51998AP0490

A4-0490/98

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling voor het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde (COM(98)0377 - C4-0474/98 - 98/0209(CNS)

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 2)

Tweeëntwintigste overweging bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de regelingen inzake BTW-aftrek en BTW-vrijstellingen ten aanzien van bepaalde categorieën personen en activiteiten (in de sectoren cultuur, kunst, muziek, gezondheid, enz.) van lidstaat tot lidstaat verschillen en dat derhalve de regels en voorwaarden tussen de lidstaten onderling aangepast moeten worden:

(Amendement 3)

Tweeëntwintigste overweging ter (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat, wanneer uitgaven voor logies, spijzen en dranken worden gedaan in het kader van een beroepsactiviteit, deze uitgaven niet verschillen van de andere uitgaven met een zakelijk karakter;

(Amendement 5)

Tweeëntwintigste overweging quater (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat er tussen de hotels van de Europese Unie en die van derde landen een scherpe concurrentie bestaat wat de organisatie van congressen betreft;

(Amendement 6)

Tweeëntwintigste overweging quinquies (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de horecasector van groot belang is voor de werkgelegenheid en vooral voor de maatschappelijke integratie, gezien de elasticiteit van het aanbod ten opzichte van de vraag in deze sector;

(Amendement 7)

ARTIKEL 1, PUNT 2

Artikelen 17 bis en 17 ter (richtlijn 77/388/EEG)

>Oorspronkelijke tekst>

Artikel 17 bis

Beperkingen van het recht op aftrek

1. Ten aanzien van de uitgaven voor personenauto¨s die niet uitsluitend voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, kunnen de lidstaten bepalen dat de aftrek van de in deze uitgaven begrepen belasting over de toegevoegde waarde wordt gebonden aan een door de lidstaten vast te stellen plafond van ten minste 50% van de voornoemde belasting.

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 17 bis

Beperkingen van het recht op aftrek

1. Ten aanzien van de uitgaven voor personenauto¨s die niet uitsluitend voor zakelijke doeleinden worden gebruikt, kunnen de lidstaten bepalen dat de aftrek van de in deze uitgaven begrepen belasting over de toegevoegde waarde wordt gebonden aan een door de lidstaten vast te stellen plafond van ten minste 50% van de voornoemde belasting.

>Oorspronkelijke tekst>

Het bepaalde in de eerste alinea is niet van toepassing op personenwagens die tot de bedrijfsmiddelen van de belastingplichtige horen of die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheden, noch op goederen en diensten die verband houden met deze auto¨s indien het gebruik ervan voor niet-zakelijke doeleinden minder dan 10% bedraagt.

>Tekst na stemming van het EP>

Het bepaalde in de eerste alinea is niet van toepassing op personenwagens die tot de bedrijfsmiddelen van de belastingplichtige horen of die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheden, noch op goederen en diensten die verband houden met deze auto¨s indien het gebruik ervan voor niet-zakelijke doeleinden minder dan 10% bedraagt

(waarbij het aantal kilometers als criterium voor de vaststelling van deze drempel moet worden gehanteerd).

>Oorspronkelijke tekst>

Onder "personenwagen" wordt verstaan ieder wegvoertuig, met inbegrip van aanhangwagen, anders dan die welke op grond van constructietype of uitrusting uitsluitend voor het vervoer van goederen of voor industrieel of agrarisch gebruik bestemd zijn, of met meer dan negen zitplaatsen, met inbegrip van die van de bestuurder, zijn uitgerust.

>Tekst na stemming van het EP>

Onder "personenwagen" wordt verstaan ieder wegvoertuig, met inbegrip van aanhangwagen, anders dan die welke op grond van constructietype of uitrusting uitsluitend voor het vervoer van goederen of voor industrieel of agrarisch gebruik bestemd zijn, of met meer dan negen zitplaatsen, met inbegrip van die van de bestuurder, zijn uitgerust.

>Oorspronkelijke tekst>

Onder "uitgaven voor personenauto¨s" wordt verstaan met name die uitgaven die betrekking hebben op de aankoop, onder andere in het kader van loonveredelingscontracten en dergelijke, fabricage of invoer, leasing of huur, gebruik, verbouwing, reparatie en onderhoud, alsmede de uitgaven voor aankopen of diensten die in verband met de bedoelde auto¨s zijn verricht.

>Tekst na stemming van het EP>

Onder "uitgaven voor personenauto¨s" wordt verstaan met name die uitgaven die betrekking hebben op de aankoop, onder andere in het kader van loonveredelingscontracten en dergelijke, fabricage of invoer, leasing of huur, gebruik, verbouwing, reparatie en onderhoud, alsmede de uitgaven voor aankopen of diensten die in verband met de bedoelde auto¨s zijn verricht.

