This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02018R1229-20221102
Commission Delegated Regulation (EU) 2018/1229 of 25 May 2018 supplementing Regulation (EU) No 909/2014 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on settlement discipline (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 van de Commissie van 25 mei 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake afwikkelingsdiscipline (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 van de Commissie van 25 mei 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake afwikkelingsdiscipline (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02018R1229 — NL — 02.11.2022 — 004.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1229 VAN DE COMMISSIE van 25 mei 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake afwikkelingsdiscipline (PB L 230 van 13.9.2018, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1689 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2019 |
L 259 |
1 |
10.10.2019 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1212 VAN DE COMMISSIE van 8 mei 2020 |
L 275 |
3 |
24.8.2020 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/70 VAN DE COMMISSIE van 23 oktober 2020 |
L 27 |
1 |
27.1.2021 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1930 VAN DE COMMISSIE van 6 juli 2022 |
L 266 |
13 |
13.10.2022 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1229 VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2018
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake afwikkelingsdiscipline
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
Algemeen
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„clearinglid” : een onderneming in de zin van artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); |
b) |
„beursverhandeld fonds (exchange-traded fund, ETF)” : een fonds in de zin van artikel 4, lid 1, punt 46, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ); |
c) |
„uitvoering van orders” : uitvoering van orders voor rekening van cliënten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 5, van Richtlijn 2014/65/EU; |
d) |
„niet-professionele cliënt” : een niet-professionele cliënt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 11, van Richtlijn 2014/65/EU; |
e) |
„afwikkelingsinstructie” : een overboekingsopdracht in de zin van artikel 2, punt i), van Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ); |
f) |
„handelende partij” : een partij die handelt als principaal bij een effectentransactie als bedoeld in artikel 7, lid 10, eerste alinea, onder c), van Verordening (EU) nr. 909/2014; |
g) |
„lid van een handelsplatform” : een lid van of deelnemer aan een handelsplatform. |
HOOFDSTUK II
Maatregelen ter voorkoming van mislukte afwikkelingsoperaties
Artikel 2
Maatregelen met betrekking tot professionele cliënten
Beleggingsondernemingen verlangen van hun professionele cliënten dat dezen hun schriftelijke toewijzingen van effecten of van gelden aan in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 genoemde transacties zenden, met identificatie van de te crediteren of debiteren rekeningen. Die schriftelijke toewijzingen vermelden het volgende:
een van de volgende types transacties:
aankoop of verkoop van effecten;
transacties in verband met zekerhedenbeheer;
uitleningen/leningen van effecten;
retrocessietransacties;
andere transacties, die kunnen worden geïdentificeerd via gedetailleerdere ISO-codes;
het International Securities Identification Number (ISIN) van het financiële instrument of, wanneer het ISIN niet beschikbaar is, een andere identificatiecode van het financiële instrument;
de levering of de ontvangst van financiële instrumenten of gelden;
de nominale waarde voor schuldinstrumenten, en de hoeveelheid voor andere financiële instrumenten;
de transactiedatum;
de transactieprijs van het financiële instrument;
de valuta waarin de transactie luidt;
de beoogde afwikkelingsdatum van de transactie;
het totale bedrag aan te leveren of te ontvangen gelden;
de identificatiecode van de entiteit waar de effecten worden gehouden;
de identificatiecode van de entiteit waar de gelden worden gehouden;
de namen en nummers van de te crediteren of debiteren effecten- of kasrekeningen.
Schriftelijke toewijzingen omvatten alle andere informatie die de beleggingsonderneming nodig heeft om de afwikkeling van de transactie te faciliteren.
Beleggingsondernemingen die bevestiging hebben ontvangen van de uitvoering van een transactieorder dat door een professionele cliënt is geplaatst, zorgen er via contractuele regelingen voor dat de professionele cliënt binnen de in lid 2 bepaalde termijnen schriftelijk zijn instemming met de voorwaarden van de transactie bevestigt. Die schriftelijke bevestiging mag ook worden opgenomen in de schriftelijke toewijzing.
Beleggingsondernemingen bieden hun professionele cliënten de mogelijkheid om de schriftelijke toewijzing en de schriftelijke bevestiging elektronisch te zenden, via de internationale open communicatieprocedures en -normen voor berichtenverkeer en referentiedata als bedoeld in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 909/2014.
Professionele cliënten zorgen ervoor dat de beleggingsonderneming de in lid 1 genoemde schriftelijke toewijzingen en schriftelijke bevestigingen ontvangt binnen een van de volgende termijnen:
tegen het einde van de werkdag waarop de transactie heeft plaatsgevonden, wanneer de beleggingsonderneming en de betrokken professionele cliënt zich in dezelfde tijdszone bevinden;
tegen 12.00 CET op de werkdag na de dag waarop de transactie heeft plaatsgevonden, wanneer een van de volgende situaties zich voordoet:
tussen de tijdszone van de beleggingsonderneming en de tijdszone van de betrokken professionele cliënt is er een verschil van meer dan twee uur;
de orders zijn uitgevoerd na 16.00 CET van de werkdag in de tijdszone van de beleggingsonderneming.
Beleggingsondernemingen bevestigen de ontvangst van de schriftelijke toewijzing en van de schriftelijke bevestiging binnen twee uur na de ontvangst ervan. Wanneer een beleggingsonderneming de schriftelijke toewijzing en de schriftelijke bevestiging ontvangt minder dan één uur vóór het eind van haar handelsactiviteiten, bevestigt die beleggingsonderneming de ontvangst van de schriftelijke toewijzing en de schriftelijke bevestiging binnen één uur na het begin van de handelsactiviteiten op de volgende werkdag.
Artikel 3
Maatregelen met betrekking tot niet-professionele cliënten
Beleggingsondernemingen verlangen van hun niet-professionele cliënten dat dezen hun alle afwikkelingsgegevens die relevant zijn voor de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 genoemde transacties, zenden tegen 12.00 CET op de werkdag na de dag waarop de transactie heeft plaatsgevonden binnen de tijdszone van de beleggingsonderneming, tenzij die cliënt de betrokken financiële instrumenten en gelden bij diezelfde beleggingsonderneming aanhoudt.
