Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008H0850

Aanbeveling van de Commissie van 15 oktober 2008 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 5925) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 301 van 12.11.2008, p. 23–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2008/850/oj

12.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/23


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2008

betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 5925)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/850/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (1), en met name op artikel 19, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens het nieuwe regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten dienen nationale regelgevende instanties bij te dragen tot de ontwikkeling van de interne markt door op transparante wijze met elkaar en met de Commissie samen te werken om te zorgen voor de ontwikkeling van een consistente regelgevingspraktijk en voor de consistente toepassing van de richtlijnen die het nieuwe regelgevingskader vormen.

(2)

Om ervoor te zorgen dat op nationaal niveau genomen besluiten geen nadelige gevolgen hebben voor de interne markt of de met het regelgevingskader nagestreefde doelstellingen, dienen de nationale regelgevende instanties de in artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG bedoelde ontwerp-maatregelen ter kennis te brengen van de Commissie en van andere nationale regelgevende instanties.

(3)

Als aanvullend vereiste geldt dat nationale regelgevende instanties van de Commissie toestemming moeten krijgen voor de verplichtingen als bedoeld in artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronischecommunicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (2), hetgeen een afzonderlijke procedure is.

(4)

De Commissie zal nationale regelgevende instanties, indien zij zulks verzoeken, de gelegenheid bieden de ontwerp-maatregelen te bespreken vóór de formele kennisgeving ervan overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG en artikel 8, lid 3, van Richtlijn 2002/19/EG. Wanneer overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG de Commissie de nationale regelgevende instantie heeft meegedeeld dat zij van oordeel is dat de ontwerp-maatregel een belemmering voor de interne markt opwerpt of ernstige twijfels heeft omtrent de verenigbaarheid van de ontwerp-maatregel met het Gemeenschapsrecht, moet de betrokken nationale regelgevende instantie tijdig de gelegenheid krijgen haar standpunt kenbaar te maken ten aanzien van de door de Commissie ter sprake gebrachte punten.

(5)

Richtlijn 2002/21/EG stelt bepaalde termijnen vast voor de behandeling van kennisgevingen op grond van artikel 7.

(6)

Om de doeltreffendheid van de samenwerking en van het in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG bedoelde raadplegingsmechanisme te garanderen en om rechtszekerheid te bieden, werden voor de voornaamste procedurele aspecten van op grond van artikel 7 gedane kennisgevingen duidelijke regels opgesteld in Aanbeveling 2003/561/EG van de Commissie van 23 juli 2003 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (3). Aanbeveling 2003/561/EG moet worden vervangen door deze aanbeveling met het oog op verdere vereenvoudiging en verbetering van de kennisgevingsprocedure.

(7)

Om de nationale regelgevende instanties meer richtsnoeren te geven over de inhoud van ontwerp-maatregelen en te zorgen voor meer rechtszekerheid met betrekking tot de volledigheid van de kennisgeving, moet bepaalde informatie worden verstrekt over wat een ontwerp-maatregel moet bevatten zodat deze naar behoren kan worden beoordeeld.

(8)

Er moet rekening worden gehouden met de behoefte om enerzijds te zorgen voor een effectieve beoordeling en anderzijds de administratie zo veel mogelijk te vereenvoudigen. In dit opzicht mag het kennisgevingsmechanisme dus geen onnodige administratieve last betekenen voor de nationale regelgevende instanties. Voorts zou het dienstig zijn de procedurele regelingen in het kader van artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2002/19/EG te verduidelijken.

(9)

Om het onderzoek van een ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel te vereenvoudigen en de procedure sneller te laten verlopen, dienen de nationale regelgevende instanties hun kennisgeving in een standaardformaat op te stellen.

(10)

Om de efficiëntie van het kennisgevingsmechanisme te verbeteren, de rechtszekerheid voor nationale regelgevende instanties en marktspelers te verhogen en te zorgen voor tijdige tenuitvoerlegging van regelgevende maatregelen, is het wenselijk dat de kennisgeving van een nationale regelgevende instantie inzake een marktanalyse ook de door de nationale regelgevende instanties voorgestelde verplichtingen voor de aan het licht gebrachte markttekortkomingen bevat. Als de ontwerp-maatregel betrekking heeft op een markt waar mededinging geldt en als er voor die markt al verplichtingen bestaan, dan dient de kennisgeving ook de voorstellen voor het intrekken van die verplichtingen te bevatten.

