Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R2124

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)

C/2019/7003

PB L 321 van 12.12.2019, p. 73–98 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/2124/oj

12.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/73


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/2124 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2019

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 50, lid 4, artikel 51, lid 1, onder a) tot en met d), artikel 77, lid 1, onder c) en j) en artikel 77, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad legt het kader vast voor officiële controles en andere officiële activiteiten ter verificatie van de naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie. Dat kader omvat officiële controles van dieren en goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen via aangewezen grenscontroleposten.

(2)

Krachtens artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd regels vast te stellen tot vaststelling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder het verplicht is zendingen van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten, planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bij doorvoer via de Unie, tot aan de plaats van bestemming vergezeld moeten gaan van het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB).

(3)

Krachtens artikel 51, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd regels vast te stellen ter bepaling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten van grenscontroleposten het verdere vervoer van zendingen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong, planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, van die verordening naar hun eindbestemming kunnen toestaan in afwachting van de resultaten van de materiële controles.

(4)

Krachtens artikel 51, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd regels vast te stellen ter bepaling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de overeenstemmingscontroles en materiële controles van overgeladen zendingen en van dieren die over zee of door de lucht aankomen en voor verder vervoer aan boord van hetzelfde vervoermiddel blijven, aan een andere grenscontrolepost dan de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie kunnen worden uitgevoerd. Teneinde overgeladen zendingen doeltreffend te controleren, moeten de termijnen worden vastgesteld waarbinnen de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost die documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles moeten uitvoeren.

(5)

Krachtens artikel 51, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2017/625 is de Commissie bevoegd regels vast te stellen ter bepaling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder doorvoer door de Unie van zendingen van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten, planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 toegestaan moet worden. In dat punt is ook bepaald dat de Commissie voorschriften vaststelt voor bepaalde officiële controles die voor dergelijke zendingen aan grenscontroleposten moeten worden uitgevoerd, met inbegrip van de gevallen waarin en voorwaarden waaronder goederen tijdelijk in douane-entrepots, entrepots in vrije zones, opslagruimten voor tijdelijke opslag en entrepots die gespecialiseerd zijn in levering aan militaire bases van de NAVO of de VS worden opgeslagen.

(6)

Het moet de bevoegde autoriteiten van grenscontroleposten worden toegestaan het verdere vervoer naar de plaats van eindbestemming van zendingen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die vallen onder de in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde maatregelen en van zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) en e), van die verordening, in afwachting van de resultaten van laboratoriumanalyses en -tests toe te staan. De levensmiddelen en diervoeders waaruit dergelijke zendingen bestaan, kunnen voorkomen op de overeenkomstig artikel 47, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde lijst van goederen waarvoor een tijdelijke verhoging van de officiële controles geldt bij het punt van binnenkomst in de Unie, of onderworpen zijn aan een noodmaatregel waarin is voorzien in handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2), of onderworpen zijn aan aanvullende voorwaarden voor binnenkomst in de Unie waarin is voorzien in handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 126 van Verordening (EU) 2017/625 of aan bijzondere maatregelen betreffende hun binnenkomst in de Unie waarin is voorzien in handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 128 van Verordening (EU) 2017/625.

(7)

Om een behoorlijke beheersing van de risico’s te waarborgen, moet de vergunning voor het verdere vervoer onderhevig zijn aan voorwaarden. Om de mogelijke risico’s voor de gezondheid van mensen of planten te beperken, moeten zendingen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die vallen onder de in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde maatregelen, en zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) en e), van die verordening in afwachting van de resultaten van laboratoriumanalyses en -tests worden vervoerd naar, en opgeslagen in, door de lidstaten aangewezen voorzieningen voor verder vervoer op de eindbestemming.

(8)

Deze voorzieningen voor verder vervoer moeten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) gemachtigde, aangewezen of goedgekeurde douane-entrepots of opslagruimten voor tijdelijke opslag zijn en moeten, om de hygiëne van levensmiddelen en diervoeders te waarborgen, overeenkomstig respectievelijk Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad (5) bij de bevoegde autoriteiten zijn geregistreerd.

(9)

Zendingen dieren uit derde landen die door de lucht of over zee aankomen, op hetzelfde vervoermiddel naar een derde land of een andere lidstaat worden doorgevoerd en bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht of om door de Unie te worden doorgevoerd, brengen minder risico’s met zich mee dan andere zendingen dieren, met inbegrip van zendingen die in havens of luchthavens zijn overgeladen. Daarom moeten de overeenstemmingscontroles en materiële controles van deze dieren aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie worden uitgevoerd, tenzij niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels wordt vermoed. Bovendien moeten documentencontroles aan grenscontroleposten worden uitgevoerd, waaronder aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie waar de dieren voor officiële controles worden aangeboden en waar zij de Unie binnenkomen voor het in de handel brengen op of de doorvoer door het grondgebied van de Unie.

(10)

Lange reizen met hetzelfde vervoermiddel kunnen een schadelijke uitwerking hebben op het welzijn van dieren. Om te voldoen aan de voorschriften inzake het welzijn van dieren tijdens het vervoer moeten de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (6) van toepassing zijn totdat de zending van dieren de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie bereikt.

(11)

Om de introductie van dierziekten in de Unie te voorkomen, moeten documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles worden uitgevoerd op overgeladen zendingen van dieren in havens of luchthavens bij de grenscontrolepost waar de eerste overlading plaatsvindt.

(12)

Rekening houdend met de risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren in verband met overgeladen zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten, en met het belang van efficiënte officiële controles van dergelijke zendingen, moeten er termijnen worden vastgesteld waarna documentencontroles door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading moeten worden verricht. De tijd voor de overladingsperiode moet worden berekend vanaf het moment dat de zending bij de haven of luchthaven van de lidstaat aankomt. Indien niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels wordt vermoed, moeten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uitvoeren.

(13)

Met het oog op de efficiëntie van de officiële controles en rekening houdend met de risico’s voor de gezondheid van planten die verbonden zijn aan overgeladen zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) en e), van Verordening (EU) 2017/625, moeten er termijnen worden vastgesteld waarna documentencontroles door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading kunnen worden verricht. De tijd voor de overladingsperiode moet worden berekend vanaf het moment dat de zending bij de haven of luchthaven van de lidstaat aankomt. Indien niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels wordt vermoed, moeten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uitvoeren.

(14)

Voorts moet worden bepaald dat, tenzij alle controles op overgeladen zendingen planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) en e), van Verordening (EU) 2017/625 die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, bij de grenscontrolepost van overlading op grond van een vermoeden van niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels zijn uitgevoerd, de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles moeten uitvoeren.

(15)

Om de administratieve lasten te beperken, moeten de voor de overgeladen zendingen verantwoordelijke exploitanten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost kunnen informeren over de identificatie en locatie van de goederen in de haven of luchthaven, het geschatte tijdstip van aankomst, het geschatte tijdstip van vertrek en de bestemming van hun zending. In zulke gevallen moeten de lidstaten beschikken over een informatiesysteem dat hen in staat stelt de door de exploitanten verstrekte informatie te raadplegen en na te gaan of de termijnen voor de uitvoering van de documentencontroles niet zijn overschreden.

(16)

Levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die vallen onder de maatregelen of handelingen als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 en die worden overgeladen van een vaar- of vliegtuig onder douanetoezicht naar een ander vaar- of vliegtuig in dezelfde haven of luchthaven, brengen beperkte risico’s voor de diergezondheid en de volksgezondheid met zich mee. Daarom moet worden bepaald dat documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles in zulke gevallen niet aan de grenscontrolepost van overlading, maar in een later stadium moeten plaatsvinden, aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie. Bijgevolg moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant een voorafgaande kennisgeving doen van de aankomst van de zendingen door het desbetreffende deel van het GGB in het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) in te vullen en in te dienen, voor toezending aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst.

(17)

Met het oog op de bescherming van de gezondheid en het welzijn van dieren moeten zendingen van dieren die van een derde land door het grondgebied van de Unie onder douanetoezicht naar een ander derde land worden doorgevoerd, aan de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie worden onderworpen aan documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, en mag de doorvoer alleen worden toegestaan indien de zendingen die controles met succes doorlopen.

