Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R2406

Verordening (EU) 2015/2406 van de Commissie van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standard 1 betreft (Voor de EER relevante tekst)

PB L 333 van 19.12.2015, p. 97–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/2406/oj

19.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 333/97


VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2015

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standard 1 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) is een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 18 december 2014 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 1 „Presentatie van de jaarrekening” met als titel „Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing” gepubliceerd. Met de wijzigingen wordt beoogd tot een doeltreffendere informatieverschaffing te komen en ondernemingen ertoe aan te moedigen zich door professionele oordeelsvorming te laten leiden bij het uitmaken welke informatie in hun jaarrekening moet worden verschaft wanneer zij IAS 1 toepassen.

(3)

De wijzigingen in IAS 1 brengen met zich mee dat IAS 34 en International Financial Reporting Standard (IFRS) 7 moeten worden gewijzigd om de samenhang tussen de internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen.

(4)

Overleg met de European Financial Reporting Advisory Group heeft bevestigd dat de wijzigingen in IAS 1 beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte goedkeuringscriteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

a)

International Accounting Standard (IAS) 1 „Presentatie van de jaarrekening” wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

b)

IAS 34 „Tussentijdse financiële verslaggeving” en International Financial Reporting Standard (IFRS) 7 „Financiële instrumenten: informatieverschaffing” worden gewijzigd overeenkomstig de in de bijlage bij deze verordening vervatte wijzigingen in IAS 1.

Artikel 2

Elke onderneming past de in artikel 1 bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2016 van start gaat.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).


BIJLAGE

Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing

(Wijzigingen in IAS 1)

Wijzigingen in

IAS 1 Presentatie van de jaarrekening

De alinea's 10, 31, 54, 55, 82A, 85, 113, 114, 117, 119 en 122 worden gewijzigd, de alinea's 30A, 55A, 85A en 85B en 139P worden toegevoegd en de alinea's 115 en 120 worden verwijderd. De alinea's 29, 30, 112, 116, 118 en 121 zijn niet gewijzigd, maar zijn hier toch opgenomen voor het leesgemak.

Volledige jaarrekening

10.

Een volledige jaarrekening bestaat uit:

a)

een overzicht van de financiële positie aan het eind van de periode;

b)

een overzicht van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten over de periode;

c)

een mutatieoverzicht van het eigen vermogen over de periode;

d)

een kasstroomoverzicht over de periode;

e)

de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen;

(ea)

vergelijkende informatie met betrekking tot de voorgaande periode zoals omschreven in de alinea's 38 en 38A; en

f)

een overzicht van de financiële positie aan het begin van de voorgaande periode indien een entiteit een grondslag voor financiële verslaggeving retroactief toepast, posten in haar jaarrekening retroactief aanpast of posten in haar jaarrekening herclassificeert overeenkomstig de alinea's 40A tot en met 40D.

Een entiteit mag voor de overzichten andere namen gebruiken dan die welke in deze standaard worden gebruikt. Zo mag een entiteit de naam „overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten” gebruiken in plaats van „overzicht van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten”.

Materialiteit en aggregatie

29.

Een entiteit moet elke materiële categorie van soortgelijke posten afzonderlijk presenteren. Posten van ongelijksoortige aard of functie moeten afzonderlijk worden gepresenteerd, tenzij ze niet van materieel belang zijn.

30.

Jaarrekeningen zijn het resultaat van de verwerking van een groot aantal transacties of andere gebeurtenissen die op basis van hun aard of functie worden samengevoegd in groepen. De laatste stap in het aggregatie- en classificatieproces is de presentatie van beknopte en geclassificeerde gegevens die posten vormen in de jaarrekening. Als een post op zichzelf niet materieel is, wordt deze samengevoegd met andere posten in één van de overzichten of in de toelichting. Een post die niet voldoende materieel is om afzonderlijk in één van de overzichten te worden gepresenteerd, kan voldoende materieel zijn om afzonderlijk in de toelichting te worden vermeld.

30A

Bij de toepassing van deze en andere IFRSs beslist een entiteit, rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden, hoe zij informatie samenvoegt in de jaarrekening, die ook de toelichting omvat. Een entiteit vermindert de begrijpelijkheid van haar jaarrekening niet door materiële informatie te versluieren met immateriële informatie, dan wel door materiële posten met een verschillend karakter of een verschillende functie samen te voegen.

