This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R1793
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/1793 of 22 October 2019 on the temporary increase of official controls and emergency measures governing the entry into the Union of certain goods from certain third countries implementing Regulations (EU) 2017/625 and (EC) No 178/2002 of the European Parliament and of the Council and repealing Commission Regulations (EC) No 669/2009, (EU) No 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 and (EU) 2018/1660 (Text with EEA relevance.)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 van de Commissie van 22 oktober 2019 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst.)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 van de Commissie van 22 oktober 2019 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst.)
C/2019/7444
PB L 277 van 29.10.2019, p. 89–129
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 02/07/2024
29.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 277/89 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1793 VAN DE COMMISSIE
van 22 oktober 2019
betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 34, lid 6, onder a), artikel 47, lid 2, onder b), artikel 54, lid 4, onder a) en b), en artikel 90, onder c),
Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (2), en met name artikel 53, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/625 integreert in één enkel wetgevingskader de regels die van toepassing zijn op officiële controles op dieren en goederen die de Unie binnenkomen, om na te gaan of de wetgeving van de Unie betreffende de agro-voedselketen wordt nageleefd. Met dit doel worden bij die verordening Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) en andere handelingen van de Unie met betrekking tot officiële controles op specifieke gebieden ingetrokken en vervangen. |
(2) |
Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 moeten bepaalde categorieën dieren en goederen uit bepaalde derde landen voordat zij de Unie binnenkomen altijd aan grenscontroleposten worden aangeboden voor officiële controles. Bovendien is in artikel 47, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 vastgelegd dat goederen die zijn onderworpen aan maatregelen waarvoor respectievelijk een tijdelijke verhoging van de officiële controles of noodmaatregelen vereist zijn, bij binnenkomst in de Unie aan officiële controles aan grenscontroleposten moeten worden onderworpen. |
(3) |
In dat verband moeten, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, bepaalde goederen uit bepaalde derde landen worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles aan grenscontroleposten in die gevallen waarin de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen heeft besloten dat deze controles noodzakelijk zijn wegens een bekend of nieuw risico of omdat er aanwijzingen zijn dat de agro-voedselketenwetgeving van de Unie op grote schaal en op ernstige wijze niet wordt nageleefd. Daartoe moet de Commissie de lijst van dergelijke goederen vaststellen, met vermelding van hun code in de gecombineerde nomenclatuur (GN), zoals vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Commissie (4) (hierna “de lijst” genoemd), en de lijst zo nodig bijwerken om eventuele ontwikkelingen in dit verband weer te geven. |
(4) |
De in overweging 3 bedoelde lijst moet in dit stadium bestaan uit een bijgewerkte lijst van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (5), die voorschriften bevat betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op aangewezen punten van binnenkomst in de Unie moeten worden uitgevoerd op de invoer van bepaalde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen. Daarom moet in bijlage I bij deze verordening de lijst worden opgenomen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die moeten worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie, overeenkomstig artikel 47, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625. |
(5) |
Bovendien moet de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 regels vaststellen betreffende de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles voor levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die aan een tijdelijke verhoging van de controles onderworpen zijn, waarbij met name rekening wordt gehouden met het risiconiveau van het desbetreffende gevaar en met de frequentie van de aan de grens geweigerde zendingen. |
(6) |
Verordening (EU) 2017/625 en de krachtens de artikelen 47 tot en met 64 van die verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen voorzien in een centraal systeem van officiële controles dat van toepassing is op de gebieden die vallen onder de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014 (6), (EU) 2015/175 (7), (EU) 2017/186 (8), (EU) 2018/1660 (9) van de Commissie en Verordening (EG) nr. 669/2009. Om deze reden en omdat een wezenlijk verband bestaat tussen de regels in deze verordeningen, aangezien zij alle betrekking hebben op het opleggen van aanvullende maatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde levensmiddelen en diervoeders uit bepaalde derde landen wegens een vastgesteld risico die afhankelijk van de ernst van het risico van toepassing zijn, moet de correcte en volledige toepassing van de desbetreffende regels worden vergemakkelijkt door de bepalingen betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles op bepaalde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong en de momenteel in die verordeningen vastgestelde noodmaatregelen in één handeling vast te leggen. |
(7) |
De levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die zijn onderworpen aan de noodmaatregelen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660, vormen nog steeds een ernstig risico voor de volksgezondheid dat niet op afdoende wijze kan worden beheerst met de door de lidstaten getroffen maatregelen. Daarom moet in bijlage II bij deze verordening een lijst worden opgenomen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die zijn onderworpen aan de noodmaatregelen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660. Bovendien moet het toepassingsgebied van de vermeldingen in de bovengenoemde lijsten worden uitgebreid tot andere vormen van de producten dan die welke momenteel in de lijsten zijn opgenomen, wanneer die andere vormen hetzelfde risico inhouden. Daarom moeten alle vermeldingen betreffende grondnoten worden uitgebreid tot perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van grondnotenolie, ook indien fijngemaakt of in de vorm van pellets, en moet de vermelding betreffende pepers uit India worden uitgebreid tot gebrande pepers (niet-scherpsmakende of andere dan niet-scherpsmakende). |
(8) |
Teneinde de risico’s voor de volksgezondheid naar behoren te beheersen, moeten samengestelde levensmiddelen die meer dan 20 % aan levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong bevatten die wegens het risico van verontreiniging met aflatoxinen in bijlage II bij deze verordening zijn opgenomen, hetzij in de vorm van één product, hetzij als de som van de in de lijst opgenomen producten, en die zijn ingedeeld onder de in bijlage II vastgestelde GN-codes, in de in overweging 7 bedoelde lijst worden opgenomen. |
(9) |
Bovendien moet de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 regels vaststellen betreffende de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles voor levensmiddelen en diervoeders die overeenkomstig deze verordening zijn onderworpen aan noodmaatregelen. Daarom moeten dergelijke regels in deze verordening worden vastgesteld, waarbij met name rekening wordt gehouden met het risiconiveau van het desbetreffende gevaar en met de frequentie van de aan de grens geweigerde zendingen. |
(10) |
Maatregelen waarvoor tijdelijk meer officiële controles vereist zijn en noodmaatregelen die in deze verordening zijn vastgesteld, moeten van toepassing zijn op levensmiddelen en diervoeders die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, aangezien die goederen een risico voor de volksgezondheid vormen. |
(11) |
Wat betreft zendingen die als handelsmonsters, als laboratoriummonsters of als demonstratiemateriaal voor tentoonstellingen worden verzonden en die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, niet-commerciële zendingen die bestemd zijn voor particulier gebruik of consumptie binnen het douanegebied van de Unie en zendingen die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden, zou het gezien het lage risico dat dergelijke zendingen voor de volksgezondheid inhouden, niet proportioneel zijn als deze zendingen overeenkomstig deze verordening zouden worden onderworpen aan officiële controles aan grenscontroleposten en vergezeld zouden moeten gaan van een officieel certificaat of van de resultaten van de bemonsterings- en laboratoriumanalyses. Echter, om misbruik te voorkomen, moet deze verordening wel van toepassing zijn op deze zendingen indien het brutogewicht ervan een bepaald maximumgewicht overschrijdt. |
(12) |
Maatregelen waarvoor tijdelijk meer officiële controles vereist zijn, en noodmaatregelen die in deze verordening zijn vastgesteld, hoeven niet te worden toegepast op levensmiddelen en diervoeders aan boord van internationaal opererende vervoermiddelen die niet worden gelost en bestemd zijn voor consumptie door de bemanning en passagiers, aangezien het in de Unie in de handel brengen zeer beperkt is. |
(13) |