(11)

Voor bepaalde categorieën van ontwerp-maatregelen wordt in het algemeen een beknopt kennisgevingsformulier gebruikt om de administratieve last voor nationale regelgevende instanties en de Commissie te beperken. Kennisgeving van deze categorieën door middel van een standaardkennisgevingsprocedure blijft evenwel mogelijk.

(12)

Als een nationale regelgevende instantie regelgevende verplichtingen wil intrekken met betrekking tot markten die niet opgenomen zijn in Aanbeveling 2007/879/EG van de Commissie van 17 december 2007 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen (4), moet de kennisgeving van een dergelijke ontwerp-maatregel overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG gebeuren aan de hand van het beknopte kennisgevingsformulier.

(13)

Als een nationale regelgevende instantie een doorlichting uitvoert van een markt die in een vorige doorlichting effectief concurrerend is gebleken, en deze markt opnieuw concurrerend wordt bevonden, moet de kennisgeving gebeuren aan de hand van het beknopte kennisgevingsformulier.

(14)

Nationale regelgevende instanties brengen vaak wijzigingen aan in de technische details van de opgelegde verplichtingen, om rekening te houden met veranderingen in de economische indicatoren (zoals materiaal, werk, kapitaalkosten, huurtarieven voor eigendommen, enz.), of om voorspellingen of veronderstellingen te actualiseren. Voor veranderingen aan of updates van details die de aard of de algemene draagwijdte van de verplichtingen niet wijzigen (bv. verlenging van de verslagleggingsverplichting, details over verplichte verzekeringen, bedragen van boetes of leveringstijden), dient het beknopte kennisgevingsformulier te worden gebruikt. Alleen voor inhoudelijke wijzigingen van de aard of de draagwijdte van de verplichtingen die een merkbare invloed hebben op de markt (zoals prijsniveaus, wijzigingen van de methodes voor de berekening van kosten of prijzen, vastleggen van termijnen („glide paths”)), dient de standaardkennisgevingsprocedure te worden gebruikt.

(15)

Wanneer de nationale regelgevende instanties voor bepaalde markten (in het bijzonder gespreksafgiftemarkten) tot dezelfde conclusie komen als in een eerdere doorlichting en verplichtingen wensen op te leggen aan andere exploitanten (bv. nieuwkomers) met een soortgelijke klantenbasis of omzet als de bij de eerdere doorlichting bedoelde exploitanten en die verplichtingen inhoudelijk niet verschillen van de reeds ter kennis gebrachte ontwerp-maatregelen, dient het beknopte kennisgevingsformulier te worden gebruikt.

(16)

Een ontwerp-maatregel die ter kennis wordt gebracht door middel van een beknopt kennisgevingsformulier, zal in principe niet leiden tot opmerkingen van de Commissie aan de nationale regelgevende instanties overeenkomstig artikel 7, lid 3 van Richtlijn 2002/21/EG.

(17)

Teneinde de transparantie van een ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel te verhogen en de uitwisseling van informatie over een maatregel tussen nationale regelgevende instanties te vergemakkelijken, moeten zowel het standaard als het beknopte kennisgevingsformulier een korte beschrijving behelzen van de belangrijkste elementen van de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel.

(18)

De bij Beschikking 2002/627/EG van de Commissie (5) opgerichte Europese Groep van Regelgevende instanties heeft de behoefte aan dergelijke regelingen erkend.

(19)

Om aan de doelstellingen van artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG te voldoen, en met name te zorgen voor een consistente regelgevingspraktijk en een consistente toepassing van die Richtlijn, is het essentieel dat het in artikel 7 bedoelde kennisgevingsmechanisme correct wordt nageleefd.

(20)

Het Comité voor Communicatie heeft zijn advies uitgebracht overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Richtlijn 2002/21/EG,

BEVEELT AAN:

1.

