EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010L0068
Commission Directive 2010/68/EU of 22 October 2010 amending Council Directive 96/98/EC on marine equipment Text with EEA relevance
Richtlijn 2010/68/EU van de Commissie van 22 oktober 2010 tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2010/68/EU van de Commissie van 22 oktober 2010 tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen Voor de EER relevante tekst
PB L 305 van 20.11.2010, p. 1–54
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 17/09/2016; opgeheven door 32014L0090
20.11.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 305/1 |
RICHTLIJN 2010/68/EU VAN DE COMMISSIE
van 22 oktober 2010
tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen (1) en met name artikel 17,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor de toepassing van Richtlijn 96/98/EG gelden de van kracht zijnde versies van de internationale verdragen en beproevingsnormen. |
(2) |
Aangezien sedert 6 april 2009, de datum waarop Richtlijn 96/98/EG voor het laatst is gewijzigd, wijzigingen van de internationale verdragen en toepasselijke beproevingsnormen in werking zijn getreden, is het ter wille van de duidelijkheid wenselijk deze wijzigingen op te nemen in deze richtlijn. |
(3) |
De Internationale Maritieme Organisatie en de Europese normalisatie-instellingen hebben normen vastgesteld, waaronder gedetailleerde beproevingsnormen, voor bepaalde in bijlage A.2 van Richtlijn 96/98/EG opgesomde uitrusting of uitrusting die niet in de lijst is opgenomen maar relevant wordt geacht voor de toepassing van die richtlijn. Daarom moet deze uitrusting worden opgenomen in bijlage A.1, of worden verplaatst van bijlage A.2 naar bijlage A.1, al naargelang van het geval. |
(4) |
Richtlijn 96/98/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen (COSS), |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage A van Richtlijn 96/98/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
Uitrusting die als „nieuwe uitrusting” is vermeld in kolom 1 van bijlage A.1 of is verplaatst van bijlage A.2 naar A.1 en is vervaardigd in overeenstemming met typegoedkeuringsprocedures die reeds op het grondgebied van de betrokken lidstaat van kracht waren vóór de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum, mag gedurende een periode van twee jaar gerekend vanaf deze datum in de handel worden gebracht en aan boord van een schip worden geplaatst.
Artikel 3
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen uiterlijk op 10 december 2011 worden vastgesteld en bekendgemaakt. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 10 december 2011.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 22 oktober 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25.
BIJLAGE
BIJLAGE A
Lijst van gebruikte afkortingen
|
A.1: wijziging 1 betreffende niet-IMO-normdocumenten. |
|
A.2: wijziging 2 betreffende niet-IMO-normdocumenten. |
|
AC: wijzigend corrigendum betreffende niet-IMO-normdocumenten. |
|
CAT: categorie voor radarapparatuur als gedefinieerd in deel 1.3 van IEC 62388 (2007). |
|
Circ.: circulaire. |
|
COLREG: international Regulations for Preventing Collisions at Sea (Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee). |
|
COMSAR: IMO subcomité inzake radiocommunicatie, opsporing en redding. |
|
EN: Europese norm. |
|
ETSI: Europees Instituut voor telecommunicatienormen. |
|
FSS: Internationale code voor brandveiligheidsystemen. |
|
FTP: Internationale code voor brandproefprocedures. |
|
HSC: Internationale code voor de veiligheid van hogesnelheidsvaartuigen (High Speed Craft Code). |
|
IBC: Internationale Code inzake het vervoer van chemicaliën in bulk (International Bulk Chemical Code). |
|
ICAO: Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. |
|
IEC: Internationale Elektrotechnische Commissie (International Electro-technical Commission). |
|
IMO: Internationale Maritieme Organisatie. |
|
ISO: Internationale Organisatie voor Normalisatie. |
|
ITU: Internationale Telecommunicatie Unie. |
|
LSA: reddingsmiddel (Life saving appliance). |
|
MARPOL: Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (International Convention for the Prevention of Pollution from Ships). |
|
MEPC: Comité voor bescherming van het mariene milieu (Marine Environment Protection Committee). |
|
MSC: Maritieme Veiligheidscommissie (Maritime Safety Committee). |
|
NOx: stikstofoxiden. |
|
SOLAS: Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee. |
|
SOx: zwaveloxiden. |
|
Reg.: voorschrift. |
|
Res.: resolutie. |
BIJLAGE A.1
UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN REEDS GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN
Op heel bijlage A.1 van toepassing zijnde noten
a) |
Algemeen: naast de specifiek vermelde internationale beproevingsnormen bevatten de toepasselijke Reg.'s van de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO een aantal bepalingen die moeten worden gecontroleerd tijdens het typeonderzoek (typegoedkeuring), zoals vermeld in de overeenstemmingsbeoordelingsmodules van bijlage B. |
b) |
Kolom 1: artikel 2 van Richtlijn 2009/26/EG van de Commissie (1) kan van toepassing zijn. |
c) |
Kolom 5: wanneer IMO-resoluties worden vermeld, zijn alleen de beproevingsnormen in de desbetreffende delen van de bijlagen bij de resoluties van toepassing en niet de bepalingen van de resoluties zelf. |
d) |
Kolom 5: van kracht zijnde versies van de internationale verdragen en beproevingsnormen. Ten behoeve van een correcte verwijzing naar de relevante normen moet op de beproevingsverslagen, certificaten van overeenstemming en verklaringen van overeenstemming worden aangegeven welke norm en welke versie daarvan werd toegepast. |
e) |