Artikel 4
Faciliteren en verwerken van afwikkeling
Een handmatig ingrijpen in het geautomatiseerde afwikkelingsproces vindt plaats in de volgende omstandigheden:
wanneer de stroom van een ontvangen afwikkelingsinstructie naar het effectenafwikkelingssysteem is vertraagd of gewijzigd of wanneer die afwikkelingsinstructie zelf is gewijzigd buiten de geautomatiseerde procedures om;
wanneer bij de verwerking van ontvangen afwikkelingsinstructies in het afwikkelingsplatform een ingreep plaatsvindt buiten de geautomatiseerde procedures om, daaronder begrepen het beheer van IT-incidenten.
Artikel 5
Matching en invulling van afwikkelingsinstructies
CSD's verlangen van deelnemers dat zij hun afwikkelingsinstructies met de in lid 1 bedoelde functionaliteit matchen vóór de afwikkeling ervan, behalve in de volgende omstandigheden:
wanneer de CSD ermee heeft ingestemd dat de afwikkelingsinstructies al zijn gematcht door handelsplatformen, CTP's of andere entiteiten;
wanneer de CSD de afwikkelingsinstructies zelf heeft gematcht;
in het geval van afwikkelingsinstructies zonder betaling (free of payment — FoP) als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder g), i), die bestaan in overboekingsopdrachten van financiële instrumenten tussen verschillende rekeningen die op naam van dezelfde deelnemer zijn geopend of die door dezelfde rekeningbeheerder worden beheerd.
De onder c) genoemde rekeningbeheerders omvatten entiteiten die met een CSD een contractuele relatie hebben en door die CSD aangehouden effectenrekeningen beheren door middel van girale vastlegging in die effectenrekeningen.
CSD's verlangen van deelnemers dat zij de in hun afwikkelingsinstructies de volgende matchingvelden gebruiken voor het matchen van afwikkelingsinstructies:
het type afwikkelingsinstructie als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder g);
de beoogde afwikkelingsdatum van de afwikkelingsinstructie;
de transactiedatum;
de valuta, behalve in het geval van FoP-afwikkelingsinstructies;
het afwikkelingsbedrag, behalve in het geval van FoP-afwikkelingsinstructies;
de nominale waarde voor schuldinstrumenten, of de hoeveelheid voor andere financiële instrumenten;
de levering of de ontvangst van de financiële instrumenten of gelden;
het ISIN van het financiële instrument;
de identificatiecode van de deelnemer die de financiële instrumenten of gelden levert;
de identificatiecode van de deelnemer die de financiële instrumenten of gelden ontvangt;
de identificatiecode van de CSD van de tegenpartij van de deelnemer, in het geval van CSD's die gebruikmaken van een gemeenschappelijke afwikkelingsinfrastructuur, onder meer in de in artikel 30, lid 5, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde omstandigheden;
andere matchingvelden die de CSD voor het faciliteren van de afwikkeling van transacties verlangt.
Naast de in lid 3 genoemde velden verlangen CSD's dat hun deelnemers een veld gebruiken voor het vermelden van het transactietype in hun afwikkelingsinstructies op basis van de volgende taxonomie:
aankoop of verkoop van effecten;
transacties in verband met zekerhedenbeheer;
uitleningen/leningen van effecten;
retrocessietransacties;
andere transacties (die kunnen worden geïdentificeerd via gedetailleerdere ISO-codes als verschaft door de CSD).
Artikel 6
Tolerantieniveaus
Ten behoeve van de matching stellen CSD's tolerantieniveaus vast voor afwikkelingsbedragen.
Het tolerantieniveau geeft het maximale verschil aan tussen de afwikkelingsbedragen in twee overeenstemmende afwikkelingsinstructies waarmee nog steeds matching mogelijk is.
Voor afwikkelingsinstructies in euro wordt het tolerantieniveau per afwikkelingsinstructie bepaald op 2 EUR voor afwikkelingsbedragen tot 100 000 EUR en op 25 EUR voor afwikkelingsbedragen van meer dan 100 000 EUR. Voor afwikkelingsinstructies in andere valuta's is het tolerantieniveau per afwikkelingsinstructie het equivalente bedrag op basis van de officiële wisselkoers van de ECB, voor zover beschikbaar.
Artikel 7
Annuleringsfaciliteit
CSD's zetten een bilaterale annuleringsfaciliteit op waarmee deelnemers bilateraal gematchte afwikkelingsinstructies die deel uitmaken van dezelfde transactie, kunnen annuleren.
Artikel 8
Hold/release-mechanisme
CSD's zetten een hold/release-mechanisme op dat uit de volgende onderdelen bestaat:
een hold-mechanisme waarmee de opdrachtgevende deelnemer uitstaande afwikkelingsinstructies kan blokkeren ten behoeve van afwikkeling;
een release-mechanisme waarmee uitstaande afwikkelingsinstructies die de opdrachtgevende deelnemer heeft geblokkeerd, kunnen worden vrijgegeven ten behoeve van afwikkeling.
Artikel 9
Recycling
CSD's recyclen afwikkelingsinstructies die in een mislukte afwikkelingsoperatie hebben geresulteerd totdat deze zijn afgewikkeld of bilateraal zijn geannuleerd.
Artikel 10
Gedeeltelijke afwikkeling
CSD's bieden de mogelijkheid om afwikkelingsinstructies gedeeltelijk af te wikkelen.
Artikel 11
Aanvullende faciliteiten en informatie
CSD's bieden deelnemers realtime-informatie over de status van hun afwikkelingsinstructies in het effectenafwikkelingssysteem, met inbegrip van informatie over:
uitstaande afwikkelingsinstructies die nog op de beoogde afwikkelingsdatum kunnen worden afgewikkeld;
mislukte afwikkelingsinstructies die niet meer op de beoogde afwikkelingsdatum kunnen worden afgewikkeld;
volledig afgewikkelde afwikkelingsinstructies;
gedeeltelijk afgewikkelde afwikkelingsinstructies, met vermelding van het afgewikkelde en het niet-afgewikkelde gedeelte van ofwel financiële instrumenten, ofwel gelden;
geannuleerde afwikkelingsinstructies, met vermelding of die instructies door het systeem of door de deelnemer zijn geannuleerd.