De maximumgehalten aan mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in levensmiddelen en in diervoeders zijn respectievelijk bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (10) en bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) vastgesteld. De maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (12). Het referentielaboratorium van de Europese Unie voor dioxinen en polychloorbifenylen (pcb’s) in levensmiddelen en diervoeders heeft een onderzoek uitgevoerd naar de correlatie tussen pentachloorfenol (PCP) en dioxinen in verontreinigd guarpitmeel uit India. Uit deze studie kan worden geconcludeerd dat guarpitmeel met een PCP-gehalte onder het maximumresidugehalte (MRL) van 0,01 mg/kg geen onaanvaardbare dioxinegehalten bevat. Naleving van het MRL van PCP waarborgt in dit specifieke geval derhalve ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wat dioxinen betreft. |
(14) |
Met betrekking tot de in overweging 13 bedoelde regels zijn de bepalingen inzake bemonstering en analyses voor de controle op mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in levensmiddelen en in diervoeders respectievelijk bij Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie (13) en bij Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (14) vastgesteld. De bepalingen met betrekking tot de bemonstering voor de officiële controles op bestrijdingsmiddelenresiduen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie (15). Om eenvormige methoden voor bemonstering en laboratoriumanalyses in derde landen en in de lidstaten te waarborgen, moeten de bemonstering en de analyses van levensmiddelen en diervoeders die krachtens deze verordening vereist zijn, in de lidstaten en in derde landen volgens de bovengenoemde regels van de Unie inzake bemonstering en analyses worden uitgevoerd. |
(15) |
Om eenvormige bemonsteringsprocedures en analytische referentiemethoden in derde landen en lidstaten te waarborgen voor de bestrijding van Salmonella in levensmiddelen die onder deze verordening vallen, moeten dergelijke bemonsteringsprocedures en analytische referentiemethoden bij deze verordening worden vastgesteld. |
(16) |
Er zijn officiële modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde levensmiddelen en diervoeders vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660. Om de uitvoering van officiële controles bij binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, moet één officieel model van officieel certificaat worden vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van levensmiddelen en diervoeders waarop overeenkomstig deze verordening bijzondere voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van toepassing zijn. |
(17) |
Deze officiële certificaten moeten hetzij op papier hetzij in elektronische vorm worden afgegeven. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor de afgifte van officiële certificaten in beide gevallen, naast de voorschriften van titel II, hoofdstuk VII, van Verordening (EU) 2017/625. In dit verband is in artikel 90, onder f), van Verordening (EU) 2017/625 bepaald dat de Commissie regels kan vaststellen voor de afgifte van elektronische certificaten en voor het gebruik van elektronische handtekeningen, onder meer met betrekking tot officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven. Daarnaast moeten in deze verordening bepalingen worden opgenomen om ervoor te zorgen dat de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie (16) opgenomen eisen voor officiële certificaten die niet via het Imsoc zijn ingediend, ook van toepassing zijn op officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven. |
(18) |
In het bij Beschikking 2003/623/EG van de Commissie (17) ingestelde elektronische systeem Traces zijn modelcertificaten opgenomen om de administratieve procedures aan de grenzen van de Unie eenvoudiger en sneller te laten verlopen en om elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken, wat mogelijke frauduleuze of misleidende praktijken in verband met officiële certificaten helpt voorkomen. Sinds 2003 heeft de computertechnologie aanzienlijke ontwikkelingen doorgemaakt en is het Traces-systeem aangepast om de kwaliteit, verwerking en veilige uitwisseling van gegevens te verbeteren. Overeenkomstig artikel 133, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 moet het Traces-systeem worden geïntegreerd in het informatiemanagementsysteem voor officiële controles als bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 (Imsoc). Het in deze verordening vastgelegde model van officieel certificaat moet daarom worden afgestemd op het Imsoc. |
(19) |
De Commissie is krachtens artikel 90, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor de te volgen procedures om vervangende certificaten af te geven. Om verkeerd gebruik en misbruik te voorkomen, is het belangrijk om te specificeren in welke gevallen een vervangend officieel certificaat mag worden afgegeven en aan welke voorschriften dat certificaat moet voldoen. Dergelijke gevallen zijn vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 met betrekking tot officiële certificaten die overeenkomstig die verordening zijn afgegeven. Met het oog op een coherente aanpak moet worden bepaald dat, in het geval van de afgifte van vervangende certificaten, officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven, moeten worden vervangen overeenkomstig de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 vastgestelde procedures voor de vervangende certificaten. |
(20) |
Er moeten bepalingen worden vastgesteld om regelmatig te beoordelen of wijzigingen van de lijsten in de bijlagen I en II bij deze verordening — onder meer wijzigingen van de frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles — noodzakelijk zijn. Hierbij moet rekening worden gehouden met nieuwe informatie over risico’s en niet-naleving, zoals de gegevens uit kennisgevingen via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF), gegevens en informatie over zendingen en over de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde resultaten van de documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, informatie afkomstig van controles door de Commissie in derde landen en informatie die is uitgewisseld tussen de Commissie en de lidstaten en tussen de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. |
(21) |
Tussen de door de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 6, onder a), artikel 47, lid 2, onder b), en artikel 54, lid 4, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 vast te stellen regels bestaat een wezenlijk verband, omdat zij allemaal betrekking hebben op eisen voor de officiële controles bij binnenkomst in de Unie op bepaalde goederen uit bepaalde derde landen die moeten worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie, en ze moeten daarom vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. Teneinde de correcte en volledige toepassing van deze regels te vergemakkelijken, is het nuttig deze in één rechtshandeling vast te stellen. |
(22) |
Tussen de door de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder b), en artikel 90, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 en artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002 vast te stellen regels bestaat een wezenlijk verband, omdat zij allemaal betrekking hebben op eisen voor de binnenkomst in de Unie van goederen die overeenkomstig artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn onderworpen aan noodmaatregelen, en ze moeten daarom vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. Teneinde de correcte en volledige toepassing van deze regels te vergemakkelijken, is het nuttig deze in één rechtshandeling vast te stellen. |
(23) |
Met het oog op vereenvoudiging en rationalisering worden de regels van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2017/186, (EU) 2015/175 en (EU) 2018/1660 in deze verordening geconsolideerd. Deze verordeningen moeten derhalve worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen. |
(24) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
AFDELING 1
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Bij deze verordening worden vastgesteld:
a) |
de in bijlage I vastgestelde lijst van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die zijn onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie en die zijn ingedeeld onder de in die bijlage vastgestelde GN-codes en Taric-classificaties, overeenkomstig artikel 47, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625; |
b) |
bijzondere voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van de volgende categorieën zendingen van levensmiddelen en diervoeders wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen, waaronder aflatoxinen, bestrijdingsmiddelenresiduen, pentachloorfenol en dioxinen alsmede microbiologische besmetting, overeenkomstig artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002:
|
c) |
regels voor de frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles van de onder a) en b) van dit lid bedoelde zendingen van levensmiddelen en diervoeders; |
d) |
regels voor de toe te passen methoden voor bemonstering en voor laboratoriumanalyses voor de onder a) en b) van dit lid bedoelde zendingen van levensmiddelen en diervoeders, overeenkomstig artikel 34, lid 6, onder a), van Verordening (EU) 2017/625; |
e) |
regels voor het model van officieel certificaat waarvan de onder b) van dit lid bedoelde zendingen van levensmiddelen en diervoeders vergezeld moeten gaan en van de vereisten voor een dergelijk officieel certificaat, overeenkomstig artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002; |
f) |
regels voor de afgifte van vervangende officiële certificaten waarvan de onder b) van dit lid bedoelde zendingen van levensmiddelen en diervoeders vergezeld moeten gaan, overeenkomstig artikel 90, onder c), van Verordening (EU) 2017/625. |
2. Deze verordening is van toepassing op zendingen van levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in lid 1, onder a) en b), die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht.