Kolom 5: wanneer twee groepen beproevingsnormen worden gescheiden door „of” voldoet elk van deze groepen aan alle beproevingseisen waaraan moet worden voldaan om de IMO-prestatienormen te halen. Het volstaat bijgevolg op basis van één van deze groepen te testen om aan te tonen dat aan de eisen van de desbetreffende internationale instrumenten is voldaan. Wanneer daarentegen een ander scheidingsteken (komma) wordt gebruikt, zijn alle opgesomde referenties van toepassing. |
f) |
Kolom 6: een kruisje onder H betekent: module H plus certificaat van ontwerponderzoek. |
g) |
De in deze bijlage vastgestelde eisen gelden onverminderd de uitrustingseisen in de internationale verdragen. |
1. Reddingsmiddelen
Noten voor deel 1: Reddingsmiddelen.
Kolom 4: IMO MSC/Circulaire 980 is van toepassing behalve wanneer vervangen door de in kolom 4 vermelde specifieke instrumenten.
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.1 |
Reddingsboeien |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.2 |
Positieaangevende lichten voor persoonlijke reddingsmiddelen:
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.3 |
Zelfwerkende rooksignalen voor reddingsboeien |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.4 |
Reddingsvesten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.5 |
Overlevingspakken en beschermingspakken die niet als reddingsvesten zijn geclassificeerd:
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.6 |
Overlevingspakken en beschermingspakken die als reddingsvesten zijn geclassificeerd:
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.7 |
Hulpmiddelen tegen warmteverlies |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.8 |
Valschermsignalen (pyrotechniek) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.9 |
Handstakellichten (pyrotechniek) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.10 |
Drijvende rooksignalen (pyrotechniek) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.11 |
Lijnwerptoestellen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.12 |
Opblaasbare reddingsvlotten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.13 |
Vaste reddingsvlotten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.14 |
Zichzelf automatisch oprichtende reddingsvlotten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.15 |
Overdekte omkeerbare reddingsvlotten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.16 |
Zelfdrijfvoorzieningen voor reddingsvlotten (hydrostatische openers) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.17 |
Reddingsboten |
|
|
|
B + D B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.18 |
Vaste hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.19 |
Hulpverleningsboten in opgeblazen toestand |
|
|
|
B + D B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.20 |
Snelle hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.21 |
Tewaterlatingsmiddelen waarbij gebruik wordt gemaakt van lopers (Davits) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.22 |
Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrij opdrijven voor reddingsvlotten |
Verplaatst naar A.2/1.3 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.23 |
Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrije val voor reddingsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.24 |
Tewaterlatingsmiddelen voor reddingsvlotten (Davits) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.25 |
Tewaterlatingsmiddelen voor snelle hulpverleningsboten (Davits) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.26 |
Loskoppelmechanisme voor
met torenloper of -lopers te water gelaten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.27 |
Systemen voor evacuatie op zee |
|
|
|
B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.28 |
Hulpverleningsmiddelen |
|
|
|
B + D B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.29 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Inschepingsladders |
|
|
|
B + D B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.30 |
Retroreflecterende materialen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.31 |
VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot |
Verplaatst naar A.1/5.17 en A.1/5.18 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.32 |
9 GHz SAR-transponder (SART) |
Verplaatst naar A.1/4.18 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.33 |
Radarreflector voor reddingsboten en hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.34 |
Kompas voor reddings- en hulpverleningsboten |
Verplaatst naar A.1/4.23 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.35 |
Draagbare brandblusapparaten voor reddingsboten en hulpverleningsboten |
Verplaatst naar A.1/4.38 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.36 |
Voortstuwingsmotor voor reddings-/hulpverleningsboot |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.37 |
Voortstuwingsmotor-buitenboordmotor voor hulpverleningsboot |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.38 |
Zoeklichten voor gebruik in reddings- en hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.39 |
Open omkeerbare reddingsvlotten |
|
|
|
B + D B + F |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.40 |
Loodsstoeltje |
Verplaatst naar A.1/4.48 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.41 |
Lieren voor reddingsvlotten en hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.42 |
Loodsladder |
Verplaatst naar A.1/4.49 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/1.43 Nieuwe uitrusting |
Vaste/opblaasbare hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + F G |
2. Voorkoming van verontreiniging van de zee
Nr. |
Benaming |
Voorschrift MARPOL 73/78 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van MARPOL 73/78 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||
A.1/2.1 |
Oliefiltreersysteem (voor oliegehalte van de uitstromende vloeistof dat 15 ppm niet overschrijdt) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||
A.1/2.2 |