Termen omschreven in Richtlijn 2002/21/EG en in de specifieke richtlijnen hebben in deze aanbeveling dezelfde betekenis. Voorts wordt verstaan onder:

a)

„aanbeveling betreffende relevante markten”: Aanbeveling 2007/879/EG, alsmede alle toekomstige aanbevelingen die op deze markten betrekking hebben, kunnen vallen onder regelgeving ex ante;

b)

„kennisgeving”: de kennisgeving van een nationale regelgevende instantie aan de Commissie van een ontwerp-maatregel overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG of een verzoek overeenkomstig artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2002/19/EG, vergezeld van het standaardkennisgevingsformulier of het beknopte kennisgevingsformulier als vastgelegd in de onderhavige aanbeveling (Bijlage I en bijlage II).

2.

Kennisgevingen moeten gebeuren via e-mail met een verzoek om ontvangstbevestiging.

Bij e-mail gezonden documenten worden verondersteld te zijn ontvangen door de geadresseerde op de dag waarop zij zijn verzonden.

Kennisgevingen worden geregistreerd in de volgorde waarin zij worden ontvangen.

3.

Kennisgevingen gaan in op de datum waarop zij door de Commissie worden geregistreerd („datum van registratie”). De datum van registratie is de datum waarop een volledige kennisgeving door de Commissie is ontvangen.

Op de website van de Commissie en via elektronische middelen zullen de nationale regelgevende instanties in kennis worden gesteld van de datum van registratie van de kennisgeving, het onderwerp van de kennisgeving en alle eventuele bijgevoegde documenten.

4.

Kennisgevingen moeten in een van de officiële talen van de Gemeenschap zijn gesteld. Het standaardkennisgevingsformulier (Bijlage I) of het beknopte kennisgevingsformulier (Bijlage II) mogen gesteld zijn in een andere officiële taal dan die van de ontwerp-maatregel, om de raadpleging door alle andere nationale regelgevende instanties te vergemakkelijken.

Eventuele opmerkingen of besluiten van de Commissie overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG zullen zijn gesteld in de taal van de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel en, waar mogelijk, worden vertaald in de taal die werd gebruikt voor het standaardkennisgevingsformulier.

5.

Ontwerp-maatregelen waarvan de nationale regelgevende instanties kennisgeving doen, moeten vergezeld gaan van de documentatie die de Commissie nodig heeft om haar taken uit te voeren. Voor ontwerp-maatregelen die vallen onder punt 6 en waarvan kennisgeving wordt gedaan via het beknopte kennisgevingsformulier, heeft de Commissie in principe geen aanvullende documentatie nodig om haar taken uit te voeren.

Ontwerp-maatregelen moeten met redenen worden omkleed.

6.

De volgende ontwerp-maatregelen moeten aan de Commissie ter beschikking worden gesteld via het in bijlage II opgenomen beknopte kennisgevingsformulier:

a)

ontwerp-maatregelen betreffende markten die uit de aanbeveling betreffende relevante markten zijn verwijderd of er voorheen niet in werden vermeld, en die ofwel door de nationale regelgevende instantie concurrerend worden bevonden, ofwel volgens de nationale regelgevende instantie niet langer voldoen aan de drie criteria uit punt 2 van de aanbeveling betreffende relevante markten die aan ex ante regelgeving kunnen worden onderworpen;

b)

ontwerp-maatregelen betreffende markten die, hoewel zij zijn opgenomen in de van kracht zijnde aanbeveling, in een eerdere marktdoorlichting concurrerend zijn bevonden en nog steeds concurrerend zijn;

c)

ontwerp-maatregelen die de technische details van eerder opgelegde regelgevende verplichtingen wijzigen en geen merkbare invloed hebben op de markt (bv. jaarlijkse updates van de kosten en ramingen van berekeningsmodellen, verslagleggingstermijnen, leveringstermijnen), en tevens

d)

ontwerp-maatregelen betreffende een markt waarvan de analyse reeds ter kennis werd gebracht met betrekking tot andere ondernemingen, en waarvoor de nationale regelgevende instanties soortgelijke verplichtingen opleggen aan andere ondernemingen zonder de in de eerdere kennisgeving toegepaste principes wezenlijk te wijzigen.

7.

De Commissie, in nauwe samenwerking met de nationale regelgevende instanties, oefent toezicht uit op de praktische gevolgen van de beknopte kennisgevingsprocedure, om indien nodig verdere aanpassingen door te voeren of categorieën van ontwerp-maatregelen toe te voegen waarvoor de beknopte kennisgevingsprocedure dient te worden gebruikt.

8.

