This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0510
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL A Roadmap towards a Banking Union
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een routekaart naar een bankenunie
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een routekaart naar een bankenunie
/* COM/2012/0510 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een routekaart naar een bankenunie /* COM/2012/0510 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een routekaart naar een bankenunie 1. Inleiding Gedurende de afgelopen vier jaar heeft de EU
gedecideerd op de economische en financiële crisis gereageerd. Er zijn
significante verbeteringen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU)
aangebracht en er wordt momenteel een substantiële financiële hervormingsagenda
uitgevoerd, waarbij verbintenissen worden vervuld die in de G20 als reactie op
de financiële crisis zijn aangegaan en die tot doel hebben de financiële
instellingen en markten stabieler, competitiever en veerkrachtiger te maken[1]. Het voltooien van deze hervorming van het
EU-regelgevingskader is essentieel, maar zal niet voldoende zijn om
significante bedreigingen van de financiële stabiliteit in heel de Economische
en Monetaire Unie succesvol aan te pakken. Verdere stappen zijn nodig om de
specifieke risico's binnen de eurozone, waar samengevoegde monetaire
verantwoordelijkheden nauwe economische en financiële integratie hebben aangemoedigd
en de mogelijkheid van grensoverschrijdende overloopeffecten bij bankcrises
hebben vergroot, aan te pakken en om de koppeling tussen overheidsschuld en
bankenschuld en de vicieuze cirkel te doorbreken die ertoe geleid heeft dat
meer dan 4,5 biljoen EUR geld van de belastingbetalers is gebruikt om
banken in de EU te redden. Coördinatie tussen toezichthouders is vitaal, maar
uit de crisis is gebleken dat loutere coördinatie, met name in de context van
een eenheidsmunt, niet voldoende is en dat er behoefte is aan
gemeenschappelijke besluitvorming. Het is ook belangrijk het toenemende risico
van fragmentatie van de EU-bankenmarkt te verkleinen, dat de eengemaakte markt
voor financiële diensten significant ondermijnt en de effectieve overdracht van
het monetaire beleid naar de reële economie in heel de eurozone verslechtert. De Commissie heeft
dan ook om de instelling van een bankenunie verzocht[2] om de banksector op gezondere
voet te brengen en het vertrouwen in de euro te herstellen als onderdeel van een
langeretermijnvisie voor economische en budgettaire integratie. Het verschuiven
van het toezicht op banken naar het Europese niveau is een kernelement van dit
proces, dat vervolgens met andere stappen moet worden gecombineerd zoals een
gemeenschappelijk systeem voor depositobescherming en geïntegreerd
bankencrisisbeheer. Het verslag van de voorzitters van de Europese Raad, de
Commissie, de Eurogroep en de Europese Centrale Bank (ECB) van 26 juni 2012[3] heeft deze visie bevestigd. Het
Europees Parlement van zijn kant heeft stappen in dezelfde richting aanbevolen,
bijvoorbeeld in zijn verslag van juli 2010 over grensoverschrijdend
crisisbeheer in de banksector[4].
Een en ander is ook bevestigd door de top van de eurozone van 29 juni 2012[5]. Garanderen dat bankentoezicht en –afwikkeling
in heel de eurozone aan strenge normen voldoen, zal de burgers en de markten
geruststellen dat een gemeenschappelijk, hoog niveau van prudentiële
regelgeving consistent voor alle banken geldt. Als banken in de toekomst in
moeilijkheden geraken, moet het publiek er vertrouwen in hebben dat
noodlijdende banken zullen worden geherstructureerd of gesloten en de kosten
voor de belastingbetaler zullen worden geminimaliseerd. Dit toekomstige systeem
zal bijdragen tot het opbouwen van het noodzakelijke vertrouwen tussen de
lidstaten, hetgeen een eerste vereiste is voor de invoering van alle
gemeenschappelijke financiële regelingen om depositohouders te beschermen en
een ordelijke afwikkeling van failliet gaande banken te ondersteunen. De voorliggende mededeling vergezelt twee
wetgevingsvoorstellen, respectievelijk betreffende de instelling van een
gemeenschappelijk toezichtmechanisme door het verlenen van specifiek taken aan
de ECB met betrekking tot beleid in verband met het prudentiële toezicht op
kredietinstellingen en betreffende aanpassingen van de verordening tot
oprichting van de Europese Bankautoriteit (EBA)[6].
