EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22012D0162

2012/162/EU: Besluit nr. 1/2011 van het comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling van 20 december 2011 betreffende de opneming in bijlage 1 van een nieuw hoofdstuk 19 over kabelbaaninstallaties en de actualisering van de verwijzingen naar wetgeving in bijlage 1

OJ L 80, 20.3.2012, p. 31–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/162(1)/oj

20.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/31


BESLUIT Nr. 1/2011 VAN HET COMITÉ DAT IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING VAN DE OVEREENSTEMMINGSBEOORDELING

van 20 december 2011

betreffende de opneming in bijlage 1 van een nieuw hoofdstuk 19 over kabelbaaninstallaties en de actualisering van de verwijzingen naar wetgeving in bijlage 1

(2012/162/EU)

HET COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling („de overeenkomst”), en met name artikel 10, lid 4, artikel 10, lid 5, en artikel 18, lid 2,

Overwegende dat in artikel 10, lid 5, van de overeenkomst wordt bepaald dat het comité op voorstel van een partij de bijlagen bij de overeenkomst kan wijzigen,

BESLUIT:

1.

Bijlage 1, Sectoren, bij de overeenkomst wordt gewijzigd teneinde er een nieuw hoofdstuk 19 over kabelbaaninstallaties in op te nemen overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel A van dit besluit.

2.

Bijlage 1, Sectoren, bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel B van dit besluit.

3.

Dit besluit, opgemaakt in tweevoud, wordt ondertekend door vertegenwoordigers van het comité die gemachtigd zijn namens de partijen op te treden. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen is aangebracht.

Ondertekend te Bern, 20 december 2011.

Namens de Zwitserse Bondsstaat

Christophe PERRITAZ

Ondertekend te Brussel, 14 december 2011.

Namens de Europese Unie

Fernando PERREAU DE PINNINCK


AANHANGSEL A

In bijlage 1, Sectoren, wordt het volgende hoofdstuk 19 over kabelbaaninstallaties opgenomen:

„HOOFDSTUK 19

KABELBAANINSTALLATIES

AFDELING I

Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen

Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2

Europese Unie

Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21; hierna „Richtlijn 2000/9/EG” genoemd).

Zwitserland

Federale wet van 23 juni 2006 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (RO 2006 5753), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2009 (RO 2009 5597).

Beschikking van 21 december 2006 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (RO 2007 39), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749).

AFDELING II

Overeenstemmingsbeoordelingsorganen

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt volgens de in artikel 11 van deze overeenkomst omschreven procedure een lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen vast en werkt deze bij.

AFDELING III

Aanwijzende autoriteiten

Het bij artikel 10 van deze overeenkomst ingestelde comité stelt een lijst op van de door de partijen aangemelde aanwijzende autoriteiten en werkt deze bij.

AFDELING IV

Bijzondere regels voor de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen

Bij de aanwijzing van overeenstemmingsbeoordelingsorganen houden de aanwijzende autoriteiten zich aan de algemene beginselen van bijlage 2 bij deze overeenkomst en aan de minimumcriteria van bijlage VIII bij Richtlijn 2000/9/EG.

AFDELING V

Aanvullende bepalingen

1.   Informatie-uitwisseling

Krachtens de artikelen 9 en 12 van deze overeenkomst wisselen de partijen de nodige informatie uit om ervoor te zorgen dat dit hoofdstuk naar behoren ten uitvoer wordt gelegd.

De bevoegde autoriteiten in Zwitserland en de lidstaten van de Europese Unie en de Europese Commissie wisselen in het bijzonder de in artikel 11 en artikel 14 van Richtlijn 2000/9/EG bedoelde informatie uit.

De overeenkomstig afdeling IV van deze bijlage aangewezen overeenstemmingsbeoordelingsorganen wisselen de in bijlage V bij Richtlijn 2000/9/EG bedoelde gegevens uit met betrekking tot module B, punten 7 en 8, module D, punt 6, en module H, punten 6 en 7.5.

2.   Technische documentatie

De fabrikanten, hun gemachtigden of de personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van producten kunnen ermee volstaan de door Richtlijn 2000/9/EG vereiste technische documentatie op het grondgebied van een van de partijen ter beschikking te houden.

De partijen verbinden zich ertoe alle relevante technische documenten op verzoek van de autoriteiten van de andere partij beschikbaar te stellen.

3.   Markttoezicht

De partijen stellen elkaar in kennis van de op hun grondgebied gevestigde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de tenuitvoerlegging van hun in afdeling I vermelde wetgeving.