Ontwerp-maatregelen die niet onder punt 6 vallen, moeten aan de Commissie worden meegedeeld via het in bijlage I opgenomen standaardkennisgevingsformulier. De aldus ter kennis gebrachte ontwerp-maatregelen moeten, waar van toepassing, de volgende elementen bevatten:

a)

de relevante producten- of dienstenmarkt, meer bepaald een beschrijving van de producten en diensten die al dan niet behoorden tot de desbetreffende markt op basis van de substitueerbaarheid van vraag en aanbod;

b)

de relevante geografische markt, met een beredeneerde analyse van de mededingingsvoorwaarden op basis van de substitueerbaarheid van vraag en aanbod;

c)

de belangrijkste op de relevante markt actieve ondernemingen;

d)

de resultaten van de analyse van de relevante markt, met name de bevindingen ten aanzien van het al dan niet aanwezig zijn van daadwerkelijke mededinging, alsmede de redenen daarvoor. Daartoe moet de ontwerp-maatregel een analyse van de marktaandelen van de verschillende ondernemingen bevatten, alsmede waar nodig een verwijzing naar andere relevante criteria, zoals toetredingsbelemmeringen, schaal- en toepassingsvoordelen, verticale integratie, controle over niet gemakkelijk te dupliceren infrastructuur, technologische voordelen of superioriteit, geen of lage kopersmacht die een tegenwicht kan vormen, gemakkelijke of bevoorrechte toegang tot kapitaalmarkten/financiële middelen, totale omvang van de onderneming, product-/dienstendiversificatie, sterk ontwikkeld distributie- en verkoopnetwerk, ontbreken van potentiële mededinging en belemmeringen voor expansie;

e)

voor zover toepasselijk, de ondernemingen die moeten worden aangewezen als ondernemingen die, hetzij individueel of gezamenlijk met anderen, aanzienlijke marktmacht bezitten in de zin van artikel 14 van Richtlijn 2002/21/EG en de argumenten, bewijsstukken en andere relevante feitelijke informatie die dergelijke aanwijzing staven;

f)

de resultaten van de voorafgaande openbare raadpleging die door de nationale regelgevende instantie is uitgevoerd;

g)

het standpunt van de nationale mededingingsautoriteit, indien voorhanden;

h)

het bewijs dat op het tijdstip van de kennisgeving aan de Commissie de nodige maatregelen genomen zijn om de nationale regelgevende instanties in alle overige lidstaten in kennis te stellen van de ontwerp-maatregelen;

i)

in geval van kennisgeving van een ontwerp-maatregel die onder het toepassingsgebied van artikel 5 of 8 van Richtlijn 2002/19/EG of artikel 16 van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en van de Raad (6) vallen, de voorgestelde specifieke regelgevende verplichtingen om het gebrek aan effectieve mededinging op de relevante markt aan te pakken of, in gevallen waar de relevante markt effectief concurrerend is bevonden en dergelijke verplichtingen reeds werden opgelegd binnen die markt, de ontwerp-maatregel voor het intrekken van die verplichtingen.

9.

Wanneer een ontwerp-maatregel, met het oog op de marktanalyse, een relevante markt afbakent welke verschilt van die in de aanbeveling betreffende relevante markten, dienen nationale regelgevende instanties voldoende argumenten te geven wat betreft de criteria die werden gehanteerd voor een dergelijke marktomschrijving.

10.

Kennisgevingen die overeenkomstig artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2002/19/EG plaatsvinden, moeten ook afdoende argumenten bevatten ten aanzien van de vraag waarom andere verplichtingen dan bedoeld in de artikelen 9 tot en met 13 van voormelde Richtlijn moeten worden opgelegd aan exploitanten met aanmerkelijke marktmacht.

11.

Kennisgevingen die onder de toepassing van artikel 8, lid 5, van Richtlijn 2002/19/EG vallen, moeten ook afdoende argumenten bevatten ten aanzien van de vraag waarom de voorgenomen ontwerp-maatregelen zijn vereist om internationale verbintenissen na te komen.

12.