Deze wetgevingsvoorstellen markeren een eerste belangrijke stap die een
kwalitatieve verbetering in de financiële stabiliteit en het vertrouwen in de
eurozone in het bijzonder zal vormen. Voorliggende mededeling plaatst het
algemene toezichtmechanisme in zijn context en beschrijft verdere werkzaamheden
voor een bankenunie naast deze eerste voorstellen. 2. De bankenunie en de eengemaakte markt De eengemaakte markt voor financiële diensten
is gebaseerd op gemeenschappelijke regels die garanderen dat banken en andere
financiële instellingen die uit hoofde van het Verdrag rechten van vrije
vestiging en vrije verrichting van diensten genieten in heel de EU aan
equivalente regels en behoorlijk toezicht zijn onderworpen. De oprichting van de bankenunie mag de eenheid
en integriteit van de eengemaakte markt niet in gevaar brengen, die een van de
grootste verwezenlijkingen van de Europese integratie blijft. Feitelijk berust
de bankenunie op de voltooiing van het programma voor substantiële
regelgevingshervorming dat voor de eengemaakte markt aan de gang is (het “gemeenschappelijk
rulebook”). De eengemaakte markt en de bankenunie zijn
aldus elkaar wederzijds versterkende processen. De werkzaamheden om de
eengemaakte markt te versterken, moeten worden voortgezet op alle bestaande
gebieden waarvoor de voorstellen van de Commissie gelden. Bovendien moeten deze werkzaamheden op drie
gebieden die specifiek relevant zijn voor de bankenunie worden versneld en moet
vóór eind 2012 tussen de medewetgevers een akkoord over de relevante
voorstellen worden bereikt. –
Er zijn strengere prudentiële vereisten voor banken
voorgesteld. Met haar voorstellen betreffende kapitaalvereisten voor banken
("CRD4")[7]
is de Commissie het proces gestart van uitvoering van de nieuwe mondiale
standaarden betreffende kapitaal en liquiditeit van banken. De instelling van
het gemeenschappelijk toezichtmechanisme vereist in principe geen wezenlijke
wijzigingen van de voorgestelde verordening en richtlijn, hoewel op een beperkt
aantal gebieden enige finetuning vereist kan zijn om de nieuwe situatie te
weerspiegelen. Tijdens de laatste fases van de CRD4-onderhandelingen zal de Commissie
bijzondere aandacht eraan besteden ervoor te zorgen dat de overeengekomen
teksten technisch verenigbaar zijn met de voorgestelde verordening tot
oprichting van het gemeenschappelijke toezichtmechanisme, en zal zij vanuit dit
perspectief met het Europees Parlement en de Raad samenwerken. Daarbij zal er
met name ook voor moeten worden gezorgd dat alle bepalingen van de voorgestelde
CRD4-richtlijn operationeel zijn voor toepassing zowel op nationaal niveau als
door de ECB. –
Met ingang van 31 december 2010 is de dekking van
de nationale depositogarantiestelsels (DGS) reeds opgetrokken tot een
geharmoniseerd niveau van 100 000 EUR per depositohouder, per instelling. In
juli 2010 heeft de Commissie voorgesteld[8]
verdere stappen te zetten met de harmonisering en vereenvoudiging van de
beschermde deposito's, snellere uitbetalingen en verbeterde financiering, met
name door middel van financiering vooraf van de depositogarantiestelsels
waarvoor betaald wordt middels bijdragen van banken en een verplichte
leenfaciliteit tussen nationale stelsels binnen vaste limieten. –
Het op 6 juni 2012 aangenomen voorstel van de
Commissie inzake instrumenten voor het herstel en de afwikkeling van banken die
in een crisissituatie verkeren[9],
is het meest recente in een reeks van voorgestelde maatregelen om het Europese
bankwezen te versterken en, mocht er in de toekomst een nieuwe financiële
crisis uitbreken, te voorkomen dat partijen als depositohouders en