De partijen stellen elkaar in kennis van hun activiteiten op het gebied van het markttoezicht in het kader van de daartoe aangewezen organen.”


AANHANGSEL B

WIJZIGINGEN IN BIJLAGE 1

HOOFDSTUK I

MACHINES

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden (PB L 310 van 25.11.2009, blz. 29)

Zwitserland

100.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

101.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)

102.

Beschikking van 2 april 2008 betreffende de veiligheid van machines (RO 2008 1785), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 2

PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

101.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 5

GASGESTOOKTE APPARATEN

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

101.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

102.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 6

DRUKAPPARATUUR

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 1, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1)”.

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

102.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

103.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)

104.

Beschikking van 20 november 2002 betreffende de veiligheid van drukvaten van eenvoudige vorm (RO 2003 38), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)

105.

Beschikking van 20 november 2002 betreffende de veiligheid van drukapparatuur (RO 2003 38), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 7

RADIOAPPARATUUR EN EINDAPPARATUUR VOOR TELECOMMUNICATIE

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 30 april 1997 betreffende telecommunicatie (LTC); (RO 1997 2187), laatstelijk gewijzigd op 12 juni 2009 (RO 2010 2617)

101.

Beschikking van 14 juni 2002 betreffende telecommunicatieapparatuur (OIT); (RO 2002 2086), laatstelijk gewijzigd op 18 november 2009 (RO 2009 6243)

102.

Beschikking van 14 juni 2002 van de Federale Dienst voor Communicatie (OFCOM) betreffende telecommunicatieapparatuur; (RO 2002 2111), laatstelijk gewijzigd op 7 april 2011 (RO 2011 1391)

103.

Bijlage 1 bij de OFCOM-beschikking betreffende telecommunicatieapparatuur (RO 2002 2115), laatstelijk gewijzigd op 21 november 2005 (RO 2005 5139)

104.

In het Feuille Fédérale gepubliceerde lijst van technische normen met titels en verwijzingen, laatstelijk gewijzigd op 3 mei 2011 (FF 2011 0799)

105.

Beschikking van 9 maart 2007 betreffende telecommunicatiediensten (RO 2007 945), laatstelijk gewijzigd op 4 november 2009 (RO 2009 5821)”.

HOOFDSTUK 8

APPARATEN EN SYSTEMEN BESTEMD VOOR GEBRUIK IN EEN EXPLOSIEVE OMGEVING

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 24 juni 1902 betreffende elektrische zwak- en sterkstroominstallaties (RO 19 252 en RS 4 798), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2008 (RO 2008 3437)

101.

Beschikking van 2 maart 1998 betreffende de veiligheid van apparaten en beveiligingssystemen bestemd voor gebruik in een explosieve omgeving (RO 1998 963), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749)

102.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

103.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 9

ELEKTRISCH MATERIEEL EN ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 24 juni 1902 betreffende elektrische zwak- en sterkstroominstallaties (RO 19 252 en RS 4 798), laatstelijk gewijzigd op 20 maart 2008 (RO 2008 3437)

101.

Beschikking van 30 maart 1994 betreffende elektrische zwakstroominstallaties (RO 1994 1185), laatstelijk gewijzigd op 18 november 2009 (RO 2009 6243)

102.

Beschikking van 30 maart 1994 betreffende elektrische sterkstroominstallaties (RO 1994 1199), laatstelijk gewijzigd op 8 december 1997 (RO 1998 54)

103.

Beschikking van 9 april 1997 betreffende elektrisch laagspanningsmateriaal (RO 1997 1016), laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010 (RO 2010 2749)

104.

Beschikking van 18 november 2009 betreffende elektromagnetische compatibiliteit (RO 2009 6243), laatstelijk gewijzigd op 24 augustus 2010 (RO 2010 3619)

105.

Beschikking van 14 juni 2002 betreffende telecommunicatieapparatuur (OIT); (RO 2002 2086), laatstelijk gewijzigd op 18 november 2009 (RO 2009 6243)”.

HOOFDSTUK 11

MEETINSTRUMENTEN EN VOORVERPAKKINGEN

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

102.

Federale wet van 9 juni 1977 betreffende metrologie (RO 1977 2394), laatstelijk gewijzigd op 18 juni 2010 (RO 2010 5003)

103.

Beschikking van 23 november 1994 inzake meeteenheden (RO 1994 3109)

104.