De in lid 2 bedoelde realtime-informatie omvat het volgende:
het feit of de afwikkelingsinstructie al dan niet is gematcht;
het feit of de afwikkelingsinstructie al dan niet nog gedeeltelijk kan worden afgewikkeld;
het feit of de afwikkelingsinstructie al dan niet in de wacht staat;
de redenen waarom instructies nog uitstaan of mislukken.
Artikel 12
Vrijstelling van bepaalde maatregelen ter voorkoming van mislukte afwikkelingsoperaties
De artikelen 8 en 10 zijn niet van toepassing wanneer het door een CSD geëxploiteerde effectenafwikkelingssysteem aan de volgende voorwaarden voldoet:
de waarde van mislukte afwikkelingsoperaties bedraagt niet meer dan 2,5 miljard EUR per jaar;
het percentage mislukte afwikkelingsoperaties, op basis van ofwel het aantal afwikkelingsinstructies, ofwel de waarde van afwikkelingsinstructies, bedraagt minder dan 0,5 % per jaar.
Het percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van het aantal afwikkelingsinstructies wordt berekend door het aantal mislukte afwikkelingsoperaties te delen door het aantal in de betrokken periode in het effectenafwikkelingssysteem ingevoerde afwikkelingsinstructies.
Het percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van de waarde van afwikkelingsinstructies wordt berekend door de waarde in euro van mislukte afwikkelingsoperaties te delen door de waarde van in de betrokken periode in het effectenafwikkelingssysteem ingevoerde afwikkelingsinstructies.
Wanneer door de beoordeling wordt bevestigd dat ten minste aan één van de in lid 1 genoemde voorwaarden niet langer is voldaan, passen CSD's de artikelen 8 en 10 toe binnen één jaar te rekenen vanaf de datum van de in de eerste alinea genoemde kennisgeving.
HOOFDSTUK III
Maatregelen voor het aanpakken van mislukte afwikkelingsoperaties
Artikel 13
Nadere gegevens over het systeem voor monitoring van mislukte afwikkelingsoperaties
CSD's zetten een systeem op waarmee zij voor elke beoogde afwikkelingsdatum het aantal en de waarde van mislukte afwikkelingsoperaties kunnen monitoren, daaronder begrepen de duur van elke mislukte afwikkelingsoperatie uitgedrukt in werkdagen. Dat systeem verzamelt voor elke mislukte afwikkelingsoperatie de volgende gegevens:
de reden voor de mislukte afwikkelingsoperatie, op basis van de voor de CSD beschikbare informatie;
eventuele afwikkelingsbeperkingen zoals het reserveren, blokkeren of oormerken van financiële instrumenten of gelden waardoor die financiële instrumenten of gelden niet voor afwikkeling beschikbaar zijn;
het door de mislukte afwikkelingsoperatie geraakte type financieel instrument, volgens de onderstaande categorieën:
effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU;
overheidsschuld in de zin van artikel 4, lid 1, punt 61, van Richtlijn 2014/65/EU;
effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU, niet zijnde overheidsschuld in de zin van punt ii);
effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder c), van Richtlijn 2014/65/EU;
beursverhandelde fondsen (ETF's);
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, niet zijnde ETF's;
geldmarktinstrumenten, niet zijnde overheidsschuld in de zin van punt ii);
emissierechten;
overige financiële instrumenten;
het door de mislukte afwikkelingsoperatie geraakte type transactie, volgens de onderstaande categorieën:
aankoop of verkoop van financiële instrumenten;
transacties in verband met zekerhedenbeheer;
uitleningen/leningen van effecten;
retrocessietransacties;
andere transacties, die kunnen worden geïdentificeerd via gedetailleerdere ISO-codes als verschaft door de CSD;
de handels- en clearinglocatie van de geraakte financiële instrumenten, voor zover beschikbaar;
het door de mislukte afwikkelingsoperatie geraakte type afwikkelingsinstructie, volgens de onderstaande categorieën:
een intra-CSD afwikkelingsinstructie, wanneer de nalatige en de ontvangende partijen beiden deelnemers zijn aan hetzelfde effectenafwikkelingssysteem, of
een inter-CSD afwikkelingsinstructie, wanneer de nalatige en de ontvangende partijen deelnemers zijn aan twee verschillende effectenafwikkelingssystemen of een van de deelnemers een CSD is;
het door de mislukte afwikkelingsoperatie geraakte type afwikkelingsinstructie, volgens de onderstaande categorieën:
FoP-afwikkelingsinstructies, die bestaan uit afwikkelingsinstructies voor levering zonder betaling (deliver free of payment — DFP) en voor ontvangst zonder betaling (receive free of payment — RFP);
afwikkelingsinstructies voor levering tegen betaling (delivery versus payment — DVP) en voor ontvangst tegen betaling (receive versus payment — RVP);
afwikkelingsinstructies voor levering met betaling (delivery with payment — DWP) en voor ontvangst met betaling (receive with payment — RWP), of
afwikkelingsinstructies met betaling zonder levering (payment free of delivery — PFOD), bestaande uit afwikkelingsinstructies met debitering betaling zonder levering (debiting payment free of delivery — DPFOD) en creditering betaling zonder levering (crediting payment free of delivery — CPFOD).
het type effectenrekeningen dat bij de mislukte afwikkelingsoperatie betrokken is, waaronder:
een eigen rekening van een deelnemer;
een individuele cliëntenrekening van een deelnemer;
een omnibuscliëntenrekening van een deelnemer;
de valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden.
Artikel 14
Rapportage van mislukte afwikkelingsoperaties
Die gegevens omvatten de desbetreffende waarden in euro. Waarden worden omgerekend in euro aan de hand van de officiële wisselkoers van de ECB op de laatste dag van de rapportageperiode wanneer die officiële ECB-wisselkoers beschikbaar is.