>Oorspronkelijke tekst>

2. Het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde die begrepen is in de kosten van logies, spijzen of dranken, andere dan die welke gemaakt worden door een belastingplichtige voor de verstrekking onder bezwarende titel door deze belastingplichtige van logies, spijzen of dranken, is beperkt tot 50% van de bedoelde belasting.

>Tekst na stemming van het EP>

Schrappen

>Oorspronkelijke tekst>

3. De bepalingen van lid 1 en lid 2 zijn van toepassing onverminderd artikel 17, lid 5.

>Tekst na stemming van het EP>

3. De bepalingen van lid 1 zijn van toepassing onverminderd artikel 17, lid 5.

>Oorspronkelijke tekst>

Artikel 17 ter

Uitsluitingen van het recht op aftrek

De volgende uitgaven zijn uitgesloten van het recht op aftrek:

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 17 ter

Uitsluitingen van het recht op aftrek

De volgende uitgaven zijn uitgesloten van het recht op aftrek:

>Oorspronkelijke tekst>

a) de uitgaven voor personenwagens, zoals gedefinieerd in artikel 17 bis, lid 1, wanneer het zakelijke gebruik van de personenauto¨s, minder dan 10% bedraagt;

>Tekst na stemming van het EP>

a) de uitgaven voor personenwagens, zoals gedefinieerd in artikel 17, bis lid 1, wanneer het zakelijke gebruik van de personenauto¨s, minder dan 10% bedraagt;

>Oorspronkelijke tekst>

b) weelde-uitgaven en uitgaven voor ontspanning of representatie.

>Tekst na stemming van het EP>

b) weelde-uitgaven en uitgaven voor ontspanning

;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

b bis) de uitgaven voor logies, spijzen of dranken, mits de belastingplichtige aantoont dat het om zuiver zakelijke uitgaven gaat (zakenreizen van de belastingplichtige en zijn personeel, ontvangst van handelspartners).

(Amendement 8)

ARTIKEL 1, PUNT 5

Artikel 28 nonies (richtlijn 77/388/EEG)

>Oorspronkelijke tekst>

Aan artikel 22, lid 4, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

d) Wanneer de belastingplichtige een recht op aftrek uitoefent dat is ontstaan krachtens artikel 17, lid 3 bis dient de belastingplichtige de aangifte aan te vullen met een speciaal formulier waarop per lidstaat het bedrag van de te verrichten aftrek wordt vermeld.

>Tekst na stemming van het EP>

Aan artikel 22, lid 4, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

d) Wanneer de belastingplichtige een recht op aftrek uitoefent dat is ontstaan krachtens artikel 17, lid 3 bis dient de belastingplichtige de aangifte, respectievelijk de vooraangifte van de omzetbelasting, aan te vullen met een speciaal formulier waarop per lidstaat het bedrag van de te verrichten aftrek wordt vermeld.

>Oorspronkelijke tekst>

Ter staving van deze bedragen dient de belastingplichtige een kopie van de facturen of van de invoerdocumenten bij dit speciale

formulier te voegen.

De belastingplichtige dient in het document bedoeld in de eerste alinea te verklaren dat hij geen BTW-identificatienummer heeft in de lidstaten waar de krachtens artikel 17, lid 3 bis, aftrekbare BTW is verschuldigd of voldaan.".

>Tekst na stemming van het EP>

Ter staving van deze bedragen dient de belastingplichtige een kopie van de facturen of van de invoerdocumenten bij dit speciale

formulier te voegen.

De belastingplichtige dient in het document bedoeld in de eerste alinea te verklaren dat hij geen BTW-identificatienummer heeft in de lidstaten waar de krachtens artikel 17, lid 3 bis, aftrekbare BTW is verschuldigd of voldaan.".

(Amendement 9)

ARTIKEL 3, LID 1, EERSTE ALINEA

>Oorspronkelijke tekst>

1. De lidstaten laten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden teneinde zich te conformeren aan deze richtlijn op 1 januari 1999. Zij informeren hierover onmiddellijk de Commissie.

>Tekst na stemming van het EP>

1.

De lidstaten laten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden teneinde zich te conformeren aan deze richtlijn op 1 januari 1999. Zij informeren hierover onmiddellijk de Commissie en de andere lidstaten. Tevens informeren zij de Commissie en de andere lidstaten zo spoedig mogelijk over eventuele wijzigingen die later in deze bepalingen worden aangebracht.

(Amendement 10)

ARTIKEL 3, LID 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

>Tekst na stemming van het EP>

2.

De lidstaten delen de Commissie en de andere lidstaten de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede eventuele latere wijzigingen hierop.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling voor het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde (COM(98)0377 - C4-0474/98 - 98/0209(CNS))(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(98)0377 - 98/0209(CNS) ((PB C 219 van 15.7.1998, blz. 16.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 99 van het EG-Verdrag (C4-0474/98),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0490/98),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag, dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.