Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22012A0426(01)

    Monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino

    PB C 121 van 26.4.2012, p. 5–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 20/02/2024

    Related Council decision

    26.4.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 121/5


    MONETAIRE OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino

    2012/C 121/02

    DE EUROPESE UNIE,

    en

    DE REPUBLIEK SAN MARINO,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad (1) van 3 mei 1998 is met ingang van 1 januari 1999 de munteenheid van elke lidstaat die deelneemt aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, waaronder Italië, vervangen door de euro.

    (2)

    Tussen de Italiaanse Republiek en de Republiek San Marino waren reeds vóór de invoering van de euro bilaterale monetaire overeenkomsten gesloten, laatstelijk de Convenzione monetaria tra la Repubblica Italiana e la Repubblica di San Marino, die op 21 december 1991 is gesloten.

    (3)

    Overeenkomstig verklaring nr. 6, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dient de Gemeenschap heronderhandelingen over bestaande regelingen met de Republiek San Marino die als gevolg van de invoering van de eenheidsmunt noodzakelijk mochten worden, te vergemakkelijken.

    (4)

    Op 29 november 2000 heeft de Italiaanse Republiek namens de Europese Gemeenschap een monetaire overeenkomst met de Republiek San Marino gesloten (2).

    (5)

    Krachtens deze monetaire overeenkomst gebruikt de Republiek San Marino de euro als zijn officiële munteenheid en kent het de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten. Hij dient ervoor te zorgen dat de regels van de Europese Unie (EU) betreffende eurobankbiljetten en -munten — waaronder de regels inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij — binnen zijn grondgebied van toepassing zijn. De Republiek San Marino spant zich in om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om valsemunterij te bestrijden en om met de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en Europol samen te werken. Totdat een samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en de Republiek San Marino wordt ondertekend, zal de Republiek San Marino via de op dat gebied bevoegde Italiaanse autoriteiten met Europol samenwerken.

    (6)

    De Republiek San Marino dient in het bijzonder rekening te houden met de aanbevelingen van de taskforce financiële actie (FATF), met name de oproepen van de FATF aan haar leden en de leden van de regionale lichamen naar het model van de FATF om noodzakelijke tegenmaatregelen tegen bepaalde rechtsgebieden met een hoog risico te nemen. De Republiek San Marino, die vertegenwoordigd is in het Comité van deskundigen inzake de evaluatie van maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, houdt naar behoren rekening met de aanbevelingen die in de onderlinge evaluatieverslagen voor de Republiek San Marino zijn gedaan of zullen worden gedaan om zijn antwoord op de bedreigingen inzake het witwassen van geld te verbeteren.

    (7)

    Deze overeenkomst verplicht de ECB en de nationale centrale banken niet tot opneming van de financiële instrumenten van de Republiek San Marino in de lijst(en) van activa die voor de monetairbeleidtransacties van het Europees Stelsel van centrale banken in aanmerking komen.

    (8)

    De Republiek San Marino heeft een banksector die verwacht in nauwere samenhang met die van de eurozone te opereren. Bijgevolg moeten, teneinde gelijkere concurrentievoorwaarden te waarborgen, de toepasselijke bank- en financiële wetgeving van de EU, de wetgeving betreffende de preventie van het witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten en statistische rapportagevereisten geleidelijk toepasselijk worden gemaakt op de Republiek San Marino.

    (9)

    Er dient een gemengd comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Republiek San Marino, de Italiaanse Republiek, de Commissie en de ECB te worden ingesteld om de toepassing van deze overeenkomst te analyseren, het jaarlijkse plafond voor de uitgifte van munten vast te stellen en de door de Republiek San Marino genomen maatregelen tot tenuitvoerlegging van de toepasselijke EU-wetgeving te beoordelen.

    (10)

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is de rechterlijke instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    Artikel 1

    De Republiek San Marino heeft het recht de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro (3) en Verordening (EG) nr. 974/98 van 3 mei 1998 over de invoering van de euro. De Republiek San Marino kent de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten.

