Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0418

    Besluit (EU) 2019/418 van de Commissie van 13 maart 2019 tot wijziging van de Besluiten (EU) 2017/1214, (EU) 2017/1215, (EU) 2017/1216, (EU) 2017/1217, (EU) 2017/1218 en (EU) 2017/1219 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 1851) (Voor de EER relevante tekst.)

    C/2019/1851

    PB L 73 van 15.3.2019, p. 188–192 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/418/oj

    15.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 73/188


    BESLUIT (EU) 2019/418 VAN DE COMMISSIE

    van 13 maart 2019

    tot wijziging van de Besluiten (EU) 2017/1214, (EU) 2017/1215, (EU) 2017/1216, (EU) 2017/1217, (EU) 2017/1218 en (EU) 2017/1219

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 1851)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur (1), en met name artikel 8, lid 2,

    Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Krachtens Verordening (EG) nr. 66/2010 mag de EU-milieukeur worden toegekend aan producten die gedurende hun volledige levenscyclus een verminderd milieueffect hebben. Per productgroep moeten specifieke criteria voor de EU-milieukeur worden vastgesteld.

    (2)

    Bij de Besluiten (EU) 2017/1214 (2), (EU) 2017/1215 (3), (EU) 2017/1216 (4), (EU) 2017/1217 (5), (EU) 2017/1218 (6) en (EU) 2017/1219 (7) van de Commissie zijn de criteria en daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en controle vastgesteld voor respectievelijk handafwasmiddelen, detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik, machineafwasmiddelen, schoonmaakproducten voor harde oppervlakken, wasmiddelen en wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik.

    (3)

    Een aantal nationale bevoegde instanties die de EU-milieukeur toekennen, heeft de Commissie op de hoogte gesteld van problemen bij de uitvoering van bepaalde bij die besluiten vastgestelde criteria. In het bijzonder gaat het erom dat volgens de criteria stoffen die in sommige ingrediënten als onzuiverheden aanwezig zijn (zoals fosfaten) niet in het uiteindelijke reinigingsmiddel mogen voorkomen, ongeacht de concentratie, terwijl het momenteel technisch niet haalbaar is deze onzuiverheden te verwijderen.

    (4)

    Bij de in overweging 2 genoemde besluiten zijn eerdere besluiten van de Commissie op hetzelfde gebied ingetrokken en vervangen. Uit hoofde van de eerdere besluiten was voor onzuiverheden en nevenproducten naleving van de criteria alleen vereist wanneer hun concentraties gelijk aan of hoger waren dan 0,010 gewichtsprocent van de eindformule. De Commissie heeft een beoordeling uitgevoerd en is tot de conclusie gekomen dat, overeenkomstig de eerdere besluiten, ten behoeve van de naleving van elk van de criteria in de in overweging 2 genoemde besluiten een minimale concentratiedrempel van 0,010 gewichtsprocent van de eindformule moet worden vastgesteld voor zowel nevenproducten als onzuiverheden van grondstoffen.

    (5)

    Besluit 2011/383/EU van de Commissie (8) is bij Besluit (EU) 2017/1217 ingetrokken en is door dat besluit vervangen voor de productgroep „allesreinigers en sanitairreinigers”. Bij Besluit (EU) 2017/1217 is een overgangsperiode van 18 maanden vastgelegd teneinde producenten van wie de producten de EU-milieukeur hebben gekregen op basis van de criteria die zijn vastgesteld in Besluit 2011/383/EU, voldoende tijd te geven om hun producten zodanig aan te passen dat ze aan de herziene criteria van Besluit (EU) 2017/1217 voldoen. Deze overgangsperiode liep op 26 december 2018 af. Een aantal nationale bevoegde instanties heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de overgangsperiode met zes maanden moet worden verlengd wegens het grote aantal aanvragen tot verlenging van de contracten tot toekenning van de EU-milieukeur. De Commissie heeft een beoordeling uitgevoerd en de noodzaak om bij wijze van uitzondering de overgangsperiode met zes maanden te verlengen, bevestigd.

    (6)

    De Besluiten (EU) 2017/1218 en (EU) 2017/1219 voorzien beide in een uitzondering uit hoofde van artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 66/2010 voor ε-ftaalimidoperoxyhexaanzuur (PAP) als het is ingedeeld als gevaarlijk voor het aquatisch milieu: acuut gevaar, gevarencategorie 1 (H400) of als gevaarlijk voor het aquatisch milieu: chronisch gevaar, gevarencategorie 3 (H412) tot een maximale concentratie van 0,6 g/kg wasgoed. Deze uitzonderingen zijn toegestaan omdat werd erkend dat PAP in detergenten waarop deze besluiten betrekking hebben een belangrijke rol vervult als bleekmiddel en omdat de stof in het wasproces in hoge mate afbreekt.

    (7)

    Tijdens het wasproces breekt PAP af tot ε-ftaalimidohexaanzuur (PAC). Deze stof is geen peroxide, is gemakkelijk biologisch afbreekbaar en is niet gevaarlijk voor het milieu. Omdat PAP snel tot PAC afbreekt en nooit het afvoerwater bereikt, is het bij de berekening van het kritisch verdunningsvolume van het product passender om voor PAP de afbraakfactoren van PAC te gebruiken. In Besluit (EU) 2017/1219 is al een vergelijkbare aanpak gevolgd en gelden bij de berekening van het kritisch verdunningsvolume voor de stof waterstofperoxide, die in het wasproces tot per-azijnzuur afbreekt, aparte regels. Besluit (EU) 2017/1219 moet derhalve worden gewijzigd om voor de berekening van het kritisch verdunningsvolume voor PAP aparte regels toe te passen en de afbraakwaarden van PAC te gebruiken.