(18)

Met het oog op de bescherming van de gezondheid van mens en dier moeten zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten die van een derde land door het grondgebied van de Unie naar een ander derde land worden doorgevoerd, worden onderworpen aan documenten- en overeenstemmingscontroles aan de grenscontrolepost. Voor dit soort doorvoer moeten voorwaarden gelden, waaronder het met succes doorstaan van de controles aan de grenscontrolepost, om te waarborgen dat de risico’s aan de grens en tijdens de doorreis op passende wijze worden beheerd en dat dergelijke goederen het grondgebied van de Unie verlaten.

(19)

Met het oog op de bescherming van de gezondheid van planten moeten de zendingen planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) en e), van Verordening (EU) 2017/625 die van een derde land door het grondgebied van de Unie naar een ander derde land worden doorgevoerd, worden onderworpen aan op risicoanalyse gebaseerde documenten- en materiële controles aan de grenscontrolepost. Voor dit soort doorvoer moeten voorwaarden gelden, waaronder het met succes doorstaan van de controles aan de grenscontrolepost.

(20)

In bepaalde gevallen kunnen zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten die uit een derde land door het grondgebied van de Unie naar een ander derde land worden doorgevoerd, tijdelijk worden opgeslagen in entrepots. Om de traceerbaarheid van dergelijke zendingen te garanderen, mag deze tijdelijke opslag alleen plaatsvinden in entrepots die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn erkend en moeten die entrepots voldoen aan de in Verordening (EG) nr. 852/2004 en Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie vastgestelde en bedoelde hygiënevoorschriften (7).

(21)

Omwille van de transparantie moeten de lidstaten in het Imsoc een lijst bijhouden van alle erkende entrepots, met vermelding van hun naam en adres, het erkenningsnummer, en de categorie van de goederen waarvoor zij zijn erkend. De erkende entrepots moeten aan regelmatige officiële controles door de bevoegde autoriteiten worden onderworpen, om te waarborgen dat zij blijven voldoen aan de voorwaarden voor hun erkenning.

(22)

Om ervoor te zorgen dat zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten hooi en stro en samengestelde producten daadwerkelijk worden afgeleverd aan boord van de (al dan niet militaire) vaartuigen die de Unie verlaten, moet de bevoegde autoriteit van de haven van bestemming of de vertegenwoordiger van de kapitein van het vaartuig de levering, eenmaal voltooid, bevestigen aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot waar dergelijke goederen tijdelijk zijn opgeslagen. Deze bevestiging moet worden verstrekt door medeondertekening van het officiële certificaat of door middel van elektronische middelen. Wanneer de zendingen niet bij het vaartuig worden afgeleverd omdat zij het vaartuig in de haven hebben gemist of wegens logistieke problemen, moet de bevoegde autoriteit van het entrepot of de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie de terugzending van de zending naar de plaats van verzending kunnen toestaan.

(23)

In een aantal lidstaten gelden wegens de geografische situatie specifieke voorwaarden voor de doorvoer van dieren en goederen, die zijn vastgelegd in de voorschriften van de Unie inzake de binnenkomst van bepaalde dieren, levende producten, dierlijke bijproducten en producten van dierlijke oorsprong. Voor de handhaving van die voorschriften zijn er specifieke controleprocedures en voorwaarden nodig.

(24)

Er moeten voorwaarden worden vastgesteld voor het toestaan van de rechtstreekse terugkeer van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten waarvan de doorvoer door het grondgebied van de Unie was toegestaan maar die door het derde land van bestemming worden geweigerd, naar de grenscontrolepost die toestemming heeft gegeven voor hun doorvoer door de Unie of naar de entrepots waar dergelijke goederen op het grondgebied van de Unie waren opgeslagen voordat zij door het derde land werden afgewezen.

(25)

Gezien de risico’s voor de gezondheid en het welzijn van mensen en dieren moeten zendingen van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, afgeleide producten, dierlijke bijproducten, hooi en stro en samengestelde producten die van het grondgebied van de Unie via het grondgebied van een derde land naar een ander deel van het grondgebied van de Unie worden vervoerd, door de bevoegde autoriteiten van de grenscontroleposten aan een documenten- en overeenstemmingscontrole worden onderworpen voordat zij opnieuw de Unie worden binnengebracht. Het is niet nodig om op passende wijze verpakte en vervoerde planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (8), bij de grenscontrolepost van opnieuw binnenbrengen te controleren, omdat het risico op het invoeren van schadelijke organismen laag is.

(26)

Om te zorgen voor een goede communicatie en ter verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de verschillende autoriteiten en exploitanten, moet het desbetreffende deel van het GGB worden ingevuld. Deel I moet vóór de aankomst van de zending door de voor de zending verantwoordelijke exploitant worden ingevuld en aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost worden toegezonden. Deel II moet door de bevoegde autoriteiten worden ingevuld zodra de in deze verordening bedoelde controles zijn verricht en er over de desbetreffende zending een beslissing is genomen en geregistreerd. Deel III moet door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van uitgang of van de eindbestemming of de lokale bevoegde autoriteit worden ingevuld zodra de in deze verordening bedoelde controles zijn verricht.

(27)

Om ervoor te zorgen dat zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten die afkomstig zijn van het grondgebied van Kroatië en die via het grondgebied van Bosnië en Herzegovina door de “corridor van Neum” reizen, intact zijn voordat zij het grondgebied van Kroatië opnieuw binnenkomen via de punten van binnenkomst in Klek of Zaton Doli, moet de bevoegde autoriteit de zegels van de voertuigen of de transportcontainers controleren en de datum en het tijdstip van vertrek en aankomst van de voertuigen die goederen vervoeren, registreren.

(28)

In de wetgeving van de Unie is bepaald dat het vervoer van zendingen van bepaalde in artikel 47, lid 1, onder b), c), d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde goederen die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht of om door de Unie te worden doorgevoerd, moet worden gemonitord van de grenscontrolepost van binnenkomst tot aan de inrichting op de plaats van bestemming of van de grenscontrolepost van uitgang tot hun aankomst op de plaats van bestemming. Om elk risico voor de volksgezondheid en de diergezondheid te voorkomen, moeten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie erop toezien dat de zendingen binnen 15 dagen bij de bestemming aankomen.

(29)

Een van de doelstellingen van Verordening (EU) 2017/625 is het in één enkele handeling samenbrengen van regels in plaats van ze te verdelen over verschillende handelingen, waardoor deze regels gemakkelijker te begrijpen en toe te passen zijn. In de onderhavige verordening wordt dezelfde benadering gevolgd en zijn er minder kruisverwijzingen tussen verschillende handelingen nodig, waardoor de transparantie wordt vergroot. Diverse van de in deze ontwerphandeling vastgestelde aanvullende regels zijn onderling verbonden en moeten tegelijkertijd van toepassing worden. Dit geldt met name voor de regels inzake doorvoer en deze regels zijn vanaf dezelfde datum van toepassing. Het feit dat deze aanvullende regels in één enkel besluit zijn vastgesteld, voorkomt ook het risico op verdubbeling van regels.

(30)

Beschikking 2000/208/EG van de Commissie (9), Beschikking 2000/571/EG van de Commissie (10) en Uitvoeringsbesluit 2011/215/EU van de Commissie (11) bevatten voorschriften op gebieden die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Om verdubbeling van regels te voorkomen, moeten die handelingen dan ook worden ingetrokken.

(31)

Om de samenhang met de voorschriften van deze verordening te waarborgen, moeten Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (12), Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (13), Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie (14), Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie (15), Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (16), Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie (17), Verordening (EU) nr. 142/2011, Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie (18) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie (19) worden gewijzigd.

(32)

Aangezien Verordening (EU) 2017/625 van toepassing is met ingang van 14 december 2019, moet de onderhavige verordening met ingang van dezelfde datum worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden de volgende voorschriften vastgesteld:

a)

voorschriften tot vaststelling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten van een grenscontrolepost het verdere vervoer van zendingen van de volgende categorieën goederen naar de plaats van eindbestemming in de Unie kunnen toestaan in afwachting van de resultaten van laboratoriumanalyses en -tests die in het kader van de in artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde materiële controles zijn uitgevoerd:

i)

planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in de krachtens artikel 72, lid 1, en artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 opgestelde lijsten;

ii)

planten, plantaardige producten en ander materiaal waarvoor een noodmaatregel geldt als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2017/625;

iii)

levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die vallen onder de maatregelen waarin is voorzien bij de in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde handelingen;

b)

voorschriften ter vaststelling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de overeenstemmingscontroles en materiële controles van dieren die over zee of door de lucht aankomen en voor verder vervoer aan boord van hetzelfde vervoermiddel blijven, aan een andere grenscontrolepost dan de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie mogen worden uitgevoerd;

c)

specifieke voorschriften voor officiële controles aan grenscontroleposten van overgeladen zendingen van dieren en van de volgende categorieën goederen:

i)

producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten;

ii)

planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in de krachtens artikel 72, lid 1, en artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 opgestelde lijsten;

iii)

planten, plantaardige producten en ander materiaal die vallen onder een noodmaatregel waarin is voorzien in de artikelen van Verordening (EU) 2016/2031 als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2017/625;

iv)

levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong waarop de in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde maatregelen of handelingen van toepassing zijn;

d)

specifieke voorschriften voor de controle van zendingen tijdens de doorvoer van dieren en de volgende categorieën goederen:

i)

producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten;

ii)

planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in de krachtens artikel 72, lid 1, en artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 opgestelde lijsten;

iii)

planten, plantaardige producten en ander materiaal waarvoor een noodmaatregel geldt als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2017/625.

