer worden de maatregelen genomen? Steun voor de verbetering van de toegang tot veilig drinkwater en basale sanitaire voorzieningen || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || doorlopend vanaf 2014 Ondersteuning van geïntegreerd en duurzaam beheer van waterbronnen || Commissie, lidstaten en belanghebbenden || doorlopend vanaf 2014 3. Conclusies en vooruitzichten
voor het waterbeleid van de EU In de blauwdruk zijn de belangrijkste
maatregelen beschreven die door waterbeheerders en beleidsmakers moeten worden
genomen om de uitdagingen voor het aquatisch milieu het hoofd te kunnen bieden. De lidstaten kunnen en moeten de
tenuitvoerlegging van de KRW verbeteren en de hydromorfologische druk op de
Europese stroomgebieden verminderen door de riviercontinuïteit
te herstellen, bijvoorbeeld door de aanleg van groene infrastructuur. Hierdoor kan ook de kwetsbaarheid van de EU voor overstromingen en
droogten worden beperkt. Het GLB en de cohesie- en structuurfondsen voorzien in
mogelijkheden om de invoering van groene infrastructuur te financieren, met
name wanneer de bestaande voorstellen van de Commissie voor het MFK de nodige
steun krijgen. Tevens kunnen in het kader van de GUS richtsnoeren worden
ontwikkeld om de verwezenlijking van deze doelstelling te bevorderen. Te ruime toewijzingen van water moeten worden
gecorrigeerd en er moet rekening worden gehouden met de behoeften van de
natuur: het ecologisch verantwoord debiet. De Commissie zal in het kader van de
GUS werken aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke interpretatie van het
concept van het ecologisch verantwoord debiet en van methoden voor de
berekening ervan. Tijdens de werkzaamheden in verband met de blauwdruk heeft de
Commissie in samenwerking met het EMA waterrekeningen ontwikkeld die
waterbeheerders in staat zullen stellen de beschikbaarheid van water op het
niveau van stroomgebieden of substroomgebieden beter in kaart te brengen. Deze
instrumenten zullen uiteindelijk, na de nodige verfijning in het kader van de
GUS, een sterk verbeterde toewijzing van water mogelijk maken. Diffuse bronnen en puntbronnen van
verontreiniging vormen nog steeds een bedreiging voor de watertoestand in de
EU, ondanks alle vooruitgang die op basis van de wetgeving inzake nitraten, de
afvalwaterbehandeling, industriële emissies, prioritaire stoffen en
gewasbeschermingsmiddelen is geboekt. Deze wetgeving moet in ruimere mate
worden toegepast en de Commissie zal haar handhavingsmaatregelen dan ook
voortzetten. Er is weliswaar financiële steun van de EU beschikbaar, maar deze
kan alleen een aanvulling op en geen vervanging vormen van investeringsplannen
van de lidstaten en de particuliere sector die voor de lange termijn op deze
gebieden noodzakelijk zijn. Een efficiënt gebruik van water kan bijdragen
tot de vermindering van waterschaarste en de verlichting van waterstress. Een
op volumemetingen gebaseerd prijsstellingsbeleid is een krachtig instrument
voor de verhoging van de efficiëntie van het watergebruik, dat echter ondanks
de wettelijke voorschriften van de KRW nog niet volledig wordt benut. De
Commissie zal verder toezien op de handhaving van de voorschriften en
tegelijkertijd in het kader van de GUS werken aan een verbeterde methodologie
voor een passende terugwinning van de kosten van waterdiensten die zich ook
uitstrekt tot de milieukosten. Daarnaast stelt de Commissie voor om in de GUS
een gemeenschappelijke methodologie te ontwikkelen voor streefdoelen voor
efficiënt watergebruik die, waar nodig, dienen te worden geïntegreerd in de
stroomgebiedbeheersplannen. Een verhoging van de efficiëntie van het
watergebruik is in bepaalde sectoren bijzonder urgent. Op landbouwgebied
voorziet het voorstel van de Commissie voor pijler II van het GLB
(plattelandsontwikkeling) in steun voor de verhoging van de efficiëntie van
irrigatie, mits deze in een vermindering van het watergebruik resulteert. Met
betrekking tot gebouwen stelt de Commissie voor om watergerelateerde producten
