Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1361

    Verordening (EU) nr. 1361/2014 van de Commissie van 18 december 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standards 3 en 13 en International Accounting Standard 40 betreft Voor de EER relevante tekst

    PB L 365 van 19.12.2014, p. 120–123 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/1361/oj

    19.12.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 365/120


    VERORDENING (EU) Nr. 1361/2014 VAN DE COMMISSIE

    van 18 december 2014

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standards 3 en 13 en International Accounting Standard 40 betreft

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) is een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

    (2)

    Op 12 december 2013 is de International Accounting Standards Board (IASB) in het kader van zijn periodieke verbeteringsproces dat erop gericht is de standaarden te stroomlijnen en te verduidelijken, overgegaan tot de publicatie van Jaarlijkse verbeteringen in International Financial Reporting Standards cyclus 2011-2013 (de jaarlijkse verbeteringen). Doel van de jaarlijkse verbeteringen is niet-dringende, maar noodzakelijke kwesties te behandelen die door de IASB tijdens de in 2011 begonnen projectcyclus zijn besproken op het gebied van inconsistenties in de International Financial Reporting Standards (IFRS) of onduidelijke formuleringen. De wijzigingen in IFRS 3 en IFRS 13 zijn verduidelijkingen of correcties in de respectieve standaarden. De wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 40 betreffen veranderingen in de bestaande vereisten of aanvullende leidraden voor de toepassing van deze vereisten.

    (3)

    Die wijzigingen in bestaande standaarden bevatten een aantal verwijzingen naar IFRS 9 die momenteel niet kunnen worden toegepast omdat IFRS 9 door de Unie nog niet is goedgekeurd. Daarom dient elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 te worden gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

    (4)

    Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de verbeteringen beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria.

    (5)

    Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    IFRS 3 Bedrijfscombinaties wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

    (b)

    IFRS 13 Waardering tegen reële waarde wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening;

    (c)

    IAS 40 Vastgoedbeleggingen wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    2.   Elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 wordt gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

    Artikel 2

    Elke onderneming past de in artikel 1, lid 1, bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na [de eerste dag van de maand na de datum van inwerkingtreding van deze verordening invullen] van start gaat.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).


    BIJLAGE

    Jaarlijkse verbeteringen in IFRSs cyclus 2011–2013 (1)

    Wijziging in IFRS 3 Bedrijfscombinaties

    Alinea 2 wordt gewijzigd en alinea 64J wordt toegevoegd.

    TOEPASSINGSGEBIED

    2

    Deze IFRS is van toepassing op een transactie of andere gebeurtenis die beantwoordt aan de definitie van een bedrijfscombinatie. Deze IFRS is niet van toepassing op:

    (a)

    de administratieve verwerking van de oprichting van een gezamenlijke overeenkomst in de jaarrekening van de gezamenlijke overeenkomst zelf;

    (b)

    Ingangsdatum

    64J

    Alinea 2(a) is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen cyclus 2011–2013. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

    Wijziging in IFRS 13 Waardering tegen reële waarde

    Alinea 52 wordt gewijzigd en alinea C4 wordt toegevoegd.

    Toepassing op financiële activa en financiële verplichtingen met posities die de marktrisico's of het kredietrisico van de tegenpartijen compenseren

    52

    De in alinea 48 beschreven uitzondering is alleen van toepassing op financiële activa, financiële verplichtingen en andere contracten die binnen het toepassingsgebied van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering of IFRS 9 Financiële instrumenten vallen. De in de alinea's 48 tot en met 51 en 53 tot en met 56 vervatte verwijzingen naar financiële activa en financiële verplichtingen moeten worden gelezen als zijnde van toepassing op alle contracten die vallen binnen het toepassingsgebied van en administratief worden verwerkt overeenkomstig IAS 39 of IFRS 9, ongeacht of deze al dan niet beantwoorden aan de definities van financiële activa of financiële verplichtingen in IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie.

    Bijlage C

    Ingangsdatum en overgang

    C4

    Alinea 52 is gewijzigd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen cyclus 2011–2013. Een entiteit moet deze wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen vanaf het begin van de jaarperiode waarin IFRS 13 voor het eerst is toegepast. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.