Detectoren van het olie/water scheidingsvlak |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||
A.1/2.3 |
Oliegehaltemeters |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||
A.1/2.4 |
Oliefiltreersystemen voor koppeling aan een bestaande olie/water afscheider (voor oliegehalte van de uitstromende vloeistof dat de 15 ppm niet overschrijdt) |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||
A.1/2.5 |
Bewakings- en regelsystemen voor olielozingen voor olietankers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||
A.1/2.6 |
Afvoersystemen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||
A.1/2.7 |
Scheepsafvalverbranders |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||
A.1/2.8 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Boordsystemen voor NOx-bewaking en -registratie |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||
A.1/2.9 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Andere technologische middelen voor SOx-emissiebeperking |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
3. Brandbeveiligingsapparatuur
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.1 |
Primaire dekbedekking |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.2 |
Draagbare blustoestellen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.3 |
Brandweeruitrusting: beschermende kleding (kleding voor brandbestrijding op korte afstand) |
|
|
Beschermende kleding voor brandbestrijding:
Beschermende kleding voor brandbestrijding – Reflecterende kleding voor gespecialiseerde brandbestrijding:
Beschermende kleding voor brandbestrijding – Beschermende kleding met reflecterend buitenoppervlak:
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.4 |
Brandweeruitrusting: laarzen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.5 |
Brandweeruitrusting: handschoenen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.6 |
Brandweeruitrusting: helm |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.7 |
Ademhalingstoestel zijnde een onafhankelijk werkend persluchttoestel Noot: Bij ongevallen waarbij gevaarlijke goederen zijn betrokken moet een persluchtmasker worden gebruikt. |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.8 |
Ademhalingsapparatuur met luchttoevoer via een luchtslang |
Noot: Deze apparatuur is alleen geschikt voor hogesnelheidsvaartuigen die gebouwd zijn volgens de bepalingen van de 1994 HSC Code. |
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.9 |
Onderdelen voor sprinklersystemen voor verblijfsruimten, dienstruimten en controlestations, die gelijkwaardig zijn aan de in SOLAS 74, Reg. II-2/12, vermelde systemen (beperkt tot straalpijpen en hun prestaties). (Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen, voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC) vallen eveneens onder dit punt) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.10 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk in ruimten voor machines en ladingpompkamers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.11 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klasse „A” en „B”
|
Klasse „A”:
Klasse „B”:
|
Klasse „A”
Klasse „B”
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.12 |
Inrichtingen om vlamdoorslag naar de ladingtanks in tankers te voorkomen |
|
|
|
B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.13 |
Niet-brandbare materialen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.14 |
Andere materialen dan staal voor buisleidingen die afscheidingen van klasse „A” of „B” doorboren |
Opgenomen in A.1/3.26 en A.1/3.27 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.15 |
Andere materialen dan staal voor leidingen waardoor olie of brandstofolie wordt gevoerd
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.16 |
Branddeuren |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.17 |
Onderdelen voor bedieningssysteem voor branddeuren Noot: Het gebruik van de term „onderdelen van een systeem” in kolom 2 kan betekenen dat een afzonderlijk onderdeel, een groep onderdelen of het volledige systeem moet worden beproefd om vast te stellen of aan de internationale voorschriften is voldaan. |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.18 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen
|
|
|
Noot: Indien het oppervlaktemateriaal een bepaalde maximale calorische waarde moet hebben, wordt deze gemeten volgens ISO 1716. |
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.19 |
Draperieën, gordijnen en andere hangende materialen en wandbekledingen van textiel |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.20 |
Bekleed meubilair |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.21 |
Matrassen en beddengoed |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.22 |
Brandkleppen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.23 |
Niet-brandbare, afscheidingen van klasse „A” doorborende leidingen |
Verplaatst naar A.1/3.26 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.24 |
Doorvoeren van elektrische kabels door afscheidingen van klasse „A” |
Verplaatst naar A.1/2.26 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.25 |
Brandbestendige ramen en patrijspoorten van klasse „A” en „B” |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.26 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse „A”
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.27 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse „B”
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.28 |
Sprinklersystemen (beperkt tot de sprinklerkoppen). (Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen, voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC) vallen eveneens onder dit punt) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.29 |
Brandslangen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.30 |