3. Deze verordening is niet van toepassing op de volgende categorieën zendingen van levensmiddelen en diervoeders, tenzij het brutogewicht ervan meer dan 30 kg bedraagt:
a) |
zendingen van levensmiddelen en diervoeders die als handelsmonsters, als laboratoriummonsters of als demonstratiemateriaal voor tentoonstellingen worden verzonden en die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht; |
b) |
zendingen van levensmiddelen en diervoeders die in de persoonlijke bagage van reizigers voor persoonlijke consumptie of persoonlijk gebruik worden vervoerd; |
c) |
niet-commerciële zendingen van levensmiddelen en diervoeders die aan natuurlijke personen worden verzonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht; |
d) |
zendingen van levensmiddelen en diervoeders die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden. |
4. Deze verordening is niet van toepassing op levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in lid 1, onder a) en b), aan boord van internationaal opererende vervoermiddelen die niet worden gelost en bestemd zijn voor consumptie door de bemanning en passagiers.
5. Bij twijfel over het beoogde gebruik van de levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in lid 3, onder b) en c), ligt de bewijslast respectievelijk bij de eigenaar van de persoonlijke bagage en bij de ontvanger van de zending.
Artikel 2
Definities
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
“zending”: “zending” als gedefinieerd in artikel 3, lid 37, van Verordening (EU) 2017/625; |
b) |
“in de handel brengen”: “in de handel brengen” als gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002. |
2. Voor de toepassing van de artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 en van bijlage IV wordt onder “zending” evenwel verstaan:
a) |
een “partij” zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 401/2006 en in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009, met betrekking tot levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in bijlage II zijn opgenomen; |
b) |
een “partij” zoals bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 2002/63/EG, met betrekking tot levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met pesticiden en pentachloorfenol in bijlage II zijn opgenomen. |
Artikel 3
Bemonstering en analyses
De bemonstering en de analyses die de bevoegde autoriteiten moeten verrichten aan de grenscontroleposten of op de in artikel 53, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde controlepunten als onderdeel van de materiële controles op zendingen van levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a) en b), of in derde landen met het oog op de resultaten van analyses waarvan krachtens deze verordening zendingen levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), vergezeld moeten gaan, worden uitgevoerd overeenkomstig de volgende vereisten:
a) |
voor levensmiddelen die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in de bijlagen I en II zijn opgenomen, worden de bemonstering en de analyses verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 401/2006; |
b) |
voor diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in de bijlagen I en II zijn opgenomen, worden de bemonstering en de analyses verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 152/2009; |
c) |
voor levensmiddelen en diervoeders die wegens een mogelijke niet-naleving van de maximaal toegestane gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in de bijlagen I en II zijn opgenomen, wordt de bemonstering verricht overeenkomstig Richtlijn 2002/63/EG; |
d) |
voor guarpitmeel dat wegens het risico van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen in bijlage II is opgenomen, wordt de bemonstering voor de analyse van pentachloorfenol verricht overeenkomstig Richtlijn 2002/63/EG en worden de bemonstering en analyses voor de controle op dioxinen in diervoeders verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 152/2009; |
e) |
voor levensmiddelen die wegens het risico van de aanwezigheid van Salmonella in de bijlagen I en II zijn opgenomen, worden de bemonstering en de analyses voor de bestrijding van Salmonella verricht overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde bemonsteringsprocedures en referentieanalysemethoden; |
f) |
de bemonsterings- en analysemethoden als bedoeld in de voetnoten van de bijlagen I en II worden toegepast met betrekking tot andere risico’s dan die bedoeld onder a), b), c), d) en e). |
Artikel 4
Vrijgave voor het vrije verkeer
De douaneautoriteiten verlenen alleen vrijgave voor het vrije verkeer van zendingen van in de bijlagen I en II opgenomen levensmiddelen en diervoeders na overlegging van een naar behoren ingevuld gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) als bedoeld in artikel 57, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625, waarin wordt bevestigd dat de zending aan de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde toepasselijke regels voldoet.
AFDELING 2
TIJDELIJKE VERHOGING VAN DE OFFICIËLE CONTROLES AAN GRENSCONTROLEPOSTEN EN OP CONTROLEPUNTEN VAN BEPAALDE LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS UIT BEPAALDE DERDE LANDEN
Artikel 5
Lijst van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong
1. In bijlage I vermelde zendingen van levensmiddelen en diervoeders worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles aan grenscontroleposten bij binnenkomst in de Unie en op controlepunten.
2. De identificatie van de in lid 1 bedoelde levensmiddelen en diervoeders voor officiële controles vindt plaats op basis van de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-onderverdeling die zijn opgenomen in bijlage I.
Artikel 6
Frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles
1. De bevoegde autoriteiten aan grensinspectieposten en op controlepunten als bedoeld in artikel 53, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625, verrichten overeenstemmings- en materiële controles, met inbegrip van bemonstering en laboratoriumanalyses, op de in bijlage I opgenomen zendingen van levensmiddelen en diervoeders met de in die bijlage vastgestelde frequentie.
2. De in een vermelding in bijlage I opgenomen frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles is de algemene frequentie voor alle producten die onder die vermelding vallen.
AFDELING 3
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN BEPAALDE LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS UIT BEPAALDE DERDE LANDEN
Artikel 7
Binnenkomst in de Unie
1. Zendingen van in bijlage II opgenomen levensmiddelen en diervoeders mogen alleen overeenkomstig de in deze afdeling vastgestelde voorwaarden in de Unie worden binnengebracht.
2. De identificatie van de in lid 1 bedoelde levensmiddelen en diervoeders voor officiële controles vindt plaats op basis van de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-onderverdeling die zijn opgenomen in bijlage II.
3. De in lid 1 bedoelde zendingen worden onderworpen aan officiële controles aan grenscontroleposten bij binnenkomst in de Unie en op controlepunten.
Artikel 8
Frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles
1. De bevoegde autoriteiten aan grensinspectieposten en op controlepunten als bedoeld in artikel 53, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 verrichten overeenstemmings- en materiële controles, met inbegrip van bemonstering en laboratoriumanalyses, op de in bijlage II opgenomen zendingen van levensmiddelen en diervoeders met de in die bijlage vastgestelde frequentie.
2. De in een vermelding in bijlage II opgenomen frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles is de algemene frequentie voor alle producten die onder die vermelding vallen.
3. Op de in tabel 2 van bijlage II opgenomen samengestelde levensmiddelen die producten bevatten die slechts onder één vermelding in tabel 1 van bijlage II vallen, is de algemene frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles zoals vermeld in tabel 1 van bijlage II voor die vermelding van toepassing.
4. Op de in tabel 2 van bijlage II opgenomen samengestelde levensmiddelen die producten bevatten die onder verschillende vermeldingen voor hetzelfde gevaar in tabel 1 van bijlage II vallen, is de hoogste algemene frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles zoals vermeld in tabel 1 van bijlage II voor deze vermeldingen van toepassing.