Beschikking van 15 februari 2006 inzake meetinstrumenten (RO 2006 1453), laatstelijk gewijzigd op 8 september 2010 (RO 2010 4489)

105.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 16 april 2004 inzake niet-automatische weeginstrumenten (RO 2004 2093), laatstelijk gewijzigd op 2 oktober 2006 (RO 2006) 4189

106.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor lengtemeting (RO 2006 1433)

107.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor volumemeting (RO 2006 1525)

108.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake meetsystemen voor andere vloeistoffen dan water (RO 2006 1533), laatstelijk gewijzigd op 5 oktober 2010 (RO 2010 4595)

109.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake automatische weeginstrumenten (RO 2006 1545)

110.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van thermische energie (RO 2006 1569)

111.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van gashoeveelheden (RO 2006 1591)

112.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van uitlaatgassen van verbrandingsmotoren (RO 2006 1599)

113.

Beschikking van het Federaal Ministerie van Justitie en Politie van 19 maart 2006 inzake instrumenten voor het meten van elektrische energie en elektrisch vermogen (RO 2006 1613)

114.

Beschikking van 15 augustus 1986 inzake gewichten (RO 1986 2022), laatstelijk gewijzigd op 2 oktober 2006 (RO 2006 4193)”.

HOOFDSTUK 14

GOEDE LABORATORIUMPRAKTIJKEN, GLP

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 7 oktober 1983 inzake de bescherming van het milieu (RO 1984 1122), laatstelijk gewijzigd op 19 maart 2010 (RO 2010 3233)

101.

Federale wet van 15 december 2000 inzake bescherming tegen gevaarlijke stoffen en preparaten (RO 2004 4763), laatstelijk gewijzigd op 17 juni 2005 (RO 2006 2197)

102.

Beschikking van 18 mei 2005 inzake bescherming tegen gevaarlijke stoffen en preparaten (RO 2005 2721), laatstelijk gewijzigd op 10 november 2010 (RO 2010 5223)

103.

Beschikking van 18 mei 2005 betreffende de afgifte van vergunningen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (RO 2005 3035), laatstelijk gewijzigd op 17 juni 2011 (RO 2011 2927)

104.

Federale wet van 15 december 2000 betreffende geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (RO 2001 2790), laatstelijk gewijzigd op 8 september 2010 (RO 2010 4027)

105.

Beschikking van 17 oktober 2001 inzake geneesmiddelen (RO 2001 3420), laatstelijk gewijzigd op 8 september 2010 (RO 2010 3863)”.

HOOFDSTUK 15

GENEESMIDDELEN, GMP-INSPECTIE EN CERTIFICERING VAN CHARGES

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 15 december 2000 betreffende geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (RO 2001 2790), laatstelijk gewijzigd op 8 september 2010 (RO 2010 4027)

101.

Beschikking van 17 oktober 2001 betreffende de vestigingsvergunningen (RO 2001 3399), laatstelijk gewijzigd op 25 mei 2011 (RO 2011 2561)

102.

Beschikking van de Zwitserse dienst voor therapeutische producten van 9 november 2001 inzake de voorwaarden waaraan de vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen moet voldoen (RO 2001 3437), laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2006 (RO 2006 3587)

103.

Beschikking van 17 oktober 2001 inzake klinische proeven met farmaceutische producten (RO 2001 3511), laatstelijk gewijzigd op 8 september 2010 (RO 2010 4043)”.

HOOFDSTUK 17

LIFTEN

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van de Europese Unie en van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Europese Unie

1.

Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften (PB L 213 van 7.9.1995, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24)

Zwitserland

100.

Federale wet van 12 juni 2009 betreffende de productveiligheid (RO 2010 2573)

101.

Beschikking van 19 mei 2010 over productveiligheid (RO 2010 2583)

102.

Beschikking van 23 juni 1999 betreffende de veiligheid van liften (RO 1999 1875), laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2010 (RO 2010 2583)”.

HOOFDSTUK 18

BIOCIDEN

In afdeling I, Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, Bepalingen bedoeld in artikel 1, lid 2, wordt de verwijzing naar de bepalingen van Zwitserland geschrapt en vervangen door de volgende tekst:

„Zwitserland

100.

Federale wet van 15 december 2000 inzake bescherming tegen gevaarlijke stoffen en preparaten (RO 2004 4763), laatstelijk gewijzigd op 17 juni 2005 (RO 2006 2197)

101.

Federale wet van 7 oktober 1983 inzake de bescherming van het milieu (RO 1984 1122), laatstelijk gewijzigd op 19 maart 2010 (RO 2010 3233)

102.

Beschikking van 18 mei 2005 betreffende het op de markt brengen en het gebruik van biociden (RO 2005 2821), laatstelijk gewijzigd op 4 april 2011 (RO 2011 1403)”.


Top