Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0460

    Verordening (EU) 2016/460 van de Commissie van 30 maart 2016 tot wijziging van de bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen

    C/2016/1719

    PB L 80 van 31.3.2016, p. 17–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/07/2019; opgeheven door 32019R1021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/460/oj

    31.3.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 80/17


    VERORDENING (EU) 2016/460 VAN DE COMMISSIE

    van 30 maart 2016

    tot wijziging van de bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG (1), en met name artikel 7, lid 4, onder a), en lid 5, en artikel 14, leden 2 en 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 850/2004 worden de verplichtingen die zijn vermeld in het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (hierna het „verdrag” genoemd), dat namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2006/507/EG van de Raad (2), en in het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, dat namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2004/259/EG van de Raad (3), in het recht van de Unie omgezet.

    (2)

    Tijdens de zesde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het verdrag, die plaatsvond van 28 april tot en met 10 mei 2013, is overeengekomen hexabroomcyclododecaan (HBCDD) aan bijlage A (beëindiging) bij het verdrag toe te voegen. Op de beëindiging van het gebruik en de productie van HBCDD uit hoofde van het verdrag geldt echter een specifieke uitzondering, namelijk het gebruik van HBCDD in geëxpandeerd polystyreen en geëxtrudeerd polystyreen in gebouwen en de productie van HBCDD voor dat doel.

    (3)

    Gezien de wijziging van het verdrag moeten de bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 worden gewijzigd, waarbij HBCDD aan die bijlagen moet worden toegevoegd en de overeenkomstige concentratiegrenswaarden moeten worden vermeld, om te waarborgen dat HBCDD-houdend afval wordt beheerd overeenkomstig de bepalingen van het verdrag. HBCDD moet daarom in de bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 worden opgenomen.

    (4)

    De voorgestelde concentratiegrenswaarden om in de bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 op te nemen, zijn vastgesteld door toepassing van dezelfde methode als voor de vaststelling van de grenswaarden in vorige wijzigingen van de bijlagen IV en V (4). De voorgestelde concentratiegrenswaarden worden als de meeste geschikte beschouwd om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te verzekeren door middel van de vernietiging en onomkeerbare omzetting van HBCDD. Om rekening te houden met technische ontwikkelingen, en in het bijzonder de herziening van de technische richtsnoeren (5) van het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, moet de Commissie de in bijlage IV op te nemen concentratiegrenswaarde binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening herzien met het oog op een verlaging ervan.

    (5)

    Teneinde het bedrijfsleven en de overheden voldoende tijd te geven om zich aan de nieuwe voorschriften van deze verordening aan te passen, moet zij pas zes maanden na de bekendmaking ervan van toepassing worden.

    (6)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen IV en V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 30 september 2016.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 maart 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7.

    (2)  Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

    (3)  Besluit 2004/259/EG van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 81 van 19.2.2004, blz. 35).

    (4)  Verordening (EG) nr. 1195/2006 van de Raad van 18 juli 2006 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 217 van 8.8.2006, blz. 1), Verordening (EG) nr. 172/2007 van de Raad van 16 februari 2007 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 55 van 23.2.2007, blz. 1), Verordening (EU) nr. 756/2010 van de Commissie van 24 augustus 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen met betrekking tot de bijlagen IV en V (PB L 223 van 25.8.2010, blz. 20) en Verordening (EU) nr. 1342/2014 van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen met betrekking tot de bijlagen IV en V (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 67).

    (5)  Decision BC-12/3.

    (6)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).


    BIJLAGE

    In de tabel van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 wordt de volgende rij toegevoegd:

    Lijst van stoffen waarvoor de in artikel 7 vermelde bepalingen inzake afvalbeheer gelden

    Stof

    CAS-nr.

    EG-nr.

