Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0631

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/631 van de Commissie van 13 april 2022 tot wijziging van de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 met betrekking tot de openbaarmaking van blootstellingen aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/2249

    PB L 117 van 19.4.2022, p. 3–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/631/oj

    19.4.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 117/3


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/631 VAN DE COMMISSIE

    van 13 april 2022

    tot wijziging van de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 met betrekking tot de openbaarmaking van blootstellingen aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 434 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In december 2019 heeft het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) zijn pijler 3-kader herzien, met inbegrip van de openbaarmakingsvereisten inzake renterisico in de niet-handelsportefeuille (IRRBB) (2). In overeenstemming met de ontwikkeling van de internationale standaarden die zijn overeengekomen door het BCBS, zijn bij Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad (3) in artikel 448 van Verordening (EU) nr. 575/2013 openbaarmakingsvereisten inzake renterisico in de niet-handelsportefeuille ingevoerd, die gelden vanaf juni 2021.

    (2)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie (4) moet ook de nieuwe technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de openbaarmakingen van de informatie over renterisico in de niet-handelsportefeuille uit artikel 448 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bevatten.

    (3)

    Om te waarborgen dat instellingen uitgebreide en vergelijkbare informatie over renterisico in de niet-handelsportefeuille openbaar maken, moeten er een tabel met kwalitatieve informatie over renterisico’s van activiteiten buiten de handelsportefeuille en een template met kwantitatieve informatie over renterisico’s van activiteiten buiten de handelsportefeuille worden opgesteld.

    (4)

    Om instellingen voldoende tijd te geven om de openbaarmaking van informatie in overeenstemming met deze verordening voor te bereiden, moeten zij bij de eerste openbaarmaking uitsluitend informatie voor de huidige periode verstrekken.

    (5)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit bij de Commissie heeft ingediend.

    (7)

    De Europese Bankautoriteit heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening gebaseerd is, de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Het volgende artikel 16 bis wordt ingevoegd:

    “Artikel 16 bis

    Openbaarmaking van blootstellingen aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities

    1.   Instellingen maken de in artikel 448, lid 1, punten a) en b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van template EU IRRBB1 in bijlage XXXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXVIII bij deze verordening te volgen.

    2.   Instellingen maken de in artikel 448, lid 1, punten c) tot en met g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde informatie openbaar door gebruik te maken van tabel EU IRRBBA in bijlage XXXVII bij deze verordening en door de instructies in bijlage XXXVIII bij deze verordening te volgen.

    3.   Wanneer instellingen voor het eerst informatie openbaar maken in overeenstemming met lid 1 of 2, hoeft die informatie in verband met de voorgaande referentiedatum niet openbaar te worden gemaakt.”

    2)

    Bijlage XXXVII, zoals vervat in bijlage I bij deze verordening, wordt toegevoegd.

    3)

    Bijlage XXXVIII, zoals vervat in bijlage II bij deze verordening wordt toegevoegd.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 april 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

    (2)  “Disclosure requirements: DIS70: Interest rate risk in the banking book”. Versie van toepassing sinds 15 december 2019. https://www.bis.org/basel_framework/chapter/DIS/70.htm

    (3)  Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/637 van de Commissie van 15 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot openbaarmakingen door instellingen van de informatie bedoeld in deel acht, titels II en III, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1423/2013 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1555 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/200 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie (PB L 136 van 21.4.2021, blz. 1).

    (5)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


    BIJLAGE I

    “BIJLAGE XXXVII

    Tabel EU IRRBBA - Kwalitatieve informatie over renterisico's van activiteiten buiten de handelsportefeuille

    Tekstvelden met vrije opmaak voor de openbaarmaking van kwalitatieve informatie

    Rij

    Kwalitatieve informatie – Vrije opmaak

    Rechtsgrond

    a)

    Een beschrijving van de wijze waarop de instelling het renterisico in de niet-handelsportefeuille voor risicobeheersing en -meting definieert

     

    Artikel 448, lid 1, punt e)

    b)

    Een beschrijving van de algemene strategieën van de instelling voor het beheer en de beperking van het renterisico in de niet-handelsportefeuille

     

    Artikel 448, lid 1, punt f)

    c)

    De periodiciteit van de berekening van de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille van de instelling, en een beschrijving van de specifieke maatstaven die de instelling gebruikt om haar gevoeligheid voor renterisico in de niet-handelsportefeuille te meten