Draagbare zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur |
|
|
en, indien van toepassing:
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.31 |
Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen, voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC) |
Geschrapt; valt onder A.1/3.9 en A.1/3.28 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.32 |
Vuurbestendige materialen (met uitzondering van meubilair) voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.33 |
Vuurbestendige materialen voor meubilair voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.34 |
Vuurbestendige afscheidingen voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.35 |
Branddeuren op hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.36 |
Brandkleppen op hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.37 |
Doorvoeren door vuurbestendige afscheidingen op hogesnelheidsvaartuigen
|
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.38 |
Draagbare brandblusapparaten voor reddingsboten en hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.39 |
Straalpijpen voor equivalente brandblusinstallaties met waternevel als blusmiddel voor machinekamers en ladingpompkamers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.40 |
In de vloer aangebrachte verlichtingssystemen (uitsluitend onderdelen) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.41 |
Ademhalingstoestellen voor noodevacuatie (EEBD) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.42 |
Onderdelen voor systemen met inert gas als blusmiddel |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.43 |
Straalpijpen voor brandblusinstallaties (automatisch of manueel bediend) voor frituurtoestellen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.44 |
Brandweeruitrusting — reddingslijn |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.45 |
Onderdelen voor equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel (blusmiddel, kleppen en straalpijpen) voor machinekamers en ladingpompkamers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.46 |
Equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel voor machinekamers (aerosolsystemen) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.47 |
Concentraat voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met hoge expansie voor machinekamers en ladingpompkamers Noot: Vast aangebrachte schuimblusinstallaties met hoge expansie (inclusief „inside air”-systemen) voor machinekamers en ladingpompkamers dienen nog steeds tot tevredenheid van de administratie te worden getest met het goedgekeurde concentraat. |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.48 |
Vast aangebrachte brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor lokale toepassing in machinekamers van categorie „A” (Tests van straalpijpen en prestatie) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.49 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Straalpijpen voor vast aangebrachte watergebaseerde vuurbestrijdingssystemen voor ro-ro-ruimten en ruimten van speciale categorieën die gelijkwaardig zijn aan die waarnaar wordt verwezen in resolutie A.123(V) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.50 |
Beschermende kleding die bestand is tegen de inwerking van chemische stoffen |
Verplaatst naar A.2/3.9 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.51 |
Onderdelen voor vast aangebrachte branddetectie- en brandalarminstallaties in controlestations, dienstruimten, verblijfsruimten, cabinebalkons, bemande en onbemande machinekamers |
|
|
Brandmeldcentrales. Elektrische installaties in schepen:
Energievoorziening:
Thermische melders — Puntmelders
Rookmelders — Puntmelders werkend volgens het strooilicht-, verduisterings- of ionisatieprincipe
Vlamdetectoren — Puntmelders
Handbrandmelders:
En, in voorkomend geval, elektrische en elektronische installaties in schepen:
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.52 |
Niet-draagbare en draagbare brandblussers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.53 |
Alarmapparatuur |
|
|
Akoestische signaalgevers
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.54 |
Vaste zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur |
|
|
en, indien van toepassing:
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.55 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Straalpijpen waarmee kan worden gesproeid of gespoten (spray/jet) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.56 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Brandslangen (op haspel) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.57 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Onderdelen voor schuimblusinstallaties met gemiddelde expansie — vast dekschuimsysteem op tankschepen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.58 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Onderdelen voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met lage expansie voor machinekamers en voor dekbeveiliging op tankschepen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.59 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Geëxpandeerd schuim voor vast aangebrachte brandblusinstallaties op chemicaliëntankers |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.60 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk voor cabinebalkons |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/3.61 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Inside air schuiminstallaties met hoge expansie voor de bescherming van machinekamers en ladingpompkamers Noot:„Inside air”-schuimblusinstallaties met hoge expansie voor de bescherming van machinekamers en ladingpompkamers dienen nog steeds tot tevredenheid van de administratie te worden getest met het goedgekeurde concentraat. |
|
|
|
B + D B + E B + F |
4. Navigatieapparatuur
Noten voor deel 4: Navigatieapparatuur.