Indien de bevoegde autoriteit daarom verzoekt, rapporteren CSD's frequenter en verschaffen zij aanvullende informatie over mislukte afwikkelingsoperaties.
CSD's monitoren op regelmatige basis de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde maatregelen en verschaffen de bevoegde autoriteiten en de relevante autoriteit, op verzoek, alle relevante bevindingen welke die monitoring oplevert.
De in de bijlagen I, II en III bedoelde waarde van de afwikkelingsinstructies wordt als volgt berekend:
bij afwikkelingsinstructies tegen betaling: het afwikkelingsbedrag van de geldzijde;
bij FoP-afwikkelingsinstructies: de in artikel 32, lid 3, bedoelde marktwaarde van de financiële instrumenten of, indien deze niet voorhanden is, de nominale waarde van de financiële instrumenten.
Artikel 15
Openbaarmaking met betrekking tot mislukte afwikkelingsoperaties
CSD's maken voor het effectenafwikkelingssysteem dat zij exploiteren, de in bijlage III vermelde gegevens kosteloos openbaar, daaronder begrepen de desbetreffende waarden in euro.
Waarden worden omgerekend in euro aan de hand van de officiële wisselkoers van de ECB op de laatste dag van de rapportageperiode wanneer die officiële ECB-wisselkoers beschikbaar is.
De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden jaarlijks en in een in internationale financiële kringen gangbare taal bekendgemaakt en zijn machineleesbaar.
Artikel 16
Berekening en oplegging van geldboeten
De in de eerste alinea bedoelde berekening omvat ook afwikkelingsinstructies die door een deelnemer in de wacht zijn gezet.
Wanneer overeenkomstig artikel 5, lid 2, matching is vereist, worden geldboeten alleen opgelegd voor gematchte afwikkelingsinstructies.
Wanneer in overeenstemming met artikel 27, lid 10, artikel 29, lid 11, of artikel 31, lid 11, nieuwe afwikkelingsinstructies voor niet-geleverde financiële instrumenten in het effectenafwikkelingssysteem worden ingevoerd, worden geldboeten voor de nieuwe afwikkelingsinstructies opgelegd vanaf de dag waarop die instructies in het effectenafwikkelingssysteem zijn ingevoerd.
Wanneer afwikkelingsinstructies zijn gematcht na de beoogde afwikkelingsdatum, worden geldboeten voor de periode tussen de beoogde afwikkelingsdatum en de werkdag vóór de dag waarop de matching heeft plaatsgevonden, voldaan door de laatste deelnemer die de betrokken afwikkelingsinstructie in het effectenafwikkelingssysteem heeft ingevoerd of aangepast.
Artikel 17
Inning en uitkering van geldboeten
Geldboeten worden gestort op een daartoe bestemde kasrekening.
Artikel 18
Kosten van het sanctiemechanisme
Artikel 19
Sanctiemechanisme ingeval de deelnemer een CTP is
Wanneer de nalatige of de ontvangende deelnemer een CTP is, zorgen CSD's ervoor dat:
CTP's de berekening van de geldboeten voor de door die CTP's ingediende mislukte afwikkelingsoperaties ontvangen;
CTP's de in onder a) bedoelde geldboeten innen bij de clearingleden die de mislukte afwikkelingsoperaties veroorzaakt hebben;
CTP's de in onder b) bedoelde geldboeten uitkeren aan de clearingleden die door de mislukte afwikkelingsoperaties geraakt zijn;
CTP's aan de CSD maandelijks rapporteren over de geldboeten die geïnd en uitgekeerd zijn.
Artikel 20
Van een gemeenschappelijke afwikkelingsinfrastructuur gebruikmakende CSD's
CSD's die gebruikmaken van een gemeenschappelijke afwikkelingsinfrastructuur, ook wanneer een aantal van hun diensten of activiteiten zijn uitbesteed als bedoeld in artikel 30, lid 5, van Verordening (EU) nr. 909/2014, zetten gezamenlijk het in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde sanctiemechanisme op en beheren gezamenlijk de concrete voorwaarden voor de berekening, oplegging, inning en uitkering van geldboeten in overeenstemming met deze verordening.
Artikel 21
Buy-in niet mogelijk
Een buy-in wordt alleen geacht onmogelijk te zijn wanneer:
de betrokken financiële instrumenten niet meer bestaan;
voor niet door een CTP geclearde transacties, het nalatige lid van het handelsplatform of de nalatige handelende partij aan een insolventieprocedure is onderworpen.
Voor de toepassing van punt b) wordt onder „insolventieprocedure” het volgende verstaan: iedere collectieve maatregel waarin de wetgeving van een lidstaat of van een derde land voorziet, met het oog op de liquidatie of de sanering van het lid van het handelsplatform of de handelende partij, indien een dergelijke maatregel gepaard gaat met opschorting van of oplegging van beperkingen aan overboekingen of betalingen.
Artikel 22
Ineffectief buy-inproces
Voor de toepassing van artikel 7, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 909/2014 worden de volgende verrichtingen geacht te bestaan uit meerdere transacties:
verrichtingen waarbij één partij financiële instrumenten tegen contanten verkoopt („eerste transactie”), met een toezegging van de wederpartij om gelijkwaardige financiële instrumenten aan de eerste partij te verkopen tegen een prijs die is of kan worden vastgesteld („tweede transactie”);
verrichtingen waarbij één partij financiële instrumenten aan een andere partij overdraagt („eerste transactie”), met een toezegging van die wederpartij om op haar beurt gelijkwaardige financiële instrumenten aan de eerste partij te leveren („tweede transactie”).
Artikel 23
Toepassing van gedeeltelijke afwikkeling
Artikel 24
Buy-inagent
Een buy-inagent heeft geen belangenconflict bij het uitvoeren van een buy-in en voert de buy-in uit tegen de voorwaarden die het voordeligst zijn voor het nalatige clearinglid, het nalatige lid van een handelsplatform of de nalatige handelende partij, al naargelang, in overeenstemming met artikel 27 van Richtlijn 2014/65/EU.