Artikel 9
Identificatiecode
1. Elke zending van de in bijlage II opgenomen levensmiddelen en diervoeders wordt geïdentificeerd met een identificatiecode.
2. Die identificatiecode wordt op elke afzonderlijke zak of soort verpakking van de zending aangegeven.
3. In afwijking van lid 2 hoeft de identificatiecode van de zending, in het geval van zendingen van levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen in bijlage II zijn opgenomen, en indien in de verpakking meerdere kleine pakjes zijn gecombineerd, niet op alle afzonderlijke kleine pakjes te worden vermeld, mits deze op zijn minst wordt vermeld op de verpakking waarin deze kleine pakjes zijn gecombineerd.
Artikel 10
Resultaten van door de bevoegde autoriteiten van het derde land verrichte bemonstering en analyses
1. Elke zending van in bijlage II opgenomen levensmiddelen en diervoeders gaat vergezeld van de resultaten van de bemonstering en analyses die zijn verricht door de bevoegde autoriteiten van het derde land van oorsprong, of van het land van waaruit de zending is verzonden indien dit een ander land dan het land van oorsprong is.
2. Op basis van de resultaten als bedoeld in lid 1 controleren de bevoegde autoriteiten:
a) |
voor zendingen van levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen in bijlage II zijn opgenomen: de naleving van Verordening (EG) nr. 1881/2006 en Richtlijn 2002/32/EG betreffende maximumgehalten aan mycotoxinen; |
b) |
voor zendingen van levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico op verontreiniging met bestrijdingsmiddelenresiduen in bijlage II zijn opgenomen: de naleving van Verordening (EG) nr. 396/2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen; |
c) |
voor zendingen van levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico op verontreiniging met pentachloorfenol (PCP) en dioxinen in bijlage II zijn opgenomen: dat het product niet meer dan 0,01 mg pentachloorfenol per kg bevat; |
d) |
voor zendingen van levensmiddelen die wegens het risico van microbiologische besmetting met Salmonella in bijlage II zijn opgenomen: de afwezigheid van Salmonella in 25 g. |
3. Elke zending van levensmiddelen en diervoeders die wegens het risico van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen in bijlage II zijn opgenomen, moet vergezeld gaan van een analyserapport dat voldoet aan de vereisten van bijlage II.
Het analyserapport bevat de resultaten van de analyses als bedoeld in lid 1.
4. De resultaten van de bemonstering en analyses als bedoeld in lid 1 zijn voorzien van de in artikel 9, lid 1 bedoelde identificatiecode van de zending waarop zij betrekking hebben.
5. De analyses als bedoeld in lid 1 worden verricht door laboratoria die geaccrediteerd zijn overeenkomstig de norm ISO/IEC 17025 betreffende “Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria”.
Artikel 11
Officieel certificaat
1. Elke zending van de in bijlage II opgenomen levensmiddelen en diervoeders gaat vergezeld van een officieel certificaat volgens het model in bijlage IV (“officieel certificaat”).
2. Het officiële certificaat voldoet aan de volgende vereisten:
a) |
het wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van het derde land van oorsprong of van het derde land van waaruit de zending is verzonden indien dit een ander land dan het land van oorsprong is; |
b) |
het is voorzien van de in artikel 9, lid 1 bedoelde identificatiecode van de zending waarop het betrekking heeft; |
c) |
het wordt afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft, de controle verlaat van de bevoegde autoriteit van het derde land die het certificaat afgeeft; |
d) |
het is geldig gedurende ten hoogste vier maanden na de dag van afgifte, maar in geen geval langer dan zes maanden na de datum van de resultaten van de laboratoriumanalyses als bedoeld in artikel 10, lid 1. |
3. Een officieel certificaat dat door de bevoegde autoriteit van het derde land dat het certificaat heeft afgegeven niet via het informatiebeheersysteem voor officiële controles (Imsoc) als bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 is ingediend, voldoet ook aan de vereisten voor modellen van niet via het Imsoc ingediende officiële certificaten, die zijn vastgelegd in artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628.
4. De bevoegde autoriteiten mogen alleen een vervangend officieel certificaat afgeven overeenkomstig de voorschriften van artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628.
5. Het officiële certificaat als bedoeld in lid 1 wordt ingevuld op basis van de toelichting in bijlage IV.
AFDELING 4
SLOTBEPALINGEN
Artikel 12
Bijwerkingen van de bijlagen
De Commissie herziet de lijsten in de bijlagen I en II regelmatig, maar ten minste eens in de zes maanden, teneinde rekening te houden met nieuwe informatie over risico’s en niet-naleving.
Artikel 13
Intrekking
1. Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2017/186, (EU) 2015/175 en (EU) 2018/1660 worden met ingang van 14 december 2019 ingetrokken.
2. Verwijzingen naar de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2017/186, (EU) 2015/175 en (EU) 2018/1660 gelden als verwijzingen naar deze verordening.
3. Verwijzingen naar “het aangewezen punt van binnenkomst in de zin van artikel 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 669/2009” of naar “het aangewezen punt van binnenkomst” in andere dan de in lid 1 bedoelde handelingen gelden als verwijzingen naar een “grenscontrolepost” in de zin van artikel 3, lid 38, van Verordening (EU) 2017/625.
4. Verwijzingen naar “het gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB) als bedoeld in artikel 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 669/2009”, naar “het gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB) als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 669/2009” of naar “het gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB)” in andere dan de in lid 1 bedoelde handelingen gelden als verwijzingen naar het “gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (CHED)” als bedoeld in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625.
5. Verwijzingen naar de definitie in artikel 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 669/2009 in andere dan de in lid 1 bedoelde handelingen gelden als verwijzingen naar de definitie van “zending” in artikel 3, lid 37, van Verordening (EU) 2017/625.
Artikel 14
Overgangsperiode
1. De rapportageverplichtingen van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009, artikel 13 van Verordening (EU) nr. 884/2014, artikel 12 van Verordening (EU) 2018/1660, artikel 12 van Verordening (EU) 2015/175 en artikel 12 van Verordening (EU) 2017/186 blijven van toepassing tot en met 31 januari 2020.
Deze rapportageverplichtingen hebben betrekking op de periode tot en met 31 december 2019.
2. Aan de in lid 1 bedoelde rapportageverplichtingen wordt geacht te zijn voldaan wanneer de lidstaten de gemeenschappelijke documenten van binnenkomst die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 669/2009, Verordening (EU) nr. 884/2014, Verordening (EU) 2015/175, Verordening (EU) 2017/186 en Verordening (EU) 2018/1660 door hun respectieve bevoegde autoriteiten zijn afgegeven, tijdens de in lid 1 vastgelegde rapportageperiode in Traces hebben geregistreerd.
3. Zendingen van in bijlage II opgenomen levensmiddelen en diervoeders die vergezeld gaan van de desbetreffende certificaten die vóór 14 februari 2020 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 884/2014, Verordening (EU) 2018/1660, Verordening (EU) 2015/175 en Verordening (EU) 2017/186 zijn afgegeven, respectievelijk op 13 december 2019 van kracht waren, mogen tot en met 13 juni 2020 in de Unie worden binnengebracht.