Kolom 5: Telkens wanneer wordt verwezen naar de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks, wordt rekening gehouden met het voorgenomen ontwerp van het item om te bepalen welke norm van de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks van toepassing is.
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.1 |
Magnetisch kompas |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.2 |
Zendend koersinstrument — Transmitting Heading Device, THD (magnetische methode) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.3 |
Gyrokompas |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.4 |
Radarapparatuur |
Verplaatst naar A.1/4.34, A.1/4.35 en A.1/4.36 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.5 |
Automatische radarplotapparatuur (ARPA) |
Verplaatst naar A.1/4.34 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.6 |
Echoloodapparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.7 |
Snelheids- en afstandsmeetapparatuur (SDME) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.8 |
Roerstand-, rpm-, spoedindicator |
Verplaatst naar A.1/4.20, A.1/4.21 en A.1/4.22 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.9 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Bochtaanwijzer |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.10 |
Radiorichtingzoeker |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.11 |
Loran-C-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.12 |
Chayka-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.13 |
Decca-navigatieapparatuur |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.14 |
GPS-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.15 |
GLONASS-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.16 |
Koersautomaat (Heading Control System — HCS) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.17 |
Loodsstoeltje |
Verplaatst naar A. 1/1.40 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.18 |
9 GHz SAR-transponder (SART) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.19 |
Radarapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.37 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.20 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Roerstandindicator |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.21 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Rpm-indicator (schroef) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.22 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Spoedindicator |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.23 |
Kompas voor reddings- en hulpverleningsboten |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.24 |
Automatische radarplotapparatuur (ARPA) voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.37 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.25 |
Automatisch volgsysteem (ATA) |
Verplaatst naar A.1/4.35 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.26 |
Automatisch volgsysteem (ATA) voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.38 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.27 |
Elektronische plotapparatuur (EPA) |
Verplaatst naar A.1/4.36 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.28 |
Geïntegreerde brug |
Verplaatst naar A.2/4.30 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.29 |
Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.30 |
Elektronisch kaartsysteem (Electronic Chart Display and Information System — ECDIS) met backup, en rasterkaartsysteem (Raster Chart Display System — RCDS) |
|
[ECDIS back-up en RCDS zijn alleen van toepassing als deze functies in de ECDIS zijn opgenomen. Op het certificaat van module B is aangegeven of deze opties zijn getest]. |
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.31 |
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.32 |
AIS-apparatuur (Automatic Identification System) |
|
Noot: ITU-R M. 1371-3(2007) bijlage 3 is alleen van toepassing overeenkomstig de Reg.en van IMO Res. MSC.74(69). |
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.33 |
Routeautomaat (werkt wanneer het schip een snelheid van minimale manoeuvreersnelheid tot 30 knopen heeft) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.34 |
Radarapparatuur CAT 1 |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.35 |
Radarapparatuur CAT 2 |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.36 |
Radarapparatuur CAT 3 |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.37 |
Radarapparatuur voor hogesnelheidsvaar-tuigtoepassingen (CAT 1H, CAT 2H en CAT 3H) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.38 |
Radarapparatuur goedgekeurd met een kaartoptie, namelijk:
|
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.39 |
Radarreflector |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.40 |
Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.41 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.42 |
Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.43 |
Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.44 |
Differentiële-bakenontvanger voor DGPS- en DGLONASS- apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.45 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
Kaartfuncties voor scheepsradar |
Geschrapt; valt onder A.1/4.38 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.46 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (gyroscopische methode) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1./4.47 |
Vereenvoudigde reisgegevensrecorder (S-VDR) |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.48 |
Loodsstoeltje |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.49 |
Loodsladder |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.50 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
DGPS-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.51 Verwijs naar voetnoot b) van deze bijlage A.1 |
DGLONASS-apparatuur |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/4.52 Ex. A.2/4.4 |
Dagseinlamp |
|
|
|
B + D B + E B + F |
5. Radiocommunicatieapparatuur
Noten voor deel 5: Radiocommunicatieapparatuur.
