Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001L0087

    Richtlijn 2001/87/EG van de Commissie van 12 oktober 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen ten einde acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine en pyraflufen-ethyl op te nemen als werkzame stoffen

    PB L 276 van 19.10.2001, p. 17–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/87/oj

    32001L0087

    Richtlijn 2001/87/EG van de Commissie van 12 oktober 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen ten einde acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine en pyraflufen-ethyl op te nemen als werkzame stoffen

    Publicatieblad Nr. L 276 van 19/10/2001 blz. 0017 - 0020


    Richtlijn 2001/87/EG van de Commissie

    van 12 oktober 2001

    houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen ten einde acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine en pyraflufen-ethyl op te nemen als werkzame stoffen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/49/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Frankrijk heeft, overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen), op 15 oktober 1996 van Novartis (nu bekend onder de naam Syngenta) een aanvraag ontvangen om opneming van de werkzame stof acibenzolar-S-methyl (CGA 245704) in bijlage I bij de richtlijn. Bij Beschikking 97/865/EG van de Commissie(3) is bevestigd dat het ingediende dossier "volledig" is, met andere woorden dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in bijlage II en bijlage III bij de richtlijn.

    (2) Griekenland heeft op 27 maart 1996 van Rhône Poulenc Agrochimie SA (nu bekend onder de naam Aventis CropScience) een vergelijkbare aanvraag ontvangen betreffende de werkzame stof cyclanilide (RPA 090946). Dit dossier is bij Beschikking 97/137/EG van de Commissie(4) volledig verklaard.

    (3) Duitsland heeft op 27 augustus 1998 een aanvraag ontvangen van W. Neudorff GmbH KG betreffende ijzer(III) fosfaat. Dit dossier is bij Beschikking 1999/43/EG van de Commissie(5) volledig verklaard.

    (4) Duitsland heeft verder op 4 september 1996 een aanvraag ontvangen van Novartis betreffende pymetrozine (CGA 215 944). Dit dossier is bij Beschikking 97/865/EG van de Commissie volledig verklaard.

    (5) België heeft op 16 juni 1997 een aanvraag ontvangen van Nihon Nohyaku Co. Ltd betreffende pyraflufen-ethyl. Dit dossier is bij Beschikking 98/242/EG van de Commissie(6) volledig verklaard.

    (6) De uitwerking van deze vijf werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en het milieueffect zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaten hebben op respectievelijk 17 december 1998 (acibenzolar-S-methyl), 11 februari 1998 (cyclanilide), 30 juli 1999 (ijzer(III) fosfaat), 28 mei 1998 (pymetrozine) en 8 juli 1999 (pyraflufen-ethyl) ontwerp- beoordelingsverslagen voor deze stoffen bij de Commissie ingediend.

    (7) De ontwerp-beoordelingsverslagen zijn door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Deze onderzoeken zijn op 29 juni 2001 afgesloten met de goedkeuring van afzonderlijke evaluatieverslagen van de Commissie voor acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine en pyraflufen-ethyl.

    (8) Het dossier en de resultaten van deze onderzoeken zijn ook voor advies voorgelegd aan het Wetenschappelijk Comité voor planten. Met betrekking tot acibenzolar-S- methyl en ijzer(III) fosfaat zijn het comité geen specifieke vragen voorgelegd. Het comité was van mening dat er geen punten waren die het met het oog op de mogelijke opname van de betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij de richtlijn aan de orde wilde stellen(7). Het Comité merkte daarbij op dat het feit dat het geen opmerkingen had, alleen mag worden gezien als een aanwijzing dat er geen voor de hand liggende redenen voor opmerkingen waren.

    (9) In zijn advies(8) betreffende cyclanilide heeft het comité zijn interpretatie gegeven van bepaalde bij muizen en konijnen waargenomen effecten, en heeft het aanbevolen de afbraak van metaboliet 2,4-dichlooraniline in de grond opnieuw te onderzoeken. De aanbevelingen van het Comité zijn in acht genomen.

    (10) In zijn advies(9) betreffende pymetrozine heeft het comité bepaalde uitwerkingen onderzocht in verband met het afleiden van een aanvaardbare dagelijkse dosis en een acute referentiedosis voor consumenten.

