Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1099

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1099/2013 van de Commissie van 5 november 2013 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (uitbreiding van lijndiensten)

PB L 294 van 6.11.2013, p. 40–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/04/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0481

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/1099/oj

6.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 294/40


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1099/2013 VAN DE COMMISSIE

van 5 november 2013

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (uitbreiding van lijndiensten)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name artikel 247,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In kernactie twee van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s, „Akte voor de interne markt II, samen voor nieuwe groei” (2), wordt opgeroepen een echte eengemaakte markt voor vervoer over zee te verwezenlijken door Uniegoederen die tussen EU-zeehavens worden vervoerd, niet langer te onderwerpen aan de administratieve en douaneformaliteiten die van toepassing zijn op goederen die worden aangevoerd uit havens in derde landen.

(2)

Daartoe heeft de Commissie toegezegd een „blauwegordelpakket” in te dienen met wetgevende en niet-wetgevende initiatieven om de administratieve lasten voor de zeevaart binnen de Unie te verminderen tot een niveau dat vergelijkbaar is met dat van andere vervoerswijzen (luchtvervoer, spoorvervoer, wegvervoer).

(3)

Deze verordening maakt deel uit van het blauwegordelpakket.

(4)

Overeenkomstig artikel 313, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2454/93 (3) worden goederen die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 in het douanegebied van de Gemeenschap zijn binnengebracht, niet geacht communautaire goederen te zijn, tenzij de communautaire status wordt aangetoond.

(5)

In artikel 313, lid 3, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is bepaald dat goederen die tussen in het douanegebied van de Gemeenschap gelegen havens met een geautoriseerde lijndienst zijn vervoerd, geacht worden communautaire goederen te zijn, tenzij anders wordt vastgesteld. Schepen die een lijndienst onderhouden, kunnen eveneens niet-communautaire goederen vervoeren, mits deze onder de regeling extern communautair douanevervoer worden geplaatst. Het gebruik van een lijndienst voor het vervoer van niet-communautaire goederen doet verder geen afbreuk aan controles voor andere doeleinden, zoals veterinaire, sanitaire en fytosanitaire controles.

(6)

Voorafgaand aan de afgifte van een vergunning voor een lijndienst moet de vergunningverlenende douaneautoriteit de douaneautoriteiten van de andere bij die lijndienst betrokken lidstaten raadplegen. Indien de houder van een dergelijke vergunning (hierna de „houder” genoemd) na verlening van de vergunning de dienst vervolgens naar andere lidstaten wenst uit te breiden, moeten ook de douaneautoriteiten van deze lidstaten worden geraadpleegd. Om de noodzaak van verdere raadplegingen na het verlenen van de vergunning zoveel mogelijk te vermijden, moet erin worden voorzien dat scheepvaartmaatschappijen die een vergunning aanvragen niet alleen de lidstaten kunnen vermelden die daadwerkelijk bij de dienst betrokken zijn, maar ook de lidstaten die mogelijk betrokken kunnen worden en waarvoor zij aangeven plannen te hebben voor toekomstige diensten.

(7)

Sinds 2010 is een termijn van 45 dagen toegestaan om de douaneautoriteiten van de andere lidstaten te raadplegen. De ervaring leert echter dat deze termijn onnodig lang is en zou moeten worden teruggebracht.

(8)

Door het gebruik van een elektronisch informatie- en communicatiesysteem is bijlage 42 bis van Verordening (EEG) nr. 2454/93 overbodig geworden.

(9)

Op verzoek van de houder moeten vergunningen voor lijndiensten van vóór de inwerkingtreding van deze verordening opnieuw worden bekeken om rekening te houden met lidstaten die mogelijk betrokken kunnen worden en waarvoor de houder aangeeft plannen te hebben voor toekomstige diensten.

(10)

Het elektronische informatie- en communicatiesysteem dat momenteel wordt gebruikt om gegevens op te slaan en de douaneautoriteiten van andere lidstaten te informeren over vergunningen voor de exploitatie van lijndiensten, is niet het systeem waarnaar in artikel 14 quinvicies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt verwezen. De verwijzingen naar dit systeem moeten worden gecorrigeerd.

(11)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De veranderingen in de duur van de toegestane termijn voor de raadpleging van de douaneautoriteiten van andere lidstaten en in het aantal lidstaten dat in de aanvraag kan worden vermeld, vereisen dat het elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten wordt gewijzigd en dat de toepassing van de relevante bepalingen van deze verordening wordt uitgesteld.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Artikel 313 ter wordt als volgt gewijzigd:

a)

na lid 2 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

„2 bis.   Met behulp van een elektronisch informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten worden de volgende gegevens opgeslagen en toegankelijk gemaakt voor de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten:

a)

de gegevens van de aanvragen;

b)

de vergunningen voor lijndiensten en, indien van toepassing, de wijzigingen en intrekkingen van die vergunningen;

c)

de namen van de havens die worden aangedaan en de namen van de vaartuigen die de lijndiensten onderhouden;

d)

alle andere relevante informatie.”;

b)

lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„In de aanvraag voor een vergunning voor een lijndienst worden de lidstaten vermeld die daadwerkelijk bij die lijndienst zijn betrokken en kunnen de lidstaten worden vermeld die mogelijk worden betrokken en waarvoor de aanvrager aangeeft plannen te hebben voor toekomstige diensten. De douaneautoriteiten van de lidstaat waarbij de aanvraag is ingediend (de vergunningverlenende douaneautoriteit), doet kennisgeving aan de douaneautoriteiten van de andere daadwerkelijk of mogelijk bij de lijndienst betrokken lidstaten (de betrokken douaneautoriteiten) door middel van het in lid 2 bis bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten.”;

ii)

in de tweede alinea wordt „45” vervangen door „15”;

iii)

in de tweede alinea worden de woorden „het in artikel 14 quinvicies bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem” vervangen door „het in lid 2 bis bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten”;

iv)

in de derde alinea worden de woorden „het in artikel 14 quinvicies bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem” vervangen door „het in lid 2 bis bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten”;

(2)

In artikel 313 quater, lid 2, tweede alinea, worden de woorden „het in artikel 14 quinvicies bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem” vervangen door „het in artikel 313 ter, lid 2 bis, bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten”;

(3)

In artikel 313 quinquies, lid 2, eerste alinea, worden de woorden „het in artikel 14 quinvicies bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem” vervangen door „het in artikel 313 ter, lid 2 bis, bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten”;

(4)

In artikel 313 septies, lid 2, worden de woorden „het in artikel 14 quinvicies bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem” vervangen door „het in artikel 313 ter, lid 2 bis, bedoelde elektronische informatie- en communicatiesysteem voor lijndiensten”;

(5)

Bijlage 42 bis wordt geschrapt.

Artikel 2

De vergunningverlenende douaneautoriteiten bekijken op verzoek van de houder opnieuw de vergunningen voor lijndiensten die reeds bestaan op de datum van toepassing van deze verordening zoals vastgelegd in artikel 3, tweede alinea, om rekening te houden met lidstaten die mogelijk worden betrokken en waarvoor de aanvrager aangeeft plannen te hebben voor toekomstige diensten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 1, onder b), i) en ii), zijn van toepassing met ingang van 1 maart 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  COM(2012) 573 final van 3.10.2012.

(3)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


Top