Kolom 5: Als IMO MSC/Circ.862 en de normen voor het testen van producten tegenstrijdig zijn, hebben de Reg.'s van IMO MSC/Circ.862 voorrang.
Telkens wanneer wordt verwezen naar de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks, wordt rekening gehouden met het voorgenomen ontwerp van het item om te bepalen welke norm van de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks van toepassing is.
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.1 |
VHF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC en radio telefonie mogelijk zijn |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.2 |
VHF DSC-luisterwachtontvanger |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.3 |
NAVTEX-ontvanger |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.4 |
EGC-ontvanger |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.5 |
HF-apparatuur voor maritieme veiligheidsinformatie (MSI) (HF-NBDP-ontvanger) |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.6 |
406 MHz EPIRB (COSPAS-SARSAT) |
|
|
Noot: IMO MSC/Circ.862 is alleen van toepassing op het optionele remote activation device (apparaat voor activering op afstand), niet op het noodradiobaken (EPIRB) zelf. |
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.7 |
L-band EPIRB-noodradiobaken (INMARSAT) |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.8 |
2182 kHz luisterwachtontvanger |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.9 |
Tweetonige alarmsignaalzender |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.10 |
MF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC en radio telefonie mogelijk zijn Noot: In overeenstemming met de besluiten van de IMO en de ITU zijn de eisen voor tweetonige alarmsignaalzenders en H3E-transmissie niet meer opgenomen in de beproevingsnormen |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.11 |
MF DSC-luisterwachtontvanger |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.12 |
Inmarsat-B-scheepssatellietstation |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.13 |
Inmarsat-C-scheepssatellietstation |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.14 |
MF/HF-radio waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC, NBDP en radiotelefonie mogelijk zijn Noot: In overeenstemming met de besluiten van de IMO en de ITU zijn de eisen voor tweetonige alarmsignaalzenders en A3H-transmissie niet meer opgenomen in de beproevingsnormen. |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.15 |
MF/HF DSC-luisterwachtontvanger |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.16 |
VHF-radiotelefonietoestel voor de aeronautische frequenties |
Verplaatst naar A2/5/8 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.17 |
Draagbaar VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.1/5.18 |
Vast VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot |
|
|
|
B + D B + E B + F |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A1/5.19 |
Inmarsat-F-scheepssatellietstation |
|
|
|
B + D B + E B + F |
6. Krachtens COLREG 72 vereiste apparatuur
Nr. |
Benaming |
Voorschrift COLREG 72 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van COLREG en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||
A.1/6.1 |
Navigatielantaarns |
|
|
|
B + D B + E B + F G |
7. Veiligheidsuitrusting voor drogestortgoedschepen
Geen punten in bijlage A.1.
8. Apparatuur onder SOLAS Hoofdstuk II-1. Constructie — Structuur, waterdichte indeling en stabiliteit, machines en elektrische installaties
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||
A.1/8.1 (Nieuwe uitrusting) |
Waterpeildetectoren |
|
|
|
B + D B + E B + F |
BIJLAGE A.2
UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN GEEN GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN
1. Reddingsmiddelen
Kolom 4: IMO MSC/Circulaire 980 is van toepassing behalve wanneer vervangen door de in kolom 4 vermelde specifieke instrumenten.