     

    Artikel 448, lid 1, punt e), i) en v); Artikel 448, lid 2

    d)

    Een beschrijving van het renteschokscenario en het stressscenario dat de instelling gebruikt om wijzigingen in de economische waarde en in de nettorentebaten te schatten (indien van toepassing)

     

    Artikel 448, lid 1, punt e), iii); Artikel 448, lid 2

    e)

    Een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters die verschillen van de aannames die worden gebruikt bij de openbaarmaking van template EU IRRBB1 (indien van toepassing)

     

    Artikel 448, lid 1, punt e), ii);Artikel 448, lid 2

    f)

    Een beschrijving op hoog niveau van de wijze waarop de instelling haar renterisico in de niet-handelsportefeuille afdekt, evenals de bijbehorendeboekhoudkundige behandeling (indien van toepassing)

     

    Artikel 448, lid 1, punt e), iv);Artikel 448, lid 2

    g)

    Een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters die worden gebruikt voor de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille in template EU IRRBB1 (indien van toepassing)

     

    Artikel 448, lid 1, punt c);Artikel 448, lid 2

    (h)

    Een toelichting bij de significantie van de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille en van de significante variaties daarvan sinds de vorige openbaarmakingen

     

    Artikel 448, lid 1, punt d)

    i)

    Eventuele andere relevante informatie over de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille die openbaar worden gemaakt in template EU IRRBB1 (optioneel)

     

     

    1) 2)

    Openbaarmaking van de gemiddelde en langste looptijd voor renteherziening die aan deposito's zonder vaste looptijd wordt toegekend

     

    Artikel 448, lid 1, punt g)


    Template EU IRRBB1 - Renterisico's van activiteiten buiten de handelsportefeuille

    Schokscenario's in het toezicht

    a

    b

    c

    d

    Wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen

    Wijzigingen in de nettorentebaten

    Huidige periode

    Vorige periode

    Huidige periode

    Vorige periode

    1

    Parallel opwaarts

     

     

     

     

    2

    Parallel neerwaarts

     

     

     

     

    3

    Steiler

     

     

     

     

    4

    Vlakker

     

     

     

     

    5

    Korte tarieven omhoog

     

     

     

     

    6

    Korte tarieven omlaag

     

     

     

     


    BIJLAGE II

    “BIJLAGE XXXVIII

    Instructies voor openbaarmakingstemplates voor renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities

    Openbaarmakingsinstructies voor Template EU IRRBBA

    Instellingen moeten de hieronder gespecificeerde kwalitatieve informatie openbaar maken op basis van de methode van hun interne risicometingssysteem, de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode (indien van toepassing) in overeenstemming met artikel 84 van Richtlijn 2013/36/EU.

    Deze instructies zijn ontwikkeld op basis van de vereisten uit artikel 448 van Verordening (EU) nr. 575/2013 en in overeenstemming met de pijler 3-openbaarmakingsstandaard van Bazel.

    Verwijzingen naar wetgeving en instructies

    Rij

    Toelichting

    a)

    Een beschrijving van de wijze waarop de instelling het renterisico in de niet-handelsportefeuille voor risicobeheersing en -meting definieert

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene beschrijving verstrekken van de wijze waarop het renterisico van hun activiteiten buiten de handelsportefeuille wordt bepaald, gemeten, gelimiteerd en gecontroleerd ten behoeve van de toetsing door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 84 van Richtlijn 2013/36/EU.

    b)

    Een beschrijving van de algemene strategieën van de instelling voor het beheer en de beperking van het renterisico in de niet-handelsportefeuille

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt f), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene beschrijving verstrekken van de algemene strategieën voor het beheer en de beperking van het renterisico in de niet-handelsportefeuille, met inbegrip van: het houden van toezicht op de economische waarde van het eigen vermogen en nettorentebaten in verband met vastgestelde limieten, afdekkingspraktijken, de uitvoering van stresstests, resultaatanalyses, de rol van de onafhankelijke controle, de rol en de werkwijzen van de commissie voor activa-passivabeheer, de werkwijzen van de instelling om passende modelvalidatie te waarborgen en tijdige modelactualiseringen in reactie op veranderende marktomstandigheden.

    c)

    De periodiciteit van de berekening van de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille van de instelling, en een beschrijving van de specifieke maatstaven die de instelling gebruikt om haar gevoeligheid voor renterisico in de niet-handelsportefeuille te meten

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt e), i) en v), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene beschrijving verstrekken van de specifieke risicomaatstaven die worden gebruikt voor het schatten van veranderingen in de economische waarde van het eigen vermogen en in hun nettorentebaten, en de periodiciteit van de evaluatie van de renterisico’s vermelden.