Artikel 15
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(2) PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
(4) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1152/2009 (PB L 242 van 14.8.2014, blz. 4).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/175 van de Commissie van 5 februari 2015 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van guarpitmeel van oorsprong of verzonden uit India wegens de risico’s van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen (PB L 30 van 6.2.2015, blz. 10).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/186 van de Commissie van 2 februari 2017 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen uit bepaalde derde landen wegens microbiologische besmetting en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 (PB L 29 van 3.2.2017, blz. 24).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1660 van de Commissie van 7 november 2018 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen wegens de risico’s op verontreiniging met bestrijdingsmiddelenresiduen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 (PB L 278 van 8.11.2018, blz. 7).
(10) Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(11) Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10).
(12) Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(13) Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12).
(14) Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie van 27 januari 2009 tot vaststelling van de bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders (PB L 54 van 26.2.2009 blz. 1).
(15) Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002 houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 30).
(16) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101).
(17) Beschikking 2003/623/EG van de Commissie van 19 augustus 2003 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem, genaamd Traces (PB L 216 van 28.8.2003, blz. 58).
BIJLAGE I
Levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles aan grenscontroleposten en controlepunten worden onderworpen
Levensmiddelen en diervoeders (beoogd gebruik) |
GN-code (1) |
Taric-onderverdeling |
Land van oorsprong |
Gevaar |
Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles (%) |
||||
|
|
|
Bolivia (BO) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
10 |
Brazilië (BR) |
Salmonella (2) |
20 |
||||
|
|
70 10 |
China (CN) |
20 |
|||||
|
|
11 |
China (CN) |
Salmonella (2bis) |
20 |
||||
|
|
|
China (CN) |
20 |
|||||
|
|
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
|
|
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
50 |
|||||
|
|
70 20 |
|
|
|
||||
|
|
70 10 |
|
|
|
||||
|
|
|
Egypte (EG) |
20 |
|||||
|
|
70 20 |
|
|
|
||||
|
|
|
Ethiopië (ET) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
|
Georgië (GE) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
40 |
|
|
|
||||
|
|
70 20 30 |
|
|
|
||||
|
|
|
Ghana (GH) |
Sudan-kleurstoffen (9) |
50 |
||||
|
|
90 |
|
|
|
||||
|
|
70 30 |
India (IN) |
10 |
|||||
|
|
70 20 |
India (IN) |
20 |
|||||
|
|
|
Kenia (KE) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
5 |
||||
|
|
20 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
|
|
70 10 |
Cambodja (KH) |
50 |
|||||
|
|
11; 19 |
Libanon (LB) |
Rodamine B |
50 |
||||
|
|
93 |
Libanon (LB) |
Rodamine B |
50 |
||||
|
|
|
Sri Lanka (LK) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
70 11; 19 79 |
|
|
|
|||||
|
|
|
Madagaskar (MG) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
20 |
Maleisië (MY) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
|
|
|
Nigeria (NG) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
70 20 |
Pakistan (PK) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
|
|
70 10 |
Servië (RS) |
Norovirus |
10 |
||||
|
|
|
Sudan (SD) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
70 10 50 |
Sierra Leone (SL) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
Senegal (SN) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
11; 19 |
Syrië (SY) |
Rodamine B |
50 |
||||
|
|
93 |
Syrië (SY) |
Rodamine B |
50 |
||||
|
|
70 20 |
Thailand (TH) |
10 |
|||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Sulfieten (15) |
10 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Ochratoxine A |
5 |
||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
10 |
||||
|
|
30 |
Turkije (TR) |
10 |
|||||
|
|
|
Turkije (TR) |
10 |
|||||
|
|
20 |
Turkije (TR) |
Cyanide |
50 |
||||
|
|
70 20 |
Uganda (UG) |
Residuen van bestrijdingsmiddelen (3) |
20 |
||||
|
|
|
Uganda (UG) |
Salmonella (2) |
50 |
||||
|
|
|
Verenigde Staten (US) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Verenigde Staten (US) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 20 |
|
|
|
||||
|
|
|
Oezbekistan (UZ) |
Sulfieten (15) |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
72 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
|
|
20 |
|
|
|
||||
|
|
30 |
|
|
|
||||
|
|
40 |
|
|
|
||||
|
|
70 30 |
Vietnam (VN) |
50 |
|||||
|
|
70 20 |
Vietnam (VN) |
50 |
(1) Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht, wordt de GN-code voorafgegaan door “ex”.
(2) De bemonstering en de analyses worden uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures en de referentieanalysemethoden als bedoeld in punt 1, onder a), van bijlage III bij deze verordening.
(2bis) De bemonstering en de analyses worden uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures en de referentieanalysemethoden als bedoeld in punt 1, onder b), van bijlage III bij deze verordening.
(3) Residuen van ten minste die bestrijdingsmiddelen die in het overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1) vastgestelde controleprogramma zijn opgenomen en die kunnen worden geanalyseerd met multiresidumethoden op basis van GC—MS en LC—MS (controle op bestrijdingsmiddelen alleen in/op producten van plantaardige oorsprong).
(4) Residuen van amitraz.
(5) Residuen van nicotine.
(6) Residuen van tolfenpyrad.
(7) Residuen van acefaat, aldicarb (som van aldicarb, het sulfoxide en het sulfon daarvan, uitgedrukt als aldicarb), amitraz (amitraz met inbegrip van alle metabolieten die het 2,4—dimethylanilinegedeelte bevatten, uitgedrukt als amitraz), diafenthiuron, dicofol (som van p,p'- en o,p'-isomeer), dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram) en methiocarb (som van methiocarb en methiocarbsulfoxide en —sulfon, uitgedrukt als methiocarb).
(8) Residuen van dicofol (som van p,p'- en o,p'-isomeer), dinotefuran, folpet, prochloraz (som van prochloraz en de metabolieten daarvan die het 2,4,6-trichloorfenolgedeelte bevatten, uitgedrukt als prochloraz), thiofanaat-methyl en triforine.
(9) In deze bijlage worden onder “Sudan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan: i) Sudan I (CAS-nummer 842—07—9); ii) Sudan II (CAS-nummer 3118—97—6); iii) Sudan III (CAS-nummer 85—86—9); iv) Scarlet Red, of Soedan IV (CAS-nummer 85—83—6).
(10) Residuen van diafenthiuron.
(11) Residuen van carbofuran.
(12) Residuen van fenthoaat.
(13) Residuen van chloorbufam.
(14) Residuen van formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(—hydrochloride)), prothiofos en triforine.
(15) Referentiemethoden: EN 1988-1:1998, EN 1988-2:1998 of ISO 5522:1981.
(16) Residuen van prochloraz.
(17) Residuen van diafenthiuron, formetanaat (som van formetanaat en zouten daarvan, uitgedrukt als formetanaat(-hydrochloride)) en thiofanaat-methyl.
(18) “Onverwerkte producten” zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(19) “In de handel brengen” en “eindverbruiker” zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(20) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), fenthoaat en quinalfos.