    Artikel 2

    De Republiek San Marino geeft geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard ook uit, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Europese Unie zijn overeengekomen. De voorwaarden voor de uitgifte van euromunten vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn in de navolgende artikelen vastgelegd.

    Artikel 3

    Het jaarlijkse plafond (in waardetermen) voor de uitgifte van euromunten door de Republiek San Marino wordt door het bij deze overeenkomst ingesteld gemengd comité berekend als de som van:

    een vast deel, waarvan het initiële bedrag voor het eerste jaar volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst op 2 600 000 EUR is vastgesteld. Het gemengd comité kan het vaste deel jaarlijks herzien om rekening te houden met zowel de inflatie — op basis van de HICP-inflatie van de Italiaanse Republiek — in de laatste 12 maanden waarvoor op het moment van de berekening gegevens beschikbaar zijn als met eventuele belangrijke ontwikkelingen die de verzamelaarsmarkt voor euromunten beïnvloeden;

    een variabel deel, dat overeenstemt met de gemiddelde muntuitgifte per hoofd van de bevolking van de Italiaanse Republiek in de laatste 12 maanden waarvoor gegevens beschikbaar zijn, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van de Republiek San Marino.

    Artikel 4

    1.   De door de Republiek San Marino uitgegeven euromunten zijn, wat betreft de nominale waarde, de wettigheid als betaalmiddel, de technische specificaties, de artistieke kenmerken van de gemeenschappelijke zijde en de gemeenschappelijke artistieke kenmerken van de nationale zijde, identiek aan de euromunten die worden uitgegeven door de lidstaten van de Europese Unie die de euro hebben ingevoerd.

    2.   De Republiek San Marino brengt de ontwerpen van de nationale zijden van zijn euromunten vooraf ter kennis van de Europese Commissie, die verifieert of de EU-voorschriften in acht zijn genomen.

    Artikel 5

    1.   Door de Republiek San Marino uitgegeven euromunten worden door het Istituto Poligrafico e Zecca dello Stato van de Italiaanse Republiek geslagen.

    2.   In afwijking van lid 1 kan de Republiek San Marino voor het slaan van zijn munten een beroep doen op een EU-Munt die euromunten slaat en die verschillend is van de Munt vermeld in lid 1, mits het gemengd comité daarmee instemt.

    3.   Ten minste 70 % van de voor circulatie bestemde euromunten wordt vanaf het jaar volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst tegen de nominale waarde in circulatie gebracht. Na drie jaar wordt dit 80 %. Daarna toetst het gemengd comité regelmatig of dit percentage toereikend is.

    4.   De Republiek San Marino mag euromunten voor verzamelaars uitgeven. Deze worden meegerekend voor het in artikel 3 bedoelde jaarlijkse plafond. De uitgifte van euromunten voor verzamelaars door de Republiek San Marino geschiedt in overeenstemming met de richtsnoeren van de Europese Unie betreffende euromunten voor verzamelaars, die met name het gebruik van technische specificaties, artistieke kenmerken en denominaties vereisen waardoor euromunten voor verzamelaars van voor circulatie bestemde munten kunnen worden onderscheiden.

    Artikel 6

    1.   De door de Republiek San Marino uitgegeven hoeveelheid euromunten wordt bijgeteld bij de door de Italiaanse Republiek uitgegeven hoeveelheid munten met het oog op de goedkeuring door de Europese Centrale Bank van de totale omvang van de uitgifte van de Italiaanse Republiek overeenkomstig artikel 128, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    2.   De Republiek San Marino deelt de Europese Commissie en Italiaanse Republiek elk jaar vóór uiterlijk 1 september de hoeveelheid en de nominale waarde mee van de euromunten die het voornemens is het volgende jaar uit te geven. Hij doet de Europese Commissie eveneens mededeling van de beoogde uitgiftevoorwaarden van deze munten, met name het percentage verzamelaarsmunten en de nadere regels voor de invoering van circulatiemunten.