2.   Deze verordening is van toepassing op gewervelde en ongewervelde dieren, met uitzondering van:

a)

gezelschapsdieren als gedefinieerd in artikel 4, punt 11, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (20), en

b)

voor wetenschappelijke doeleinden bestemde dieren als bedoeld in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2122 van de Commissie (21).

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst” of “GGB”: het gemeenschappelijke gezondheidsdocument van binnenkomst dat wordt gebruikt ter voorafgaande kennisgeving van de aankomst van een zending aan een grenscontrolepost, en waarin de resultaten van de uitgevoerde officiële controles en van de besluiten die de bevoegde autoriteiten in verband met die zending hebben genomen, worden vastgelegd;

2)

“overgeladen zendingen”: zendingen dieren en goederen die uit een derde land over zee of door de lucht in de Unie worden binnengebracht, wanneer deze dieren of goederen uit een vaar- of vliegtuig worden gehaald en onder douanetoezicht naar een ander vaar- of vliegtuig in dezelfde haven of luchthaven worden verplaatst met het oog op verder vervoer;

3)

“entrepot”:

a)

een overeenkomstig artikel 147, lid 1, artikel 240, lid 1, of artikel 243, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 goedgekeurd(e), erkende(e) of aangewezen douane-entrepot, entrepot in een vrije zone of ruimte voor tijdelijke opslag, of

b)

een entrepot dat gespecialiseerd is in de levering van goederen aan militaire bases van de NAVO of de VS;

4)

“verder vervoer”: het vervoer van zendingen van goederen van een grenscontrolepost naar hun plaats van eindbestemming in de Unie in afwachting van de beschikbaarheid van de resultaten van laboratoriumanalyses en -tests;

5)

“voorziening voor verder vervoer”: de voorziening op de plaats van de eindbestemming in de Unie of op een plaats die ressorteert onder dezelfde bevoegde autoriteit als de plaats van de eindbestemming, door de lidstaat van bestemming aangewezen voor de opslag van zendingen van goederen die verder worden vervoerd voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht;

6)

“informatiemanagementsysteem voor officiële controles” of “Imsoc”: het informatiemanagementsysteem voor officiële controles als bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625;

7)

“grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie”: de grenscontrolepost waar dieren en goederen voor officiële controles worden aangeboden en waarlangs zij de Unie binnenkomen om later in de handel te worden gebracht of voor doorvoer door het grondgebied van de Unie, en die de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie kan zijn;

8)

“door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen”: plaagorganismen die voldoen aan alle voorwaarden van artikel 36 van Verordening (EU) 2016/2031;

9)

“erkend entrepot”: een door de bevoegde autoriteiten erkend entrepot overeenkomstig artikel 23 van deze verordening;

10)

“van specifieke pathogene vrije eieren”: broedeieren die afkomstig zijn van koppels kippen die vrij zijn van specifieke pathogenen als beschreven in de Europese Farmacopee (22), en die uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemd zijn.

Hoofdstuk II

Verder vervoer van zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal, en van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a)

Afdeling 1

Voorwaarden voor verder vervoer

Artikel 3

Verplichtingen van exploitanten voorafgaand aan de verlening van toestemming voor verder vervoer

1.   De voor de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde zendingen van goederen verantwoordelijke exploitant verzoekt de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie om toestemming voor verder vervoer voordat de zendingen bij de grenscontrolepost aankomen. Dergelijken verzoeken worden gedaan middels een kennisgeving als bedoeld in artikel 56, lid 3, onder a), van Verordening (EU) 2017/625, door deel I van het GGB in te vullen.

2.   Voor de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde zendingen van goederen die aan de grenscontrolepost voor bemonstering en laboratoriumanalyse worden geselecteerd, kan de voor de zendingen verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie om verder toestemming voor verder vervoer verzoeken door deel I van het GGB in te vullen.

Artikel 4

Toestemming voor verder vervoer

De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie mogen het verdere vervoer van de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde zendingen van goederen toestaan, mits:

a)

de resultaten van de aan de grenscontrolepost uitgevoerde documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, de in het kader van deze materiële controles verrichte laboratoriumanalyses en -tests daarbij niet inbegrepen, bevredigend zijn;

b)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant overeenkomstig artikel 3 om het verdere vervoer verzocht.

Artikel 5

Verplichtingen van exploitanten na toestemming voor verder vervoer

Indien de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie het verdere vervoer van de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde zendingen van goederen toestaan, moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant:

a)

deel I van een afzonderlijk GGB voor die zending invullen, dat in het Imsoc is gekoppeld aan het in artikel 3 bedoelde GGB, door daarin opgave te doen van het vervoermiddel en de datum van aankomst van de zending bij de geselecteerde voorziening voor verder vervoer;

b)

het onder a) bedoelde GGB in het Imsoc indienen ter toezending aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost die toestemming heeft verleend voor het verdere vervoer.

Artikel 6

Voorwaarden voor het vervoer en de opslag van zendingen bij verder vervoer daarvan

1.   De exploitant die verantwoordelijk is voor de zendingen waarvan het verdere vervoer overeenkomstig artikel 4 is toegestaan, zorgt ervoor dat:

a)

er tijdens het vervoer naar en de opslag in de voorziening voor verder vervoer op geen enkele wijze met de zending wordt geknoeid;

b)

de verpakking van de zending op generlei wijze wordt aangepast, verwerkt, vervangen of veranderd;

c)

de zending de voorziening voor verder vervoer niet verlaat zolang de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost nog geen beslissing over de zending hebben genomen, overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) 2017/625.

2.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant vervoert de zending onder douanetoezicht rechtstreeks van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie naar de voorziening voor verder vervoer, zonder dat de goederen tijdens het vervoer worden gelost, en slaat ze in de voorziening voor verder vervoer op.

3.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat de verpakking of het vervoermiddel van de zending planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), i) en ii), op zodanige wijze is gesloten of verzegeld dat zij tijdens het vervoer naar en de opslag in de voorziening voor verder vervoer:

a)

andere planten, plantaardige producten of ander materiaal niet aantasten of besmetten met plaagorganismen die zijn aangemerkt als EU-quarantaineorganismen of als door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen;

b)

niet door niet-quarantaineorganismen aangetast of besmet raken.

4.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat de zending vanaf de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie tot aan de voorziening voor verder vervoer vergezeld gaat van een kopie, op papier of in elektronische vorm, van het in artikel 3 bedoelde GGB.

5.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant stelt de bevoegde autoriteiten van de plaats van eindbestemming in kennis van de aankomst van de zending bij de voorziening voor verder vervoer.

6.   Nadat de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie het verdere vervoer van de zending naar de voorziening voor verder vervoer hebben toegestaan, vervoert de voor de zending verantwoordelijke exploitant de zending niet naar een andere voorziening voor verder vervoer dan de voorziening zoals in het GGB is vermeld, tenzij de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie de wijziging overeenkomstig artikel 4 goedkeuren en is voldaan aan de in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel vastgestelde voorwaarden.

Artikel 7

Door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost te verrichten werkzaamheden na verlening van toestemming voor verder vervoer

1.   Bij het verlenen van toestemming voor het verdere vervoer van een zending overeenkomstig artikel 4 stellen de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie de bevoegde autoriteiten van de plaats van eindbestemming in kennis van het vervoer van de zending door het in artikel 3 bedoelde GGB in het Imsoc in te dienen.

2.   Na het invullen van het in artikel 5 van deze verordening bedoelde GGB overeenkomstig artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) 2017/625 stellen de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie de bevoegde autoriteiten van de plaats van eindbestemming daarvan onmiddellijk via het Imsoc in kennis.