op te nemen in het werkplan inzake ecologisch ontwerp, in het in dat plan
vastgestelde toepassingsgebied – een kostenefficiënte
oplossing die het extra voordeel van een aanzienlijke vermindering van het
energieverbruik kan hebben. De Commissie zal overwegen een
regelgevingsinstrument te ontwikkelen ter vaststelling van EU-normen voor het
hergebruik van water, om zo belemmeringen uit de weg te ruimen voor het gebruik
van deze alternatieve watervoorzieningsbron op brede schaal. Dit zou ertoe
bijdragen waterschaarste te verlichten en de kwetsbaarheid te verminderen. Met behulp van een aantal overkoepelende
instrumenten zal de uitvoering van de in het kader van de blauwdruk geplande
maatregelen worden ondersteund. De innovatiepartnerschappen inzake water en
inzake productiviteit en duurzaamheid in de landbouw
dienen ertoe de beproeving en verspreiding van innovatieve oplossingen te
ondersteunen door vraag en aanbod op innovatiegebied op elkaar af te stemmen. Het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek ontwikkelde
hydro-economische model zal waterbeheerders helpen de kosteneffectiviteit van
de in hun stroomgebiedbeheersplannen opgenomen maatregelen te beoordelen. Door
het waterinformatiesysteem voor Europa verder te
ontwikkelen en meer interoperabel te maken kunnen beleidsmakers gemakkelijker
toegang krijgen tot essentiële informatie. Er wordt een
systeem voor wederzijdse beoordeling ingevoerd om wederzijdse leerprocessen bij
de ontwikkeling van stroomgebiedbeheersplannen te bevorderen. Indien het
huidige GLB-voorstel van de Commissie wordt goedgekeurd, zal de integratie van
specifieke voorschriften van de KRW in de randvoorwaarden sterke prikkels
bieden om die voorschriften na te leven. Tot slot zou de Commissie in het kader
van het Europese semester landenspecifieke aanbevelingen kunnen doen voor
individuele lidstaten om maatregelen aan te wijzen die zowel economische als milieuvoordelen
opleveren. Aan het eind van de huidige onderhandelingen
over het MFK zal de Commissie een inventaris opmaken van de resultaten ervan en
vervolgens, mocht dit nodig blijken om de doelstellingen van het waterbeleid te
bereiken, aanvullende wetgevingsvoorstellen indienen, bijvoorbeeld met
betrekking tot de meting van het watergebruik, op
natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen en streefdoelen voor
efficiënt watergebruik. De uitvoering van de voorstellen van de
blauwdruk en het toezicht daarop zullen, waar passend, plaatsvinden op basis
van de gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie van de KRW. De Commissie zal de
voorstellen in dit kader presenteren en voor de nodige follow-up zorgen. De
Commissie zal een scorebord ontwikkelen en regelmatig bijwerken om de bij de
uitvoering gemaakte vorderingen te controleren. De KRW
moet uiterlijk in 2019 aan een herziening worden onderworpen en mogelijk worden
gewijzigd. Bij de voorbereiding op deze herziening zal de Commissie de stand
van de tenuitvoerlegging van alle aspecten van de blauwdruk in kaart brengen en
zo nodig wijzigingen van de richtlijn voorstellen om de verwezenlijking van de
daarin vervatte doelstellingen te bevorderen. Indien de vrijwillige aanpak
ontoereikend blijkt kan er met dergelijke wijzigingen voor worden gezorgd dat
sommige niet-bindende voorstellen van de blauwdruk in wettelijk bindende
voorschriften worden veranderd. In de blauwdruk zijn het doel van het
waterbeleid van de EU en de weg daarheen duidelijk uitgestippeld. Het bereiken
van dit doel is een kwestie politieke wil en engagement van de kant van de
belanghebbenden in de komende jaren. Tabel 7 – Overzicht van de in deze
mededeling beschreven voorstellen voor maatregelen in het kader van de