belastingbetalers daarvan schade ondervinden. Om te garanderen dat de financiële
stabiliteit wordt ondersteund terwijl aandeelhouders en crediteuren van de
banken hun volledige deel van de bankverliezen en herkapitalisatiekosten
dragen, heeft de Commissie een gemeenschappelijk kader van regels en
bevoegdheden voorgesteld. Dit zal de lidstaten helpen te voorkomen dat
bankcrises in de eerste plaats ontstaan en, als dergelijke bankcrises zich toch
nog voordoen, deze op een meer ordelijke en effectieve wijze te beheren. De
lidstaten zouden verplicht worden een voorafgaand afwikkelingsfonds op te
richten waarvoor wordt betaald middels bijdragen van banken, en er wordt
voorzien in een, opnieuw aan duidelijke limieten onderworpen, verplichte
leenfaciliteit tussen nationale stelsels. Deze regels zullen dan ook op heel de
eengemaakte markt een gemeenschappelijk fundament vormen waarop de voorstellen
betreffende de bankenunie kunnen voortbouwen. Dit gemeenschappelijk rulebook is
nodig voor de stabiliteit en integriteit van de interne markt in financiële
diensten van de EU. Het levert een gemeenschappelijke grondslag die een stap
naar de bankenunie mogelijk maakt zonder enig risico van fragmentering van de
eengemaakte markt. Vlugge voltooiing tegen het einde van het jaar van de
onvoltooide hervormingen inzake kapitaalvereisten, depositogarantiestelsels en
bankafwikkeling door de medewetgevers is dan ook van het grootste belang. Ook moeten deze regels in de hele Unie op
dezelfde wijze worden toegepast middels coherent en convergent toezicht op de
kredietinstellingen door de nationale toezichthouders en de ECB. De Europese
Bankautoriteit (EBA) speelt een cruciale rol in het voldoen aan deze
doelstelling, meer bepaald middels het geheel van instrumenten en bevoegdheden
in de verordening waarbij zij is opgericht (het behandelen van inbreuken op het
uniale recht, bemiddeling, bindende technische normen, richtsnoeren en
aanbevelingen). Het is daarom, om een gemeenschappelijk rechtskader en een
gemeenschappelijke toezichtcultuur in heel de Unie op te bouwen, cruciaal dat
de EBA ten volle haar rol speelt. Om elke divergentie tussen de eurozone en de
rest van de EU te vermijden, moet het gemeenschappelijke rulebook door uniforme
toezichtpraktijken worden ondersteund. Verschillen in toezichthandboeken en
toezichtbenaderingen tussen de lidstaten die aan het gemeenschappelijke
toezichtmechanisme deelnemen en de andere lidstaten creëren een risico van
fragmentatie van de eengemaakte markt aangezien de banken de verschillen zouden
kunnen benutten om aan regelgevingsarbitrage te doen. De EBA dient een
gemeenschappelijk toezichthandboek te ontwikkelen om het gemeenschappelijke
rulebook aan te vullen. Alle door de ECB aangenomen maatregelen –
bijvoorbeeld om nadere verduidelijking te brengen betreffende de wijze waarop
het prudentieel toezicht in de context van de middels het gemeenschappelijk
toezichtmechanisme gecreëerde specifieke toezichtstructuur wordt uitgevoerd –
moeten in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk rulebook inclusief de
technische normen die bij door de Europese Commissie aangenomen gedelegeerde
handelingen zijn vastgesteld. Ten slotte moet worden opgemerkt dat het voorstel
van vandaag het huidige evenwicht tussen lidstaten van herkomst en lidstaten
van ontvangst in stand houdt, inclusief ten aanzien van deelname aan
toezichtcolleges. De effectieve impact en implicaties van het
gemeenschappelijk toezichtmechanisme op de operationele werking van de EBA
zullen nader worden onderzocht bij de komende evaluatie betreffende de werking
van de Europese toezichthoudende autoriteiten die door de Commissie tegen 2
januari 2014 moet worden ingediend[10].