Artikel 25
Contractuele regelingen en procedures
Artikel 26
Initiële controle
Artikel 27
Buy-inprocedure en -kennisgevingen
Na ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving mag het nalatige clearinglid de financiële instrumenten alleen als volgt leveren:
aan de buy-inagent wanneer de buy-inagent daarin vooraf heeft toegestemd;
aan de CTP wanneer de geveilde instrumenten zijn toegewezen aan dat nalatige clearinglid.
Vóór ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving mag het nalatige clearinglid de financiële instrumenten nog steeds rechtstreeks aan de CTP leveren.
De CTP accepteert en betaalt voor de in de leden 5 en 8 bedoelde financiële instrumenten waarvoor buy-in heeft plaatsgevonden, en zorgt ervoor dat het volgende wordt uitgevoerd aan het eind van elke werkdag waarop de CTP die financiële instrumenten ontvangt:
de financiële instrumenten waarvoor buy-in heeft plaatsgevonden, worden geleverd aan de ontvangende clearingleden;
de afwikkelingsinstructies met betrekking tot de mislukte afwikkelingsoperatie worden geannuleerd;
voor alle niet-geleverde financiële instrumenten worden nieuwe afwikkelingsinstructies in het effectenafwikkelingssysteem ingevoerd en de CSD ontvangt de informatie die nodig is om dergelijke nieuwe afwikkelingsinstructies dienovereenkomstig te identificeren.
Artikel 28
Initiële controle
Artikel 29
Buy-inprocedure en -kennisgevingen
Vóór ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving mag het nalatige lid van het handelsplatform de financiële instrumenten nog steeds rechtstreeks aan het ontvangende lid van het handelsplatform leveren.
De ontvangende en de nalatige leden van het handelsplatform zorgen ervoor dat het volgende wordt uitgevoerd aan het eind van elke werkdag waarop het ontvangende lid van het handelsplatform de in de leden 5 en 8 bedoelde financiële instrumenten ontvangt:
de afwikkelingsinstructies met betrekking tot de mislukte afwikkelingsoperatie worden geannuleerd;
voor alle niet-geleverde financiële instrumenten worden nieuwe afwikkelingsinstructies ingevoerd in het effectenafwikkelingssysteem en de CSD ontvangt de informatie die nodig is om dergelijke nieuwe afwikkelingsinstructies dienovereenkomstig te identificeren.
Artikel 30
Initiële controle
Artikel 31
Buy-inprocedure en -kennisgevingen
Vóór ontvangst van de in lid 1 bedoelde kennisgeving mag de nalatige handelende partij de financiële instrumenten nog steeds rechtstreeks aan de ontvangende handelende partij leveren.
De ontvangende en de nalatige handelende partijen zorgen ervoor dat het volgende wordt uitgevoerd aan het eind van elke werkdag waarop de ontvangende handelende partij de in de leden 5 en 8 bedoelde financiële instrumenten ontvangt:
de afwikkelingsinstructies met betrekking tot de mislukte afwikkelingsoperatie worden geannuleerd;
voor alle niet-geleverde financiële instrumenten worden nieuwe afwikkelingsinstructies in het effectenafwikkelingssysteem ingevoerd en de CSD ontvangt de informatie die nodig is om dergelijke nieuwe afwikkelingsinstructies dienovereenkomstig te identificeren.
Artikel 32
Berekening van de geldelijke vergoeding
De in overeenstemming met artikel 7, lid 7, van Verordening (EU) nr. 909/2014 verschuldigde geldelijke vergoeding wordt op een van de volgende wijzen berekend:
voor afwikkelingsinstructies tegen betaling: het verschil tussen de marktwaarde van de betrokken financiële instrumenten op de werkdag vóór de betaling van de geldelijke vergoeding en het in de mislukte afwikkelingsinstructie opgenomen afwikkelingsbedrag wanneer dat afwikkelingsbedrag lager is dan die marktwaarde;
voor afwikkelingsinstructies zonder betaling: het verschil tussen de marktwaarde van de betrokken financiële instrumenten op de werkdag vóór de betaling van de geldelijke vergoeding en de marktwaarde van die financiële instrumenten op de dag waarop zij worden verhandeld, wanneer de marktwaarde van die financiële instrumenten op de dag waarop zij worden verhandeld, lager is dan op de werkdag vóór de betaling van de geldelijke vergoeding.
De in lid 1 bedoelde marktwaarde wordt als volgt bepaald:
voor de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ) genoemde financiële instrumenten die tot de handel op een handelsplatform in de Unie zijn toegelaten: de waarde bepaald op basis van de slotkoers op de qua liquiditeit meest relevante markt als bedoeld in artikel 4, lid 6, onder b), van genoemde verordening;
voor tot de handel op een handelsplatform in de Unie toegelaten financiële instrumenten niet zijnde die bedoeld in punt a): de waarde bepaald op basis van de slotkoers op het handelsplatform in de Unie met de hoogste omzet;
voor financiële instrumenten niet zijnde die bedoeld in de punten a) en b): de waarde bepaald op basis van een prijs die is berekend volgens een vooraf bepaalde, door de bevoegde autoriteit van de CSD goedgekeurde methodiek die is gebaseerd op met marktgegevens samenhangende criteria, zoals op handelsplatformen of bij beleggingsondernemingen beschikbare marktprijzen.
Artikel 33
Betaling van de geldelijke vergoeding
Artikel 34
Betaling van de kosten van de buy-in
De in artikel 7, lid 8, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde bedragen worden betaald door de nalatige clearingleden, nalatige leden van een handelsplatform of nalatige handelende partijen, al naargelang.
Artikel 35
Betaling van het prijsverschil
Wanneer transacties door een CTP zijn gecleard, wordt het in de eerste alinea bedoelde prijsverschil door de CTP bij nalatige clearingleden geïnd en aan de ontvangende clearingleden betaald.
Artikel 36
Verlengingstermijnen
In overeenstemming met artikel 7, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 909/2014 wordt de verlengingstermijn voor de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 genoemde financiële instrumenten verlengd van vier tot zeven werkdagen voor alle financiële instrumenten niet zijnde aandelen waarvoor een liquide markt bestaat in de zin van artikel 2, lid 1, punt 17, onder b), van Verordening (EU) nr. 600/2014.