blauwdruk en tijdschema's voor de uitvoering ervan || Hoe worden ze bereikt? Specifieke doelstellingen van de blauwdruk || Vrijwillig || Regelgeving || Conditionaliteit || Prioritaire financiering Waterprijsbeleid ter stimulering van efficiënt gebruik || GUS-richtsnoeren inzake handelsstelsels (uiterlijk 2014) || Handhaving van artikel 9 van de KRW (doorlopend) || Ex ante-voorwaarden voor steunverlening uit het Europees Fonds voor plattelandsontwikkeling en het Cohesiefonds (vanaf 2014) || Meting van het watergebruik || || Handhaving van artikel 9 van de KRW (doorlopend) || || Vermindering van het waterverbruik in de landbouw || || || Voorwaarde voor steun voor bepaalde irrigatieprojecten uit het Europees Fonds voor plattelandsontwikkeling (vanaf 2014) || Tegengaan van het illegaal onttrekken/opstuwen van water || Toepassing van het GMES (vanaf 2013) || Mogelijk EU-initiatief inzake inspecties (2013) || Randvoorwaarden, zodra aan de in het Commissievoorstel genoemde voorwaarden is voldaan (d.w.z. niet eerder dan 2014). || Bewustmaking inzake watergebruik (bijv. met betrekking tot het virtuele water in wereldwijd verhandelde producten) || Ondersteuning van vrijwillige etiketterings- en certificeringsstelsels || || || Maximalisatie van het gebruik van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen (groene infrastructuur) || GUS-richtsnoeren (uiterlijk 2014) || || Vergroening van pijler I van het GLB (ecologische aandachtsgebieden) (vanaf 2014) || Cohesie- en structuurfondsen & EIB-leningen (2014-2021) Efficiënte watertoestellen in gebouwen || EU-milieukeur en groene EU-overheidsopdrachten: (2013) || werkplan inzake ecologisch ontwerp (2012) || || Vermindering van het weglekken van water in distributienetten || Goede praktijken en instrumenten inzake economisch duurzame weglekpercentages (2013) || || || Cohesie- en structuurfondsen & EIB-leningen (2014-2021) Maximalisatie van het hergebruik van water || || Mogelijke regelgeving (2015) || || Cohesie- en structuurfondsen & EIB-leningen (2014-2021) Verbetering van de governance || Wederzijdse beoordeling van stroomgebied-beheersplannen (2013-2016) || || || Invoering van waterrekeningen Invoering van het ecologisch verantwoord debiet Vaststellen van doelstellingen || GUS-richtsnoeren inzake waterrekeningen en ecologisch verantwoord debiet (uiterlijk 2014) GUS-richtsnoeren inzake doelstellingen (uiterlijk 2014) || || || Vermindering van overstromingsrisico's || Aanleg van groene infrastructuur (zie boven) European Flood Awareness System || Ontwikkelen van overstromingsrisicobeheersplannen (uiterlijk 2015) || || Vermindering van droogterisico's || Aanleg van groene infrastructuur (zie boven) Europees Waarnemingscentrum voor droogte (2013-2014) || Handhaving van de voorschriften van de KRW (doorlopend) || || Betere raming van kosten en baten || GUS-richtsnoeren (uiterlijk 2014) || || || Bredere kennisbasis || Uitbreiding van het waterinformatiesysteem voor Europa (uiterlijk 2015) Hydro-economisch model van het JRC (uiterlijk 2013) Activiteiten inzake de wetenschap-beleidinterface in het kader van de GUS (doorlopend) || Voorschriften inzake rapportage en statistieken (uiterlijk 2014) || || Steun voor ontwikkelingslanden || || || || Steun voor de verbetering van de toegang tot veilig drinkwater en basale sanitaire voorzieningen Ondersteuning van geïntegreerd en duurzaam beheer van waterbronnen (doorlopend en vanaf 2014-2021) Aanpakken van verontreiniging || Verslag inzake farmaceutische stoffen en het milieu (2013) || Gerichte versterking van de KRW, de richtlijn milieukwaliteitsnormen, de nitraatrichtlijn, de richtlijn stedelijk afvalwater en de richtlijn industriële emissies, met speciale aandacht voor: 1. Toezicht op de naleving van de voorschriften van de KRW en de richtlijn milieukwaliteitsnormen. 2. Uitbreiding van nitraatgevoelige zones en versterking van actieprogramma's (doorlopend). 3. Verhoging van de mate waarin aan de richtlijn wordt voldaan door investeringsplanning op lange termijn (ook voor EU-middelen en EIB-leningen) (uiterlijk 2018, opstelling van uitvoeringsplannen uiterlijk in 2014). 