In die context zal de Commissie met name onderzoeken of de rol van de EBA met
betrekking tot stresstestoefeningen moet worden versterkt, om te vermijden dat
de autoriteit te afhankelijk wordt van informatie en bijdragen van die
autoriteiten welke bevoegd zijn voor het beoordelen van de effectieve
veerkracht van de banksector in heel Unie. Parallel hieraan zal de Commissie doorgaan met
het versterken van de financiële stabiliteit en het zorgen voor een gelijk
speelveld op de eengemaakte EU-bankenmarkt middels haar controle op staatssteun
en conditionaliteit voor economische aanpassingssteun. Kernacties De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad tegen eind 2012 een akkoord te bereiken over: i) de CRD4-voorstellen om deze zowel voor de eengemaakte markt als binnen de context van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme te doen gelden; ii) het voorstel voor een richtlijn betreffende depositogarantiestelsels als door de Commissie voorgesteld; iii) het voorstel voor een richtlijn betreffende bankherstel en –afwikkeling. 3. Voltooiing van de bankenunie Zoals door de Commissie[11] vóór de Europese Raad van juni
2012 en in het verslag van de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie,
de Eurogroep en de Europese Centrale Bank van 26 juni 2012[12] aangekondigd, zal het
voltooien van de bankenunie verdere werkzaamheden vereisen voor de
totstandbrenging van een gemeenschappelijk toezichtmechanisme, een
gemeenschappelijk systeem voor depositogaranties en een geïntegreerd
crisisbeheerkader. De instelling van het gemeenschappelijk toezichtmechanisme
is een cruciale en significante eerste stap. 3.1. Een gemeenschappelijk
toezichtmechanisme Het gemeenschappelijk toezichtmechanisme dat
de Commissie vandaag voorstelt, is gebaseerd op de overdracht naar het Europese
niveau van specifieke kerntoezichttaken betreffende banken die in de lidstaten
van de eurozone zijn gevestigd. Hoewel zij de eindverantwoordelijkheid behoudt,
zou de ECB haar taken uitoefenen binnen het gemeenschappelijke
toezichtmechanisme dat bestaat uit de ECB en de nationale toezichtautoriteiten.
Deze structuur zal sterk en consistent toezicht in heel de eurozone garanderen
onder optimale gebruikmaking van de plaatselijke en specifieke know-how van nationale
toezichthouders. Dit zal ervoor zorgen dat de toezichthouders goed op de hoogte
blijven van alle nationale en lokale voorwaarden die relevant zijn voor
stabiliteit. De Commissie stelt ook een mechanisme voor dat lidstaten die de
euro niet hebben aangenomen, maar aan het gemeenschappelijk toezichtmechanisme
zouden willen deelnemen, in staat stelt nauw met de ECB samen te werken. Uit hoofde van het gemeenschappelijk
toezichtmechanisme wordt de ECB verantwoordelijk voor het toezien op alle
banken binnen de bankenunie, waarop zij het gemeenschappelijke rulebook zal
toepassen dat voor de hele eengemaakte markt geldt. De recente ervaring leert
dat moeilijkheden, zelfs bij relatief kleine banken, significante negatieve
effecten op de financiële stabiliteit van lidstaten kunnen hebben. Vanaf de
eerste dag zal de ECB dan ook bevoegd zijn om als zij dat beslist het toezicht
op elke bank in de eurozone over te nemen, met name als de bank publieke steun
ontvangt. Voor alle andere banken zal het ECB-toezicht automatisch infaseren:
op 1 juli 2013 voor de meest significante Europese systeemkritische banken, en
op 1 januari 2014 voor alle andere banken. Tegen 1 januari 2014 zullen alle
banken in de eurozone dan ook onder Europees toezicht komen. Aan de ECB worden specifieke kerntoezichttaken
verleend die onontbeerlijk zijn om te garanderen dat de risico’s worden ontdekt
die de levensvatbaarheid van banken bedreigen. Zij zal bevoegd zijn om de
banken te verplichten de noodzakelijke verhelpende actie te ondernemen. De ECB
zal onder meer de bevoegde autoriteit zijn voor het verlenen van een vergunning
aan kredietinstellingen, het beoordelen van gekwalificeerde deelnemingen, het
zorgen voor naleving van de minimumkapitaalvereisten, het zorgen voor de
toereikendheid van het interne kapitaal in verhouding tot het risicoprofiel van
een kredietinstelling (“pijler 2-maatregelen), het uitoefenen van toezicht op
geconsolideerde basis en toezichttaken met betrekking tot financiële
conglomeraten. De ECB zal ook de naleving verzekeren van bepalingen betreffende
hefboom en liquiditeit, kapitaalbuffers toepassen en, in coördinatie met de
afwikkelingsautoriteiten, vroegtijdige interventiemaatregelen uitvoeren wanneer
een bank inbreuk maakt op of op het punt staat inbreuk te maken op de toetsingsvermogensvereisten.
