Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0525

    2002/525/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 2002 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2238)

    PB L 170 van 29.6.2002, p. 81–84 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/525/oj

    32002D0525

    2002/525/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 2002 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2238)

    Publicatieblad Nr. L 170 van 29/06/2002 blz. 0081 - 0084


    Beschikking van de Commissie

    van 27 juni 2002

    tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2238)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2002/525/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken(1), en met name op artikel 4, lid 2, onder b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Krachtens Richtlijn 2000/53/EG dient de Commissie bepaalde gevaarlijke stoffen te evalueren die krachtens artikel 4, lid 2, onder a), van die richtlijn zijn verboden.

    (2) Na de vereiste technische en wetenschappelijke evaluaties te hebben uitgevoerd, is de Commissie tot een aantal conclusies gekomen.

    (3) Bepaalde materialen en onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten, moeten van het verbod worden vrijgesteld of van dit verbod blijven vrijgesteld, omdat het gebruik van deze gevaarlijke stoffen in deze specifieke materialen en onderdelen nog steeds onvermijdelijk is.

    (4) Sommige vrijstellingen van het verbod dienen voor bepaalde specifieke materialen of onderdelen in werkingssfeer en geldigheidsduur te worden beperkt, teneinde tot een geleidelijke beëindiging van het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te komen, aangezien het gebruik van deze stoffen bij dergelijke toepassingen zal kunnen worden vermeden.

    (5) Cadmium in accu's dient voor elektrische voertuigen tot en met 31 december 2005 te worden vrijgesteld, omdat op die datum, gelet op het huidige wetenschappelijke en technische bewijsmateriaal en de uitgevoerde algehele milieubeoordeling, vervangingsmiddelen beschikbaar zullen zijn en de verkrijgbaarheid van elektrische voertuigen zal zijn gewaarborgd. De geleidelijke vervanging van cadmium moet echter, rekening gehouden met de verkrijgbaarheid van elektrische voertuigen, onderzocht blijven worden. De Commissie zal haar bevindingen publiceren en kan, indien dit op grond van de resultaten van het onderzoek gerechtvaardigd blijkt, een voorstel indienen om de termijn voor de beëindiging van het gebruik van cadmium in accu's voor elektrische voertuigen te verlengen.

    (6) De vrijstelling van het verbod voor het gebruik van lood in de binnencoating van brandstoftanks dient te worden geschrapt, aangezien het gebruik van lood in deze specifieke onderdelen nu al kan worden vermeden.

    (7) Omdat het duidelijk is dat een algeheel vermijden van zware metalen in bepaalde gevallen onmogelijk is te bereiken, dient een bepaalde maximale concentratie van lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom in specifieke materialen en onderdelen te worden toegestaan, mits deze gevaarlijke stoffen niet opzettelijk worden toegevoegd.

    (8) Richtlijn 2000/53/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (9) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afval(2), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/350/EG van de Commissie(3), ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt overeenkomstig de in de bijlage opgenomen tekst gewijzigd.

    Artikel 2

    De lidstaten zien erop toe dat cadmium in accu's voor elektrische voertuigen na 31 december 2005 niet in de handel wordt gebracht.

    In het kader van de reeds uitgevoerde algehele milieubeoordeling blijft de Commissie de geleidelijke vervanging van cadmium onderzoeken, rekening houdend met de noodzaak om de verkrijgbaarheid van elektrische voertuigen te waarborgen. De Commissie publiceert haar bevindingen uiterlijk op 31 december 2004 en kan, indien dit op grond van de resultaten van het onderzoek gerechtvaardigd blijkt, een voorstel indienen om de termijn overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), van Richtlijn 2000/53/EG te verlengen.

    Artikel 3

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2003.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 27 juni 2002.

    Voor de Commissie

    Margot Wallström

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.

    (2) PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39.

    (3) PB L 135 van 6.6.1996, blz. 32.

    BIJLAGE

    "BIJLAGE II

    Van de toepassing van artikel 4, lid 2, onder a), vrijgestelde materialen en onderdelen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Opmerkingen:

    - Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent lood, zeswaardig chroom en kwik per homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent cadmium per homogeen materiaal wordt toegestaan, mits deze stoffen niet opzettelijk zijn toegevoegd(1).

    - Een maximale concentratie van 0,4 gewichtsprocent lood in aluminium wordt ook toegestaan, mits het niet opzettelijk is toegevoegd(2).

    - Een maximale concentratie van 0,4 gewichtsprocent lood in koper voor frictiemateriaal in remvoeringen wordt tot 1 juli 2007 toegestaan, mits het niet opzettelijk is toegevoegd(3).

    - Het hergebruik van onderdelen van voertuigen die op de datum van het verstrijken van een vrijstelling al in de handel waren, wordt zonder beperking toegestaan aangezien dit niet onder artikel 4, lid 2, onder a), valt.

    - Voor nieuwe vervangingsonderdelen die bedoeld zijn voor de reparatie(4) van onderdelen van voertuigen die van de bepalingen van artikel 4, lid 2, onder a), zijn vrijgesteld, gelden tot 1 juli 2007 dezelfde vrijstellingen.

    (1) Onder "opzettelijk toegevoegd" wordt verstaan: "doelbewust gebruikt bij de formulering van een materiaal of onderdeel, waarbij de blijvende aanwezigheid in het eindproduct gewenst is om het een specifieke eigenschap, verschijningsvorm of kwaliteit te geven". Het gebruik van gerecycleerde materialen als grondstof voor de vervaardiging van nieuwe producten, waarbij een gedeelte van de gerecycleerde materialen bepaalde hoeveelheden gereguleerde metalen kan bevatten, wordt niet als opzettelijke toevoeging beschouwd.

    (2) Zie voetnoot 1.

    (3) Zie voetnoot 1.

    (4) Deze clausule geldt voor vervangingsonderdelen en niet voor onderdelen die voor het normale onderhoud van voertuigen bedoeld zijn. De clausule is niet van toepassing op wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen aangezien deze onderdelen onder specifieke vermeldingen vallen."

    Top