3.   Indien de zending niet conform is met de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels, moeten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie maatregelen nemen overeenkomstig artikel 66, leden 3 tot en met 6, van die verordening.

4.   Indien de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie 15 dagen na de datum waarop verder vervoer van de zending naar de voorziening voor verder vervoer werd toegestaan, van de bevoegde autoriteiten van de plaats van bestemming nog geen bevestiging hebben ontvangen dat de zending is aangekomen, dan:

a)

gaan zij bij de bevoegde autoriteiten van de plaats van bestemming na of de zending al dan niet bij de voorziening voor verder vervoer is aangekomen;

b)

stellen zij de douaneautoriteiten in kennis van het feit dat de zending niet is aangekomen;

c)

verrichten zij in samenwerking met de douaneautoriteiten en andere autoriteiten nader onderzoek om te bepalen waar de zending zich bevindt, overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625.

Artikel 8

Door de bevoegde autoriteiten op de plaats van de eindbestemming te verrichten werkzaamheden

1.   De bevoegde autoriteiten op de plaats van eindbestemming bevestigen de aankomst van de zending bij de voorziening voor verder vervoer door deel III van het in artikel 3 bedoelde GGB in het Imsoc in te vullen.

2.   De bevoegde autoriteiten op de plaats van de eindbestemming nemen zendingen die niet aan de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels voldoen overeenkomstig artikel 66, lid 1, van die verordening in officiële bewaring en nemen alle maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van de door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost gelaste maatregelen overeenkomstig artikel 66, leden 3 en 4, van die verordening.

Afdeling 2

Voorzieningen voor verder vervoer

Article 9

Voorwaarden voor de aanwijzing van voorzieningen voor verder vervoer

1.   De lidstaten kunnen voorzieningen voor verder vervoer aanwijzen voor zendingen van een of meer categorieën goederen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), mits die voorzieningen aan de volgende eisen voldoen:

a)

het zijn douane-entrepots of opslagruimten voor tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 240, lid 1, respectievelijk artikel 147, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013;

b)

indien de aanwijzing

i)

levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong betreft als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), iii), van deze verordening, worden de voorzieningen voor verder vervoer geregistreerd bij de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004 bedoelde bevoegde autoriteit;

ii)

diervoeders van niet-dierlijke oorsprong betreft als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), iii), van deze verordening, worden de voorzieningen voor verder vervoer geregistreerd bij de in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 183/2005 bedoelde bevoegde autoriteit;

c)

zij beschikken over de technologie en uitrusting die nodig zijn voor het efficiënte gebruik van het Imsoc.

2.   Wanneer een voorziening voor verder vervoer niet meer aan de voorschriften van lid 1 voldoet, dan treft de desbetreffende lidstaat de volgende maatregelen:

a)

de aanwijzing tijdelijk opschorten in afwachting van de uitvoering van corrigerende maatregelen of de aanwijzing definitief intrekken voor alle of sommige categorieën van goederen waarvoor de aanwijzing is gedaan;

b)

ervoor zorgen dat de informatie over de in artikel 10 bedoelde voorzieningen voor verder vervoer wordt bijgewerkt.

Artikel 10

Registratie van aangewezen voorzieningen voor verder vervoer in het Imsoc

De lidstaten houden in het Imsoc de lijst van overeenkomstig artikel 9, lid 1, aangewezen voorzieningen voor verder vervoer bij en verstrekken de volgende informatie:

a)

de naam en het adres van de voorziening voor verder vervoer;

b)

de categorie goederen waarvoor de voorziening is aangewezen.

Hoofdstuk III

Verder vervoer van dieren die in of op hetzelfde vervoermiddel blijven en van overgeladen zendingen van dieren en goederen

Artikel 11

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van zendingen dieren die in of op hetzelfde vervoermiddel blijven

1.   In het geval van zendingen van dieren die door de lucht of over zee aankomen, in of op hetzelfde vervoermiddel blijven, en bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht of om door de Unie te worden doorgevoerd, voeren de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost documentencontroles uit van de originelen of kopieën van officiële certificaten of documenten waarvan deze zendingen vergezeld moeten gaan.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten geven de officiële certificaten of documenten waarop zij documentencontroles hebben verricht, terug aan de voor de zending verantwoordelijke exploitant zodat dergelijke documenten verder met de zending kunnen meereizen.

3.   Indien niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels wordt vermoed, moeten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost de zendingen onderwerpen aan documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles.

De documentencontroles worden uitgevoerd op originele officiële certificaten of documenten waarvan de zendingen van dieren vergezeld moeten gaan overeenkomstig de in artikel 1, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde voorschriften.

4.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie verrichten documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, tenzij al die documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles al in een andere grenscontrolepost zijn verricht overeenkomstig lid 3.

Artikel 12

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van overgeladen zendingen van dieren

De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading voeren documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uit van overgeladen zendingen van dieren.

Artikel 13

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van overgeladen zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten

1.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading verrichten in de volgende gevallen documentencontroles van originelen of kopieën van officiële certificaten of documenten, waarvan overgeladen zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten vergezeld moeten gaan:

a)

voor goederen waarop de diergezondheidsvoorschriften en de regels ter voorkoming en minimalisering van de risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren als gevolg van dierlijke bijproducten en afgeleide producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 van toepassing zijn, indien de overladingsperiode:

i)

op de luchthaven langer is dan drie dagen;

ii)

in de haven langer is dan 30 dagen;

b)

voor andere goederen dan bedoeld onder a), wanneer de overladingsperiode langer is dan 90 dagen.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten geven de officiële certificaten of documenten waarop zij documentencontroles hebben verricht, terug aan de voor de zending verantwoordelijke exploitant zodat dergelijke documenten verder met de zending kunnen meereizen.

3.   Indien de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading vermoeden dat de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels niet worden nageleefd, onderwerpen zij de zending aan documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles.

Deze documentencontroles worden uitgevoerd op originele officiële certificaten of documenten voor zover de zending daarvan vergezeld moet gaan, overeenkomstig de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels.

4.   Indien een voor verzending naar derde landen bestemde zending de in lid 1 bedoelde termijnen overschrijdt en de zending niet aan de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels voldoet, wordt de exploitant door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost gelast de zending te vernietigen of ervoor te zorgen dat de zending het grondgebied van de Unie onverwijld verlaat.

5.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie voeren de in artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uit van goederen die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, tenzij documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles bij een andere grenscontrolepost zijn uitgevoerd overeenkomstig lid 3.

6.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie voeren de in artikel 19 bedoelde controles uit van goederen die bestemd zijn voor doorvoer via het grondgebied van de Unie, tenzij bij een andere grenscontrolepost documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles overeenkomstig lid 3 zijn uitgevoerd.

Artikel 14

Opslag van overgeladen zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten

De exploitanten zorgen ervoor dat zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten tijdens de overladingsperiode alleen worden opgeslagen in:

i)

het douanegebied of de vrije-zone van dezelfde haven of luchthaven, in gesloten recipiënten, of

ii)

commerciële opslagvoorzieningen die onder toezicht staan van dezelfde grenscontrolepost, met inachtneming van de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 3, leden 11 en 12, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie (23).

Artikel 15

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van overgeladen zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal

1.   Indien de overladingsperiode langer is dan drie dagen in de luchthaven of 30 dagen in de haven verrichten de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading de documentencontroles van overgeladen zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c), ii) en iii), op basis van een risicobeoordeling.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten geven de officiële certificaten of documenten waarop zij documentencontroles hebben verricht, terug aan de voor de zending verantwoordelijke exploitant zodat dergelijke documenten verder met de zending kunnen meereizen.

3.   Indien niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels wordt vermoed, onderwerpen de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading de desbetreffende zending aan documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles.

4.   De documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles worden aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie verricht, behalve wanneer documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles in een andere grenscontrolepost zijn verricht overeenkomstig lid 3.

Artikel 16

Informatieverstrekking vóór het verstrijken van de overladingsperiode

1.   Voor zendingen die zijn bestemd voor overlading binnen de in artikel 13, lid 1, en artikel 15, lid 1, bedoelde perioden doet de voor de zendingen verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading vóór de aankomst van de zendingen via het Imsoc of een ander door de bevoegde autoriteiten aangewezen informatiesysteem een kennisgeving met de volgende informatie toekomen:

a)

de gegevens die nodig zijn voor de identificatie van de zending en de locatie ervan in de luchthaven of haven;

b)

de identificatiegegevens van het gebruikte vervoermiddel;

c)

het geschatte tijdstip van aankomst en vertrek van de zending;

d)

de bestemming van de zending.