Kennisgevingen aan de hand van de standaardkennisgevingsprocedure, die de onder punt 8 vermelde toepasselijke informatie bevatten, worden geacht volledig te zijn. Wanneer de informatie, met inbegrip van documenten, uit de kennisgeving op een wezenlijk punt onvolledig is, deelt de Commissie dit binnen vijf werkdagen aan de betrokken nationale regelgevende instantie mee en geeft zij aan in hoeverre zij de kennisgeving als onvolledig beschouwt. De kennisgeving wordt niet geregistreerd totdat de nationale regelgevende instantie in kwestie de vereiste informatie heeft meegedeeld. In dergelijke gevallen zal, voor de toepassing van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG, de kennisgeving pas van kracht worden op de datum waarop de Commissie de volledige informatie ontvangt.

13.

Onverlet het bepaalde in punt 8 kan de Commissie na de registratie van een kennisgeving overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/21/EG verdere informatie of toelichting van de betrokken nationale regelgevende instantie verlangen. Nationale regelgevende instanties moeten trachten de gevraagde informatie binnen drie werkdagen mee te delen, voor zover deze gemakkelijk beschikbaar is.

14.

De Commissie gaat na of de via het beknopte kennisgevingsformulier meegedeelde ontwerp-maatregel onder de in punt 6 opgesomde categorieën valt. Indien de Commissie van oordeel is dat dit niet het geval is, deelt zij dit binnen vijf werkdagen mee aan de betrokken nationale regelgevende instantie en verzoekt zij die instantie om de ontwerp-maatregel in te dienen via de standaardkennisgevingsprocedure.

15.

Wanneer de Commissie opmerkingen maakt overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG, stelt zij de betrokken nationale regelgevende instantie daarvan langs elektronische weg in kennis en maakt zij deze opmerkingen bekend op haar website.

16.

Wanneer een nationale regelgevende instantie opmerkingen maakt overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG, stelt zij de Commissie en de overige nationale regelgevende instanties daarvan langs elektronische weg in kennis.

17.

Wanneer de Commissie bij de toepassing van artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG oordeelt dat een ontwerp-maatregel een belemmering voor de interne markt opwerpt of indien zij ernstige twijfel heeft omtrent de verenigbaarheid van de ontwerp-maatregel met het Gemeenschapsrecht en met name met de in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG genoemde doelstellingen, of wanneer zij vervolgens haar bezwaren intrekt of een beslissing neemt waardoor een nationale regelgevende instantie een ontwerp-maatregel dient in te trekken, zal zij de betrokken nationale regelgevende instantie daarvan via e-mail op de hoogte brengen en een bericht op haar website plaatsen.

18.

Ten aanzien van kennisgevingen overeenkomstig artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 2002/19/EG neemt de Commissie overeenkomstig artikel 14, lid 2, van genoemde richtlijn in de regel binnen een periode van maximaal drie maanden een besluit dat de nationale regelgevende instantie toestaat of verhindert de voorgenomen ontwerp-maatregel te nemen. De Commissie kan besluiten deze periode met nog eens twee maanden te verlengen in het licht van de gebleken moeilijkheden.

19.

Een nationale regelgevende instantie kan op elk tijdstip besluiten de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel in te trekken, in welk geval de ter kennis gebrachte maatregel geschrapt wordt uit het register. De Commissie zal daartoe een bericht publiceren op haar website.

20.

Wanneer een nationale regelgevende instantie die overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG van de Commissie of andere nationale regelgevende instanties opmerkingen heeft ontvangen, de ontwerp-maatregel goedkeurt, stelt zij de Commissie en de overige nationale regelgevende instanties in kennis van de wijze waarop zij zoveel mogelijk rekening heeft gehouden met die opmerkingen.

21.

Op verzoek van een nationale regelgevende instantie bespreekt de Commissie een ontwerp-maatregel informeel vóór de kennisgeving ervan.

22.

Overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (7) zullen alle termijnen waarvan sprake in Richtlijn 2002/21/EG of in onderhavige aanbeveling als volgt worden berekend:

a)

wanneer een in dagen, weken of maanden omschreven termijn ingaat op het ogenblik waarop een gebeurtenis of handeling plaatsvindt, wordt de dag waarop deze gebeurtenis of handeling plaatsvindt, niet bij de termijn inbegrepen;

b)

een in weken of maanden omschreven termijn loopt af bij het einde van de laatste dag die — in de laatste week of maand — dezelfde naam of cijferaanduiding heeft als de dag van de gebeurtenis vanaf welke de termijn ingaat. Indien in de laatste maand van een in maanden omschreven termijn de dag die bepalend is voor het einde van de termijn ontbreekt, loopt de termijn af bij het einde van de laatste dag van die maand;

c)

feestdagen, zondagen en zaterdagen zijn bij de termijnen inbegrepen;

d)

werkdagen zijn alle dagen die geen feestdagen, zondagen of zaterdagen zijn.

