Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021O0889

    Richtsnoer (EU) 2021/889 van de Europese Centrale Bank van 6 mei 2021 tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2015/510 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2021/23)

    PB L 196 van 3.6.2021, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2021/889/oj

    3.6.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 196/1


    RICHTSNOER (EU) 2021/889 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

    van 6 mei 2021

    tot wijziging van Richtsnoer (EU) 2015/510 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2021/23)

    De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

    Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 3.1, het eerste streepje, artikel 9.2, artikel 12.1, artikel 14.3, artikel 18.2 en artikel 20, de eerste alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verwezenlijking van een gemeenschappelijk monetair beleid vergt de definitie van instrumenten en procedures die door het Eurosysteem worden gebruikt, teneinde dat beleid in de lidstaten die de euro als munt hebben uniform ten uitvoer te leggen.

    (2)

    Naleving van eigenvermogensvereisten vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het vaststellen van de financiële soliditeit van instellingen overeenkomstig artikel 55, punt c), van Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (1).

    (3)

    Overeenkomstig artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn kredietinstellingen onderworpen aan de volgende eigenvermogensvereisten: tier 1-kernkapitaalratio, tier 1-kapitaalratio, totale kapitaalratio. Met ingang van 28 juni 2021 zullen kredietinstellingen onderworpen worden aan een aanvullend eigenvermogensvereiste, namelijk de krachtens artikel 1, punt 46, van Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en van de Raad (3) ingevoerde hefboomratio, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 2, van die verordening.

    (4)

    Derhalve moet Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijzigingen

    Artikel 158, leden 2 en 3, van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) worden vervangen door:

    “2.   Uit overwegingen van prudentieel handelen wordt de toegang tot monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem automatisch beperkt voor wederpartijen die onderworpen zijn aan het in artikel 55, punt b), i), genoemde toezicht, maar die op individuele en/of geconsolideerde basis niet voldoen aan de in Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgestelde eigenvermogensvereisten, zulks in overeenstemming met de toezichtvereisten, en wederpartijen die onderworpen zijn aan toezicht van een vergelijkbare standaard als bedoeld in artikel 55, punt b), iii), maar die op individuele en/of geconsolideerde basis niet voldoen aan vereisten die vergelijkbaar zijn met de in Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgelegde eigenvermogensvereisten. De beperking is evenredig aan het toegangsniveau tot monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, zoals bestaand op het moment dat deze niet-naleving aan het Eurosysteem ter kennis wordt gebracht. Deze beperking doet geen afbreuk aan andere discretionaire maatregelen die het Eurosysteem kan nemen. Indien binnen 20 weken na de referentiedatum van de gegevensverzameling waarin de niet-naleving werd vastgesteld de naleving van de eigenvermogensvereisten niet is hersteld door adequate en tijdige maatregelen, wordt de toegang van de wederpartijen tot de monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem automatisch opgeschort uit overwegingen van prudentieel handelen.

    3.   In het kader van de beoordeling van de financiële soliditeit van een wederpartij krachtens artikel 55, punt c), en onverminderd andere discretionaire maatregelen, kan het Eurosysteem uit overwegingen van prudentieel handelen de toegang van de volgende wederpartijen tot monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem beperken:

    a)

    wederpartijen waarvoor de informatie betreffende kapitaal- en/of hefboomratio’s krachtens Verordening (EU) nr. 575/2013 onvolledig is of niet tijdig en uiterlijk binnen 14 weken te rekenen vanaf het einde van het relevante kwartaal aan de betrokken NCB en de ECB ter beschikking werd gesteld;

    b)

    wederpartijen die krachtens Verordening (EU) nr. 575/2013 geen kapitaal en hefboomratio’s moeten rapporteren, maar waarvoor informatie van een vergelijkbare standaard als bedoeld in artikel 55, punt b), iii), onvolledig is of niet tijdig en uiterlijk binnen 14 weken te rekenen vanaf het einde van het relevante kwartaal, aan de betrokken NCB en de ECB ter beschikking werd gesteld.

    De toegang wordt hersteld zodra de relevante informatie ter beschikking werd gesteld van de betrokken NCB en nadat is vastgesteld dat de wederpartij voldoet aan het criterium van financiële soliditeit overeenkomstig artikel 55, punt c). Indien de relevante informatie niet uiterlijk 20 weken na het einde van het desbetreffende kwartaal beschikbaar werd gesteld, wordt de toegang van de tegenpartij tot monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem automatisch opgeschort uit overwegingen van prudentieel handelen.”.

    Artikel 2

    Vankrachtwording en implementatie

    1.   Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.

    2.   De nationale centrale banken de lidstaten die de euro als munt hebben nemen de nodige maatregelen om aan dit richtsnoer te voldoen en passen die maatregelen met ingang 28 juni 2021 toe. Zij stellen de Europese Centrale Bank (ECB) uiterlijk op 1 juni 2021 in kennis van de met die maatregelen verband houdende teksten en middelen.

    Artikel 3

    Geadresseerden

    Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

    Gedaan te Frankfurt am Main, 6 mei 2021.

    Voor de Raad van bestuur van de ECB

    De president van de ECB

    Christine LAGARDE


    (1)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (richtsnoer algemene documentatie) (ECB/2014/60)(PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

    (2)  Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartije, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1).


    Top