2.   Met het oog op de in lid 1 bedoelde kennisgeving wijzen de bevoegde autoriteiten een informatiesysteem aan dat de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading in staat stelt om:

a)

de door de exploitanten verstrekte informatie te raadplegen;

b)

voor elke zending te controleren of de overladingsperioden van artikel 13, lid 1, en artikel 15, lid 1, niet zijn overschreden.

3.   Naast de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorafgaande kennisgeving, dient de voor de zending verantwoordelijke exploitant eveneens een kennisgeving in het Imsoc in, met invulling van het desbetreffende deel van het GGB overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625, om de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading in kennis te stellen als:

a)

de in de artikel 13, lid 1, en artikel 15, lid 1, bedoelde overladingsperiode is verstreken, of

b)

de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van overlading de voor de zending verantwoordelijke exploitant in kennis stellen van hun besluit om documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles te verrichten op basis van een vermoeden van niet-naleving als bedoeld in artikel 13, lid 3, of artikel 15, lid 3.

Artikel 17

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van overgeladen zendingen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong

1.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie voeren documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uit op overgeladen zendingen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die onderworpen zijn aan de maatregelen waarin is voorzien bij in artikel 47, lid 1, onder d), e) en f), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde handelingen.

2.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant stelt de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie overeenkomstig artikel 56, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 van tevoren in kennis van de aankomst van de zending goederen als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Hoofdstuk IV

Doorvoer door het grondgebied van de Unie van dieren en goederen van een derde land naar een ander derde land

Afdeling 1

Officiële controles aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie

Artikel 18

Documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles van zendingen van dieren in doorvoer

De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie verlenen alleen toestemming voor de doorvoer door het grondgebied van de Unie van zendingen dieren van een derde land naar een ander derde land indien die zendingen de documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles met succes hebben doorstaan.

Artikel 19

Voorwaarden voor het toelaten van de doorvoer van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten

De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie verlenen alleen toestemming voor doorvoer van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten indien:

a)

de goederen voldoen aan de toepasselijke voorschriften, zoals vastgelegd in de in artikel 1, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;

b)

de zending documentencontroles en de overeenstemmingscontroles aan de grenscontrolepost met succes heeft doorstaan;

c)

de zending aan de grenscontrolepost aan materiële controles is onderworpen, indien er een vermoeden is van niet-naleving van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;

d)

de zending vergezeld gaat van het GGB en de grenscontrolepost verlaat in vervoermiddelen of transportcontainers die door de autoriteit aan de grenscontrolepost zijn verzegeld;

e)

de zending onder douanetoezicht en rechtstreeks, zonder dat de goederen worden gelost of opgesplitst, binnen een termijn van ten hoogste 15 dagen van de grenscontrolepost wordt vervoerd naar:

i)

een grenscontrolepost teneinde het grondgebied van de Unie te verlaten;

ii)

een erkend entrepot;

iii)

een op het grondgebied van de Unie gelegen militaire basis van de NAVO of de VS;

iv)

een vaartuig dat de Unie verlaat, waarbij de zending bestemd is als scheepsbevoorrading.

Artikel 20

Vervolgmaatregelen door de bevoegde autoriteiten

Indien de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie 15 dagen na de datum waarop bij de grenscontrolepost toestemming voor de doorvoer is verleend, nog geen bevestiging hebben ontvangen dat de zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten bij een van de bestemmingen als bedoeld in artikel 19, onder e), i) of iv), zijn aangekomen, moeten zij:

a)

bij de bevoegde autoriteiten op de plaats van bestemming nagaan of de zending al dan niet bij de plaats van bestemming is aangekomen;

b)

stellen zij de douaneautoriteiten in kennis van het feit dat de zending niet is aangekomen;

c)

verrichten zij in samenwerking met de douaneautoriteiten en andere autoriteiten nader onderzoek om te bepalen waar de zending zich bevindt, overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625.

Artikel 21

Vervoer van zendingen naar een vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat

1.   Wanneer een zending goederen als bedoeld in artikel 19 bestemd is voor een vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat, geven de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie, naast het GGB, een officieel certificaat af volgens het model in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128 van de Commissie (24), die de zending naar het vaartuig vergezelt.

2.   Indien meerdere zendingen producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten samen bij hetzelfde vaartuig worden afgeleverd, mogen de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie één enkel officieel certificaat als bedoeld in lid 1 afgeven dat dergelijke zendingen aan het vaartuig vergezelt, op voorwaarde dat de referentie van het GGB voor elke zending is vermeld.

Artikel 22

Documentencontroles en materiële controles van planten, plantaardige producten en ander materiaal in doorvoer

1.   Wanneer zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder d), ii) en iii), voor doorvoer worden aangeboden aan een grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie, mogen de bevoegde autoriteiten van die grenscontrolepost toestemming verlenen voor de doorvoer van dergelijke zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal, op voorwaarde dat zij onder douanetoezicht worden vervoerd.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost verrichten de volgende controles op basis van een risicobeoordeling:

a)

documentencontroles van de ondertekende verklaring als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/2031;

b)

materiële controles van de zendingen om te verifiëren dat zij op de juiste wijze zijn verpakt en worden vervoerd als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2016/2031.

3.   Wanneer officiële controles worden verricht, verlenen de bevoegde autoriteiten toestemming voor de doorvoer van de in lid 1 bedoelde zendingen op voorwaarde dat de goederen:

a)

voldoen aan artikel 47 van Verordening (EU) 2016/2031;

b)

onder douanetoezicht naar de plaats van uitgang uit de Unie worden vervoerd.

4.   De exploitant die verantwoordelijk is voor de in lid 1 bedoelde zendingen van planten, plantaardige producten en ander materiaal zorgt ervoor dat de verpakking of het vervoermiddel van de zendingen zodanig is gesloten of verzegeld dat, tijdens het vervoer naar en de opslag in entrepots:

a)

andere planten, plantaardige producten of ander materiaal niet door de planten, plantaardige producten en ander materiaal kunnen worden aangetast of besmet met EU-quarantaineorganismen of met door de EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen als bedoeld in artikel 5, lid 2, eerste alinea, en artikel 30, lid 1, respectievelijk van Verordening (EU) 2016/2031, en, in het geval van beschermde gebieden, met de desbetreffende organismen zoals vermeld in de in artikel 32, lid 3, van die verordening bedoelde lijsten;

b)

planten, plantaardige producten en ander materialen niet kunnen worden aangetast of besmet met de onder a) bedoelde plaagorganismen.

Afdeling 2

Voorwaarden voor de opslag van zendingen in doorvoer in erkende entrepots

Artikel 23

Voorwaarden voor de erkenning van entrepots

1.   De bevoegde autoriteiten erkennen de entrepots voor de opslag van zendingen producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten waarvan de doorvoer is toegestaan overeenkomstig artikel 19.

2.   De bevoegde autoriteiten erkennen in lid 1 bedoelde entrepots alleen als:

a)

de entrepots waar producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, dierlijke bijproducten en afgeleide producten worden opgeslagen, voldoen aan:

i)

de hygiënevoorschriften van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 852/2004, of

ii)

de voorschriften van artikel 19, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 142/2011;

b)

de entrepots door de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 147, lid 1, artikel 240, lid 1, artikel 243, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 zijn erkend, goedgekeurd, of aangewezen;

c)

de entrepots moeten bestaan uit een gesloten plaats waarvan de in- en uitgangen doorlopend door de exploitanten gecontroleerd worden;

d)

de entrepots beschikken over opslag- of koelruimten die het mogelijk maken de in lid 1 bedoelde goederen afzonderlijk op te slaan;

e)

er een dagelijkse registratie wordt bijgehouden van alle zendingen die de entrepots binnenkomen of verlaten, met vermelding van de aard en de hoeveelheid van de goederen, de naam en het adres van de ontvangers en kopieën van de GGB’s en de certificaten die de zendingen vergezellen; de entrepots deze gegevens gedurende een periode van ten minste drie jaar bewaren;

f)

alle in lid 1 bedoelde goederen voorzien zijn van een etiket waarop of een elektronische identificatie waarin het referentienummer van het GGB dat de zending vergezelt, is vermeld; die goederen mogen op generlei wijze worden aangepast, verwerkt, vervangen of veranderd;

g)

de entrepots beschikken over de technologie en uitrusting die nodig zijn voor de efficiënte werking van het Imsoc;

h)

de exploitanten van de entrepots op verzoek van de bevoegde autoriteit de lokalen en communicatiemiddelen ter beschikking stellen die zij nodig hebben om officiële controles en andere officiële activiteiten doeltreffend te kunnen verrichten.