    (8)

    PAP wordt hoofdzakelijk gebruikt als bleekmiddel in multicomponentwasmiddelen voor professioneel gebruik, niet in huishoudelijke wasmiddelen. De huidige uitzondering voor PAP in Besluit (EU) 2017/1218 is derhalve overbodig en moet worden geschrapt.

    (9)

    Duidelijkheidshalve moet tabel 3 in de bijlage bij Besluit (EU) 2017/1218 worden gewijzigd om een kolom toe te voegen met de indeling van de stof overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008.

    (10)

    De Besluiten (EU) 2017/1214, (EU) 2017/1215, (EU) 2017/1216, (EU) 2017/1217, (EU) 2017/1218 en (EU) 2017/1219 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (11)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 66/2010 ingestelde comité,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In de bijlage bij Besluit (EU) 2017/1214 wordt in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    „(*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”.

    Artikel 2

    In de bijlage bij Besluit (EU) 2017/1215 wordt in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    „(*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”.

    Artikel 3

    In de bijlage bij Besluit (EU) 2017/1216 wordt in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    „(*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”.

    Artikel 4

    Besluit (EU) 2017/1217 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in artikel 7 wordt lid 3 vervangen door:

    „3.   Een EU-milieukeur die is toegekend op basis van de in Besluit 2011/383/EU uiteengezette criteria, mag tot en met 30 juni 2019 worden gebruikt.”;

    b)

    in de bijlage wordt in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    „(*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”.

    Artikel 5

    De bijlage bij Besluit (EU) 2017/1218 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, wordt de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    „(*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”;

    b)

    in criterium 5 (Verboden en beperkte stoffen), onder b), ii), wordt tabel 3 (Vrijgestelde stoffen) vervangen door de tabel in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 6

    De bijlage bij Besluit (EU) 2017/1219 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in criterium 1 (Toxiciteit voor in het water levende organismen) wordt de laatste alinea vervangen door:

    „Vanwege het afbreken van bepaalde stoffen in het wasproces, gelden aparte regels voor:

    waterstofperoxide (H2O2) — niet op te nemen in de berekening van het KVV;

    per-azijnzuur — in de berekening op te nemen als „azijnzuur”;

    ε-ftaalimidoperoxyhexaanzuur (PAP) — in de berekening op te nemen als ε-ftaalimidohexaanzuur (PAC).

    De waarden die worden gebruikt om het KVV chronisch voor ε-ftaalimidohexaanzuur (PAC) te berekenen, zijn de volgende:

     

    DF (i) = 0,05

     

    TFchronisch (i) = 0,256 mg/l

     

    Aeroob = R

     

    Anaeroob = O.”;

    b)

    in het deel „Beoordeling en verificatie”, onder punt b) (Grenswaarden voor metingen), in tabel 1, wordt de toelichting met de asterisk (*) vervangen door:

    (*)

    „onbeperkt” betekent: ongeacht de concentratie (aantoonbaarheidsgrens), voor alle bestanddelen met uitzondering van nevenproducten en onzuiverheden in grondstoffen, welke tot een concentratie van 0,010 gewichtsprocent in de eindformule aanwezig mogen zijn.”.

    Artikel 7

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 13 maart 2019.

    Voor de Commissie

    Karmenu VELLA

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1.

    (2)  Besluit (EU) 2017/1214 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan handafwasmiddelen (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 1).

    (3)  Besluit (EU) 2017/1215 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 16).

    (4)  Besluit (EU) 2017/1216 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan machineafwasmiddelen (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 31).

    (5)  Besluit (EU) 2017/1217 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan schoonmaakproducten voor harde oppervlakken (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 45).

    (6)  Besluit (EU) 2017/1218 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan wasmiddelen (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 63).

    (7)  Besluit (EU) 2017/1219 van de Commissie van 23 juni 2017 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik (PB L 180 van 12.7.2017, blz. 79).

    (8)  Besluit 2011/383/EU van de Commissie van 28 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan allesreinigers en sanitairreinigers (PB L 169 van 29.6.2011, blz. 52).


    BIJLAGE

    Stof

    Indeling overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008

    Gevarenaanduiding

    Oppervlakteactieve stoffen

    Acuut gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 1

    H400: Zeer giftig voor in het water levende organismen

    Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 3

    H412: Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen

    Subtilisine

    Acuut gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 1

    H400: Zeer giftig voor in het water levende organismen

    Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 2

    H411: Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen

    Enzymen (1)

    Huidsensibilisatie, gevarencategorieën 1, 1A, 1B

    H317: Kan een allergische huidreactie veroorzaken

    Sensibilisatie van de luchtwegen, gevarencategorieën 1, 1A, 1B

    H334: Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken

    NTA als een verontreiniging in MGDA en GLDA (2)

    Kankerverwekkendheid, gevarencategorie 2

    H351: Verdacht van het veroorzaken van kanker


    (1)  

    (*2)

    Met inbegrip van stabilisatoren en andere hulpstoffen in de bereidingen.

    (2)  

    (*3)

    In concentraties die lager zijn dan 0,2 % in de grondstof, zolang de totale concentratie in het eindproduct lager is dan 0,10 %.

    Top