Indien de laatste dag van een termijn een feestdag, een zondag of een zaterdag is, dan loopt deze termijn af bij het einde van de daaropvolgende werkdag. De door de Commissie vastgestelde lijst van als feestdagen erkende dagen wordt telkens vóór het begin van het jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

23.

De Commissie zal, samen met de nationale regelgevende instanties, de noodzaak tot herziening van onderhavige aanbeveling evalueren, na de datum voor de omzetting in nationaal recht die bepaald werd in het herziene regelgevingskader.

24.

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2008.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

(2)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.

(3)  PB L 190 van 30.7.2003, blz. 13.

(4)  PB L 344 van 28.12.2007, blz. 65.

(5)  PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38.

(6)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.

(7)  PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.


BIJLAGE I

Standaardformulier voor kennisgeving van ontwerp-maatregelen overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG

(„Standaardkennisgevingsformulier”)

INLEIDING

Het standaardkennisgevingsformulier bevat de samengevatte informatie die nationale regelgevende instanties aan de Commissie moeten verstrekken bij kennisgeving van ontwerp-maatregelen volgens de standaardkennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

De Commissie is voornemens vraagstukken in verband met de toepassing van artikel 7 met de nationale regelgevende instanties te bespreken, met name tijdens bijeenkomsten voorafgaand aan de kennisgeving. De nationale regelgevende instanties worden dan ook aangemoedigd de Commissie te raadplegen over enigerlei aspect van het standaardkennisgevingsformulier en met name over het soort inlichtingen dat zij verzocht worden te verstrekken of, integendeel, over de mogelijkheid af te zien van de verplichting bepaalde informatie te verstrekken in verband met de marktanalyse die wordt uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Richtlijn 2002/21/EG.

CORRECTE EN VOLLEDIGE INFORMATIE

Alle door nationale regelgevende instanties meegedeelde informatie moet correct en volledig zijn en beknopt worden weergegeven op het hierna voorgeschreven standaardkennisgevingsformulier. Dit formulier is niet bedoeld ter vervanging van de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel, maar moet de Commissie en de nationale regelgevende instanties in andere lidstaten in staat stellen na te gaan of de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel, volgens de in het formulier gegeven informatie, inderdaad alle informatie bevat die nodig is opdat de Commissie haar opdracht krachtens artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG uit kan voeren binnen het in dat artikel voorgeschreven tijdskader.

De gevraagde informatie moet worden weergegeven in de delen en punten van het standaardkennisgevingsformulier, met kruisverwijzingen naar de tekst van de ontwerp-maatregel waar bedoelde informatie is te vinden.

TAAL

Het standaardkennisgevingsformulier moet worden ingevuld in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap; de taal kan verschillen van de taal die wordt gebruikt in de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel. Elk advies of besluit van de Commissie uit hoofde van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG zal zijn gesteld in de taal van de ter kennis gebrachte ontwerp-maatregel, en waar mogelijk worden vertaald in de taal die werd gebruikt voor het standaardkennisgevingsformulier.

Afdeling 1

Marktdefinitie

Gelieve te vermelden (waar van toepassing):

1.1.

De relevante product-/dienstenmarkt. Wordt deze markt vermeld in de aanbeveling betreffende relevante markten?

1.2.

De relevante geografische markt.

1.3.

Een beknopte samenvatting van het standpunt van de nationale mededingingsautoriteit, indien voorhanden.

1.4.

Een beknopt overzicht van de resultaten tot dusver van de openbare raadpleging over de voorgestelde marktomschrijving (bv. hoeveel opmerkingen zijn ontvangen, welke respondenten instemden met de voorgestelde marktomschrijving, welke respondenten het daarmee juist oneens waren).

1.5.

