This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013L0025
Council Directive 2013/25/EU of 13 May 2013 adapting certain directives in the field of right of establishment and freedom to provide services, by reason of the accession of the Republic of Croatia
Richtlijn 2013/25/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
Richtlijn 2013/25/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
PB L 158 van 10.6.2013, p. 368–375
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
10.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 158/368 |
RICHTLIJN 2013/25/EU VAN DE RAAD
van 13 mei 2013
tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië, en met name op artikel 3, lid 4,
Gezien de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië, en met name op artikel 50,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië bepaalt dat, indien besluiten van de instellingen van vóór de toetreding in verband met de toetreding moeten worden aangepast, en indien in die Toetredingsakte of in de bijlagen daarbij niet in de noodzakelijke aanpassingen is voorzien, de Raad, met gekwalificeerde meerderheid, op voorstel van de Commissie, daartoe de nodige besluiten vaststelt, indien het oorspronkelijke besluit niet door de Commissie is vastgesteld. |
(2) |
In de Slotakte van de conferentie die het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië heeft opgesteld en vastgesteld, wordt aangegeven dat de hoge verdragsluitende partijen een politiek akkoord hebben bereikt over de ingevolge de toetreding vereiste aanpassingen van de besluiten van de instellingen, en wordt de Raad en de Commissie verzocht om die aanpassingen vóór de toetreding vast te stellen, waar nodig aangevuld en bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht van de Unie. |
(3) |
De Richtlijnen 74/557/EEG (1), 77/249/EEG (2), 98/5/EG (3) en 2005/36/EG (4) moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De Richtlijnen 74/557/EEG, 77/249/EEG, 98/5/EG en 2005/36/EG worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op de datum van de toetreding van Kroatië tot de Unie de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Die bepalingen zullen worden toegepast met ingang van de datum van toetreding van Kroatië tot de Unie.
Wanneer de lidstaten die maatregelen vaststellen, wordt daarin of bij de officiële bekend-making daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking onder voorbehoud van, en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
S. COVENEY
(1) Richtlijn 74/557/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden en voor de werkzaamheden van tussenpersonen welke onder de handel in en de distributie van giftige producten ressorteren (PB L 307 van 18.11.1974, blz. 5).
(2) Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PB L 78 van 26.3.1977, blz. 17).
(3) Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36).
(4) Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).
BIJLAGE
DEEL A
WEDERZIJDSE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES
Richtlijn 2005/36/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
in de eerste alinea van artikel 49, lid 2, wordt het volgende punt ingevoegd:
|
2) |
bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
in bijlage VI wordt na de vermelding voor Frankrijk het volgende ingevoegd:
|
DEEL B
JURIDISCHE BEROEPEN
1) |
In artikel 1, lid 2, van Richtlijn 77/249/EEG wordt het volgende toegevoegd: „Kroatië: Odvjetnik/Odvjetnica.”. |
2) |
In artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG, wordt na de vermelding voor Frankrijk het volgende ingevoegd: „Kroatië: Odvjetnik/Odvjetnica”. |
DEEL C
HANDEL IN EN DISTRIBUTIE VAN GIFTIGE PRODUCTEN
In de bijlage bij Richtlijn 74/557/EEG wordt het volgende toegevoegd:
„— |
Kroatië:
|