31.

Sommige IFRSs specificeren welke informatie moet worden opgenomen in de jaarrekening, die de toelichting omvat. Een entiteit hoeft specifieke, door een IFRS vereiste informatie niet te verschaffen als die informatie niet van materieel belang is. Dat is zelfs het geval als de IFRS een lijst bevat van specifieke vereisten of deze als minimumvereisten omschrijft. Een entiteit moet ook overwegen aanvullende toelichtingen te verschaffen ingeval de naleving van de specifieke vereisten in de IFRS ontoereikend is om gebruikers van de jaarrekening een duidelijk inzicht te verschaffen in de gevolgen van bepaalde transacties, andere gebeurtenissen en omstandigheden voor de financiële positie en de financiële prestaties van de entiteit.

Informatie die in het overzicht van de financiële positie moet worden opgenomen

54.

Een overzicht van de financiële positie moet ten minste de volgende posten bevatten:

a)

55.

Een entiteit moet additionele posten (onder meer door opsplitsing van de in alinea 54 vermelde posten), kopjes en subtotalen in het overzicht van de financiële positie presenteren indien die presentatie relevant is voor een goed inzicht in de financiële positie van de entiteit.

55A

Wanneer een entiteit subtotalen in overeenstemming met alinea 55 presenteert:

a)

moeten deze subtotalen bestaan uit posten die overeenkomstig de IFRS opgenomen en gewaardeerde bedragen bevatten;

b)

moeten deze subtotalen op zodanige wijze worden gepresenteerd en aangeduid dat de posten die het subtotaal vormen, duidelijk en begrijpelijk zijn;

c)

moeten deze subtotalen consistent zijn van periode tot periode, in overeenstemming met alinea 45; en

d)

mogen deze subtotalen niet prominenter worden weergegeven dan de subtotalen en totalen die overeenkomstig de IFRS in het overzicht van de financiële positie moeten worden vermeld.

Informatie die in de rubriek betreffende niet-gerealiseerde resultaten moet worden opgenomen

82A

De rubriek betreffende niet-gerealiseerde resultaten moet de volgende posten met de bedragen over de periode presenteren:

a)

posten van niet-gerealiseerde resultaten (exclusief bedragen die in alinea (b) zijn opgenomen), geclassificeerd volgens aard en gegroepeerd in posten die in overeenstemming met andere IFRSs:

i)

daarna niet naar winst of verlies zullen worden overgeboekt; en

ii)

daarna naar winst of verlies zullen worden overgeboekt wanneer aan specifieke voorwaarden is voldaan.

b)

het aandeel in de niet-gerealiseerde resultaten van geassocieerde deelnemingen en joint ventures die administratief worden verwerkt volgens de „equity”-methode, uitgesplitst in het aandeel in posten die in overeenstemming met andere IFRSs:

i)

daarna niet naar winst of verlies zullen worden overgeboekt; en

ii)

daarna naar winst of verlies zullen worden overgeboekt wanneer aan specifieke voorwaarden is voldaan.

85.

Een entiteit moet additionele posten (onder meer door opsplitsing van de in alinea 82 vermelde posten), kopjes en subtotalen in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten presenteren indien die presentatie relevant is voor een goed inzicht in de financiële prestaties van de entiteit.

85A

Wanneer een entiteit subtotalen in overeenstemming met alinea 85 presenteert:

a)

moeten deze subtotalen bestaan uit posten die overeenkomstig de IFRS opgenomen en gewaardeerde bedragen bevatten;

b)

moeten deze subtotalen op zodanige wijze worden gepresenteerd en aangeduid dat de posten die het subtotaal vormen, duidelijk en begrijpelijk zijn;

c)

moeten deze subtotalen consistent zijn van periode tot periode, in overeenstemming met alinea 45; en

d)

mogen deze subtotalen niet prominenter worden weergegeven dan de subtotalen en totalen die overeenkomstig de IFRS in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten moeten worden vermeld.

85B

Een entiteit moet de posten in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten presenteren welke aansluiting geven tussen in overeenstemming met alinea 85 gepresenteerde subtotalen en de subtotalen of totalen die overeenkomstig de IFRS in dat (die) overzicht(en) moeten worden vermeld.

