This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CB0312
Case C-312/12: Order of the Court (Sixth Chamber) of 21 February 2013 (request for a preliminary ruling from the Labour Court, Huy — Belgium) — Agim Ajdini v Belgian State (Rules of Procedure — Articles 53(2), 93(a) and 99 — Request for a preliminary ruling — Examination of the conformity of a national provision with both European Union law and the national constitution — National legislation granting priority to an interlocutory procedure for the review of constitutionality — Charter of Fundamental Rights of the European Union — Failure to implement European Union law — Clear absence of jurisdiction of the Court)
Zaak C-312/12: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Arbeidsrechtbank te Hoei — België) — Agim Ajdini/Belgische Staat (Reglement voor de procesvoering — Artikelen 53, lid 2, 93, sub a, en 99 — Prejudiciële verwijzing — Onderzoek van overeenstemming van nationaal voorschrift met zowel Unierecht als nationale grondwet — Nationale regeling die voorziet in voorrang van incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Geen tenuitvoerlegging van Unierecht — Kennelijke onbevoegdheid van Hof)
Zaak C-312/12: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Arbeidsrechtbank te Hoei — België) — Agim Ajdini/Belgische Staat (Reglement voor de procesvoering — Artikelen 53, lid 2, 93, sub a, en 99 — Prejudiciële verwijzing — Onderzoek van overeenstemming van nationaal voorschrift met zowel Unierecht als nationale grondwet — Nationale regeling die voorziet in voorrang van incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Geen tenuitvoerlegging van Unierecht — Kennelijke onbevoegdheid van Hof)
PB C 108 van 13.4.2013, p. 12–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 108/12 |
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Arbeidsrechtbank te Hoei — België) — Agim Ajdini/Belgische Staat
(Zaak C-312/12) (1)
(Reglement voor de procesvoering - Artikelen 53, lid 2, 93, sub a, en 99 - Prejudiciële verwijzing - Onderzoek van overeenstemming van nationaal voorschrift met zowel Unierecht als nationale grondwet - Nationale regeling die voorziet in voorrang van incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Geen tenuitvoerlegging van Unierecht - Kennelijke onbevoegdheid van Hof)
2013/C 108/23
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Arbeidsrechtbank te Hoei
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Agim Ajdini
Verwerende partij: Belgische Staat
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Arbeidsrechtbank te Hoei — Uitlegging van de artikelen 20, 21 en 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 234 EG — Grondrechten — Beginsel van non-discriminatie — Servisch staatsburger met een handicap — Toelaatbaarheid van een nationale regeling waarbij het voordeel van een tegemoetkoming aan personen met een handicap aan bepaalde personen wordt geweigerd op grond van hun nationaliteit — Staatsburger van een derde staat die officieel kandidaat is voor toetreding tot de Europese Unie — Mogelijkheid voor een verwijzende rechter om het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing te verzoeken — Toelaatbaarheid van een nationale regeling die de nationale rechter verplicht vooraf het Grondwettelijk Hof om een prejudiciële beslissing te verzoeken
Dictum
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om te antwoorden op de vragen die door de Arbeidsrechtbank te Hoei (België) zijn gesteld.