    3.   Bij de ondertekening van deze overeenkomst deelt de Republiek San Marino de informatie als vermeld in lid 2 mee voor het jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.

    Artikel 7

    1.   Deze overeenkomst laat het recht aan de Republiek San Marino om in scudi luidende gouden munten uit te blijven geven onverlet.

    2.   Door de Republiek San Marino uitgegeven in scudi luidende verzamelaarsmunten en gouden munten zijn in de Europese Unie geen wettig betaalmiddel.

    Artikel 8

    1.   De Republiek San Marino verbindt zich ertoe middels rechtstreekse omzetting of eventuele gelijkwaardige instrumenten alle passende maatregelen te nemen met het oog op de tenuitvoerlegging van de in de bijlage bij deze overeenkomst vermelde EU-rechtshandelingen en -regels op het gebied van:

    a)

    eurobankbiljetten en -munten;

    b)

    bank- en financieel recht, in het bijzonder met betrekking tot de activiteit van en het toezicht op de betrokken instellingen;

    c)

    voorkoming van witwassen van geld, preventie van fraude met en vervalsing van contante en niet-contante betaalmiddelen, medailles en penningen, en statistische rapportagevereisten. Ten aanzien van wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie worden de nadere uitvoeringsregels en de technische aanpassingen (inclusief de passende afwijkingen rekening houdend met de specifieke status van San Marino) uiterlijk 18 maanden vóór de vereiste aanvang van de statistische rapportage met de Europese Centrale Bank overeengekomen;

    d)

    op grond van artikel 133 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aangenomen maatregelen die nodig zijn voor het gebruik van de euro als enige munt;

    2.   De in lid 1 bedoelde rechtshandelingen en -regels worden door de Republiek San Marino ten uitvoer gelegd overeenkomstig de in de bijlage gespecificeerde termijnen, die vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst ingaan.

    3.   Het plafond als bedoeld in artikel 3:

    a)

    wordt, zolang de betrokken EU-rechtshandelingen of -regels niet ten uitvoer zijn gelegd, automatisch en tijdelijk met een derde verlaagd als en wanneer een in de bijlage gespecificeerde termijn niet is gehaald.

    b)

    kan, op basis van een besluit van de Raad, genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, en na de vertegenwoordigers van de Republiek San Marino te hebben gehoord, tijdelijk met de helft worden verlaagd als en wanneer de Republiek San Marino nalaat gedurende meer dan twee jaar te voldoen aan een of meer in de bijlage vermelde EU-rechtshandelingen of -regels die hij binnen de overeengekomen termijn ten uitvoer heeft gelegd.

    Het plafond wordt middels dezelfde procedure op zijn normale niveau teruggebracht zodra de Republiek San Marino de passende maatregelen heeft genomen om de kwesties aan te pakken die ten grondslag lagen aan de tijdelijke verlaging.

    4.   De Republiek San Marino mag technische bijstand vragen van de entiteiten die de delegatie van de Europese Unie vormen om de tenuitvoerlegging van de betrokken EU-wetgeving te vergemakkelijken.

    5.   De bijlage wordt door de Commissie eenmaal of, indien passend geacht, meermaals per jaar gewijzigd teneinde met de nieuwe toepasselijke EU-rechtshandelingen en -regels alsook met de wijzigingen in de bestaande EU-rechtshandelingen en -regels rekening te houden. Het gemengd comité beslist daarna over passende en redelijke termijnen voor de tenuitvoerlegging door de Republiek San Marino van de nieuwe rechtshandelingen en -regels die aan de bijlage zijn toegevoegd.