    (11) In zijn advies(10) betreffende pyraflufen-ethyl is het comité tot de conclusie gekomen dat het risico van grondwaterverontreiniging door de stamverbinding en haar afbraakproducten over het algemeen verwaarloosbaar is. Voor bepaalde afbraakproducten moeten echter de lotgevallen in het milieu onder extreme omstandigheden worden onderzocht.

    (12) Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die een van de betrokken werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van de richtlijn gestelde eisen, in het bijzonder voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in de respectieve evaluatieverslagen van de Commissie. De betrokken werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I bij de richtlijn worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die een van de betrokken werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn.

    (13) De lidstaten moeten na de opneming over een redelijke termijn beschikken om de bepalingen van de richtlijn betreffende gewasbeschermingsmiddelen die acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine of pyraflufen-ethyl bevatten, uit te voeren en inzonderheid om, binnen deze termijn, bestaande voorlopige toelatingen te wijzigen of nieuwe toelatingen te verlenen overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn. Een langere termijn kan nodig zijn voor gewasbeschermingsmiddelen die, behalve een van de betrokken werkzame stoffen, ook andere in bijlage I opgenomen werkzame stoffen bevatten.

    (14) Het evaluatieverslag is nodig voor de correcte tenuitvoerlegging door de lidstaten van verschillende punten van de in bijlage VI bij de richtlijn opgenomen uniforme beginselen die betrekking hebben op de evaluatie van de gegevens die met het oog op de opneming van de werkzame stof in bijlage I bij de richtlijn zijn verstrekt. Het is derhalve dienstig te bepalen dat de goedgekeurde evaluatieverslagen (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn) door de lidstaat ter beschikking moeten worden gesteld of gehouden van alle belanghebbenden. Als een evaluatieverslag moet worden bijgewerkt in verband met de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, dan moeten ook de voorwaarden voor de opneming van de betrokken werkzame stof in bijlage I bij de richtlijn overeenkomstig de richtlijn worden gewijzigd.

    (15) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

    Artikel 2

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 maart 2002 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. Met betrekking tot de evaluatie en de besluitvorming overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgelegde uniforme beginselen op basis van een dossier dat beantwoordt aan de eisen van bijlage III bij die richtlijn, wordt de in lid 1 vastgestelde termijn voor bestaande voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine of pyraflufen-ethyl bevatten, verlengd tot en met 31 maart 2003.

    3. Voor gewasbeschermingsmiddelen die, behalve acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine of pyraflufen-ethyl, ook een andere werkzame stof bevatten die in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is opgenomen, wordt de in lid 1 vastgestelde termijn verlengd, voorzover in de richtlijn tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG teneinde die andere stof in de bijlage op te nemen, een langere uitvoeringstermijn is vastgesteld.

    4. De lidstaten houden de evaluatieverslagen voor acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, ijzer(III) fosfaat, pymetrozine en pyraflufen-ethyl (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn) voor raadpleging ter beschikking van alle belanghebbende partijen die daarom verzoeken.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 november 2001.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 12 oktober 2001.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 176 van 29.6.2001, blz. 61.

    (3) PB L 351 van 23.12.1997, blz. 67.

    (4) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 20.

    (5) PB L 14 van 19.1.1999, blz. 30.

    (6) PB L 96 van 28.3.1998, blz. 45.

    (7) Notulen van de plenaire vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten van respectievelijk 7 maart 2001 (acibenzolar-S-methyl) en 4 juni 2001 (ijzer(III) fosfaat).

    (8) Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten betreffende de evaluatie van cyclanilide in het kader van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. SCP/CYCLAN/002-def. van 11 december 2000.

    (9) Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten betreffende de evaluatie van pymetrozine in het kader van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. SCP/PYMETR/002-def. van 31 januari 2001.

    (10) Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten betreffende de evaluatie van pyraflufen-ethyl in het kader van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. SCP/PYRA/-def. van 7 maart 2001.

    BIJLAGE

    IN DE TABEL IN BIJLAGE I BIJ RICHTLIJN 91/414/EEG OP TE NEMEN TEKST

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    Top