Structuur

112.

De toelichting moet:

a)

in overeenstemming met de alinea's 117 tot en met 124 informatie verstrekken over de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening en de specifieke grondslagen voor financiële verslaggeving die zijn toegepast;

b)

de informatie verstrekken die op grond van de IFRSs is vereist en die niet elders in de jaarrekening is gepresenteerd; en

c)

informatie verstrekken die niet elders in de jaarrekening is gepresenteerd, maar die wel relevant is om er een goed inzicht in te krijgen.

113.

Een entiteit moet de toelichting op systematische wijze presenteren voor zover dit praktisch haalbaar is. Bij de bepaling van die systematische wijze houdt de entiteit rekening met het effect ervan op de begrijpelijkheid en vergelijkbaarheid van haar jaarrekening. Een entiteit moet voor elke post in het overzicht van de financiële positie, in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten, in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen en in het kasstroomoverzicht een verwijzing opnemen naar eventuele gerelateerde informatie in de toelichting.

114.

Voorbeelden van systematische ordening of groepering van de toelichtingen zijn:

a)

prominente vermelding van de activiteitenterreinen die de entiteit het meest relevant acht voor een goed inzicht in haar financiële prestaties en financiële positie, bijvoorbeeld groepering van informatie over specifieke bedrijfsactiviteiten;

b)

groepering van informatie over op dezelfde wijze gewaardeerde posten, zoals tegen reële waarde gewaardeerde activa; of

c)

aanhouden van de volgorde van de posten in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten en in het overzicht van de financiële positie, zoals:

i)

een verklaring van overeenstemming met de IFRSs (zie alinea 16);

ii)

de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (zie alinea 117);

iii)

ondersteunende informatie voor posten die in het overzicht van de financiële positie, in het (de) overzicht(en) van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten, in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen en in het kasstroomoverzicht zijn gepresenteerd, in de volgorde waarin elk overzicht en elke post is gepresenteerd; en

iv)

overige vermeldingen, waaronder:

(1)

voorwaardelijke verplichtingen (zie IAS 37) en niet-opgenomen contractuele verbintenissen; en

(2)

niet-financiële informatieverschaffing, bijvoorbeeld de doelstellingen en het beleid van de entiteit inzake het beheer van financiële risico's (zie IFRS 7).

115.

[Verwijderd]

116.

Een entiteit kan de toelichting die informatie verstrekt over de gehanteerde grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening en de specifieke grondslagen voor financiële verslaggeving presenteren als een afzonderlijk deel van de jaarrekening.

Informatieverschaffing over de grondslagen voor financiële verslaggeving

117.

Een entiteit moet melding maken van de volgende belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving:

a)

de gehanteerde waarderingsgrondslag(en) voor de opstelling van de jaarrekening; en

b)

de overige gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving die relevant zijn voor een goed inzicht in de jaarrekening.

118.

Het is belangrijk dat een entiteit de gebruikers informeert over de in de jaarrekening gehanteerde waarderingsgrondslag(en) (bijvoorbeeld historische kostprijs, actuele waarde, opbrengstwaarde, reële waarde of realiseerbare waarde), omdat de grondslag waarop een entiteit haar jaarrekening opstelt in belangrijke mate van invloed is op de analyse van de gebruikers. Als een entiteit in haar jaarrekening meer dan één waarderingsgrondslag hanteert, bijvoorbeeld indien bepaalde categorieën van activa worden geherwaardeerd, volstaat het om een indicatie te geven van de categorieën van activa en verplichtingen waarop elke waarderingsgrondslag is toegepast.

119.