BIJLAGE II
Levensmiddelen en diervoeders uit bepaalde derde landen die zijn onderworpen aan bijzondere voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie in verband met het risico van verontreiniging met mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, residuen van bestrijdingsmiddelen, pentachloorfenol en dioxinen, en microbiologische besmetting
1. Levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), i)
Levensmiddelen en diervoeders (beoogd gebruik) |
GN-code (1) |
Taric-onderverdeling |
Land van oorsprong |
Gevaar |
Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles (%) |
||||
|
|
|
Argentinië (AR) |
Aflatoxinen |
5 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Azerbeidzjan (AZ) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 70 70 |
|
|
|
||||
|
|
70 40 05; 06 33 23 |
|
|
|
||||
|
|
15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 20 30 |
|
|
|
||||
|
|
40 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 30 30 20 30 |
|
|
|
||||
|
|
20 |
|
|
|
||||
|
|
|
Brazilië (BR) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
70 20 20 20 |
|
|
|
||||
|
|
|
Brazilië (BR) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
China (CN) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Egypte (EG) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Ethiopië (ET) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Ghana (GH) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Gambia (GM) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Indonesië (ID) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
10 |
India (IN) |
Salmonella (2) |
10 |
||||
|
|
|
India (IN) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
11; 19 20 79 |
|
|
|
|||||
|
|
|
India (IN) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
10 |
India (IN) |
20 |
|||||
|
|
|
India (IN) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
10 |
India (IN) |
Pentachloorfenol en dioxinen (5) |
5 |
||||
|
|
|
India (IN) |
Salmonella (6) |
20 |
||||
|
|
|
Iran (IR) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 60 60 |
|
|
|
||||
|
|
70 30 03; 04 32 22 |
|
|
|
||||
|
|
20 20 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 |
|
|
|
||||
|
|
50 |
|
|
|
||||
|
ex 1207 70 00 ; ex 1208 90 00 ; ex 2008 99 99 |
70 10 50 |
Nigeria (NG) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
Sudan (SD) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
50 |
|
|
|
||||
|
|
70 20 01; 02 31 21 |
|
|
|
||||
|
|
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 10 10 10 10 60 95 60 |
|
|
|
||||
|
|
60 |
|
|
|
||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Aflatoxinen |
5 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 70 70 |
|
|
|
||||
|
|
70 40 05; 06 33 23 |
|
|
|
||||
|
|
15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 30 30 30 20 30 |
|
|
|
||||
|
|
40 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 30 30 20 30 |
|
|
|
||||
|
|
20 |
|
|
|
||||
|
|
|
Turkije (TR) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
70 60 60 |
|
|
|
||||
|
|
70 30 |
|
|
|
||||
|
|
03; 04 32 22 20 20 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 |
|
|
|
||||
|
|
50 |
|
|
|
||||
|
|
11, 19 |
Turkije (TR) |
20 |
|||||
|
|
10 |
Vietnam (VN) |
10 |
2. Samengestelde levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), ii)
Samengestelde levensmiddelen die meer dan 20 % van de afzonderlijke producten bevatten die wegens het risico van verontreiniging met aflatoxinen in tabel 1 van deze bijlage zijn opgenomen, hetzij in de vorm van één product, hetzij als de som van de in de lijst opgenomen producten |
|
GN-code (1) |
Beschrijving (7) |
ex 1704 90 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen), ander dan kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker |
ex 1806 |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten |
ex 1905 |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel |
(1) Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht, wordt de GN-code voorafgegaan door "ex".
(2) De bemonstering en de analyses worden uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures en de referentieanalysemethoden als bedoeld in punt 1, onder b), van bijlage III bij deze verordening.
(3) Residuen van ten minste die bestrijdingsmiddelen die in het overeenkomstig artikel 29, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1) vastgestelde controleprogramma zijn opgenomen en die kunnen worden geanalyseerd met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS (controle op bestrijdingsmiddelen alleen in/op producten van plantaardige oorsprong).
(4) Residuen van acefaat
(5) Het in artikel 10, lid 3, van deze verordening bedoelde analyserapport wordt afgegeven door een laboratorium dat overeenkomstig EN ISO/IEC 17025 is geaccrediteerd voor de analyse van PCP in levensmiddelen en diervoeders.
In het analyserapport wordt het volgende vermeld:
a) |
de resultaten van bemonstering en analyse voor de aanwezigheid van PCP, uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong, of van het land van waaruit de zending is verzonden indien dit een ander land dan het land van oorsprong is; |
b) |
de meetonzekerheid van het analyseresultaat; |
c) |
de aantoonbaarheidsgrens van de analysemethode, en |
d) |
de bepaalbaarheidsgrens van de analysemethode. |
De extractie vóór de analyse wordt verricht met een zuur oplosmiddel. De analyse wordt uitgevoerd overeenkomstig de gewijzigde versie van de QuEChERS-methode, die wordt beschreven op de website van de referentielaboratoria van de Europese Unie voor residuen van bestrijdingsmiddelen, of volgens een even betrouwbare methode.
(6) De bemonstering en de analyses worden uitgevoerd overeenkomstig de bemonsteringsprocedures en de referentieanalysemethoden als bedoeld in punt 1, onder a), van bijlage III bij deze verordening.
(7) De omschrijving van de goederen komt overeen met die in de kolom “Omschrijving” van de GN in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87. Voor nadere uitleg over de exacte reikwijdte van het gemeenschappelijk douanetarief wordt verwezen naar de recentste wijziging van die bijlage.
(8) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram) en metrafenon.
(9) Residuen van dithiocarbamaten (dithiocarbamaten uitgedrukt als CS2, inclusief maneb, mancozeb, metiram, propineb, thiram en ziram), fenthoaat en quinalfos.
BIJLAGE III
1) Bemonsteringsprocedures en referentieanalysemethoden als bedoeld in artikel 3, onder e)
1. |
Bemonsteringsprocedures en referentieanalysemethoden voor de controle op de aanwezigheid van Salmonella in levensmiddelen
|
(1) De meest recente versie van de referentieanalysemethode moet worden gebruikt of een methode die ten opzichte daarvan overeenkomstig het protocol van EN ISO 16140-2 is gevalideerd.
(2) De meest recente versie van de referentieanalysemethode moet worden gebruikt of een methode die ten opzichte daarvan overeenkomstig het protocol van EN ISO 16140-2 is gevalideerd.
BIJLAGE IV
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 11 VAN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1793 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BINNENKOMST VAN BEPAALDE LEVENSMIDDELEN OF DIERVOEDERS IN DE UNIE
LAND
Officieel certificaat voor de EU
Deel 1: Gegevens betreffende de zending
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
I.2. Referentienummer certificaat
I.2.a Referentienummer Imsoc
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
I.7. Land van oorsprong
ISO-code
I.8. Regio van oorsprong
I.9. Land van bestemming
ISO-code
I.10.
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
I.13. Plaats van lading
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
Vaartuig
Treinwagon
Andere
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
I.17. Begeleidende documenten
Laboratoriumrapport
Nr.
Datum van afgifte:
Andere
Soort
Nr.
I.18. Vervoersoms-tandigheden
Omgevingstemperatuur
Gekoeld
Bevroren
I.19. Containernummer/zegelnummer
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
Diervoeders
I.21.
I.22.