    In artikel 7, lid 4, onder a), bedoelde concentratiegrenswaarde

    „Hexabroomcyclododecaan (*)

    25637-99-4,

    3194-55-6,

    134237-50-6,

    134237-51-7,

    134237-52-8

    247-148-4

    221-695-9

    1 000 mg/kg, onder voorbehoud van een herziening door de Commissie vóór 20.4.2019

    In bijlage V, deel 2, bij Verordening (EG) nr. 850/2004 wordt de tabel vervangen door de volgende tabel:

    „Afvalstoffen overeenkomstig Beschikking 2000/532/EG van de Commissie

    Maximale concentratiegrenswaarde voor in bijlage IV vermelde stoffen (1)

    Handeling

    10

    AFVAL VAN THERMISCHE PROCESSEN

    Alkanen, C10-C13, chloor- (gechloreerde paraffinen met een korte keten) (SCCP's): 10 000 mg/kg;

    Aldrin: 5 000 mg/kg;

    Chloordaan: 5 000 mg/kg;

    Chloordecon: 5 000 mg/kg;

    DDT (1,1,1-trichloor-2,2-bis(4-chloorfenyl)ethaan): 5 000 mg/kg;

    Dieldrin: 5 000 mg/kg;

    Endosulfan: 5 000 mg/kg;

    Endrin: 5 000 mg/kg;

    Heptachloor: 5 000 mg/kg;

    Hexabroombifenyl: 5 000 mg/kg;

    Hexabroomcyclodo-decaan (3):1 000 mg/kg;

    Hexachloorbenzeen: 5 000 mg/kg;

    Hexachloorbutadieen: 1 000 mg/kg;

    Hexachloorcyclohexanen, inclusief lindaan: 5 000 mg/kg;

    Mirex: 5 000 mg/kg;

    Pentachloorbenzeen: 5 000 mg/kg;

    Perfluoroctaansulfonzuur en derivaten daarvan (PFOS) (C8F17SO2X) (X = OH, metaalzout (O-M+), halogenide, amide en andere derivaten inclusief polymeren): 50 mg/kg;

    Polychloorbifenylen (pcb's) (4): 50 mg/kg;

    Polychloordibenzo-p-dioxinen en polychloordibenzo-furanen: 5 mg/kg;

    Polychloornaftalenen (*): 1 000 mg/kg;

    Som van de concentraties van tetrabroomdifenylether (C12H6Br4O), pentabroomdifenylether (C12H5Br5O), hexabroomdifenylether (C12H4Br6O) en heptabroomdifenylether (C12H3Br7O): 10 000 mg/kg;

    Toxafeen: 5 000 mg/kg.

    Permanente opslag wordt uitsluitend toegestaan wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

    1)

    de opslag gebeurt in een van de volgende locaties:

    veilige, diepe, ondergrondse, harde rotsformaties;

    zoutkoepels;

    een stortplaats voor gevaarlijke afvalstoffen, mits de afvalstoffen voor zover technisch mogelijk zijn verhard of gedeeltelijk gestabiliseerd, zoals vereist voor de indeling van de afvalstoffen in subhoofdstuk 19 03 van Beschikking 2000/532/EG;

    2)

    de bepalingen van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad (5) en Beschikking 2003/33/EG van de Raad (6) zijn in acht genomen;

    3)

    er is aangetoond dat de gekozen handeling uit milieuoogpunt de voorkeur verdient.

    10 01

    Afval van elektriciteitscentrales en andere verbrandingsinstallaties (exclusief 19)

    10 01 14  * (2)

    Bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof die gevaarlijke stoffen bevatten

    10 01 16 *

    Bij bijstoken vrijkomende vliegas die gevaarlijke stoffen bevat

    10 02

    Afval van de ijzer- en staalindustrie

    10 02 07 *

    Vast afval van gaszuivering dat gevaarlijke stoffen bevat

    10 03

    Afval van thermische processen in de aluminiummetallurgie

    10 03 04 *

    Slakken van primaire productie

    10 03 08 *

    Zoutslakken van secundaire productie

    10 03 09 *

    Black drosses van secundaire productie

    10 03 19 *

    Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat

    10 03 21 *

    Overige deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) die gevaarlijke stoffen bevatten

    10 03 29 *

    Afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses dat gevaarlijke stoffen bevat

    10 04

    Afval van thermische processen in de loodmetallurgie

    10 04 01 *

    Slakken van primaire en secundaire productie

    10 04 02 *

    Dross en skimmings van primaire en secundaire productie

    10 04 04 *

    Rookgasstof

    10 04 05 *

    Overige deeltjes en stof

    10 04 06 *

    Vast afval van gasreiniging

    10 05

    Afval van thermische processen in de zinkmetallurgie

    10 05 03 *

    Rookgasstof

    10 05 05 *

    Vast afval van gasreiniging

    10 06

    Afval van thermische processen in de kopermetallurgie

    10 06 03 *

    Rookgasstof

    10 06 06 *

    Vast afval van gasreiniging

    10 08

    Afval van thermische processen in de overige non-ferrometallurgie

    10 08 08 *

    Zoutslakken van primaire en secundaire productie

    10 08 15 *

    Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat

    10 09

    Afval van ijzergieten

    10 09 09 *

    Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat

    16

    NIET ELDERS IN DE LIJST GENOEMD AFVAL

    16 11

    Ovenpuin

    16 11 01 *

    Koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat

    16 11 03 *

    Overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat

    17

    BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES)

