Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0568

    Zaak C-568/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 16 september 2021 — Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid; Andere partijen: E. en S., mede voor hun minderjarige kinderen

    PB C 2 van 3.1.2022, p. 21–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 2/21


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 16 september 2021 — Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid; Andere partijen: E. en S., mede voor hun minderjarige kinderen

    (Zaak C-568/21)

    (2022/C 2/26)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Raad van State

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoeker: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

    Andere partijen: E. en S., mede voor hun minderjarige kinderen

    Prejudiciële vraag

    Moet artikel 2, aanhef en onder l, van de Dublinverordening (1) aldus worden uitgelegd dat een door een lidstaat op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer verstrekte diplomatieke kaart een verblijfstitel in de zin van die bepaling is?


    (1)  Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB 2013, L 180, blz. 31).


    Top