3.   Erkenningen van entrepots die niet langer aan de eisen van lid 2 voldoen, worden door de bevoegde autoriteit ingetrokken of tijdelijk geschorst.

Artikel 24

Vervoer van goederen uit entrepots

De voor de zending verantwoordelijke exploitant vervoert de in artikel 23, lid 1, bedoelde zendingen van goederen uit erkende entrepots naar:

a)

een grenscontrolepost teneinde het grondgebied van de Unie te verlaten met als bestemming:

i)

een militaire basis van de NAVO of de VS, of

ii)

elke andere bestemming;

b)

een ander erkend entrepot;

c)

een op het grondgebied van de Unie gelegen militaire basis van de NAVO of de VS;

d)

een vaartuig dat de Unie verlaat, waarbij de zendingen bestemd zijn als scheepsbevoorrading;

e)

een plek waar de zendingen overeenkomstig de in titel I, hoofdstuk II, van Verordening (EG) 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (25) bedoelde regels moeten worden verwijderd.

Artikel 25

Het bijhouden van de lijst van erkende entrepots

De lidstaten houden in het Imsoc de lijst van erkende entrepots bij, en verstrekken:

a)

de naam en het adres van elk entrepot;

b)

de categorie goederen waarvoor het is erkend.

Artikel 26

Officiële controles in entrepots

1.   De bevoegde autoriteiten onderwerpen de erkende entrepots regelmatig aan officiële controles om de naleving van de in artikel 23 bedoelde erkenningseisen te verifiëren.

2.   De bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de officiële controles in de erkende entrepots controleren de doeltreffendheid van de daar gebruikte systemen voor het traceren van zendingen, onder andere door onderlinge vergelijking van de hoeveelheden goederen die de entrepots binnenkomen en verlaten.

3.   De bevoegde autoriteiten verifiëren of de zendingen die zijn vervoerd naar of opgeslagen in entrepots vergezeld gaan van het bijbehorende GGB en een gewaarmerkt papieren of elektronisch afschrift van het officiële certificaat als bedoeld in artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625.

4.   Bij de aankomst van zendingen bij erkende entrepots moeten de bevoegde autoriteiten:

a)

een overeenstemmingscontrole verrichten om na te gaan of de zending overeenkomt met de relevante informatie in het begeleidende GGB;

b)

controleren of de zegels die overeenkomstig artikel 19, onder d), of artikel 28, onder d), op de voertuigen of transportcontainers zijn aangebracht, nog intact zijn;

c)

de resultaten van de overeenstemmingscontroles in deel III van het GGB optekenen en die informatie via het Imsoc doorgeven.

Artikel 27

Verplichtingen van exploitanten van entrepots

1.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant stelt de bevoegde autoriteiten in kennis van de aankomst van de zending bij het erkende entrepot.

2.   In afwijking van lid 1 mag de bevoegde autoriteit exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het entrepot vrijstellen van de verplichting om de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen van de aankomst van de zending bij het entrepot als die exploitanten door de douaneautoriteiten zijn erkend als geautoriseerde marktdeelnemers als bedoeld in artikel 38 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

3.   In afwijking van lid 1 mag de bevoegde autoriteit zendingen vrijstellen van overeenstemmingscontroles, mits de voor de zending verantwoordelijke exploitant door de douaneautoriteiten is erkend als een geautoriseerde marktdeelnemer als bedoeld in artikel 38 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

4.   De voor de zending verantwoordelijke exploitant verifieert of de in lid 1 bedoelde goederen die zijn vervoerd naar of opgeslagen in een entrepot, vergezeld gaan van het bijbehorende GGB en van een gewaarmerkt papieren of elektronisch afschrift van het officiële certificaat als bedoeld in artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625.

Artikel 28

Voorwaarden voor het vervoer van goederen van entrepots naar derde landen, andere entrepots en plaatsen van verwijdering

De voor de zending verantwoordelijke exploitant vervoert de in artikel 23, lid 1, bedoelde goederen uit het erkende entrepot naar een van de bestemmingen als bedoeld in artikel 24, onder a), ii), en artikel 24, onder b) en e), mits:

a)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant het GGB voor de volledige zending via het Imsoc indient en daarin het vervoermiddel en de plaats van bestemming aangeeft; indien zendingen bij het entrepot worden opgesplitst, moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant voor elk deel van de opgesplitste zending het GGB via het Imsoc indienen en daarin de hoeveelheid, het vervoermiddel en de plaats van bestemming van het desbetreffende deel van de opgesplitste zending aangeven;

b)

de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor de verplaatsing en het GGB vervolledigen voor:

i)

de hele zending, of

ii)

de afzonderlijke delen van de opgesplitste zending, mits het totaal van de in de GGB’s van die afzonderlijke delen aangegeven hoeveelheden niet groter is dan de totale hoeveelheid die in het GGB voor de hele zending is vermeld;

c)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant ervoor zorgt dat, naast het GGB dat de zending vergezelt, een gewaarmerkte kopie van het officiële certificaat dat de zending tot aan het entrepot vergezelde als bedoeld in artikel 27, lid 4, met de zending meereist, tenzij een elektronische kopie van het officiële certificaat in het Imsoc is geüpload en door de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie is geverifieerd; indien de oorspronkelijke zending is opgesplitst en de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie de kopie van het officiële certificaat niet naar het Imsoc hebben geüpload, voorzien de bevoegde autoriteiten de voor de zending verantwoordelijke exploitant van gewaarmerkte kopieën van het officiële certificaat die bedoeld zijn om de verschillende delen van de opgesplitste zending tot aan hun bestemmingen te vergezellen;

d)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant de goederen onder douanetoezicht vanuit de entrepots in door de bevoegde autoriteiten verzegelde voertuigen of transportcontainers vervoert;

e)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant de goederen binnen een maximumtermijn van 15 dagen vanaf de datum waarop toestemming voor vervoer is verleend, rechtstreeks uit het entrepot naar de plaats van bestemmingen vervoert, zonder dat de goederen worden gelost of opgesplitst.

Artikel 29

Voorwaarden voor het vervoer van goederen van entrepots naar militaire bases van de NAVO of de VS, of naar vaartuigen die de Unie verlaten

De voor de zending verantwoordelijke exploitant vervoert de in artikel 23, lid 1, bedoelde goederen uit erkende entrepots naar een van de bestemmingen als bedoeld in artikel 24, onder a), i), en artikel 24, onder c) en d), mits:

a)

de voor het entrepot verantwoordelijke exploitant de verplaatsing van de goederen aan de bevoegde autoriteiten meldt door deel I van het onder c) bedoelde officiële certificaat in te vullen;

b)

de bevoegde autoriteit toestemming verleent voor de verplaatsing van de goederen en de voor de zending verantwoordelijke exploitant voorziet van het onder c) bedoelde vervolledigde officiële certificaat dat kan worden gebruikt voor het afleveren van de zending die goederen bevat uit meerdere oorspronkelijke zendingen of productcategorieën;

c)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant ervoor zorgt dat de zending tot aan de plaats van bestemming vergezeld gaat van een officieel certificaat volgens het model van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128;

d)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant vervoert de goederen onder douanetoezicht;

e)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant de goederen vanuit de entrepots in vervoermiddelen of transportcontainers vervoert die onder toezicht van de bevoegde autoriteiten zijn verzegeld.

Artikel 30

Vervolgmaatregelen door de bevoegde autoriteiten

Bevoegde autoriteiten van een entrepot die 15 dagen na de datum waarop bij het entrepot toestemming is verleend voor de doorvoer vanuit het entrepot nog geen bevestiging hebben ontvangen dat de zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten bij een van de bestemmingen als bedoeld in artikel 24, zijn aangekomen:

a)

gaan bij de bevoegde autoriteiten op de plaats van bestemming na of de zending al dan niet is aangekomen;

b)

stellen de douaneautoriteiten in kennis van het feit dat de zendingen niet zijn aangekomen;

c)

verrichten in samenwerking met de douaneautoriteiten en andere autoriteiten overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 nader onderzoek om te bepalen waar de goederen zich bevinden.