De ECB zal met de noodzakelijke onderzoeks- en
toezichtbevoegdheden bekleed zijn om haar taken uit te voeren Er is in actieve
betrokkenheid van de nationale toezichthouders binnen het SSM voorzien om de
vlotte en efficiënte voorbereiding en uitvoering van toezichtbeslissingen
alsook de noodzakelijke coördinatie en informatiestroom betreffende kwesties
met zowel een lokale als een Europese reikwijdte te garanderen teneinde
financiële stabiliteit in heel de Unie en in haar lidstaten te verzekeren. Alle niet uitdrukkelijk aan de ECB toegekende
taken zullen bij de nationale toezichthouders blijven. Zo blijven de nationale
toezichthouders belast met consumentenbescherming en de strijd tegen het
witwassen van geld en met het toezicht op kredietinstellingen uit derde landen
die binnen een lidstaat bijkantoren oprichten of grensoverschrijdende diensten
aanbieden. De ECB moet in staat
zijn haar nieuwe toezichttaken volledig onafhankelijk uit te voeren terwijl zij
ten volle verantwoordelijk is voor haar acties. Het voorstel van de Commissie
bevat sterke waarborgen betreffende verantwoordingsplicht, met name tegenover
het Europees Parlement en de Raad, om democratische legitimiteit te garanderen.
Bovendien omvat het voorstel een aantal organisatorische beginselen om
duidelijke scheiding tussen monetair beleid en toezicht te garanderen. Daardoor
zullen potentiële conflicten tussen verschillende beleidsdoelstellingen beperkt
worden terwijl bovendien ten volle van synergieën zal kunnen worden geprofiteerd.
Alle voorbereidende activiteiten en beleidsuitvoering zullen bijgevolg door van
de monetaire beleidstaken gescheiden organen en administratieve afdelingen
worden uitgevoerd via een binnen de ECB met dit uitdrukkelijke doel opgerichte
raad van toezicht. Ten slotte zullen de
voorgestelde wijzigingen van de EBA-verordening garanderen dat de EBA haar
opdracht ten aanzien van alle lidstaten effectief kan blijven vervullen. Met
name zal de EBA haar bevoegdheden en taken ook ten aanzien van de ECB uitoefenen.
