Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0422

    Zaak C-422/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Szef Krajowej Administracji Skarbowej / Skarpa Travel sp. z o.o. (Prejudiciële verwijzing — Harmonisatie van de belastingwetgeving — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Belastbaar feit — Bijzondere regeling voor reisbureaus — Artikelen 65 en 308 — Marge van een reisbureau — Bepaling van de marge — Vooruitbetalingen die worden gedaan alvorens het reisbureau de reisdiensten verricht — Werkelijke kosten die het reisbureau draagt)

    PB C 65 van 18.2.2019, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/12


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 december 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Szef Krajowej Administracji Skarbowej / Skarpa Travel sp. z o.o.

    (Zaak C-422/17) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de belastingwetgeving - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Belastbaar feit - Bijzondere regeling voor reisbureaus - Artikelen 65 en 308 - Marge van een reisbureau - Bepaling van de marge - Vooruitbetalingen die worden gedaan alvorens het reisbureau de reisdiensten verricht - Werkelijke kosten die het reisbureau draagt))

    (2019/C 65/14)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Naczelny Sąd Administracyjny

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Szef Krajowej Administracji Skarbowej

    Verwerende partij: Skarpa Travel sp. z o.o.

    Dictum

    1)

    De artikelen 65 en 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010, moeten aldus worden uitgelegd dat, wanneer een reisbureau dat is onderworpen aan de bijzondere regeling van deze artikelen 306 tot en met 310, een vooruitbetaling ontvangt op reisdiensten die dit reisbureau aan een reiziger zal verstrekken, de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig dat artikel 65 verschuldigd wordt bij ontvangst van deze vooruitbetaling, mits op dat tijdstip de te verrichten reisdiensten nauwkeurig zijn omschreven.

    2)

    Artikel 308 van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45, moet aldus worden uitgelegd dat de marge van een reisbureau en dus de maatstaf van heffing bestaat in het verschil tussen het totale bedrag, de belasting over de toegevoegde waarde (btw) niet inbegrepen, dat de reiziger moet betalen en de door het reisbureau in een eerder stadium werkelijk gedragen kosten van de goederenleveringen en diensten van andere belastingplichtigen, mits deze handelingen de reiziger rechtstreeks ten goede komen. Wanneer het bedrag van de vooruitbetaling overeenkomt met de totale prijs of een aanzienlijk deel van de totale prijs van de reisdienst en het reisbureau nog geen werkelijke kosten heeft gedragen of slechts een beperkt deel van de individuele totale kosten van deze dienst, of wanneer de door het bureau gedragen individuele werkelijke kosten van de reis niet kunnen worden bepaald op het tijdstip waarop de vooruitbetaling wordt gedaan, kan de winstmarge worden bepaald op basis van een raming van de door het bureau uiteindelijk te dragen werkelijke totale kosten. Bij die raming moet een reisbureau in voorkomend geval rekening houden met de kosten die het al heeft gedragen bij ontvangst van de vooruitbetaling. Voor de berekening van de marge worden de geraamde werkelijke totale kosten afgetrokken van de totale prijs van de reis en de maatstaf van heffing voor de btw die bij ontvangst van de vooruitbetaling moet worden voldaan, is gelijk aan het product van het bedrag van deze vooruitbetaling en het percentage dat de aldus berekende voorzienbare winstmarge uitmaakt van de totale prijs van de reis.


    (1)  PB C 357 van 23.10.2017.


    Top