Artikel 31

Monitoring van de aflevering van goederen aan vaartuigen die het grondgebied van de Unie verlaten

1.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot stellen de bevoegde autoriteit van de haven van bestemming via het Imsoc in kennis van de verzending van de in artikel 19 en artikel 23, lid 1, bedoelde zendingen van goederen en van hun plaats van bestemming.

2.   Exploitanten mogen de zendingen van goederen als bedoeld in artikel 19 en artikel 23, lid 1, in de haven van bestemming lossen voordat de zendingen worden afgeleverd bij het vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat, mits zulks is toegestaan door en onder toezicht staat van de douaneautoriteit, en aan de leveringsvoorwaarden van de kennisgeving als bedoeld in lid 1 is voldaan.

3.   Zodra de zending goederen in haar geheel aan boord van het vaartuig is afgeleverd als bedoeld in lid 1, bevestigt de bevoegde autoriteit van de haven van bestemming of de vertegenwoordiger van de kapitein van het vaartuig de levering aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot, door:

a)

het in artikel 29, onder c), bedoelde officiële certificaat mede te ondertekenen, of

b)

gebruik van elektronische middelen, waaronder Imsoc of bestaande nationale systemen.

4.   De in lid 3 bedoelde vertegenwoordiger of de exploitant die verantwoordelijk is voor de aflevering van de zending bij het vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat, zendt het in lid 3, onder a), bedoelde medeondertekende officiële certificaat binnen een periode van 15 dagen vanaf de datum van aflevering van de zending terug aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot.

5.   De bevoegde autoriteit van de haven van bestemming, de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of de bevoegde autoriteit van de entrepot verifieert of de in lid 3 bedoelde bevestiging van de levering in het Imsoc is geregistreerd of dat de in lid 3, onder a), bedoelde medeondertekende documenten aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of aan de bevoegde autoriteit van het entrepot zijn teruggezonden.

Afdeling 3

Officiële controles aan de grenscontrolepost waar goederen het grondgebied van de Unie verlaten

Artikel 32

Verplichtingen van de exploitant om goederen die het grondgebied van de Unie verlaten ter officiële controle aan te bieden

1.   De exploitanten bieden producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten die het grondgebied van de Unie verlaten om naar een derde land te worden vervoerd ter officiële controle aan bij de bevoegde autoriteiten van de in het GGB vermelde grenscontrolepost, op een door die bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost aangegeven plaats.

2.   Exploitanten leggen de in lid 1 bedoelde goederen die het grondgebied van de Unie verlaten voor verzending naar een in een derde land gevestigde militaire basis van de NAVO of de VS ter officiële controle voor aan de bevoegde autoriteiten van de in het officiële certificaat vermelde grenscontrolepost overeenkomstig het model in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128.

Artikel 33

Officiële controles aan de grenscontrolepost waar goederen het grondgebied van de Unie verlaten

1.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost waar levende producten, dierlijke bijproducten, hooi en stro en samengestelde producten het grondgebied van de Unie verlaten, verrichten een overeenstemmingscontrole om zich ervan te vergewissen dat de te controleren zending overeenkomt met de zending waarnaar wordt verwezen in het GGB of het in artikel 29, onder c), bedoelde officiële certificaat dat de zending vergezelt. Zij controleren met name of de zegels die overeenkomstig artikel 19, onder d), artikel 28, onder d) of artikel 29, onder e), op de voertuigen of transportcontainers zijn aangebracht, nog intact zijn.

2.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost waar de in lid 1 bedoelde goederen het grondgebied van de Unie verlaten, registreren de resultaten van de officiële controles in deel III van het GGB of deel III van het officiële certificaat volgens het model in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128. De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost die verantwoordelijk zijn voor de controles overeenkomstig lid 1 registreren het resultaat van deze controles in het Imsoc.

Afdeling 4

Afwijkingen voor zendingen in doorvoer

Artikel 34

Doorvoer van bepaalde dieren en bepaalde goederen

1.   In afwijking van de artikelen 18 en 19 kunnen de bevoegde autoriteiten van de grenscontroleposten van binnenkomst in de Unie toestemming verlenen voor de doorvoer door het grondgebied van de Unie van de volgende zendingen, mits de in lid 2 vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen:

a)

doorvoer over de weg via Litouwen van zendingen fok- en gebruiksrunderen uit de Russische regio Kaliningrad die worden verzonden naar een bestemming buiten de Unie, die via de aangewezen grenscontroleposten van Litouwen binnenkomen en vertrekken;

b)

doorvoer over de weg of per spoor door de Unie van zendingen aquacultuurdieren, tussen grenscontroleposten in Letland, Litouwen en Polen, afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land;

c)

doorvoer over de weg of per spoor via de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten en levende producten afkomstig van runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen, en van bepaalde pathogeen-vrije eieren, tussen grenscontroleposten in Letland, Litouwen en Polen, afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land;

d)

doorvoer over de weg of per spoor van zendingen eieren, eiproducten en vlees van pluimvee tussen grenscontroleposten in Litouwen, afkomstig uit Belarus en bestemd voor de Russische regio Kaliningrad;

e)

doorvoer over de weg door Kroatië van zendingen van aquacultuurdieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten en levende producten afkomstig van runderen, varkens, schapen, geiten, paardachtigen, en van specifieke pathogeenvrije eieren die afkomstig zijn uit Bosnië en Herzegovina, bij de grenscontrolepost van Nova Sela binnenkomen en het land bij de grenscontrolepost van Ploče verlaten.

2.   De in lid 1 bedoelde toestemming wordt slechts verleend onder de volgende voorwaarden:

a)

de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie:

i)

onderwerpen zendingen van dieren aan documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, overeenkomstig artikel 18;

ii)

voeren documentencontroles en overeenstemmingscontroles uit van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten, overeenkomstig artikel 19;

iii)

voorzien de officiële certificaten waarvan zendingen die bestemd zijn voor het derde land van bestemming vergezeld gaan van een stempel met de tekst “ALLEEN VOOR DOORVOER DOOR DE EU”;

iv)

bewaren kopieën of elektronische equivalenten van de onder iii) bedoelde certificaten bij de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie;

v)

verzegelen de voertuigen of transportcontainers waarin de zendingen worden vervoerd;

b)

de voor de zending verantwoordelijke exploitant zorgt ervoor dat zendingen rechtstreeks, zonder uitladen, onder douanetoezicht worden vervoerd naar de grenscontrolepost waar de zendingen het grondgebied van de Unie gaan verlaten.

c)

de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost waar de goederen de Unie verlaten:

i)

verrichten een overeenstemmingscontrole om na te gaan of de in het begeleidende GGB beschreven zending het grondgebied van de Unie daadwerkelijk verlaat. Zij controleren met name of de zegels die op de voertuigen of transportcontainers zijn aangebracht, nog intact zijn;

ii)

registreren de resultaten van de onder i) bedoelde officiële controles in het Imsoc;

d)

de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voeren op risicobeoordelingen gebaseerde controles uit om zich ervan te vergewissen dat het aantal zendingen en de hoeveelheden dieren en goederen die het grondgebied van de Unie verlaten, overeenstemmen met het aantal en de hoeveelheden die in het grondgebied van de Unie worden binnengebracht.

Artikel 35

Doorvoer van goederen naar een op het grondgebied van de Unie gelegen militaire basis van de NAVO of de VS

1.   Producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten die bestemd zijn voor een op het grondgebied van de Unie gelegen militaire basis van de NAVO of de VS, worden door de voor de zending verantwoordelijke exploitant op de militaire basis van de NAVO of de VS ter officiële controle aangeboden zoals aangegeven in het GGB of het begeleidende officiële certificaat volgens het model in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128.

2.   De bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de controles op de militaire basis van de NAVO of de VS op de plaats van bestemming voert een overeenstemmingscontrole uit om zich ervan te vergewissen of de zending is zoals omschreven in het GGB of het begeleidende officiële certificaat volgens het model in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128. Zij controleert met name of de zegels die overeenkomstig artikel 19, onder d), of artikel 29, onder e), op de voertuigen of transportcontainers zijn aangebracht, nog intact zijn. De bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de controles op de militaire basis van de NAVO of de VS registreert het resultaat van deze controles in het Imsoc.