De stemregelingen binnen de EBA zullen worden aangepast om ervoor te zorgen dat
de besluitvormingsstructuren van de EBA evenwichtig en effectief blijven, de
standpunten van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die aan het
gemeenschappelijk toezichtmechanisme deelnemen en die welke daar niet aan
deelnemen, weerspiegelen en daardoor de integriteit van de eengemaakte markt
ten volle wordt beschermd. Wijzigingen van de stemregelingen zijn gericht op
die gebieden waar de EBA bindende beslissingen betreffende de toepassing van
het gemeenschappelijk rulebook neemt wanneer zij zich bezighoudt met inbreuken
op het recht en meningsverschillen beslecht. Op andere gebieden worden de
bestaande procedurele waarborgen als voldoende beschouwd om evenwichtige en
effectieve besluitvorming op die gebieden te garanderen. Zo worden ontwerpen
van technische normen aan de Commissie voorgelegd ter fine van aanneming en kan
de Commissie besluiten deze niet te bevestigen of deze te wijzigen, met name
wanneer zij niet volledig in overeenstemming zijn met de fundamentele
beginselen van de interne markt voor financiële diensten. Ten slotte is in de
ontwerpverordening tot wijziging van Verordening 1093/2010 een gerichte
toetsingsclausule opgenomen om met name met alle ontwikkelingen in het aantal
lidstaten waarvan de valuta de euro is of waarvan de bevoegde autoriteiten een
nauwe samenwerking zijn aangegaan rekening te houden en te onderzoeken of in
het licht van dergelijke ontwikkelingen verdere aanpassingen van die bepalingen
noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat EBA-beslissingen worden genomen in
het belang van het in stand houden en versterken van de interne markt voor
financiële diensten. Kernacties De Commissie verzoekt: i) de Raad dringend het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij aan de ECB specifieke taken worden opgedragen op het gebied van het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen in overweging te nemen en aan te nemen, met inachtneming van het advies van het Europees Parlement; ii) het Europees Parlement en de Raad het voorstel tot wijziging van Verordening 1093/2010 tot oprichting van de EBA dringend in overweging te nemen en aan te nemen. Voor eind 2012 moet een akkoord over deze twee voorstellen worden bereikt. 3.2. Volgende stappen in het
beheer van bankcrises De mondiale financiële integratie en de
eengemaakte EU-markt hebben de banksector in staat gesteld in sommige lidstaten
vaak sneller te groeien dan het bbp, wat tot instellingen heeft geleid die uit
hoofde van de bestaande nationale regelingen “te groot zijn om failliet te
gaan” en “te groot zijn om te redden”. Anderzijds
leert de ervaring dat het faillissement van zelfs relatief kleine banken
grensoverschrijdende systeemschade kan veroorzaken. Voorts
kunnen grensoverschrijdende bankruns nationale banksystemen op kritieke wijze
verzwakken, de begrotingspositie van de overheid verder beschadigen en de
financieringsproblemen voor beide verhaasten. Versterkt toezicht binnen de bankenunie zal
bijdragen tot het verbeteren van de robuustheid van banken. Als niettemin een crisis plaatsvindt, is het
noodzakelijk ervoor te zorgen dat instellingen op ordelijke wijze kunnen worden
afgewikkeld en dat depositohouders zeker zijn dat hun spaargeld veilig is. Tegen deze achtergrond heeft de Commissie
onderstreept[13] dat een bankenunie een meer gecentraliseerd beheer van bankcrises moet
omvatten. Ook het Europees Parlement heeft om
vooruitgang op dit gebied verzocht. De
noodzaak van gemeenschappelijke mechanismen om banken af te wikkelen en de
deposito’s van cliënten te garanderen, komt ook ter sprake in het verslag van
de voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese
Centrale Bank van 26 juni 2012[14]. Bijgevolg overweegt de Commissie met name een
voorstel te doen voor een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme dat de
afwikkeling van banken zou leiden en meer bepaald de toepassing van
afwikkelingsinstrumenten op banken binnen de bankenunie zou coördineren. Dit mechanisme zou, met name bij
grensoverschrijdende faillissementen, efficiënter zijn dan een netwerk van
nationale afwikkelingsautoriteiten gezien de noodzaak van snelheid en
geloofwaardigheid bij het aanpakken van bankcrises. Het
zou een natuurlijk complement zijn van de oprichting van een gemeenschappelijk
toezichtmechanisme. Ook zou het significante
schaalvoordelen met zich mee brengen en de negatieve externe effecten vermijden
die uit louter nationale beslissingen kunnen voortkomen. Het zou overeenkomstig de in het gemeenschappelijk rulebook
beschreven afwikkelingsbeginselen die in overeenstemming zijn met de