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||
A.2/1.1 |
Radarreflector voor reddingsvlotten |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
A.2/1.2 |
Overlevingspakken |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||
A.2/1.3 |
Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrij opdrijven voor reddingsvlotten |
|
|
|
|
||||||||||||||||||
A.2/1.4 |
Inschepingsladders |
Verplaatst naar A.1/1.29 |
|||||||||||||||||||||
A.2/1.5 |
Omroepinstallatie en algemene-alarminstallatie (bij gebruik als brandalarm is punt A.1/3.53 van toepassing) |
|
|
|
|
2. Voorkoming van verontreiniging van de zee
Nr. |
Benaming |
Voorschrift MARPOL 73/78 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van MARPOL 73/78 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||
A.2/2.1 |
Boordsystemen voor NOx-bewaking en -registratie |
Verplaatst naar A.1/2.8 |
|||||||||||||
A.2/2.2 |
Boordsystemen voor de reiniging van uitlaatgassen |
|
|
|
|
||||||||||
A.2/2.3 |
Andere equivalente systemen voor NOx-emissiereductie aan boord |
|
|
|
|
||||||||||
A.2/2.4 |
Andere technologische middelen voor SOx-emissiebeperking |
Verplaatst naar A.1/2.9 |
3. Brandbeveiligingsapparatuur
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.1 |
Niet-draagbare en draagbare brandblussers |
Verplaatst naar A.1/3.52 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.2 |
Straalpijpen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met watersproeisysteem onder druk in ruimten van bijzondere aard, ro-ro-vrachtruimten, ro-ro-ruimten en voertuigdekken |
Verplaatst naar A.1/3.49 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.3 |
Startinrichtingen voor het starten van generatoraggregaten bij koud weer |
Verplaatst naar A.2/8.1 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.4 |
Straalpijpen waarmee kan worden gesproeid of gespoten (spray/jet) |
Verplaatst naar A.1/3.55 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.5 |
Onderdelen voor vast aangebrachte branddetectie- en brandalarminstallaties in controlestations, dienstruimten, verblijfsruimten, bemande en onbemande machinekamers |
Verplaatst naar A.1/3.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.6 |
Rookdetectoren |
Verplaatst naar A.1/3.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.7 |
Warmtedetectoren |
Verplaatst naar A.1/3.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.8 |
Elektrische veiligheidslamp |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.9 |
Beschermende kleding die bestand is tegen de inwerking van chemische stoffen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.10 |
In de vloer aangebrachte verlichtingssystemen |
Verplaatst naar A.1/3.40 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.11 |
Straalpijpen voor vast aangebrachte blusinstallaties met watersproeisysteem onder druk in machinekamers |
Verplaatst naar A.1/3.10 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.12 |
Equivalente vast aangebrachte op gas gebaseerde brandblusinstallaties in voor machines bestemde ruimten of ladingpompkamers |
Verplaatst naar A.1/3.45 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.13 |
Ademhalingsapparatuur met luchttoevoer via een luchtslang (Hogesnelheidsvaartuig) |
Geschrapt |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.14 |
Brandslangen (op haspel) |
Verplaatst naar A.1/3.56 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.15 |
Onderdelen voor rookdetectiesystemen met monsterextractie |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.16 |
Vlamdetectoren |
Verplaatst naar A.1/3.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.17 |
Handbrandmel-ders |
Verplaatst naar A.1/3.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.18 |
Alarmapparatuur |
Verplaatst naar A.1/3.53 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.19 |
Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor lokale toepassing in machinekamers van categorie „A” |
Verplaatst naar A.1/3.48 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.20 |
Bekleed meubilair |
Verplaatst naar A.1/3.20 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.21 |
Onderdelen voor brandblusinstallaties voor opslagkasten met verf en ontvlambare vloeistoffen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.22 |
Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties voor kombuisafvoerkokers |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.23 |
Onderdelen voor brandblusinstallaties voor helikopterdekken |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.24 |
Draagbare schuimblussers |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.25 |
Afscheidingen van klasse „C” |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.26 |
Vloeibaargasinstallaties voor huishoudelijk gebruik (onderdelen) |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.27 |
Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel (CO2). |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.28 |
Onderdelen voor schuimblusinstallaties met gemiddelde expansie — Vast dekschuimsysteem op tankschepen |
Verplaatst naar A.1/3.57 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.29 |
Onderdelen voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met lage expansie voor machinekamers en voor dekbeveiliging op tankschepen. |
Verplaatst naar A.1/3.58 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.30 |
Geëxpandeerd schuim voor vast aangebrachte brandblusinstallaties op chemicaliëntankers -IMO Res. |
Verplaatst naar A.1/3.59 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.31 |
Handbediende sproei-installaties |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/3.32 (Nieuwe uitrusting) |
Blusinstallaties op basis van droog chemisch poeder |
|
|
|
|
4. Navigatieapparatuur.
Noten voor deel 4: Navigatieapparatuur.
Kolommen 3 en 4: Verwijzingen naar SOLAS hoofdstuk V moeten worden gelezen als verwijzingen naar SOLAS 1974 als gewijzigd door MSC 73 en in werking tredend op 1 juli 2002.
