Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0579

    Verordening (EG) nr. 579/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 708/98 wat betreft de vaststelling van de maximumhoeveelheden en de minimumkwaliteit voor rijst die in aanmerking komt voor interventie in het verkoopseizoen 2003/2004

    PB L 90 van 27.3.2004, p. 54–57 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2005; stilzwijgende opheffing door 32005R0489

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/579/oj

    32004R0579

    Verordening (EG) nr. 579/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 708/98 wat betreft de vaststelling van de maximumhoeveelheden en de minimumkwaliteit voor rijst die in aanmerking komt voor interventie in het verkoopseizoen 2003/2004

    Publicatieblad Nr. L 090 van 27/03/2004 blz. 0054 - 0057


    Verordening (EG) nr. 579/2004 van de Commissie

    van 26 maart 2004

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 708/98 wat betreft de vaststelling van de maximumhoeveelheden en de minimumkwaliteit voor rijst die in aanmerking komt voor interventie in het verkoopseizoen 2003/2004

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt(1), en met name op artikel 8, onder b),

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt(2), en met name op artikel 32, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De voorwaarden voor de overname van padie door de interventiebureaus zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 708/98 van de Commissie(3).

    (2) Bij Verordening (EG) nr. 1785/2003 zijn de hoeveelheden die de interventiebureaus in de periode van 1 april tot en met 31 juli 2004 mogen aankopen, beperkt tot 100000 t. Met het oog op een billijke verdeling van deze hoeveelheid in ruimte en tijd, is het dienstig hoeveelheden per producerende lidstaat en per tranche vast te stellen.

    (3) Om te garanderen dat de totale beschikbare hoeveelheid volledig wordt gebruikt, dient te worden bepaald dat niet-gebruikte hoeveelheden mogen worden overgedragen van de ene tranche naar de andere, en dat de laatste maandelijkse tranche voor de hele Gemeenschap geldt.

    (4) Om speculatieve aanvragen te voorkomen, moet van de marktdeelnemer worden verlangd dat hij een zekerheid stelt. Het is evenwel dienstig deze zekerheid te differentiëren naar categorie marktdeelnemers, rekening houdend met de andere door deze laatsten gestelde zekerheden, en met name te voorzien in een aparte categorie voor producenten en groeperingen daarvan die voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1709/2003 van de Commissie van 26 september 2003 inzake de oogst- en voorraadaangiften voor rijst(4).

    (5) Teneinde de rol van interventie als vangnet te versterken en de productie van rijst van goede kwaliteit te bevorderen, moet het voor interventieaankoop vereiste minimumrendement bij de bewerking worden verhoogd.

    (6) Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 708/98 wordt als volgt gewijzigd:

    a) In artikel 2, lid 2, wordt het tweede streepje vervangen door:

    "- het rendement bij de bewerking niet meer dan zes punten lager is dan de in bijlage II B genoemde basisrendementen;".

    b) Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

    "Artikel 3 bis

    De in het verkoopseizoen 2003/2004 voor interventie in aanmerking komende hoeveelheden padie worden verdeeld in twee tranches voor de producerende lidstaten en een gemeenschappelijke tranche voor de hele Gemeenschap, die alle op dat ogenblik nog beschikbare, niet-gebruikte hoeveelheden omvat, overeenkomstig de tabel in bijlage IV.".

    c) Artikel 4 wordt vervangen door:

    "Artikel 4

    1. Voor elk aanbod tot verkoop moet bij een interventiebureau een schriftelijk verzoek worden ingediend op een door dit bureau opgesteld formulier. Het verzoek is slechts ontvankelijk wanneer het wordt ingediend tussen respectievelijk 1 en 9 april 2004 en 10 en 14 mei 2004 en 14 en 18 juni 2004, voor de in bijlage IV bedoelde tranches nrs. 1, 2 en 3, en wanneer het de volgende gegevens bevat:

    a) de naam van de aanbieder;

    b) de opslagplaats van de aangeboden rijst;

    c) de in de zin van artikel 1 aangeboden hoeveelheid;

    d) het ras;

    e) de belangrijkste kenmerken, inclusief het algemene rendement en het rendement aan hele korrels bij de bewerking;

    f) het oogstjaar;

    g) de minimumhoeveelheid van het aanbod(5), beneden dewelke het aanbod als niet-ingediend wordt beschouwd;

    h) het interventiecentrum waarvoor de rijst wordt aangeboden;

    i) het bewijs dat de aanbieder een zekerheid heeft gesteld van 50 EUR per ton padie, waarbij deze zekerheid voor producenten en groeperingen daarvan die voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1709/2003 van de Commissie(6) inzake de oogst- en voorraadaangiften voor rijst, wordt teruggebracht tot 20 EUR per ton padie;

    j) de verklaring dat het product van oorsprong uit de Gemeenschap is, met vermelding van het productiegebied;

    k) de toegepaste fytosanitaire behandelingen, met opgave van de aangewende doses.

    Ingediende biedingen kunnen niet meer worden gewijzigd of ingetrokken.

    2. Wanneer het aanbod niet aanvaard is, deelt het interventiebureau dit binnen tien werkdagen na de indiening ervan aan de betrokken marktdeelnemer mee.