    In overeenstemming met artikel 448, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 is de beschrijving van de specifieke risicomaatstaven die worden gebruikt om de gevoeligheid voor renterisico in de niet-handelsportefeuille te meten, niet van toepassing op instellingen die gebruikmaken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.

    d)

    Een beschrijving van het renteschokscenario en het stressscenario dat de instelling gebruikt om wijzigingen in de economische waarde en in de nettorentebaten te schatten (indien van toepassing)

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt e), iii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene beschrijving verstrekken van de renteschokscenario’s die worden gebruikt om het renterisico te schatten.

    In overeenstemming met artikel 448, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn die openbaarmakingsvereisten niet van toepassing op instellingen die gebruikmaken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.

    e)

    Een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters die verschillen van de aannames die worden gebruikt bij de openbaarmaking van template EU IRRBB1 (indien van toepassing)

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt e, ii), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moet de instelling, indien de voornaamste aannames voor modellering en parameters die worden gebruikt bij de interne meetsystemen van instellingen verschillen van de aannames als bedoeld in artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU die worden gebruikt voor de openbaarmaking van template EU IRRBB1, een algemene beschrijving van die aannames verstrekken, inclusief de redenen voor deze verschillen (bv. historische gegevens, gepubliceerd onderzoek, beheersoordeel en -analyse enz.).

    In overeenstemming met artikel 448, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn die openbaarmakingsvereisten niet van toepassing op instellingen die gebruikmaken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.

    f)

    Een beschrijving op hoog niveau van de wijze waarop de instelling haar renterisico in de niet-handelsportefeuille afdekt, evenals de bijbehorende boekhoudkundige behandeling (indien van toepassing)

    Meer bepaald moeten instellingen in overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt e), iv), van Verordening (EU) nr. 575/2013 het effect van afdekkingen tegen hun renterisico’s identificeren, met inbegrip van interne afdekkingen die voldoen aan de vereisten in artikel 106, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

    In overeenstemming met artikel 448, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn die openbaarmakingsvereisten niet van toepassing op instellingen die gebruikmaken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.

    g)

    Een beschrijving van de voornaamste aannames voor modellering en parameters die worden gebruikt voor de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille in template EU IRRBB1 (indien van toepassing)

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt c), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene beschrijving verstrekken van de voornaamste aannames voor modellering en parameters, behalve die, bedoeld in artikel 98, lid 5 bis, punten b) en c), van Richtlijn 2013/36/EU, die worden gebruikt voor het berekenen van de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen en in de nettorentebaten in template EU IRRBB1. Deze algemene beschrijving omvat ten minste:

    a)

    de wijze waarop de gemiddelde looptijd voor renteherziening voor deposito’s zonder vaste looptijd is bepaald, inclusief eventuele unieke productkenmerken die van invloed zijn op de aangenomen gedragsherzieningsdatum;

    b)

    de methode die wordt gebruikt om de tarieven voor de vervroegde aflossing van leningen en/of de tarieven voor voortijdige opvraging voor deposito’s op vaste termijn en andere significante aannames te schatten;

    c)

    eventuele andere aannames, inclusief voor instrumenten met gedragsopties, die een wezenlijke invloed hebben op de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille die openbaar zijn gemaakt in template EU IRRBB1, met inbegrip van een verklaring waarom deze wezenlijk zijn.

    In overeenstemming met artikel 448, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 zijn die openbaarmakingsvereisten niet van toepassing op instellingen die gebruikmaken van de gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode, bedoeld in artikel 84, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU.

    h)

    Een toelichting bij de significantie van de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille en van de significante variaties daarvan sinds de vorige openbaarmakingen

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen een algemene toelichting verstrekken bij de significantie van de in template EU IRRBB1 openbaar gemaakte maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille en van alle significante variaties van die maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille sinds de vorige referentiedatum voor de openbaarmaking.

    i)

    Eventuele andere relevante informatie over de maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille die openbaar worden gemaakt in template EU IRRBB1 (optioneel)

    Eventuele andere relevante informatie die instellingen openbaar willen maken met betrekking tot de in template EU IRRBB1 opgenomen maatstaven van het renterisico in de niet-handelsportefeuille.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten instellingen de parameters die worden gebruikt voor de schokscenario’s in het toezicht, de definitie van nettorentebaten die zij hanteren, en andere relevante informatie om te begrijpen hoe de wijzigingen van de nettorentebaten zijn berekend in template EU IRRBB1, openbaar maken.