Bij het besluitvormingsproces van het management om een specifieke grondslag voor financiële verslaggeving al dan niet te vermelden, moet het management voor ogen houden of de vermelding ervan de gebruikers als hulpmiddel kan dienen voor het begrijpen van de wijze waarop transacties, andere gebeurtenissen en omstandigheden worden weerspiegeld in de gerapporteerde financiële prestaties en financiële positie. Elke entiteit moet de aard van haar activiteiten voor ogen houden, alsmede de grondslagen waarvan de gebruikers van haar jaarrekening verwachten dat ze voor een dergelijk type entiteit zouden worden vermeld. De vermelding van bepaalde grondslagen voor financiële verslaggeving is met name nuttig voor gebruikers als die grondslagen gekozen zijn uit de alternatieven die volgens de IFRSs zijn toegestaan. Een voorbeeld is de vermelding of een entiteit het reëlewaardemodel of het kostprijsmodel op haar vastgoedbeleggingen toepast (zie IAS 40 Vastgoedbeleggingen). Sommige IFRSs vereisen specifiek informatie over bepaalde grondslagen voor financiële verslaggeving, met inbegrip van de keuzes die het management heeft gemaakt uit de verschillende door de IFRSs toegestane grondslagen. IAS 16 bijvoorbeeld vereist informatieverschaffing over de waarderingsgrondslagen die voor categorieën van materiële vaste activa worden gehanteerd.

120.

[Verwijderd]

121.

Een grondslag voor financiële verslaggeving kan vanwege de aard van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit belangrijk zijn, zelfs indien de bedragen voor de lopende en vorige periode niet materieel zijn. Ook is het nuttig om elke belangrijke grondslag voor financiële verslaggeving te vermelden die niet specifiek door de IFRSs wordt vereist maar die de entiteit in overeenstemming met IAS 8 kiest en toepast.

122.

Een entiteit moet samen met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving of elders in de toelichting naast de oordelen inzake schattingen (zie alinea 125) ook de oordelen vermelden die het management zich heeft gevormd bij de toepassing van de door de entiteit gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en die het meest significante effect hebben op de in de jaarrekening opgenomen bedragen.

OVERGANG EN INGANGSDATUM

139P

De alinea's 10, 31, 54, 55, 82A, 85, 113, 114, 117, 119 en 122 zijn gewijzigd, de alinea's 30A, 55A, 85A en 85B zijn toegevoegd en de alinea's 115 en 120 zijn verwijderd door het Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing (wijzigingen in IAS 1), uitgegeven in december 2014. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2016 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Entiteiten zijn niet verplicht de op grond van de alinea's 28, 29 en 30 van IAS 8 vereiste informatie met betrekking tot deze wijzigingen te verschaffen.

Dienovereenkomstige wijzigingen in andere standaarden

IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing

Alinea 21 wordt gewijzigd en alinea 44BB wordt toegevoegd.

Grondslagen voor financiële verslaggeving

21.

In overeenstemming met alinea 117 van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening (herziene versie van 2007) moet een entiteit melding maken van de volgende belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving: de bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde waarderingsgrondslag(en) en de overige gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving die relevant zijn voor een goed inzicht in de jaarrekening.

INGANGSDATUM EN OVERGANG

44BB

De alinea's 21 en B5 zijn gewijzigd door het Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing (wijzigingen in IAS 1), uitgegeven in december 2014. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2016 aanvangen. Eerdere toepassing van deze wijzigingen is toegestaan.

In bijlage B wordt alinea B5 gewijzigd.

Overige informatie — Grondslagen voor financiële verslaggeving (alinea 21)

B5

Alinea 21 vereist vermelding van de bij het opstellen van de jaarrekening toegepaste waarderingsgrondslag(en) en van de andere gehanteerde grondslagen voor de financiële verslaggeving die van belang zijn voor een goed inzicht in de jaarrekening. Met betrekking tot financiële instrumenten kan deze informatieverschaffing het volgende omvatten:

a)

Volgens alinea 122 van IAS 1 (herziene versie van 2007) zijn entiteiten bovendien verplicht om, samen met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving of elders in de toelichting, naast de oordelen inzake schattingen ook de oordelen te vermelden die het management zich heeft gevormd bij de toepassing van de door de entiteit gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en die het meest significante effect hebben op de in de jaarrekening opgenomen bedragen.

IAS 34 Tussentijdse financiële verslaggeving

Alinea 5 wordt gewijzigd en alinea 57 wordt toegevoegd.

INHOUD VAN EEN TUSSENTIJDS FINANCIEEL VERSLAG

5.

IAS 1 bepaalt dat een volledige jaarrekening is samengesteld uit de volgende componenten:

e)

de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen;

INGANGSDATUM

57.

Alinea 5 is gewijzigd door het Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing (wijzigingen in IAS 1), uitgegeven in december 2014. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2016 aanvangen. Eerdere toepassing van deze wijziging is toegestaan.


Top