This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92003E000768
WRITTEN QUESTION P-0768/03 by Eryl McNally (PSE) to the Commission. PINC (Illustrative Nuclear Programme for the Community).
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0768/03 van Eryl McNally (PSE) aan de Commissie. PINC (Indicatief programma op het gebied van kernenergie voor de Gemeenschap).
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0768/03 van Eryl McNally (PSE) aan de Commissie. PINC (Indicatief programma op het gebied van kernenergie voor de Gemeenschap).
PB C 268E van 7.11.2003, pp. 129–130
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0768/03 van Eryl McNally (PSE) aan de Commissie. PINC (Indicatief programma op het gebied van kernenergie voor de Gemeenschap).
Publicatieblad Nr. 268 E van 07/11/2003 blz. 0129 - 0130
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0768/03 van Eryl McNally (PSE) aan de Commissie (6 maart 2003) Betreft: PINC (Indicatief programma op het gebied van kernenergie voor de Gemeenschap) Kan de Commissie mededelen waarom de afgelopen jaren niet is voldaan aan de in het Euratom-Verdrag gestelde eis indicatieve programma's op het gebied van kernenergie te publiceren? Is de Commissie het eens met de stelling dat hierdoor de anachronistische aard wordt aangetoond van het Euratom-Verdrag, dat dient te worden herroepen, terwijl relevante afdelingen (bij voorbeeld met betrekking tot nucleaire veiligheid) worden opgenomen in een nieuw verdrag? Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie (7 april 2003) Krachtens artikel 40 van het Euratom-Verdrag publiceert de Commissie op gezette tijden programma's van indicatieve aard, die met name betrekking hebben op de doeleinden van de productie van kernenergie . De periodiciteit zelf is echter niet als zodanig vastgelegd in het EG-Verdrag. Sinds de goedkeuring van het Verdrag heeft de Commissie drie indicatieve programma's gepubliceerd, namelijk in 1966(1), 1972(2) en 1985(3), gevolgd door een actualisering in 1989(4). Een vierde indicatief programma op het gebied van kernenergie (PINC) is gepubliceerd in 1997(5). Op 29 november 2000 heeft de Commissie het Groenboek Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening(6) aangenomen. In die context is de bijdrage van kernenergie besproken naast die van de andere energiebronnen. Het Groenboek en de bijlagen daarvan bevatten alle relevante cijfers inzake de productie van kernenergie in de EU. De Commissie deelt niet de mening van het geachte parlementslid over het Euratom-Verdrag. Het is passend eraan te herinneren dat dit Verdrag de grondslagen heeft gelegd voor een belangrijk acquis dat onder meer de volgende elementen omvat: inspectieregelingen die de veiligheid van kernenergie waarborgen en nieuwe initiatieven op beveiligingsgebied mogelijk maken, het beheer van het fonds voor de ontmanteling van kerncentrales en het beheer van radioactieve afvalstoffen. De organisatie van de non-proliferatiecontroles wordt door het Parlement trouwens voorbeeldig genoemd(7). In reactie op de aanbevelingen van de Raad van Laken van december 2001 heeft de Commissie op 6 november 2002 een mededeling aangenomen Nucleaire veiligheid in het kader van de Europese Unie(8) en na het advies te hebben ingewonnen van de groep van deskundigen als bedoeld in artikel 31 van het Euratom-Verdrag heeft zij op 30 januari 2003(9) twee voorstellen voor richtlijnen goedgekeurd, een eerste houdende vaststelling van de fundamentele verplichtingen en algemene beginselen op het gebied van de veiligheid van nucleaire installaties en een tweede inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. In overeenstemming met de procedure van artikel 31 van het Euratom-Verdrag zijn deze voorstellen voor richtlijnen toegezonden aan het Economisch en Sociaal Comité. Nadat dit zijn advies heeft uitgebracht, wat in een zeer nabije toekomst zal gebeuren, worden deze teksten officieel toegezonden aan de Raad en het Parlement. Deze twee voorstellen voor richtlijnen, die qua voorgestelde aanpak zeer vernieuwend zijn, getuigen van de relevantie van het Euratom-Verdrag. Rekening houdend met: - het feit dat er momenteel geen nieuwe capaciteit in bedrijf wordt genomen en de voornaamste in het PINC van 1997 en het Groenboek opgenomen analyses actueel blijven, - het brede debat dat is gevolgd op de publicatie van het Groenboek waarbij veel aandacht is gegaan naar diverse aspecten van kernenergie, - het overleg dat zeer binnenkort binnen de Raad van start gaat over het pakket kernenergie, - de komende uitbreiding die gepland is in mei 2004, acht de Commissie het niet het geschikte moment om in een nabije toekomst de publicatie van een nieuw indicatief programma op het gebied van kernenergie te plannen. De situatie kan veranderen en kan de uitwerking van een nieuw PINC noodzakelijk maken als er een bevestiging komt van de beslissingen betreffende de bouw van nieuwe kerncentrales of het uitstel van de sluiting van centrales in bepaalde lidstaten. (1) EUR 2773 van maart 1966. (2) EUR 5011 van 1.7.1972. (3) PB C 169 van 8.7.1985. (4) De kernindustrie in de gemeenschap, de sector ontwerp en bouw van kerncentrales met het oog op de verwezenlijking van de Europese geïntegreerde markt Bijgewerkte versie van het indicatief programma op het gebied van kernenergie voor de gemeenschap PINC door de Commissie in 1984 goedgekeurd en in 1985 gepubliceerd COM(89) 347 def. (5) COM(97) 401 def. (6) COM(2000) 769 def. (7) Rübig-rapport over het verslag van de Commissie betreffende de werking van het Directoraat Veiligheidscontrole van Euratom in 1999-2000 (door het EP vastgesteld op 8 juli 2002). (8) COM(2002) 605 def. (9) COM(2003) 32 def.