Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R2148

    Verordening (EG, Euratom) nr. 2148/2003 van de Raad van 5 december 2003 houdende rectificatie met ingang van 1 juli 2002 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

    PB L 323 van 10.12.2003, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/2148/oj

    32003R2148

    Verordening (EG, Euratom) nr. 2148/2003 van de Raad van 5 december 2003 houdende rectificatie met ingang van 1 juli 2002 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

    Publicatieblad Nr. L 323 van 10/12/2003 blz. 0001 - 0004


    Verordening (EG, Euratom) nr. 2148/2003 van de Raad

    van 5 december 2003

    houdende rectificatie met ingang van 1 juli 2002 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid op artikel 13,

    Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2265/2002(2), inzonderheid op de artikelen 63, 64, 65, 65 bis en 82 van het Statuut en bijlage XI van dat Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij de vaststelling van Verordening (EG, Euratom) nr. 2265/2002 kon niet op correcte wijze rekening worden gehouden met de ontwikkeling van de nettobezoldiging van de Franse ambtenaren.

    (2) Uit de cijfergegevens betreffende deze ontwikkeling die thans beschikbaar zijn, blijkt dat tot een aanvullende aanpassing moet worden overgegaan.

    (3) Derhalve dienen de in bovengenoemde verordening vermelde bedragen te worden herzien,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Met ingang van 1 juli 2002 wordt:

    a) de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hiernavolgende tabel:

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    b) - in artikel 1, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 184,33 EUR vervangen door het bedrag van 186,14 EUR;

    - in artikel 2, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 237,38 EUR vervangen door het bedrag van 239,71 EUR;

    - in artikel 69, tweede zin van het Statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII daarvan het bedrag van 424,07 EUR vervangen door het bedrag van 428,22 EUR;

    - in artikel 3, eerste alinea, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 212,14 EUR vervangen door het bedrag van 214,22 EUR.

    Artikel 2

    Met ingang van 1 juli 2002 wordt de in artikel 63 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hiernavolgende tabel:

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    Artikel 3

    Met ingang van 1 juli 2002 wordt het bedrag van de vaste vergoeding, bedoeld in artikel 4 bis van bijlage VII van het Statuut vastgesteld op:

    - 111,71 euro per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C 4 of C 5,

    - 171,28 euro per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C 1, C 2 of C 3.

    Artikel 4

    De pensioenen waarop op 1 juli 2002 recht bestond, worden met ingang van die datum berekend aan de hand van de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel van de maandelijkse salarissen, zoals gewijzigd bij artikel 1, sub a) van deze verordening.

    Artikel 5

    Met ingang van 1 juli 2002 wordt de in artikel 10, lid 1, van bijlage VII van het Statuut opgenomen tabel vervangen door de hierna volgende tabel:

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    Artikel 6

    Met ingang van 1 juli 2002 worden de bedragen van de toeslagen voor continu- of ploegendienst, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76(3) vastgesteld op 323,81, 488,74, 534,38 en 728,54 EUR.

    Artikel 7

    Met ingang van 1 juli 2002 wordt op de in artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68(4) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 4,674337.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 5 december 2003.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    P. Lunardi

    (1) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

    (2) Verordening (EG, Euratom) nr. 2265/2002 van de Raad van 16 december 2002 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2002 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen (PB L 347 van 20.12.2002, blz. 1).

    (3) Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst (PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1). Verordening aangevuld bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1307/87 (PB L 124 van 13.5.1987, blz. 6) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2461/98 (PB L 307 van 17.11.1998, blz. 5).

    (4) Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1750/2002 (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 15).

    Top