    1), 2)

    Openbaarmaking van de gemiddelde en langste looptijd voor renteherziening die aan deposito’s zonder vaste looptijd wordt toegekend

    In overeenstemming met artikel 448, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 575/2013 moeten instellingen de gemiddelde en langste looptijd voor renteherziening die aan deposito’s zonder vaste looptijd van retail- en niet-financiële wholesaletegenpartijen wordt toegekend, verstrekken. In de openbaarmaking moet afzonderlijk worden verwezen naar de kern en naar het volledige bedrag van deposito’s zonder vaste looptijd van retail- en niet-financiële wholesaletegenpartijen.

    Openbaarmakingsinstructies voor template EU IRRBB1

    1.

    Instellingen moeten het renterisico van activiteiten buiten de handelsportefeuille beoordelen op basis van hun interne risicometingsysteem, gestandaardiseerde methode of de vereenvoudigde gestandaardiseerde methode (indien van toepassing), zoals gedefinieerd in overeenstemming met artikel 84 van Richtlijn 2013/36/EU, met het oog op de schokscenario’s in toezicht en de gemeenschappelijke aannames voor modellering en parameters zoals gedefinieerd in artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU.

    2.

    Deze instructies zijn ontwikkeld op basis van de vereisten uit artikel 448 van Verordening (EU) nr. 575/2013 en in overeenstemming met de pijler 3-openbaarmakingsstandaard van Bazel.

    3.

    Instellingen hoeven bij hun eerste openbaarmaking geen informatie over de voorgaande periode te verstrekken.

    Instructies voor het invullen van openbaarmakingstemplate EU IRRBB1

    Kolom

    Toelichting

    a, b

    Wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen

    Artikel 448, lid 1, punt a), van Richtlijn (EU) nr. 575/2013/EU.

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen onder elk renteschokscenario in toezicht melden voor de huidige en voorgaande periode in overeenstemming met de voorschriften uit artikel 84 en artikel 98, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU.

    c, d

    Wijzigingen in de nettorentebaten

    Artikel 448, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) nr. 575/2013/EU.

    Instellingen moeten de wijzigingen in de nettorentebaten onder de twee in de template genoemde renteschokscenario’s in toezicht melden voor de huidige en voorgaande periode in overeenstemming met de voorschriften uit artikel 84 en artikel 98, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten instellingen de definitie en de belangrijkste kenmerken (scenario’s, aannames en nettorentebatenhorizons) van nettorentebaten beschrijven die zij hanteren in punt i) van tabel EU IRRBBA of, als zij die kolommen niet invullen, lichten zij de redenen uit punt i) van tabel EU IRRBBA toe.

    Rij

    Toelichting

    1

    Parallel opwaarts

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen en de wijzigingen van de nettorentebaten onder een constante parallelle opwaartse schok in de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.

    2

    Parallel neerwaarts

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen en de wijzigingen van de nettorentebaten onder een constante parallelle neerwaartse schok in de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.

    3

    Steiler

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen onder een scenario van korte tarieven omlaag en lange tarieven omhoog van de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.

    4

    Vlakker

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen onder een scenario van korte tarieven omhoog en lange tarieven omlaag van de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.

    5

    Korte tarieven omhoog

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen onder een scenario van korte tarieven omhoog van de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.

    6

    Korte tarieven omlaag

    Instellingen moeten de wijzigingen in de economische waarde van het eigen vermogen onder een scenario van korte tarieven omlaag van de rentecurve openbaar maken.

    Tot de criteria van de richtsnoeren uit artikel 84, lid 6, van Richtlijn 2013/36/EU en de verdere elementen uit artikel 98, lid 5 bis, van Richtlijn 2013/36/EU van toepassing zijn, moeten de voor dit scenario gebruikte parameters in punt i) van tabel EU IRRBBA worden beschreven.


    Top