    6.   Het gemengd comité mag in uitzonderlijke gevallen een in de bijlage gespecificeerde bestaande termijn herzien.

    7.   De bijgewerkte bijlage wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

    Artikel 9

    Kredietinstellingen en, in voorkomend geval, andere financiële instellingen die over een vergunning beschikken om hun activiteiten op het grondgebied van de Republiek San Marino te verrichten, kunnen op passende voorwaarden, die met instemming van de Europese Centrale Bank door de Banca d’Italia worden vastgesteld, toegang krijgen tot interbancaire betalings- en afwikkelingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in de eurozone.

    Artikel 10

    1.   Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de exclusieve bevoegdheid voor het beslechten van alle geschillen tussen de partijen die uit de toepassing van deze overeenkomst kunnen rijzen en die niet in het gemengd comité konden worden opgelost.

    2.   Indien de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie, (op aanbeveling van de EU-delegatie in het gemengd comité) of de Republiek San Marino van mening is dat de andere partij een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof is bindend voor de partijen, die gehouden zijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest binnen de termijn die het Hof in zijn arrest heeft vastgesteld.

    Artikel 11

    1.   Er wordt een gemengd comité ingesteld. Het comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Republiek San Marino en de Europese Unie. Het gemengd comité stelt bij consensus zijn reglement van orde vast. De delegatie van de Europese Unie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van de Italiaanse Republiek, tezamen met vertegenwoordigers van de Europese Centrale Bank.

    2.   Het gemengd comité komt minstens eenmaal per jaar bijeen. Het voorzitterschap wordt door een vertegenwoordiger van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de Republiek San Marino bij toerbeurt uitgeoefend voor de periode van één jaar. Het gemengd comité neemt zijn besluiten met eenparigheid van stemmen.

    3.   Het gemengd comité houdt gedachtewisselingen, wisselt informatie uit en neemt de besluiten die in de artikelen 3, 5 en 8 worden bedoeld. Het comité onderzoekt de door de Republiek San Marino genomen maatregelen en tracht alle geschillen die uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst voortvloeien op te lossen.

    4.   De Europese Unie is de eerste voorzitter van het gemengd comité bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst op de datum die in artikel 13 is vastgesteld.

    Artikel 12

    Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van een jaar.

    Artikel 13

    Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun procedures van bekrachtiging, sluiting of aanneming, overeenkomstig de onderscheiden regels van elke partij.

    Artikel 14

    De monetaire overeenkomst van 29 november 2000 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst ingetrokken. Verwijzingen naar de overeenkomst van 29 november 2000 worden gelezen als verwijzingen naar deze overeenkomst.

    Gedaan te Brussel op 27 maart 2012 in twee originelen in de Engelse taal.

    Voor de Europese Unie

    Olli REHN

    Vicevoorzitter van de Europese Commissie belast met Economische en Monetaire Zaken en de Euro

    Voor de Republiek San Marino

    Antonella MULARONI

    Minister van Buitenlandse Zaken


    (1)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

    (2)  PB C 209 van 27.7.2001, blz. 1.

    (3)  PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1.


    BIJLAGE

    TEN UITVOER TE LEGGEN WETTELIJKE BEPALINGEN

    TENUITVOERLEGGINGSTERMIJN

    (TOEPASSELIJK SINDS DE INWERKINGTREDING VAN DE OVEREENKOMST)

    Voorkoming van witwassen van geld

    Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

     

    Richtlijn 2008/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 46).

     

    Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    Aangevuld met:

     

    Besluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007 betreffende de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op het gebied van de opsporing en de identificatie van opbrengsten van misdrijven of andere vermogensbestanddelen die hun oorsprong vinden in misdrijven (PB L 332 van 18.12.2007, blz. 103).

     

    Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PB L 214 van 4.8.2006, blz. 29).

     

    Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1).

     

    Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 59) (PB L 323 van 8.12.2007, blz. 59).

     

    Verordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 9).

     

    Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1).

    1 jaar

    Besluit 2000/624/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (PB L 271 van 24.10.2000, blz. 4).