internationale beste praktijk en met inachtneming van de uniale
staatssteunregels zijn beslissingen nemen. Met
name de aandeelhouders en crediteuren dienen de kosten van afwikkeling te
dragen alvorens enige externe financiering wordt verleend, en er moeten
privésectoroplossingen worden gevonden in plaats van het geld van de
belastingbetalers te gebruiken. Bovendien, en op basis van een beoordeling van
de werking ervan, kunnen aan een dergelijk gemeenschappelijk
afwikkelingsmechanisme ook verdere taken van coördinatie betreffende het beheer
van crisissituaties en afwikkelingsinstrumenten in de banksector worden
toevertrouwd, als aangegeven in het verslag dat op 26 juni 2012 door de
voorzitters van de Europese Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Europese
Centrale Bank is gepresenteerd. Kernacties Zodra een akkoord over de bestaande DGS- en bankherstel- en –afwikkelingsvoorstellen is bereikt, overweegt de Commissie met name een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme voor te stellen om banken af te wikkelen en de toepassing van afwikkelingsinstrumenten op banken uit hoofde van de bankenunie te coördineren. 4. Volgende stappen De Europese Unie beschikt over de middelen om
haar huidige zwakke punten aan te pakken en de bankenunie op te richten als een
essentiële stap naar een echte Economische en Monetaire Unie. De Commissie verzoekt het Europees Parlement
en de Raad: –
hun volle steun aan de bankenunie te verlenen en de
in deze mededeling beschreven oriëntaties en routekaart te bevestigen; –
in het wetgevingsproces de hoogste prioriteit te
verlenen aan de acties die noodzakelijk zijn om de bankenunie tot stand te
brengen; –
zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor het
einde van het jaar de op tafel liggende voorstellen af te ronden betreffende: –
depositogarantiestelsels; –
toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en
het prudentiële toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
(CRD); –
prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en
beleggingsondernemingen (CRR); –
een kader voor het herstel en de afwikkeling van
kredietinstellingen en beleggingsondernemingen; –
het opdragen van bepaalde taken aan de ECB
betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen; –
wijziging van een aantal bepalingen van de
EBA-verordening. Met de voorliggende mededeling en de
vergezellende wetgevingsvoorstellen heeft de Commissie vlug en verantwoordelijk
gehandeld als reactie op het door de Europese Raad en de staats- en
regeringsleiders van de eurozone eind juni verleende mandaat. Andere
instellingen dienen nu hun deel te doen om ervoor te zorgen dan het
gemeenschappelijk toezichtmechanisme tegen 1 januari 2013 wordt ingesteld. [1] http://ec.europa.eu/internal_market/finances/policy/map_reform_en.htm
[2] http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/president/news/archives/2012/06/20120626_speeches_2_en.htm [3] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf [4] Resolutie van het Europees Parlement van 7 juli 2010 met
aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende
crisisbeheersing in de banksector (2010/2006(INI)). [5] De Commissie zal binnenkort op basis van artikel 127,
lid 6, voorstellen formuleren voor één enkel toezichtmechanisme. Wij vragen de
Raad om die voorstellen met spoed, nog voor eind 2012, te overwegen. Wanneer er
een doelmatig enkelvoudig toezichtmechanisme, waarbij ook de ECB is betrokken,
voor de banken in de eurozone is ingevoerd, zou het ESM op grond van een
reguliere beslissing de mogelijkheid kunnen hebben banken rechtstreeks te
herkapitaliseren. Het systeem zal op passende voorwaarden steunen, zoals
naleving van regelgeving voor staatssteun, die moeten gelden voor een
specifieke instelling of sector of voor de hele economie en moeten worden
geformaliseerd in een memorandum van overeenstemming. http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/131364.pdf
[6] Verordening (EU) nr. 1093/2010. [7] http://ec.europa.eu/internal_market/bank/regcapital/new_proposals_en.htm
[8] http://ec.europa.eu/internal_market/bank/docs/guarantee/200914_en.pdf
[9] http://ec.europa.eu/internal_market/bank/crisis_management/index_en.htm
[10] Ingevolge artikel 81 van de verordeningen tot oprichting
van de Europese toezichtautoriteiten [Verordening (EU) nr. 1093/2010,
Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010]. [11] http://ec.europa.eu/europe2020/banking-union/index_en.htm
[12] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf [13] http://ec.europa.eu/europe2020/banking-union/index_en.htm
[14] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/131201.pdf