Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0688

    Verordening (EG) nr. 688/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 tot wijziging van de bijlagen III en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën en gespecificeerd risicomateriaal van runderen in Zweden (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 120 van 5.5.2006, p. 10–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 330M van 28.11.2006, p. 384–384 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/688/oj

    5.5.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 120/10


    VERORDENING (EG) Nr. 688/2006 VAN DE COMMISSIE

    van 4 mei 2006

    tot wijziging van de bijlagen III en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën en gespecificeerd risicomateriaal van runderen in Zweden

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), en met name op artikel 23, eerste alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat de voorschriften voor het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) bij runderen, schapen en geiten.

    (2)

    De Wetenschappelijke Stuurgroep (WS) van de Europese Commissie concludeerde in zijn advies van 6 juli 2000 dat boviene spongiforme encefalopathie (BSE) bij inheemse runderen in Zweden onwaarschijnlijk, maar niet uitgesloten is. Naar aanleiding van dit advies is het Zweden in Verordening (EG) nr. 999/2001 toegestaan om bij wijze van afwijking slechts een aselecte steekproef van op het eigen grondgebied geboren, gehouden en geslachte gezonde runderen te testen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid bevestigde dit in zijn nieuwe advies over het geografische BSE-risico in Zweden van juli 2004 nog eens en classificeerde Zweden in GBR-categorie II (besmetting van inheemse runderen met het BSE-agens onwaarschijnlijk, maar niet uitgesloten). Verder kon Zweden bij wijze van afwijking toestemming krijgen om onder bepaalde voorwaarden gebruik te maken van de wervelkolom en de achterwortelganglia. Zweden heeft evenwel nooit gebruikgemaakt van deze mogelijkheid.

    (3)

    Het eerste BSE-geval in Zweden is op 3 maart 2006 door het Communautair Referentielaboratorium voor TSE’s bevestigd. Hierdoor kan BSE bij inheemse runderen niet langer onwaarschijnlijk worden geacht. Het is dan ook niet langer op zijn plaats om Zweden op het punt van het toezicht op geslachte gezonde runderen en de leeftijdsgrens voor het verwijderen van de wervelkolom afwijkingen toe te staan.

    (4)

    Verordening (EG) nr. 999/2001 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden als volgt gewijzigd:

    a)

    in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, wordt punt 2.3 geschrapt;

    b)

    in bijlage XI, deel A, wordt de tweede alinea van punt 2 vervangen door:

    „Lidstaten kunnen een aanvraag voor deze afwijking indienen door de Commissie ter zake overtuigende bewijsstukken betreffende punt a) of b), al naar het geval, voor te leggen.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 4 mei 2006.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 657/2006 van de Commissie (PB L 116 van 29.4.2006, blz. 9).


    Top