Wanneer de relevante markt verschilt van die vermeld in de aanbeveling betreffende relevante markten, een samenvatting van de belangrijkste redenen die de voorgestelde marktomschrijving rechtvaardigden onder verwijzing naar deel 2 van de richtsnoeren van de Commissie voor de marktanalyse en de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht in het bestek van het gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (1) en de drie belangrijkste criteria vermeld in overwegingen 5 tot en met 13 van de aanbeveling betreffende relevante markten en deel 2.2 van de begeleidende toelichting (2).

Afdeling 2

Aanwijzing van ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht

Gelieve te vermelden (waar van toepassing):

2.1.

De naam van de ondernemingen die werden aangewezen als ondernemingen die, individueel of gezamenlijk, aanmerkelijke marktmacht bezitten;

Waar van toepassing, de ondernemingen die niet langer beschouwd worden als ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht.

2.2.

De criteria aan de hand waarvan een onderneming al dan niet als onderneming met aanmerkelijke marktmacht is aangewezen, individueel of gezamenlijk.

2.3.

De namen van de belangrijkste ondernemingen (concurrenten) die op de relevante markt actief zijn.

2.4.

De marktaandelen van bovenvermelde ondernemingen en de basis die werd gebruikt voor de berekening ervan (bv. omzet, aantal abonnees).

Gelieve een beknopte samenvatting te geven van:

2.5.

Het standpunt van de nationale mededingingsautoriteit, indien voorhanden.

2.6.

De resultaten tot dusver van de openbare raadpleging over de voorgestelde aanwijzing(en) als onderneming met aanzienlijke marktmacht (bv. het totale aantal ontvangen opmerkingen, hoeveel eens/hoeveel oneens).

Afdeling 3

Wettelijke verplichtingen

Gelieve te vermelden (waar van toepassing):

3.1.

De rechtsgrondslag voor de verplichtingen die zullen worden opgelegd, gehandhaafd, gewijzigd of ingetrokken (artikelen 9 tot en met 13 van Richtlijn 2002/19/EG).

3.2.

De redenen waarom het opleggen, handhaven of wijzigen van verplichtingen voor ondernemingen wordt beschouwd als evenredig en gerechtvaardigd in het licht van de doelstellingen uit artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG. Gelieve anders aan te geven in welke punten of delen of op welke pagina’s van de ontwerp-maatregel die informatie is te vinden.

3.3.

Indien de voorgestelde oplossingen andere zijn dan die welke zijn vermeld in de artikelen 9 tot en met 13 van Richtlijn 2002/19/EG, gelieve aan te geven welke „uitzonderlijke omstandigheden” in de zin van artikel 8, lid 3, van genoemde richtlijn het opleggen van dergelijke oplossingen rechtvaardigen. Gelieve anders aan te geven in welke punten of delen of op welke pagina’s van de ontwerp-maatregel die informatie is te vinden.

Afdeling 4

Naleving internationale verbintenissen

Met betrekking tot artikel 8, lid 3, eerste alinea, derde streepje, van Richtlijn 2002/19/EG gelieve, waar van toepassing, te vermelden:

4.1.

Of de voorgenomen ontwerp-maatregel bedoeld is om voor marktpartijen geldende verbintenissen op te leggen, te wijzigen of op te heffen als bepaald in artikel 8, lid 5, van Richtlijn 2002/19/EG.

4.2.

De naam van de betrokken ondernemingen.

4.3.

Welke internationale verbintenissen de Gemeenschap en de lidstaten moeten nakomen.


(1)  PB C 165 van 11.7.2002, blz. 6.

(2)  Toelichting bij Aanbeveling 2007/789/EG van de Commissie betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen, C(2007) 5406, gepubliceerd op http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/doc/implementation_enforcement/article_7/sec_2007_1483_2.pdf


BIJLAGE II

Beknopt formulier voor kennisgeving van ontwerp-maatregelen overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG

(„Beknopt kennisgevingsformulier”)

INLEIDING

Het beknopte kennisgevingsformulier bevat de beknopte informatie die nationale regelgevende instanties aan de Commissie moeten verstrekken bij kennisgeving van ontwerp-maatregelen volgens de beknopte kennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

Het is niet nodig een kopie van de ontwerp-maatregel voor te leggen of enig ander document bij het beknopte kennisgevingsformulier te voegen. Wel dient te worden aangegeven op welke website de ontwerp-maatregel in beknopte vorm te vinden is.

Image

Image


Top