    3. Uiterlijk op 29 april 2004 en op 3 juni 2004, voor respectievelijk de in bijlage IV bedoelde tranches 1 en 2, gaat de bevoegde autoriteit van de lidstaat voor elke tranche na of de totale aangeboden hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid al dan niet overschrijdt. In geval van overschrijding berekent zij een op de aangeboden hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt met zes decimalen. Deze coëfficiënt is de hoogst mogelijke coëfficiënt bij toepassing waarvan de totale toegewezen hoeveelheid, rekening houdend met de minimumhoeveelheid van elk aanbod, lager ligt dan of gelijk is aan de beschikbare hoeveelheid. Is de beschikbare hoeveelheid niet overschreden, dan is de toewijzingscoëfficiënt gelijk aan 1.

    In voorkomend geval wordt de niet-gebruikte hoeveelheid, dat wil zeggen het verschil tussen de beschikbare hoeveelheid en de totale toegewezen hoeveelheid, bij de voor de volgende tranche vastgestelde hoeveelheid gevoegd.

    Uiterlijk op de dag na de in de eerste alinea aangegeven datum stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de Commissie in kennis van de hoogte van de toewijzingscoëfficiënt, de totale toegewezen hoeveelheid en de niet-gebruikte, naar de volgende tranche overgedragen hoeveelheid. De Commissie maakt deze informatie zo snel mogelijk toegankelijk voor het publiek via haar website.

    Uiterlijk op de tweede dag na de in de eerste alinea aangegeven datum deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de aanbieder mee dat zijn aanbod is geaccepteerd voor een toegewezen hoeveelheid die gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid vermenigvuldigd met de toewijzingscoëfficiënt. Wanneer deze hoeveelheid lager ligt dan de in het aanbod aangegeven minimumhoeveelheid, wordt deze hoeveelheid vastgesteld op 0.

    4. Voor de in bijlage IV bedoelde tranche 3 delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 8 juli de aangeboden hoeveelheden mee met, in voorkomend geval, de gespecificeerde minimumhoeveelheden. Deze mededeling bevat de in bijlage V vermelde gegevens en gebeurt elektronisch, aan de hand van het hiertoe door de Commissie aan de lidstaten verstrekte formulier. Ook indien geen hoeveelheid is aangeboden, moet deze mededeling worden verzonden.

    De Commissie verzamelt alle in de lidstaten ingediende biedingen en gaat na of de totale aangeboden hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid al dan niet overschrijdt. In geval van overschrijding berekent zij een op de aangeboden hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt met zes decimalen. Deze coëfficiënt is de hoogst mogelijke coëfficiënt bij toepassing waarvan de totale toegewezen hoeveelheid, rekening houdend met de minimumhoeveelheid van elk aanbod, lager ligt dan of gelijk is aan de beschikbare hoeveelheid. Is de beschikbare hoeveelheid niet overschreden, dan is de toewijzingscoëfficiënt gelijk aan 1.

    Uiterlijk drie werkdagen na de bekendmaking van deze coëfficiënt in het Publicatieblad van de Europese Unie deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de aanbieder mee dat zijn aanbod is geaccepteerd voor een toegewezen hoeveelheid die gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid vermenigvuldigd met de toewijzingscoëfficiënt. Wanneer deze hoeveelheid lager ligt dan de in het aanbod aangegeven minimumhoeveelheid, wordt deze hoeveelheid vastgesteld op 0.

    5. De in lid 1, onder i), bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven naar rato van de aangeboden, doch niet toegewezen hoeveelheid. Voor de toegewezen hoeveelheid wordt zij volledig vrijgegeven wanneer 95 % van deze hoeveelheid is geleverd overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.".

    d) In artikel 5, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:"Elk aanbod moet worden ingediend bij het interventiebureau van de producerende lidstaat en moet betrekking hebben op het afzetcentrum van deze lidstaat dat het dichtst gelegen is bij de plaats waar de padie zich bij de indiening van het aanbod bevindt.".

    e) Aan artikel 7, lid 1, wordt de volgende zin toegevoegd:"In dit geval moeten de overgenomen producten gescheiden van de andere worden opgeslagen.".

    f) De tekst in bijlage I bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage IV.

    g) De tekst in bijlage II bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage V.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 26 maart 2004.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27) en ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1785/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96) met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

    (2) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening gewijzigd bij het Toetredingsverdrag van 2003.

    (3) PB L 98 van 31.3.1998, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 610/2001 (PB L 90 van 30.3.2001, blz. 17).

    (4) PB L 243 van 27.9.2003, blz. 92.

    (5) Kan deze minimumhoeveelheid, rekening houdend met de in de leden 3 en 4 bedoelde toewijzingscoëfficiënt, niet worden toegewezen, dan wordt de toegewezen hoeveelheid teruggebracht tot 0.

    (6) PB L 243 van 27.9.2003, blz. 92.

    BIJLAGE I

    "BIJLAGE IV

    In artikel 3 bis bedoelde tranches

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    BIJLAGE II

    "BIJLAGE V

    >PIC FILE= "L_2004090NL.005705.TIF">"

    Top