Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0734

2012/734/: Besluit van de Raad van 25 juni 2012 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds, en de voorlopige toepassing van deel IV hiervan dat de handel betreft

PB L 346 van 15.12.2012, pp. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/734/oj

Related international agreement
Related international agreement

15.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 25 juni 2012

betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds, en de voorlopige toepassing van deel IV hiervan dat de handel betreft

(2012/734/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 23 april 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie en haar lidstaten te onderhandelen over een associatieovereenkomst met Midden-Amerika. De onderhandelingsrichtsnoeren werden op 10 maart 2010 gewijzigd om Panama in het onderhandelingsproces te integreren.

(2)

De onderhandelingen werden in mei 2010 in Madrid tijdens de top tussen de EU en Latijns-Amerika en het Caribische gebied afgesloten, waarna de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd), op 22 maart 2011 werd geparafeerd.

(3)

Artikel 353, lid 4, van de overeenkomst voorziet in de voorlopige toepassing van deel IV ervan dat de handel betreft.

(4)

De overeenkomst moet namens de Europese Unie worden ondertekend en in afwachting van voltooiing van de procedures voor de sluiting van de overeenkomst, moet deel IV voorlopig worden toegepast.

(5)

De overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van investeerders van de lidstaten om van een gunstiger behandeling te genieten waarin is voorzien in een overeenkomst die betrekking heeft op investeringen waartoe een lidstaat en een Midden-Amerikaans land dat deze overeenkomst heeft ondertekend, partij zijn.

(6)

De voorlopige toepassing van deel IV van de overeenkomst laat de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Unie en de lidstaten overeenkomstig de Verdragen onverlet.

(7)

Het is wenselijk dat de Raad de Commissie ingevolge artikel 218, lid 7, van het Verdrag machtigt om wijzigingen in de lijst van geografische aanduidingen die het Subcomité intellectuele eigendom overeenkomstig artikel 247 en artikel 274, lid 2, onder a), van de overeenkomst aan het Associatiecomité voor goedkeuring door de Associatieraad heeft voorgelegd, goed te keuren.

(8)

De procedures voor de bescherming van de geografische aanduidingen overeenkomstig de overeenkomst, moeten worden vastgelegd.

(9)

Ingevolge artikel 356 van de overeenkomst moet worden verduidelijkt dat de overeenkomst niet aldus mag worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat zij verplichtingen bevat die rechtstreeks voor de rechterlijke instanties van de Unie of van de lidstaten kunnen worden ingeroepen.

(10)

De bepalingen van de overeenkomst die vallen onder het derde deel, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Unie, tenzij de Europese Unie samen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland de Midden-Amerikaanse partij te kennen hebben gegeven dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland overeenkomstig het Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gebonden is als deel van de Europese Unie.

(11)

Indien het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland overeenkomstig artikel 4 bis van Protocol nr. 21 ophoudt gebonden te zijn als deel van de Europese Unie, informeert de Europese Unie samen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland onmiddellijk de Midden-Amerikaanse partij over iedere wijziging in hun positie. In dat geval blijven zij als zelfstandige partijen door de bepalingen van de overeenkomst gebonden. Hetzelfde geldt voor Denemarken overeenkomstig het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds, wordt toegestaan onder voorbehoud van de sluiting ervan.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

In afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures, past de Europese Unie overeenkomstig artikel 353, lid 4, van de overeenkomst deel IV ervan voorlopig toe. Artikel 271 wordt niet voorlopig toegepast.

Teneinde de datum van voorlopige toepassing te bepalen, stelt de Raad de uiterlijke datum vast waarop de in artikel 353, lid 4, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving aan de republieken van Midden-Amerika moet worden verricht. Deze kennisgeving bevat een verwijzing naar de bepaling die niet voorlopig wordt toegepast.

De datum waarop deel IV van de overeenkomst voorlopig van toepassing wordt, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 247 van de overeenkomst worden wijzigingen van de overeenkomst met betrekking tot geografische aanduidingen waartoe de Associatieraad op voorstel van het Subcomité intellectuele eigendom besluit, door de Commissie namens de Europese Unie goedgekeurd. Indien belanghebbenden, nadat bezwaren in verband met een geografische aanduiding naar voren zijn gebracht, geen overeenstemming kunnen bereiken, stelt de Commissie een standpunt vast op basis van de procedure van artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1).

Artikel 5

1.   Een uit hoofde van bijlage XVIII bij de overeenkomst („Beschermde geografische aanduidingen”) beschermde naam mag worden gebruikt door iedere marktdeelnemer die landbouwproducten, levensmiddelen, wijn, gearomatiseerde wijn of gedistilleerde dranken overeenkomstig de desbetreffende specificatie in de handel brengt.

2.   De lidstaten en instellingen van de Europese Unie handhaven de in artikel 246 van de overeenkomst bedoelde bescherming ook op verzoek van een belanghebbende.

Artikel 6

Artikel 247 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2) is van toepassing op de vaststelling van de nodige uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van de voorschriften in aanhangsel 2A van bijlage II („Definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking”) en aanhangsel 2 van bijlage I („Afschaffing van douanerechten”) van de overeenkomst.

Artikel 7

De overeenkomst wordt niet aldus uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat zij verplichtingen bevat die rechtstreeks voor de rechterlijke instanties van de Unie of van de lidstaten kunnen worden ingeroepen.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)   PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)   PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


Top