Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0305

    Zaak T-305/15: Beroep ingesteld op 5 juni 2015 — Airdata/Commissie

    PB C 270 van 17.8.2015, p. 34–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20150731061617122015/C 270/433052015TC27020150817NL01NLINFO_JUDICIAL20150605343522

    Zaak T-305/15: Beroep ingesteld op 5 juni 2015 — Airdata/Commissie

    Top

    C2702015NL3420120150605NL0043342352

    Beroep ingesteld op 5 juni 2015 — Airdata/Commissie

    (Zaak T-305/15)

    2015/C 270/43Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Airdata AG (Leinfelden-Echterdingen, Duitsland) (vertegenwoordigers: E. Niitväli en M. Reysen, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    besluit C(2014) 443 final van de Commissie van 2 juli 2014, dat in de zaak M.7018 Telefonica Deutschland/E Plus overeenkomstig artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 139/2004 ( 1 ) is vastgesteld en op 13 maart 2015 is gepubliceerd, nietig verklaren, en

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van een belangrijke procedurele verplichting, zoals gedefinieerd in artikel 296, tweede alinea, VWEU, met betrekking tot het bestreden besluit, omdat de Commissie niet toereikend heeft gemotiveerd waarom zij de maatregel heeft genomen.

    De Commissie heeft geen voldoende duidelijke en toereikende motivering gegeven voor haar besluit om bepaalde verbintenissen te aanvaarden die beoogden de ernstige zorgen met betrekking tot de mededinging die door haar in de loop van het concentratiecontrole-onderzoek waren geïdentificeerd, weg te nemen. In het besluit is met name niet gemotiveerd waarom de Commissie veronderstelt dat een derde partij als begunstigde van de verbintenissen in staat zou zijn om met de betrokken activa doeltreffend te concurreren.

    2.

    Tweede middel: de Commissie heeft niet voldaan aan haar plicht om de wet juist toe te passen, omdat in haar besluit Uniebepalingen met betrekking tot concentratiecontrole inhoudelijk onjuist zijn toegepast.

    Sommige onderdelen van de verbintenissen zullen hoogstwaarschijnlijk niet worden uitgevoerd, andere zullen slechts de status quo handhaven, maar niet bijdragen aan een intensievere mededinging. De resterende onderdelen zijn onvoldoende om het ernstige nadeel voor de mededinging dat door de transactie in kwestie is veroorzaakt, weg te nemen.


    ( 1 ) Verordening van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24, blz. 1).

    Top