Artikel 37
Termijn voor de levering van financiële instrumenten
Na het buy-inproces worden de in artikel 5, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 909/2014 genoemde financiële instrumenten binnen de volgende termijnen geleverd aan de ontvangende deelnemers die handelen namens de CTP, de ontvangende clearingleden, de leden van het handelsplatform of de handelende partijen:
vier werkdagen na de in artikel 36 bedoelde verlengingstermijn voor aandelen met een liquide markt;
zeven werkdagen na de in artikel 36 bedoelde verlengingstermijn voor financiële instrumenten niet zijnde aandelen met een liquide markt;
zeven werkdagen na de in artikel 7, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde verlengingstermijn voor op mkb-groeimarkten verhandelde financiële instrumenten;
wanneer onder a) bedoelde aandelen op mkb-groeimarkten worden verhandeld, is punt c) van toepassing.
Artikel 38
Duur van het uitstel van de uitvoering van een buy-in
Wanneer de CTP, het ontvangende lid van een handelsplatform of de ontvangende handelende partij de uitvoering van de buy-in uitstelt, wordt de duur van de in artikel 7, lid 7, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde uitstelperiode vastgesteld overeenkomstig de in artikel 37 genoemde termijnen.
Artikel 39
Consequent en systematisch verzuim om effecten te leveren
Het relevante aantal dagen wordt voor elke deelnemer bepaald op 10 % van het aantal dagen dat die deelnemer aan het effectenafwikkelingssysteem de voorafgaande twaalf maanden actief was.
Artikel 40
Afwikkelingsgegevens voor CTP's en handelsplatformen
De in artikel 7, lid 10, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 909/2014 bedoelde afwikkelingsgegevens omvatten de identificatie van de betrokken transacties, de deelnemers en de betrokken afwikkelingsinstructies. Die gegevens zijn gebaseerd op de gegevens in het effectenafwikkelingssysteem dat de CSD exploiteert.
Artikel 41
Afwikkelingsgegevens bij gebreke van directe transactiestromen vanuit het handelsplatform
Voor op een handelsplatform uitgevoerde transacties die niet door een CTP worden gecleard, identificeren deelnemers bij gebreke van een directe transactiestroom vanuit het handelsplatform naar de CSD, het handelsplatform en de transacties in hun afwikkelingsinstructies. Bij gebreke van dergelijke gegevens beschouwen CSD's de transacties als niet uitgevoerd op een handelsplatform.
HOOFDSTUK IV
Slotbepalingen
Artikel 41 bis
Overgangsbepalingen
Tot 2 november 2025 ziet een centrale tegenpartij in een lidstaat die clearingdiensten voor aandelen aanbiedt, erop toe dat procedures voorhanden zijn die aan alle volgende eisen voldoen:
wanneer een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aandelen verkoopt, niet in staat is de aandelen te leveren met het oog op afwikkeling binnen vier werkdagen na de dag waarop de afwikkeling moet plaatsvinden, treden automatisch procedures in werking die voorzien in een buy-in van de aandelen, om ervoor te zorgen dat de aandelen met het oog op de afwikkeling worden geleverd;
wanneer de buy-in van de aandelen met het oog op levering niet mogelijk is, wordt aan de koper een bedrag betaald dat gebaseerd is op de waarde van de te leveren aandelen op de leveringsdatum, vermeerderd met een bedrag voor verliezen die de koper als gevolg van het mislukken van de afwikkeling heeft geleden;
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de afwikkeling laat mislukken, vergoedt alle overeenkomstig de punten a) en b) betaalde bedragen.
Artikel 42
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2022.
De in de artikelen 21 tot en met 38 uiteengezette maatregelen inzake afwikkelingsdiscipline zijn echter niet van toepassing tot 2 november 2025.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Tabel 1
Algemene informatie over mislukte afwikkelingsoperaties op maandbasis door CSD's te rapporteren aan de bevoegde autoriteiten en relevante autoriteiten
Nr. |
Te rapporteren gegevens |
Formaat |
|
1. |
Landcode voor de jurisdictie waar de CSD is gevestigd |
ISO 3166 landcode (twee tekens) |
|
2. |
Door CSD geëxploiteerd effectenafwikkelingssysteem |
Vrije tekst |
|
3. |
Tijdstempel rapportage (CSD aan bevoegde/relevante autoriteit) |
Datum volgens ISO 8601 in formaat voor UTC-tijd JJJJ-MM-DDThh:mm:ssZ |
|
4. |
Rapportageperiode: begin- en einddatum rapportageperiode |
Datum volgens ISO 8601 in formaat JJJJ-MM-DD-JJJJ-MM-DD |
|
5. |
Legal Entity Identifier CSD |
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (twintig alfanumerieke tekens) |
|
6. |
Handelsnaam CSD |
Vrije tekst |
|
7. |
Naam persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Vrije tekst |
|
8. |
Functie persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Vrije tekst |
|
9. |
Telefoonnummer persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Gebruik alleen cijfers. Geef het telefoonnummer met de landcode en het netnummer. Gebruik geen speciale tekens. |
|
10. |
E-mailadres persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Gebruik voor e-mailadressen het standaard e-mailformaat. |
|
11. |
Aantal afwikkelingsinstructies tijdens de rapportageperiode |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
|
12. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties tijdens de rapportageperiode (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
|
13. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van volume (aantal mislukte afwikkelingsoperaties/aantal afwikkelingsinstructies tijdens de rapportageperiode) (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Percentage met maximaal twee decimalen |
|
14. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van waarde (in EUR) (waarde mislukte afwikkelingsoperaties/waarde afwikkelingsinstructies tijdens de rapportageperiode) (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Percentage met maximaal twee decimalen |
|
15. |
Waarde afwikkelingsinstructies (in EUR) tijdens de rapportageperiode |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
16. |
Waarde mislukte afwikkelingsoperaties (in EUR) tijdens de rapportageperiode (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
17. |
Top 10 deelnemers met hoogste percentages mislukte afwikkelingsoperaties tijdens de rapportageperiode op basis van volume (op basis van aantal afwikkelingsinstructies) |
Voor iedere deelnemer geïdentificeerd met LEI |
|
LEI deelnemer |
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (twintig alfanumerieke tekens) |
||
Totaal aantal afwikkelingsinstructies per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
||
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
||
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties |
Percentage met maximaal twee decimalen |
||
Totale waarde (in EUR) van afwikkelingsinstructies per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
||
Waarde (in EUR) van mislukte afwikkelingsoperaties per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
||
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties |
Percentage met maximaal twee decimalen |
||
18. |
Top 10 deelnemers met hoogste percentages mislukte afwikkelingsoperaties tijdens rapportageperiode (op basis van waarde (in EUR) afwikkelingsinstructies) |
Voor iedere deelnemer geïdentificeerd met LEI: |
|
LEI deelnemer |
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (twintig alfanumerieke tekens) |
||
Totale waarde (in EUR) van afwikkelingsinstructies per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
||
Waarde (in EUR) mislukte afwikkelingsoperaties per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
||
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties |
Percentage met maximaal twee decimalen |
||
Totaal aantal afwikkelingsinstructies per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
||
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties per deelnemer |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