Voor de interne markt:
I.23. Totaal aantal verpakkingen
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
Totaal nettogewicht (kg)
Totaal brutogewicht (kg)
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
Nettogewicht Partijnummer
Aard van de verpakking
LAND
Certificaat voor de binnenkomst van levensmiddelen of diervoeders in de Unie
Deel II: Certificering
II. Informatie over de gezondheid
II.a Referentienummer certificaat
II.b Referentienummer Imsoc
II.1. Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en verklaart dat:
(1) hetzij
[II.1.1. ☐ de levensmiddelen van de hierboven omschreven zending met de identificatiecode (vermeld de identificatiecode voor de zending als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 Commissie) zijn geproduceerd overeenkomstig de vereisten van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002 en (EG) nr. 852/2004, en met name:
de primaire productie van dergelijke levensmiddelen en de daarmee verband houdende bewerkingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004, voldoen aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, bij Verordening (EG) nr. 852/2004;
(1) (2) en, in het geval van een op de primaire productie volgende fase van de productie, de verwerking en de distributie en daarmee verband houdende handelingen:
zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004, en
zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;]
(1) hetzij
[II.1.2. ☐ de diervoeders van de hierboven omschreven zending met de identificatiecode (vermeld de identificatiecode voor de zending als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793) zijn geproduceerd overeenkomstig de vereisten van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002 en (EG) nr. 183/2005, en met name:
de primaire productie van dergelijke diervoeders en de daarmee verband houdende bewerkingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 183/2005 voldoen aan de bepalingen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 183/2005;
(1) (2) en, in het geval van een op de primaire productie volgende fase van de productie, de verwerking en de distributie en daarmee verband houdende handelingen:
zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005, en
zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 183/2005 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen.]
en
II.2. Ondergetekende, overeenkomstig de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie, verklaart dat:
(3) hetzij
[II.2.1. ☐ Certificering voor in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 vermelde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong, alsmede voor samengestelde levensmiddelen die wegens het risico van verontreiniging met mycotoxinen in die bijlage zijn opgenomen
uit de hierboven omschreven zending steekproeven zijn genomen overeenkomstig:
☐ Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie om het gehalte aan aflatoxine B1 en de totale verontreiniging met aflatoxinen voor levensmiddelen te bepalen
☐ Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie om het gehalte aan aflatoxine B1 voor diervoeders te bepalen
op … (datum), onder voorbehoud van laboratoriumanalyses op … (datum)
in het… (naam van het laboratorium) aan de hand van methoden waarmee ten minste de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 Commissie (deze verordening) genoemde risico’s kunnen worden vastgesteld.
De gegevens met betrekking tot de methoden voor laboratoriumanalyses en alle resultaten zijn bijgevoegd en daaruit blijkt dat aan de wetgeving van de Unie inzake de maximumgehalten aan aflatoxinen is voldaan.]
(3) hetzij
[II.2.2. ☐ Certificering voor in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 vermelde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong, alsmede voor samengestelde levensmiddelen die wegens het risico van verontreiniging met bestrijdingsmiddelenresiduen in die bijlage zijn opgenomen
uit de hierboven omschreven zending steekproeven zijn genomen overeenkomstig Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie op … (datum), onder voorbehoud van laboratoriumanalyses op … (datum) in het… (naam van het laboratorium) aan de hand van methoden waarmee ten minste de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 genoemde risico’s kunnen worden vastgesteld.
De gegevens met betrekking tot de methoden voor laboratoriumanalyses en alle resultaten zijn bijgevoegd en daaruit blijkt dat aan de wetgeving van de Unie inzake de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen is voldaan.]
(3) hetzij
[II.2.3. ☐ Certificering voor in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 vermeld guarpitmeel, met inbegrip van samengestelde levensmiddelen die wegens het risico van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen in die bijlage zijn opgenomen
uit de hierboven omschreven zending steekproeven zijn genomen overeenkomstig Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie op … (datum), onder voorbehoud van laboratoriumanalyses op … (datum) in het… (naam van het laboratorium) aan de hand van methoden waarmee ten minste de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 genoemde risico’s kunnen worden vastgesteld.
De gegevens met betrekking tot de methoden voor laboratoriumanalyses en alle resultaten zijn bijgevoegd en daaruit blijkt dat de goederen niet meer dan 0,01 mg/kg pentachloorfenol (PCP) bevatten.]
(3) hetzij
[II.2.4. ☐ Certificering voor in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 vermelde levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong, alsmede voor samengestelde levensmiddelen die wegens het risico van microbiologische besmetting in die bijlage zijn opgenomen
uit de hierboven omschreven zending steekproeven zijn genomen overeenkomstig bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793
op … (datum), onder voorbehoud van laboratoriumanalyses op … (datum)
in het… (naam van het laboratorium) aan de hand van methoden waarmee ten minste de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 genoemde risico’s kunnen worden vastgesteld.
De gegevens met betrekking tot de methoden voor laboratoriumanalyses en alle resultaten zijn bijgevoegd en bevestigen de afwezigheid van Salmonella in 25 g.
II.3. Dit certificaat is afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft door de afgevende bevoegde autoriteit volledig is gecontroleerd.
II.4. Dit certificaat is geldig gedurende vier maanden na de dag van afgifte, maar in geen geval langer dan zes maanden na de datum van de resultaten van de laatste laboratoriumanalyses.
Opmerkingen
Zie de aanwijzingen voor het invullen in deze bijlage.
Deel II:
(1) Deleten of doorhalen wat niet van toepassing is (bv. levensmiddelen of diervoeders)
(2) Is alleen van toepassing in het geval van een op de primaire productie volgende fase van de productie, de verwerking en de distributie en daarmee verband houdende handelingen.
(3) Deleten of doorhalen wat niet van toepassing is indien u dit punt niet selecteert voor de certificering.
De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Hetzelfde geldt voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken.
Certificerend ambtenaar:
Naam (in blokletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel
AANWIJZINGEN VOOR HET INVULLEN VAN HET MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 11 VAN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1793 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BINNENKOMST VAN BEPAALDE LEVENSMIDDELEN OF DIERVOEDERS IN DE UNIE
Algemeen
Om een optie te selecteren moet het overeenstemmende vak worden aangevinkt of met een kruisje (X) worden gemerkt.
De “ISO-code” is de internationale gestandaardiseerde tweeletterige code voor een land overeenkomstig de internationale norm ISO 3166 alpha-2 (1).
In de vakken I.15, I.18 en I.20 mag slechts één optie worden geselecteerd.
Tenzij anders vermeld, zijn de vakken verplicht.
Indien de geadresseerde, de grenscontrolepost van binnenkomst of de gegevens over het vervoer (d.w.z. de vervoermiddelen en de datum) veranderen nadat het certificaat is afgegeven, moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteit van de lidstaat van binnenkomst hiervan in kennis stellen. Een dergelijke verandering leidt niet tot een verzoek om een vervangend certificaat.