    1 jaar

    Preventie van fraude en vervalsing

    Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6).

    Gewijzigd bij:

    Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1).

    1 jaar

    Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44).

    1 jaar

    Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1).

    Gewijzigd bij:

    Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5).

    1 jaar

    Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1).

    Gewijzigd bij:

    Kaderbesluit 2001/888/JBZ van de Raad van 6 december 2001 tot wijziging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 3).

    1 jaar

    Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1).

    1 jaar

    Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1).

    1 jaar

    Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten

    Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6).

    Gewijzigd bij:

    Verordening (EG) nr. 423/1999 van de Raad van 22 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 52 van 27.2.1999, blz. 2).

    1 jaar

    Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten.

    1 jaar

    Conclusies van de Raad van 23 november 1998 en van 5 november 2002 betreffende euromunten voor verzamelaars.

    1 jaar

    Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (C(2008) 8625) (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).

    1 jaar

    Mededeling 2001/C 318/03 van de Commissie van 22 oktober 2001 over de auteursrechtelijke bescherming van het ontwerp van de gemeenschappelijke zijde van de euro-muntstukken (C(2001) 600 definitief)) (PB C 318 van 13.11.2001, blz. 3).

    1 jaar

    Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1).

    1 jaar

    Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20).

    1 jaar

    Besluit ECB/2003/4 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16).

    1 jaar

    Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4-7).

    1 jaar

    ECB/2010/14. Besluit van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1).

    1 jaar

    Bank- en financiële wetgeving

    Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26-58).

    6 jaar

    Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1-25).

    6 jaar

    Richtlijn 1997/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende grensoverschrijdende overmakingen (PB L 43 van 14.2.1997, blz. 25-30).

    6 jaar

    Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (herschikking) (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2008/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/49/EG inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 54).

     

    Richtlijn 2009/27/EG van de Commissie van 7 april 2009 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad wat een aantal technische voorschriften inzake risicobeheer betreft (PB L 94 van 8.4.2009, blz. 97).

     

    Richtlijn 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 97).

     

    Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid (PB L 329 van 14.12.2010, blz. 3).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    4 jaar

    Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2007/18/EG van de Commissie van 27 maart 2007 tot wijziging van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de uitsluiting van dan wel de opneming in het toepassingsgebied van bepaalde instellingen en de behandeling van vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken (PB L 87 van 28.3.2007, blz. 9).

     

    Richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 1).

     

    Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

     

    Richtlijn 2008/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/48/EG betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 38).

     

    Richtlijn 2009/83/EG van de Commissie van 27 juli 2009 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad wat een aantal technische voorschriften inzake risicobeheer betreft (PB L 196 van 28.07.2009, blz. 14).

     

    Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

     

    Richtlijn 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 97).

     

    Richtlijn 2010/16/EU van de Commissie van 9 maart 2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van de uitsluiting van een bepaalde instelling van het toepassingsgebied (PB L 60 van 10.3.2010, blz. 15).

     

    Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid (PB L 329 van 14.12.2010, blz. 3).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    4 jaar

    Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

    4 jaar

    Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

    Rectificatie van Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, (PB L 319 van 5.12.2007) (PB L 187 van 18.7.2009, blz. 5).

    Gewijzigd bij:

    Richtlijn 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer, (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 97).

    4 jaar

    Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).

    Rectificatie van Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 60 van 3.3.1987, blz. 17).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28).

     

    Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16).

     

    Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1).

    4 jaar

    Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG, 93/6/EEG en 94/19/EG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9).

     

    Richtlijn 2009/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 tot wijziging van Richtlijn 94/19/EG inzake de depositogarantiestelsels wat dekking en uitbetalingstermijn betreft (PB L 68 van 13.3.2009, blz. 3).

    4 jaar

    Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15).

    6 jaar

    Richtlijn 89/117/EEG van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de verplichtingen inzake openbaarmaking van jaarstukken voor in een lidstaat gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen die hun hoofdkantoor buiten deze lidstaat hebben (PB L 44 van 16.2.1989, blz. 40).