4. Waarborgen dat de afgegeven vergunningen voor industriële emissies in emissiegrenswaarden voorzien die in overeenstemming zijn met de beste beschikbare technieken en rekening houden met relevante waterdoelstellingen (vanaf 2016). Goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van de richtlijn milieukwaliteitsnormen || Integratie van de richtlijn inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het randvoorwaarden-mechanisme van het GLB, zodra aan de in het Commissievoorstel genoemde voorwaarden is voldaan (d.w.z. niet eerder dan 2014). || Overkoepelende maatregelen || Innovatiepartnerschappen inzake water en inzake productiviteit en duurzaamheid in de landbouw vanaf 2013 || Algehele handhaving van de KRW, de richtlijn milieukwaliteitsnormen, de nitraatrichtlijn, de richtlijn stedelijk afvalwater en de richtlijn industriële emissies || Mogelijke aanbevelingen in het kader van het Europese semester (2013) || Algemene toekenning van prioriteit aan waterdoelstellingen bij steunverlening in het kader van het GLB, de cohesie- en structuurfondsen en EIB-leningen (2014-2021) [1] Charting our water future, verslag van de 2030
Water Resources Group: http://www.mckinsey.com/client_service/sustainability/latest_thinking/charting_our_water_future. [2] http://www.eea.europa.eu/themes/water/publications-2012. [3] Verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van
de kaderrichtlijn water (2000/60/EG) – stroomgebiedbeheersplannen, en de
mededeling van de Commissie over het verslag inzake de toetsing van het
EU-beleid inzake waterschaarste en droogte, die samen met deze blauwdruk zijn
goedgekeurd. [4] Werkdocument van de diensten van de Commissie inzake de
'fitness check' van het zoetwaterbeleid van de EU. [5] Werkdocument van de diensten van de Commissie –
effectbeoordeling, begeleidend document bij de mededeling van de Commissie
"Blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren", waarin een
volledige lijst is opgenomen van de studies waarop de blauwdruk is gebaseerd. [6] Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2012
inzake de uitvoering van de EU-waterwetgeving in afwachting van een
noodzakelijke algemene aanpak van de Europese uitdagingen op het gebied van
water,
http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2012-0273&language=NL&ring=A7-2012-0192.
Zie ook het advies van het Comité van de Regio's (30 juni 2011) over "De rol
van regionale en lokale overheden in de bevordering van een duurzaam
waterbeheer", http://www.toad.cor.europa.eu/ViewDoc.aspx?doc=cdr%5cenve-v%5cdossiers%5cenve-v-008%5cEN%5cCDR5-2011_REV2_PAC_EN.doc&docid=2770279,
en het advies van het Europees Economische en Sociaal Comité van 15 juni 2011
over de "Verwerking van
waterbeleid in al het andere beleid van de Europese Unie", http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.nat-opinions.18788. [7] Richtlijn 2000/60/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader
voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid. PB L 327 van 22.10.2000. [8] Zogeheten hydromorfologische druk, die rond 40% van de
waterlichamen treft. [9] Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001
betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen
en programma's (PB L 197 van 21.7.2001). [10] Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985
betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere
projecten (PB L 175 van 5.7.1985), zoals gewijzigd. De Commissie gaat ervan uit
dat de komende herziening van de MEB-richtlijn ook zal bijdragen tot de
verwezenlijking van de doelstellingen van het waterbeleid, doordat uitvoeriger
zal worden stilgestaan bij de effecten voor de watertoestand. [11] Zie "WFD and Hydro-morphological pressures Policy
Paper, Focus on hydropower, navigation and flood defence activities -
Recommendations for better policy integration": http://circa.europa.eu/Public/irc/env/wfd/library?l=/framework_directive/thematic_documents/hydromorphology/hydromorphology/_EN_1.0_&a=d. [12] Zie bijvoorbeeld: International Convention for the
Protection of the Danube River, Joint Statement on Navigation, http://www.icpdr.org/main/sites/default/files/Joint_Statement_FINAL.pdf.