    Wijziging in IAS 40 Vastgoedbeleggingen

    Vóór alinea 6 wordt een kopje toegevoegd. Alinea 14A wordt toegevoegd. Na alinea 84 worden een kopje en de alinea's 84A en 85D toegevoegd.

    Classificatie van een onroerende zaak als vastgoedbelegging of als vastgoed voor eigen gebruik

    6

    Een vastgoedbelang dat door een lessee gehouden wordt op grond van een operationele lease kan worden geclassificeerd en verwerkt als een vastgoedbelegging als en alleen als de onroerende zaak ook anderszins voldoet aan de definitie van een vastgoedbelegging en de lessee voor het opgenomen actief het reëlewaardemodel toepast dat wordt uiteengezet in de alinea's 33 tot en met 55. Tot deze alternatieve classificatie kan per onroerende zaak worden besloten. Indien echter eenmaal voor deze alternatieve classificatie is gekozen voor één zo'n vastgoedbelang dat op grond van een operationele lease wordt gehouden, moeten alle onroerende zaken geclassificeerd als vastgoedbelegging worden verwerkt volgens het reëlewaardemodel. Indien voor deze alternatieve classificatie wordt gekozen, moet elk belang dat aldus wordt geclassificeerd vermeld worden als onderdeel van de informatieverschaffing die in de alinea's 74 tot en met 78 wordt voorgeschreven.

    14

    Bij het bepalen of een onroerende zaak een vastgoedbelegging is, is oordeelsvorming vereist. Een entiteit stelt criteria op aan de hand waarvan op bestendige wijze kan worden beoordeeld of een onroerende zaak een vastgoedbelegging is, in overeenstemming met de definitie van een vastgoedbelegging en de desbetreffende richtlijnen in de alinea's 7 tot en met 13. Alinea 75(c) schrijft voor dat een entiteit deze criteria moet vermelden indien de classificatie moeilijk is.

    14A

    Ook bij het bepalen of de verwerving van een vastgoedbelegging de verwerving is van een actief of een groep van activa, dan wel van een bedrijfscombinatie die binnen het toepassingsgebied van IFRS 3 Bedrijfscombinaties valt, is oordeelsvorming vereist. Om te bepalen of het een bedrijfscombinatie betreft, moet naar IFRS 3 worden verwezen. De beschouwing in de alinea's 7 tot en met 14 van deze standaard heeft betrekking op de vraag of een onroerende zaak al dan niet vastgoed voor eigen gebruik dan wel een vastgoedbelegging is, en niet om te bepalen of de verwerving van een onroerende zaak al dan niet een bedrijfscombinatie zoals gedefinieerd in IFRS 3 is. Bij het bepalen of een specifieke transactie aan de definitie van een bedrijfscombinatie zoals gedefinieerd in IFRS 3 beantwoordt en een vastgoedbelegging zoals gedefinieerd in deze standaard omvat, moeten beide standaarden afzonderlijk worden toegepast.

    Overgangsbepalingen

    Kostprijsmodel

    Bedrijfscombinaties

    84A

    Alinea 14A en een kopje vóór alinea 6 zijn toegevoegd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen cyclus 2011–2013. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op verwervingen van vastgoedbeleggingen vanaf het begin van de eerste periode waarop zij deze wijziging toepast. De administratieve verwerking van verwervingen van vastgoedbeleggingen in eerdere perioden mag bijgevolg niet worden aangepast. Een entiteit kan er evenwel voor kiezen de wijziging toe te passen op individuele verwervingen van vastgoedbeleggingen die plaatsvonden vóór het begin van de eerste jaarperiode waarin de ingangsdatum valt, dan wel de eerste jaarperiode na de ingangsdatum, als en slechts als de voor de toepassing van de wijziging op deze eerdere transacties vereiste informatie voor de entiteit beschikbaar is.

    INGANGSDATUM

    85D

    Vóór alinea 6 en na alinea 84 zijn kopjes ingevoegd en de alinea's 14A en 84A zijn toegevoegd door de in december 2013 uitgegeven Jaarlijkse verbeteringen cyclus 2011–2013. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op verslagperioden die op of na 1 juli 2014 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden.


    (1)  „Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org”


    Top