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring”" is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.1 |
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.31 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.2 |
Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen, (Heading Control System, voorheen auto-pilot) |
Verplaatst naar A.1/4.40 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.3 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode) |
Verplaatst naar A.1/4.41 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.4 |
Dagseinlamp |
Verplaatst naar A.1/4.52 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.5 |
Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.42 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.6 |
Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.43 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.7 |
Routeautomaat |
Verplaatst naar A.1/4.33 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.8 |
Elektronische kaart — Electronic Chart Display and Information System (ECDIS). |
Verplaatst naar A.1/4.30 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.9 |
Elektronische kaart — Electronic Chart Display and Information System (ECDIS), backup |
Verplaatst naar A.1/4.30 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.10 |
Rasterkaart — Raster Chart Display System (RCDS) |
Verplaatst naar A.1/4.30 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.11 |
Geïntegreerde GPS/GLONASS-apparatuur |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.12 |
DGPS, DGLONASS-apparatuur |
Verplaatst naar A.1/4.44, A.1/4.50 en A.1/4.51 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.13 |
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen |
Verplaatst naar A.1/4.31 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.14 |
Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR) |
Verplaatst naar A.1/4.29 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.15 |
Geïntegreerd navigatiesysteem |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.16 |
Geïntegreerde brug |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.17 |
Radardoelversterker |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.18 |
Ontvanger voor geluidssignalen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.19 |
Magnetisch kompas voor hogesnelheidsvaartuigen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.20 |
Routeautomaat voor
|
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.21 |
Kaartfuncties voor scheepsradar |
Verplaatst naar A.1/4.45 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.22 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (gyroscopische methode) |
Verplaatst naar A.1/4.46 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.23 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (magnetische methode) |
Verplaatst naar A.1/4.2 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.24 |
Stuwkrachtindicator |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.25 |
Indicatoren voor laterale stuwkracht, spoed en modus |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.26 |
Bochtaanwijzer |
Verplaatst naar A.1/4.9 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.27 |
Roerstandindicator |
Verplaatst naar A.1/4.20 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.28 |
Rpm-indicator (schroef) |
Verplaatst naar A.1/4.21 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.29 |
Spoedindicator |
Verplaatst naar A.1/4.22 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.30 |
Geïntegreerde brug |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.31 |
Steun |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.32 |
Bridge Navigational Watch Alarm System (BNWAS) |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.33 |
Routeautomaat (werkt wanneer het schip een snelheid van 30 knopen of meer heeft) |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.34 |
Apparatuur met Long Range Identification and Tracking (LRIT) (identificatie en volgen van schepen op lange afstand) capaciteit |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.35 |
Galileo ontvanger |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/4.36 |
AIS SART apparatuur |
|
|
|
|
5. Radiocommunicatieapparatuur
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.1 |
VHF-noodradiobaken (EPIRB) |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.2 |
Reserve-energiebron voor de radio |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.3 |
Inmarsat-F-scheepssatellietstation |
Verplaatst naar A.1/5.19. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.4 |
Noodpaneel |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.5 |
Ontvangstpaneel voor noodoproepen |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.6 |
L-band EPIRB-noodradiobaken (INMARSAT) |
Opzettelijk blanco gelaten |
|||||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.7 |
Scheepsveiligheidsalarmsysteem |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
A.2/5.8 ex A.1/5.16 |
VHF-radiotelefonietoestel voor de aeronautische frequenties |
|
|
|
|
6. Krachtens COLREG 72 vereiste apparatuur
Nr. |
Benaming |
Voorschrift COLREG 72 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van COLREG en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||||||||||
A.2/6.1 |
Navigatielantaarns |
Verplaatst naar A.1/6.1. |
|||||||||||||||||||||
A.2/6.2 |
Middelen voor het geven van geluidssignalen |
|
|
|
|
7. Veiligheidsuitrusting voor drogestortgoedschepen
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||
A.2/7.1 |
Beladingsmeetapparatuur |
|
|
|
|
||||||||||
A.2/7.2 |
Waterniveaudetectoren op bulk carriers -IMO Res. |
Geschrapt |
8. Apparatuur onder SOLAS Hoofdstuk II-1
Nr. |
Benaming |
Voorschrift SOLAS 74 indien „typegoedkeuring” is voorgeschreven |
Toepasselijke voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO |
Beproevingsnormen |
Modules voor beoordeling van de overeenstemming |
||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||||||
A.2/8.1 ex. A.2/3.3 |
Startinrichtingen voor het starten van generatoraggregaten bij koud weer |
|
|
|
|