    6 jaar

    Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG, 93/6/EEG en 94/19/EG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9).

     

    Richtlijn 2008/25/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 81 van 20.3.2008, blz. 40).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    6 jaar

    Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).

    Rectificatie van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 45 van 16.2.2005, blz. 18).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2006/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, met betrekking tot bepaalde termijnen (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 60).

     

    Richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 1).

     

    Richtlijn 2008/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 33).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    Aangevuld met:

     

    Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26).

     

    Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1).

    6 jaar

    Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11).

    6 jaar

    Richtlijn 2002/47/EG van de Raad en het Europees Parlement van 6 juni 2002 betreffende financiële zekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43).

    Gewijzigd bij:

    Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37).

    6 jaar

    Aanbeveling 97/489/EG van de Commissie van 30 juli 1997 betreffende transacties die met een elektronisch betaalinstrument worden verricht, in het bijzonder inzake de betrekking tussen uitgever en houder (PB L 208 van 2.8.1997, blz. 52).

    6 jaar

    Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).

    6 jaar

    Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11. 6.1998, blz. 45).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 37).

     

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    6 jaar

    Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 120).

    4 jaar

    Verordening EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

    4 jaar

    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

    4 jaar

    Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1).

    4 jaar

    Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 162).

    4 jaar

    Wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie (artikel 6, lid 1, van het mandaat)

    Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2008/32) (PB L 15 van 20.1.2009, blz. 14).

    Gewijzigd bij:

    Verordening (EU) nr. 883/2011 van 25 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 25/2009 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (herschikking) (ECB/2008/32) (PB L 228 van 3.9.2011, blz. 13).

    4 jaar

    Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito's en leningen, (ECB/2001/18) (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24).

    Gewijzigd bij:

     

    Verordening (EU) nr. 674/2010 van de Europese Centrale Bank van 23 juli 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2010/7) (PB L 196 van 28.7.2010, blz. 23).

     

    Verordening (EG) nr. 290/2009 van de Europese Centrale Bank van 31 maart 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2009/7) (PB L 94 van 8.4.2009, blz. 75).

     

    Verordening (EG) nr. 2181/2004 van de Europese Centrale Bank van 16 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen en Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2004/21) (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 42).

    4 jaar

    Richtsnoer ECB/2007/9 van de Europese Centrale Bank van 1 augustus 2007 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (herschikking) (PB L 341 van 27.12.2007, blz. 1).

    Rectificatie van Richtsnoer ECB/2007/9 van de Europese Centrale Bank van 1 augustus 2007 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (herschikking) (PB L 84 van 26.3.2008, blz. 393).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtsnoer ECB/2008/31 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (herschikking) (PB L 53 van 26.2.2009, blz. 76).

     

    Richtsnoer ECB/2009/23 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (PB L 16 van 21.1.2010, blz. 6).

     

    Richtsnoer ECB/2011/13 van de Europese Centrale Bank van 25 augustus 2011 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (PB L 228 van 3.9.2011, blz. 37).

    4 jaar

    Richtsnoer ECB/2002/7 van de Europese Centrale Bank van 21 november 2002 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 334 van 11.12.2002, blz. 24).

    Gewijzigd bij:

     

    Richtsnoer ECB/2005/13 van de Europese Centrale Bank van 17 november 2005 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2002/7 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 30 van 2.2.2006, blz. 1).

     

    Richtsnoer ECB/2006/6 van de Europese Centrale Bank van 20 april 2006 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2002/7 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 115 van 28.4.2006, blz. 46).

     

    Richtsnoer ECB/2007/13 van de Europese Centrale Bank van 15 november 2007 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2002/7 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 311 van 29.11.2007, blz. 47).

     

    Richtsnoer ECB/2008/6 van de Europese Centrale Bank van 26 augustus 2008 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2002/7 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (PB L 259 van 27.9.2008, blz. 12).

    4 jaar


    Top