[13] http://ec.europa.eu/budget/reform/commission-proposals-for-the-multiannual-financial-framework-2014-2020/index_en.htm. [14] Het is moeilijk om betrouwbare cijfers over illegale
onttrekking te geven, maar volgens het Spaanse ministerie van Milieuzaken waren
er in 2006 510 000 illegale waterbronnen in Spanje (WWF, "Illegal
water use in Spain. Causes, effects and solutions", mei 2006). [15] Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake
de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135 van 30.5.91). [16] Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake
de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische
bronnen (PB L 375 van 31.12.91). [17] Richtlijn 91/414/EEG van de Raad
betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van
19.8.1991, ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees
Parlement en de Raad (PB L 309 van 24.11.2009). [18] Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad
inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PB L 28 van 29.1.2008);
deze richtlijn zal worden vervangen door Richtlijn 2010/75/EU van het Europees
Parlement en de Raad inzake industriële emissies (PB L 334 van 17.12.2010). [19] Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement
en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de
autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot
oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende
wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG)
nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede
Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG
en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396/1 van 30.12.2006). [20] Richtlijn 98/8/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123
van 24.4.1998); deze richtlijn zal worden vervangen door Verordening (EU)
nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de
markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012). [21] Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de
Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter
verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009). [22] Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad
tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor
menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001). [23] Richtlijn 2001/82/EG van het Europees
Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende
geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001). [24] Richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 31 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van
een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB
L 136 van 30.4.2004). [25] Zie overweging 6 van Richtlijn 2010/84/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking
betreft, van Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek
betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 348 van 31.12.2010);
en overweging 3 van Verordening (EU) nr. 1235/2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking
van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004
tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van
vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en
diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees
Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende
geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010). [26] Voorstel voor een richtlijn van het
Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijnen 2000/60/EG en 2008/105/EG
betreffende prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid (COM(2011) 876 van. 31.1.2012). [27] Mededeling van de Commissie aan het
Europees Parlement en de Raad "De aanpak van waterschaarste en droogte in de
Europese Unie" (COM(2007) 414 van 18.7.2007). [28] Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa
(COM(2011) 571 van 20.9.2011. [29] Naar aanleiding van een klacht heeft de Commissie tegen
negen lidstaten een inbreukprocedure ingeleid vanwege een te restrictieve
uitlegging van het begrip 'waterdiensten'. [30] EU-milieukeur: http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/;
groene EU-overheidsopdrachten: http://ec.europa.eu/environment/gpp/index_en.htm. [31] Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van
eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285
van 31.10.2009); Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere
hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van
energiegerelateerde producten (PB L 153 van 18.6.2010). [32] http://www.eea.europa.eu/articles/the-water-we-eat. [33] De Commissie heeft het European Flood Awareness System
ontwikkeld als doeltreffend instrument om de paraatheid met betrekking tot
transnationale overstromingen in Europa te verhogen. Dit instrument is
ingevoerd in het kader van de GMES Emergency Management Service (GIO EMS). [34] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de
Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's
"Onze levensverzekering, ons natuurlijk kapitaal: een
EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020" (COM(2011) 244 van 3.5.2011). [35] Werkdocument van de diensten van de Commissie
"Guidelines on best practice to limit, mitigate or compensate soil
sealing" (SWD(2012) 101 final/2 van 15.5.2012). [36] Mededeling van de Commissie betreffende het Europees
innovatiepartnerschap inzake water (COM(2012) 216
definitief van 10.5.2012). Mededeling van de Commissie over het Europees Innovatiepartnerschap "Productiviteit en
duurzaamheid in de landbouw" (COM(2012) 79 definitief van 29.2.2012). [37] Zie http://inspire.jrc.ec.europa.eu/. [38] Zie http://ec.europa.eu/environment/seis/. [39] Zie http://ec.europa.eu/research/horizon2020/index_en.cfm.
[40] Verordening (EU) nr. 691/2011 van het Europees
Parlement en de Raad inzake Europese milieu-economische rekeningen (PB L 192
van 22.7.2011). [41] Mededeling van de Commissie "Meer
voordelen door EU-milieumaatregelen: vertrouwen kweken door de kennis en de
reactiecapaciteit te verbeteren" (COM(2012) 95 final van 7.3.2012). [42] Zie de voorlichtingscampagne "Generation Awake":
http://www.generationawake.eu/nl. [43] Zie het "European Water Stewardship": http://www.ewp.eu/activities/water-stewardship/. [44] Zie ISO: http://www.iso.org/iso/catalogue_detail?csnumber=43263. [45] Mededeling van de Commissie "Een communautaire aanpak
van de preventie van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen"
(COM (2009) 82 definitief). [46] De Commissie werkt momenteel aan de ontwikkeling van een
geïntegreerde Europese aanpassingsstrategie, die in 2013 zal worden
gepresenteerd. [47] Richtlijn 2008/56/EG tot vaststelling van een kader voor
communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene
milieu (PB L 164 van 25.6.2008). [48] Europees Ontwikkelingsverslag 2011/2012: http://ec.europa.eu/europeaid/what/development-policies/research-development/erd-2011-2012_en.htm. [49] Een agenda voor verandering – COM (2011) 637 definitief,
aangenomen op 13 oktober 2011. [50] Zie http://www.uncsd2012.org/index.html.