Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0683

    2008/683/EG: Besluit nr. 208 van 11 maart 2008 betreffende het opstellen van een gemeenschappelijke methode voor de verzameling van gegevens over de vaststelling van pensioenen (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 223 van 21.8.2008, p. 25–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/683/oj

    21.8.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 223/25


    ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS

    BESLUIT Nr. 208

    van 11 maart 2008

    betreffende het opstellen van een gemeenschappelijke methode voor de verzameling van gegevens over de vaststelling van pensioenen

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2008/683/EG)

    DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS,

    Gelet op artikel 81, onder d), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad (1), waarin is bepaald dat de Administratieve Commissie de samenwerking tussen de lidstaten moet bevorderen en uitbreiden door de procedures voor de gegevensuitwisseling te moderniseren, met name door de informatiestroom tussen de organen, rekening houdend met de stand van de elektronische gegevensuitwisseling in elke lidstaat, geschikt te maken voor elektronische uitwisseling, waarbij deze modernisering er vooral op gericht is de toekenning van prestaties te bespoedigen,

    Gelet op artikel 117 van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad (2), waarin is bepaald dat de Administratieve Commissie de modellen van documenten en de route die deze moeten afleggen en de procedures voor de gegevensoverdracht welke voor de toepassing van de verordening en de toepassingsverordening zijn vereist, aanpast aan de nieuwe technieken voor elektronische gegevensverwerking op basis van de studies en voorstellen die haar worden voorgelegd door de in artikel 117 quater van de toepassingsverordening bedoelde Technische Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Om de Administratieve Commissie te helpen beoordelen in welke mate het werk van de Technische Commissie bijdraagt tot een bespoediging van de toekenning van prestaties, is het van belang dat een aantal kwantitatieve en kwalitatieve basisgegevens wordt verstrekt.

    (2)

    De in de verschillende lidstaten beschikbare informatie is zeer uiteenlopend en moeilijk te vergelijken en de verzameling van statistische gegevens mag de lidstaten niet onnodig zwaar belasten.

    (3)

    Derhalve is het de bedoeling belangrijke basisgegevens over de verwerking en afhandeling van ouderdomspensioenaanvragen te verzamelen om meer inzicht te krijgen in de situatie in de lidstaten, en met name om te weten waar de belangrijkste knelpunten in de procedures en stelsels van elke lidstaat zich bevinden, om informatie te delen over goede praktijken en nieuwe ideeën te verwerven om de verwerkingsduur te verkorten en om duidelijke referentiepunten vast te stellen waaraan elke lidstaat zijn eigen voortgang kan meten.

    (4)

    Het opstellen van een gemeenschappelijke methode voor de verzameling van gegevens over de vaststelling van pensioenen is daarom aangewezen en de bevoegde autoriteiten dienen de organen van hun lidstaat precieze instructies hiertoe te geven.

    (5)

    Bij het ontwerp en de uitvoering van hun interne nationale systemen voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de verwerking en afhandeling van pensioenaanvragen houden de bevoegde organen rekening met de ontwikkeling en spoedige invoering van het EESSI, het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid.

    (6)

    Besluit nr. 182 betreffende de opstelling van een dergelijke gemeenschappelijke methode liep op 1 januari 2006 af,

    BESLUIT:

    1.   De bevoegde organen van de lidstaten (of de daartoe aangewezen bevoegde organen als er meerdere per lidstaat zijn) doen al het nodige om te garanderen dat de in punt 5 genoemde gegevens kunnen worden verzameld en verstrekt.

    2.   In januari van elk jaar worden de gegevens over het voorgaande jaar verstrekt aan de Technische Commissie, genoemd in artikel 117 quater van Verordening (EEG) nr. 574/72.

    3.   Het secretariaat van de Technische Commissie wordt belast met de coördinatie van de gegevensverzameling en, met goedkeuring van de Technische Commissie, met de opstelling van een jaaroverzicht voor de Administratieve Commissie.

    4.   De verzamelde gegevens hebben uitsluitend betrekking op ouderdomspensioenen waarvan de aanvrager in een andere lidstaat woont; uit deze gegevens moet het volgende blijken:

    a)

    de reactieduur van het behandelende orgaan in de lidstaat op het grondgebied waarvan de aanvrager woont (de tijd die het behandelende orgaan nodig heeft gehad om het bevoegde orgaan mee te delen dat een pensioenaanvraag is ingediend). In dit besluit is het „behandelende orgaan” de instelling die in de lidstaat van wonen van de aanvrager het E202-formulier moet invullen, terwijl het „bevoegde orgaan” de instelling in de lidstaat is die het ingevulde E202-formulier ontvangt en vervolgens de aanvraag verwerkt;

    b)

    de tijd die het bevoegde orgaan heeft besteed aan de verwerking van de aanvraag (de tijd die het bevoegde orgaan nodig had om het definitieve besluit te nemen);

    c)

    de totale verwerkingsduur in de twee betrokken lidstaten (de lengte van de termijn waarin de aanvrager op een definitieve beslissing moest wachten, gerekend vanaf de datum waarop de aanvraag voor het eerst bij het behandelende orgaan werd ingediend).

    Opmerking: De verwijzing naar het E202-formulier is van overeenkomstige toepassing op het Standaard Elektronisch Document (SED) zodra de elektronische uitwisseling van gegevens in het kader van het EESI begint.

    5.   De werkelijk verzamelde gegevens moeten onderstaande informatie bevatten:

    a)

    de gemiddelde, kortste en langste duur die in de voorafgaande twaalf maanden werd doorlopen voor het verzenden van ouderdomspensioenaanvragen van het behandelende orgaan naar het bevoegde orgaan;

    b)

    de gemiddelde, kortste en langste duur die in de voorafgaande twaalf maanden werd doorlopen voor het nemen van een definitieve beslissing door het bevoegde orgaan over een ouderdomspensioen van een aanvrager die in een andere lidstaat woont;

    c)

    een korte toelichting van het bevoegde orgaan waarin de gegevens in hun context worden geplaatst en waarbij wordt uitgelegd welke factoren hebben meegespeeld bij de kortste en de langste verwerkingsduur;

    d)

    een korte uitleg van het bevoegde orgaan over de gebruikte methode, het eventuele gebruik van een steekproef, de omvang van die steekproef, de bestreken periode, het totaal aantal onderzochte dossiers enz.

    6.   Zo mogelijk worden de gegevens verzameld vanaf januari 2008, om in januari 2009 voor het eerst te worden verstrekt aan de Technische Commissie.

    7.   Elke lidstaat verstrekt de Technische Commissie zijn gegevens om een uitwisseling van ervaringen en de verspreiding van goede praktijken te bevorderen.

    8.   De methode voor de verzameling en het gebruik van de gegevens wordt aan het eind van elk jaar herzien en zo nodig worden aanbevelingen voor verbetering gedaan.

    9.   Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

    De voorzitster van de Administratieve Commissie

    Jana LOVŠIN


    (1)  PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1992/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 392 van 30.12.2006, blz. 1).

    (2)  PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 101/2008 van de Commissie (PB L 31 van 5.2.2008, blz. 15).


    Top