Indien het certificaat in Imsoc is ingediend, geldt het volgende:
— |
de in deel I vermelde gegevens of vakken vormen de nomenclaturen voor de elektronische versie van het officiële certificaat; |
— |
de volgorde van de vakken in deel I van het model van officieel certificaat en de grootte en vorm van die vakken zijn indicatief; |
— |
wanneer een stempel vereist is, is het elektronische equivalent daarvan een elektronisch zegel. Dit zegel moet voldoen aan de regels voor de afgifte van elektronische certificaten als bedoeld in artikel 90, onder f), van Verordening (EU) 2017/625. |
Deel I: Gegevens betreffende de zending
Land: |
De naam van het derde land dat het certificaat afgeeft. |
Vak I.1. |
Verzender/exporteur: de naam en het adres (straat, stad en regio, provincie of staat, naargelang het geval) van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de zending verzendt en die in het derde land moet zijn gevestigd. |
Vak I.2. |
Referentienummer certificaat: de unieke verplichte code die door de bevoegde autoriteit van het derde land wordt toegewezen overeenkomstig haar eigen classificatie. Dit vak is verplicht voor alle certificaten die niet via Imsoc worden ingediend. |
Vak I.2.a. |
Referentienummer Imsoc: de unieke referentiecode die automatisch door Imsoc wordt toegewezen als het certificaat in Imsoc wordt geregistreerd. Dit vak moet niet worden ingevuld als het certificaat niet via Imsoc wordt ingediend. |
Vak I.3. |
Centrale bevoegde autoriteit: de naam van de centrale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft. |
Vak I.4. |
Lokale bevoegde autoriteit: de naam van de lokale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft, indien van toepassing. |
Vak I.5. |
Geadresseerde/importeur: naam en adres van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de zending bestemd is in de lidstaat. |
Vak I.6. |
Voor de zending verantwoordelijke exploitant: de naam en het adres van de persoon in de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de zending wanneer die bij de grenscontrolepost wordt aangeboden en die als importeur of namens de importeur de nodige verklaringen indient bij de bevoegde autoriteiten. Dit vak is optioneel. |
Vak I.7. |
Land van oorsprong: de naam en de ISO-code van het land waaruit de goederen afkomstig zijn dan wel waar zij zijn geteeld, geoogst of geproduceerd. |
Vak I.8. |
Niet van toepassing. |
Vak I.9. |
Land van bestemming: de naam en de ISO-code van het land van bestemming in de Europese Unie van de producten. |
Vak I.10. |
Niet van toepassing. |
Vak I.11. |
Plaats van verzending: de naam en het adres van de bedrijven of inrichtingen waaruit de producten afkomstig zijn. Elke eenheid van een onderneming in de levensmiddelen- of diervoederssector. Alleen de inrichting die de producten verzendt, moet worden genoemd. In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), is de plaats van verzending de laatste in een derde land gevestigde inrichting van de uitvoerketen waaruit de definitieve zending naar de Europese Unie wordt vervoerd. |
Vak I.12. |
Plaats van bestemming: deze informatie is optioneel. Voor het in de handel brengen: de plaats waar de producten naartoe worden gebracht voor de laatste lossing. Vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van de bedrijven of inrichtingen van de plaats van bestemming, indien van toepassing. |
Vak I.13. |
Plaats van lading: niet van toepassing. |
Vak I.14. |
Datum en tijdstip van vertrek: de datum waarop het vervoermiddel vertrekt (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig). |
Vak I.15. |
Vervoermiddel: vervoermiddel bij het verlaten van het land van verzending. Vervoerswijze: vliegtuig, vaartuig, treinwagon, wegvoertuig of ander. Onder “ander” worden vervoerswijzen verstaan die niet onder Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (2) vallen. Identificatie van het vervoermiddel: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor vaartuigen de naam van het schip, voor treinwagons de code van de trein en het wagonnummer, voor wegvoertuigen het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger. Vermeld in het geval van een ferry de identificatiegegevens van het wegvoertuig, het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger, en de naam van de geplande ferry. |
Vak I.16. |
Grenscontrolepost van binnenkomst: vermeld de naam van de grenscontrolepost en de door Imsoc toegewezen identificatiecode ervan. |
Vak I.17. |
Begeleidende documenten: Laboratoriumrapport: vermeld het referentienummer en de datum van afgifte van het rapport/de resultaten van de laboratoriumanalyses als bedoeld in artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 (deze verordening). Overige: het type en het referentienummer van het document moeten worden vermeld wanneer een zending vergezeld gaat van de andere documenten, zoals een handelsdocument (bv. het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van het cognossement of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig). |
Vak I.18. |
Vervoersomstandigheden: categorie van de vereiste temperatuur tijdens het vervoer van de producten (omgevingstemperatuur, gekoeld, ingevroren). Er mag slechts één categorie worden geselecteerd. |
Vak I.19. |
Containernummer/zegelnummer: de desbetreffende nummers, indien van toepassing. Het containernummer moet worden vermeld als de goederen in gesloten containers worden vervoerd. Alleen het nummer van het officiële zegel moet worden vermeld. Het gaat om een officieel zegel als een zegel op de container, vrachtwagen of treinwagon wordt aangebracht onder toezicht van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft. |
Vak I.20. |
Goederen gecertificeerd voor: Vermeld het beoogde gebruik voor producten als vermeld in het desbetreffende officiële certificaat van de Europese Unie. Menselijke consumptie: betreft alleen voor menselijke consumptie bestemde samengestelde producten Diervoeders: betreft alleen producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren. |
Vak I.21. |
Niet van toepassing |
Vak I.22. |
Voor de interne markt: voor alle zendingen die bestemd zijn om in de Europese Unie in de handel te worden gebracht. |
Vak I.23. |
Totaal aantal verpakkingen: het aantal verpakkingen. In het geval van bulkzendingen is dit vak facultatief. |
Vak I.24. |
Hoeveelheid: Totaal nettogewicht: dit wordt gedefinieerd als de massa van de goederen zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen. Totaal brutogewicht: het totale gewicht in kilogram. Dit wordt gedefinieerd als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers en andere transportmiddelen. |
Vak I.25. |
Omschrijving van de goederen: Vermeld de desbetreffende code van het geharmoniseerd systeem (GS-code) en de door de Werelddouaneorganisatie bepaalde titel als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3). Deze douanebeschrijving wordt in voorkomend geval aangevuld met alle informatie die nodig is voor de indeling van de producten. Vermeld de soort, productsoorten, het aantal verpakkingen, de aard van de verpakking, het nummer van de partij, het nettogewicht en de eindverbruiker (d.w.z. producten worden voor de eindverbruiker verpakt). Soort: de wetenschappelijke benaming of zoals gedefinieerd overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie. Aard van de verpakking: vermeld de aard van de verpakking aan overeenkomstig de definitie in aanbeveling 21 (4) van UN/Cefact (Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen). |
Deel II: Certificering
Dit deel moet worden ingevuld door een certificerende ambtenaar die door de bevoegde autoriteit van het derde land gemachtigd is om het officiële certificaat te ondertekenen, zoals bepaald in artikel 88, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625.
Vak II. |
Informatie over de gezondheid: vul dit deel in overeenkomstig de specifieke gezondheidsvoorschriften van de Europese Unie voor de aard van de producten en zoals bepaald in de gelijkwaardigheidsovereenkomsten met bepaalde derde landen of in andere wetgeving van de Europese Unie, zoals die inzake certificering. Selecteer uit de punten II.2.1, II.2.2, II.2.3 en II.2.4 het punt dat overeenkomt met de productcategorie en het gevaar waarvoor de certificering wordt gegeven. Indien de officiële certificaten niet in het Imsoc worden ingediend, moeten de niet-relevante vermeldingen worden doorgehaald en door de certificerende ambtenaar worden geparafeerd en van een stempel worden voorzien dan wel volledig uit het certificaat worden verwijderd. Indien het certificaat in Imsoc wordt ingediend, moeten de niet-relevante verklaringen worden doorgehaald of volledig uit het certificaat worden verwijderd. |
Vak II.a. |
Referentienummer certificaat: dezelfde referentiecode als in vak I.2. |
Vak II.b. |
Referentienummer Imsoc: dezelfde referentiecode als in vak I.2.a. Alleen verplicht voor in Imsoc afgegeven officiële certificaten |
Certificerend ambtenaar: |
Ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het derde land die door die autoriteiten gemachtigd is om officiële certificaten te ondertekenen: Vermeld de naam in hoofdletters, hoedanigheid en titel, indien van toepassing, identificatienummer en origineel stempel van de bevoegde autoriteit en datum van ondertekening. |
(1) Lijst van namen van landen en code-elementen: http://www.iso.org/iso/country_codes/iso-3166-1_decoding_table.htm
(2) Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).
(3) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(4) Recentste versie: revisie 9 bijlagen V en VI zoals gepubliceerd op: http://www.unece.org/tradewelcome/un-centre-for-trade-facilitation-and-e-business-uncefact/outputs/cefactrecommendationsrec-index/list-of-trade-facilitation-recommendations-n-21-to-24.ahtml.