    17 01

    Beton, stenen, tegels en keramische producten

    17 01 06 *

    Mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten, of afzonderlijke fracties daarvan, die gevaarlijke stoffen bevatten

    17 05

    Grond (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties), stenen en baggerspecie

    17 05 03 *

    Grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten

    17 09

    Overig bouw- en sloopafval

    17 09 02 *

    Bouw- en sloopafval dat pcb's bevat met uitzondering van pcb-houdend materieel

    17 09 03 *

    Overig bouw- en sloopafval (met inbegrip van gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat

    19

    AFVAL VAN INSTALLATIES VOOR AFVALBEHEER, OFFSITE WATERZUIVERINGSINSTALLATIES EN DE BEREIDING VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER EN WATER VOOR INDUSTRIEEL GEBRUIK

    19 01

    Afval van de verbranding of pyrolyse van afval

    19 01 07 *

    Vast afval van gasreiniging

    19 01 11 *

    Bodemas en slakken die gevaarlijke stoffen bevatten

    19 01 13 *

    Vliegas die gevaarlijke stoffen bevat

    19 01 15 *

    Ketelas die gevaarlijke stoffen bevat

    19 04

    Verglaasd afval en afval van verglazen

    19 04 02 *

    Vliegas en ander rookgasreinigingsafval

    19 04 03 *

    Niet-verglaasde vaste fase

    De maximale concentratiegrenswaarde van polychloordibenzo-p-dioxinen en polychloordibenzofuranen (PCDD's en PCDF's) wordt berekend met gebruikmaking van de volgende toxische-equivalentiefactoren (TEF's):

    PCDD

    TEF

    2,3,7,8-TeCDD

    1

    1,2,3,7,8-PeCDD

    1

    1,2,3,4,7,8-HxCDD

    0,1

    1,2,3,6,7,8-HxCDD

    0,1

    1,2,3,7,8,9-HxCDD

    0,1

    1,2,3,4,6,7,8-HpCDD

    0,01

    OCDD

    0,0003

    PCDF

    TEF

    2,3,7,8-TeCDF

    0,1

    1,2,3,7,8-PeCDF

    0,03

    2,3,4,7,8-PeCDF

    0,3

    1,2,3,4,7,8-HxCDF

    0,1

    1,2,3,6,7,8-HxCDF

    0,1

    1,2,3,7,8,9-HxCDF

    0,1

    2,3,4,6,7,8-HxCDF

    0,1

    1,2,3,4,6,7,8-HpCDF

    0,01

    1,2,3,4,7,8,9-HpCDF

    0,01

    OCDF

    0,0003”


    (*)  „Hexabroomcyclododecaan” omvat hexabroomcyclododecaan, 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan en zijn voornaamste diastereo-isomeren: α-hexabroomcyclododecaan, β-hexabroomcyclododecaan en γ-hexabroomcyclododecaan.”

    (1)  Deze grenswaarden gelden alleen voor stortplaatsen voor gevaarlijk afval en zijn niet van toepassing op permanente ondergrondse opslagvoorzieningen voor gevaarlijk afval, waaronder zoutkoepels.

    (2)  Elke met een asterisk „*” aangegeven afvalstof wordt beschouwd als een gevaarlijke afvalstof overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG en is onderworpen aan de bepalingen van die richtlijn.

    (3)  „Hexabroomcyclododecaan” omvat hexabroomcyclododecaan, 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan en zijn voornaamste diastereo-isomeren: α-hexabroomcyclododecaan, β-hexabroomcyclododecaan en γ-hexabroomcyclododecaan.

    (4)  Hiervoor wordt de berekeningsmethode van de Europese normen EN 12766-1 en EN 12766-2 gebruikt.

    (5)  Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).

    (6)  Beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van Richtlijn 1999/31/EG (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 27).


    Top