||
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties |
Percentage met maximaal twee decimalen |
||
19. |
Aantal afwikkelingsinstructies per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, tijdens de rapportageperiode |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens het volume uit in maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen. |
|
20. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, tijdens de rapportageperiode |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens het volume uit in maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen. |
|
21. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, op basis van volume (aantal mislukte afwikkelingsoperaties/aantal afwikkelingsinstructies per valuta, tijdens de rapportageperiode) |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
22. |
Waarde afwikkelingsinstructies per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, tijdens de rapportageperiode |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
23. |
Waarde mislukte afwikkelingsoperaties per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, tijdens de rapportageperiode |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
24. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per valuta waarin de afwikkelingsinstructies luiden, op basis van waarde (waarde mislukte afwikkelingsoperaties/waarde afwikkelingsinstructies per valuta, tijdens de rapportageperiode) |
Druk voor elke ISO 4217 valutacode van drie tekens het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
25. |
Aantal afwikkelingsinstructies per type financieel instrument tijdens de rapportageperiode |
Voor elk type financieel instrument: Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
|
26. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) per type financieel instrument tijdens de rapportageperiode |
Voor elk type financieel instrument: Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
|
27. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per type financieel instrument, op basis van volume (aantal mislukte afwikkelingsoperaties/aantal afwikkelingsinstructies per type financieel instrument tijdens de rapportageperiode) |
Druk per type financieel instrument het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
28. |
Waarde (in EUR) van afwikkelingsinstructies per type financieel instrument |
Druk per type financieel instrument de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
29. |
Waarde (in EUR) van mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) per type financieel instrument |
Druk per type financieel instrument de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
30. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per type financieel instrument op basis van waarde (waarde van mislukte afwikkelingsoperaties/waarde afwikkelingsinstructies per type financieel instrument tijdens de rapportageperiode) |
Druk per type financieel instrument het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
31. |
Aantal afwikkelingsinstructies per type transactie tijdens de rapportageperiode |
Druk per type transactie het volume uit in maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen. |
|
32. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) per type transactie tijdens de rapportageperiode |
Druk per type transactie het volume uit in maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen. |
|
33. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per type transactie, op basis van volume (aantal mislukte afwikkelingsoperaties/aantal afwikkelingsinstructies per type transactie tijdens de rapportageperiode) |
Druk per type transactie het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
34. |
Waarde (in EUR) van afwikkelingsinstructies per type transactie |
Druk per type transactie de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
35. |
Waarde (in EUR) van mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) per type transactie |
Druk per type transactie de waarde uit in maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
36. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties per type transactie, op basis van waarde (waarde mislukte afwikkelingsoperaties/waarde afwikkelingsinstructies per type transactie tijdens de rapportageperiode) |
Druk per type transactie het percentage uit als percentage met maximaal twee decimalen. |
|
37. |
Top 20 ISIN's met mislukte afwikkelingsoperaties, op basis van het volume van mislukte afwikkelingsoperaties |
ISIN-code |
|
38. |
Top 20 ISIN's met mislukte afwikkelingsoperaties, op basis van de waarde (in EUR) van mislukte afwikkelingsoperaties |
ISIN-code |
|
39. |
Totaal aantal door de CSD opgelegde geldboeten als bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 909/2014 |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
|
40. |
Totale waarde (in EUR) van door de CSD opgelegde geldboeten als bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 909/2014 |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
|
41. |
Gemiddelde duur van mislukte afwikkelingsoperaties als aantal dagen (verschil tussen reële afwikkelingsdatum en beoogde afwikkelingsdatum, gewogen voor de waarde van de mislukte afwikkelingsoperatie) |
Aantal dagen gerapporteerd als getal met één decimaal |
|
42. |
Belangrijkste redenen voor het mislukken van afwikkelingsoperaties |
Vrije tekst |
|
43. |
Maatregelen ter verbetering van de afwikkelingsefficiëntie |
Vrije tekst |
Tabel 2
Dagelijkse gegevens over mislukte afwikkelingsoperaties op maandbasis door CSD's te rapporteren aan de bevoegde autoriteiten en relevante autoriteiten
Datum (voor elke rapportagedag in de maand) |
|||||||||||||||
Type financieel instrument |
Type transactie |
Intern vs systeemoverschrijdend |
Type instructie |
Niet-levering effecten |
Niet-levering gelden |
||||||||||
Mislukte afwikkelingsoperaties |
Totaal instructies |
Percentage mislukt |
Mislukte afwikkelingsoperaties |
Totaal instructies |
Percentage mislukt |
||||||||||
Volume |
Waarde (EUR) |
Volume |
Waarde (EUR) |
Volume |
Waarde (EUR) |
Volume |
Waarde (EUR) |
Volume |
Waarde (EUR) |
Volume |
Waarde (EUR) |
||||
Effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP (1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP (2) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD (3) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP (4) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Overheidsschuld in de zin van artikel 4, lid 1, punt 61, van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU, niet zijnde overheidsschuld in de zin van artikel 4, lid 1, punt 61, van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, onder c), van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Beursverhandelde fondsen in de zin van artikel 4, lid 1, punt 46, van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, niet zijnde ETF's |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Geldmarktinstrumenten, niet zijnde overheidsschuld in de zin van artikel 4, lid 1, punt 61, van Richtlijn 2014/65/EU |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Emissierechten |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Overige financiële instrumenten |
Aankoop of verkoop financiële instrumenten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Transacties i.v.m. zekerhedenbeheer |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Uitlenen en lenen van effecten |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Retrocessietransacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Andere transacties |
Intra-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Inter-CSD |
DVP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DWP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
PFOD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
FoP |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
(1)
Omvat DVP- en RVP-afwikkelingsinstructies.