Artikel 36

Doorvoer van goederen die na doorvoer door de Unie door een derde land zijn geweigerd

1.   De bevoegde autoriteiten van de weg- of spoorgrenscontrolepost van binnenkomst in de Unie kunnen toestemming verlenen voor verdere doorvoer door het grondgebied van de Unie van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten op voorwaarde dat:

a)

de zending goederen onmiddellijk na de doorvoer door de Unie door een derde land de toegang is geweigerd of de zegels die door de in artikel 19, onder d), artikel 28, onder d), of artikel 29, onder e), bedoelde bevoegde autoriteiten op het voertuig of de transportcontainer zijn aangebracht, nog intact zijn;

b)

de zending voldoet aan de voorschriften van artikel 19, onder a), b) en c).

2.   Na de in artikel 19, onder b) en c), bedoelde controles worden zendingen door de bevoegde autoriteiten van de weg- of spoorgrenscontrolepost van binnenkomst in de Unie opnieuw verzegeld.

3.   De exploitanten vervoeren de zending rechtstreeks naar een van de volgende bestemmingen:

a)

de grenscontrolepost die de doorvoer door de Unie heeft toegestaan, of

b)

het entrepot waar de zending vóór weigering door een derde land was opgeslagen.

Hoofdstuk V

Doorvoer van dieren en goederen van één deel van het grondgebied van de Unie naar een ander deel van het grondgebied van de Unie, door het grondgebied van een derde land

Artikel 37

Doorvoer van dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zorgen ervoor dat de doorvoer van zendingen dieren en producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten van één deel van het grondgebied van de Unie door het grondgebied van een derde land naar een ander deel van het grondgebied van de Unie onder douanetoezicht plaatsvindt.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde zendingen na doorvoer door het grondgebied van een derde land opnieuw het grondgebied van de Unie worden binnengebracht, moeten de voor die zendingen verantwoordelijke exploitanten de zendingen aanbieden:

a)

aan de bevoegde autoriteiten van een grenscontrolepost die is aangewezen voor een van de in lid 1 bedoelde categorieën dieren en goederen, of

b)

op een door de bevoegde autoriteiten als bedoeld onder a) aangegeven locatie in de onmiddellijke nabijheid van de grenscontrolepost.

3.   De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van opnieuw binnenbrengen in de Unie:

a)

controleren de documenten om de oorsprong van de dieren en goederen waaruit de zending bestaat, te verifiëren;

b)

verifiëren, voor zover in artikel 1, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 voorgeschreven, de diergezondheidstoestand van de derde landen waardoor de zendingen zijn doorgevoerd en de relevante officiële certificaten en documenten waarvan de zendingen vergezeld gaan;

c)

verrichten, voor zover in artikel 1, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 voorgeschreven, een overeenstemmingscontrole om na te gaan of de op de voertuigen of de transportcontainers aangebrachte zegels nog intact zijn.

4.   Wanneer wordt vermoed dat de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels niet worden nageleefd, voeren de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van opnieuw binnenbrengen in de Unie bovendien overeenstemmingscontroles en materiële controles uit, naast de controles van lid 3.

5.   De exploitanten bieden zendingen van dieren die van het grondgebied van één deel van het grondgebied van de Unie via het grondgebied van een derde land naar een ander deel van het grondgebied van de Unie worden vervoerd op de plaats van uitgang uit het grondgebied van de Unie ter officiële controle aan.

6.   De bevoegde autoriteit op de plaats van uitgang uit de Unie:

a)

voert de controles uit die zijn voorgeschreven in de in artikel 1, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;

b)

voorziet het officiële certificaat waarvan de zending vergezeld gaat van een stempel met de volgende tekst: “UITSLUITEND VOOR VERVOER TUSSEN VERSCHILLENDE DELEN VAN DE EUROPESE UNIE VIA [naam van het derde land]”.

Artikel 38

De corridor van Neum

1.   Voordat zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende producten, dierlijke bijproducten, afgeleide producten, hooi en stro en samengestelde producten met het oog op doorvoer door het grondgebied van Bosnië en Herzegovina via de corridor van Neum bij de punten van binnenkomst van Klek of Zaton Doli het grondgebied van Kroatië verlaten, moeten de bevoegde autoriteiten van Kroatië:

a)

de voertuigen of transportcontainers verzegelen voordat de zending door de corridor van Neum wordt vervoerd;

b)

de datum en het tijdstip van vertrek van de voertuigen die de zendingen vervoeren, registreren.

2.   Wanneer de in lid 1 bedoelde zendingen het grondgebied van Kroatië binnenkomen op de punten van binnenkomst van Klek of Zaton Doli, moeten de bevoegde autoriteiten van Kroatië:

a)

verifiëren of de zegels van de voertuigen of transportcontainers nog intact zijn,

b)

de datum en het tijdstip van aankomst van de voertuigen die de zendingen vervoeren, registreren.

3.   De bevoegde autoriteiten van Kroatië nemen passende maatregelen overeenkomstig artikel 65 van Verordening (EU) 2017/625, indien:

a)

het in lid 1 bedoelde zegel tijdens doorvoer door de corridor van Neum is verbroken, of

b)

de zending er voor de doorvoer langer over doet dan de tijd die nodig is om tussen de punten van binnenkomst Klek en Zaton Doli te reizen.

Hoofdstuk VI

Slotbepalingen

Artikel 39

Intrekkingen

De Beschikkingen 2000/208/EG en 2000/571/EG en Uitvoeringsbesluit 2011/215/EU worden met ingang van 14 december 2019 ingetrokken.

Artikel 40

Wijzigingen van Beschikking 2007/777/EG

Beschikking 2007/777/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

2)

Artikel 6 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 41

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 798/2008

Artikel 18 van Verordening (EG) nr. 798/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

2)

in lid 2 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

3)

de leden 3 en 4 worden geschrapt.

Artikel 42

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1251/2008

Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1251/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

2)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 43

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 119/2009

Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 119/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

2)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 44

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 206/2010

Verordening (EU) nr. 206/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 12 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten d) en e) geschrapt;

b)

lid 2 wordt geschrapt;

c)

lid 4 wordt geschrapt.

2)

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

3)

Artikel 17 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 45

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 605/2010

Verordening (EU) nr. 605/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

2)

In artikel 7 bis worden de leden 2 en 3 geschrapt.

Artikel 46

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 142/2011

Verordening (EU) nr. 142/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

2)

Artikel 29 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 47

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 28/2012

Verordening (EU) nr. 28/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

2)

Artikel 5 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

b)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 48

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759

Artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in lid 1 worden de punten b), c) en d) geschrapt;

2)

de leden 2 en 3 worden geschrapt.

Artikel 49

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).

(9)  Beschikking 2000/208/EG van de Commissie van 24 februari 2000 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad met betrekking tot de doorvoer, via de Europese Gemeenschap en uitsluitend over de weg, van producten van dierlijke oorsprong van een derde land naar een ander derde land (PB L 064 van 11.3.2000, blz. 20).

(10)  Beschikking 2000/571/EG van de Commissie van 8 september 2000 tot vaststelling van de methoden voor de veterinaire controles van producten uit derde landen die bestemd zijn voor een vrije zone, een vrij entrepot, een douane-entrepot of een handelaar die levert aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen (PB L 240 van 23.9.2000, blz. 14).

(11)  Uitvoeringsbesluit 2011/215/EU van de Commissie van 4 april 2011 ter uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft het overladen in de grensinspectiepost van binnenkomst van zendingen producten, bestemd voor invoer in de Unie of voor derde landen (PB L 90 van 6.4.2011, blz. 50).

(12)  Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49).

(13)  Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).

(14)  Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 41).

(15)  Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12).

(16)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(17)  Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum, bestemd voor menselijke consumptie (PB L 175 van 10.7.2010, blz. 1).

(18)  Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009 (PB L 12 van 14.1.2012, blz. 1).

(19)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PB L 126 van 14.5.2016, blz. 13).

(20)  Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).

(21)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2122 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde categorieën dieren en goederen die van officiële controles aan grenscontroleposten zijn vrijgesteld, en specifieke controles van de persoonlijke bagage van passagiers en van kleine zendingen van goederen die worden verzonden aan natuurlijke personen die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 (zie bladzijde 45 van dit Publicatieblad).

(22)  http://www.edqm.eu (meest recente uitgave).

(23)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 10).

(24)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128 van de Commissie van 12 november 2019 tot vaststelling van het model van het officiële certificaat en de voorschriften voor de afgifte van officiële certificaten voor goederen die ter scheepsbevoorrading of consumptie door de bemanning en de passagiers worden geleverd aan vaartuigen die de Unie verlaten, of aan militaire bases van de NAVO of van de Verenigde Staten (zie bladzijde 114 van dit Publicatieblad).

(25)  Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).


Top