(2)
Omvat DWP- en RWP-afwikkelingsinstructies.
(3)
Omvat DPFOD- en CPFOD-afwikkelingsinstructies.
(4)
Omvat DFP- en RFP-afwikkelingsinstructies. |
BIJLAGE II
Informatie over mislukte afwikkelingsoperaties op jaarbasis door CSD's te rapporteren aan de bevoegde autoriteiten en relevante autoriteiten
Tabel 1
Nr. |
Te rapporteren gegevens |
Formaat |
1. |
Landcode voor de jurisdictie waar de CSD is gevestigd |
ISO 3166 landcode (twee tekens) |
2. |
Door CSD geëxploiteerd effectenafwikkelingssysteem |
Vrije tekst |
3. |
Tijdstempel rapportage (CSD aan bevoegde/relevante autoriteit) |
Datum volgens ISO 8601 in formaat voor UTC-tijd JJJJ-MM-DDThh:mm:ssZ |
4. |
Rapportageperiode: begin- en einddatum rapportageperiode |
Datum volgens ISO 8601 in formaat JJJJ-MM-DD-JJJJ-MM-DD |
5. |
Legal Entity Identifier CSD |
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (twintig alfanumerieke tekens) |
6. |
Handelsnaam CSD |
Vrije tekst |
7. |
Naam persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Vrije tekst |
8. |
Functie persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Vrije tekst |
9. |
Telefoonnummer persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Gebruik alleen cijfers. Geef het telefoonnummer met de landcode en het netnummer. Gebruik geen speciale tekens. |
10. |
E-mailadres persoon verantwoordelijk voor rapportage door CSD |
Gebruik voor e-mailadressen het standaard e-mailformaat. |
11. |
Maatregelen ter verbetering van de afwikkelingsefficiëntie |
Vrije tekst |
12. |
Belangrijkste redenen voor het mislukken van afwikkelingsoperaties (jaaroverzicht redenen voor mislukking afwikkelingsoperaties opgenomen in de maandelijkse rapportage) |
Vrije tekst |
13. |
Jaarvolume afwikkelingsinstructies |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
14. |
Jaarvolume mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
15. |
Jaarpercentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van volume (jaarlijks aantal mislukte afwikkelingsoperaties/jaarlijks aantal afwikkelingsinstructies) (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Percentage met maximaal twee decimalen |
16. |
Jaarwaarde (in EUR) afwikkelingsinstructies |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
17. |
Jaarwaarde (in EUR) mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
18. |
Jaarpercentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van waarde (jaarwaarde mislukte afwikkelingsoperaties/jaarwaarde afwikkelingsinstructies) (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Percentage met maximaal twee decimalen |
19. |
Komt in aanmerking voor vrijstelling op grond van artikel 12 van de gedelegeerde verordening inzake afwikkelingsdiscipline. Geef ook aan waarom. |
JA/NEEN Vrije tekst |
BIJLAGE III
Op jaarbasis openbaar te maken verslag over mislukte afwikkelingsoperaties
Tabel 1
Nr. |
Bekend te maken nadere gegevens |
Formaat |
1. |
Verslagperiode |
Datum volgens ISO 8601 in formaat JJJJ-MM-DD-JJJJ-MM-DD |
2. |
Legal Entity Identifier CSD |
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) volgens ISO 17442 (twintig alfanumerieke tekens) |
3. |
Door CSD geëxploiteerd effectenafwikkelingssysteem |
Vrije tekst |
4. |
Aantal afwikkelingsinstructies tijdens de verslagperiode |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
5. |
Waarde (in EUR) afwikkelingsinstructies tijdens de verslagperiode |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
Gegevens over niet-levering effecten |
||
6. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties door niet-levering effecten |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
7. |
Waarde (in EUR) mislukte afwikkelingsoperaties door niet-levering effecten |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
8. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van volume afwikkelingsinstructies |
Percentage met maximaal twee decimalen |
9. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van waarde afwikkelingsinstructies |
Percentage met maximaal twee decimalen |
Gegevens over niet-levering gelden |
||
10. |
Aantal mislukte afwikkelingsoperaties door niet-levering gelden |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
11. |
Waarde (in EUR) mislukte afwikkelingsoperaties door niet-levering gelden |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
12. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van volume afwikkelingsinstructies |
Percentage met maximaal twee decimalen |
13. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van waarde (in EUR) afwikkelingsinstructies |
Percentage met maximaal twee decimalen |
Gegevens over mislukte afwikkelingsoperaties door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden |
||
14. |
Totaal aantal mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, gerapporteerd als gehele getallen, zonder decimalen |
15. |
Totale waarde (in EUR) mislukte afwikkelingsoperaties (door zowel gebrek aan effecten als gebrek aan gelden) |
Maximaal twintig numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
16. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van volume afwikkelingsinstructies |
Percentage met maximaal twee decimalen |
17. |
Percentage mislukte afwikkelingsoperaties op basis van waarde afwikkelingsinstructies |
Maximaal vijf numerieke tekens, inclusief decimalen. Vul ten minste één teken voor en één teken na het decimaalteken in. Het decimaalteken wordt niet als numeriek teken geteld. |
18. |
Maatregelen ter verbetering van de afwikkelingsefficiëntie |
Vrije tekst |
( 1 ) Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
( 2 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
( 3 ) Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45).
( 4 ) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).