This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document L:2004:304:FULL
Official Journal of the European Union, L 304, 30 September 2004
Publicatieblad van de Europese Unie, L 304, 30 september 2004
Publicatieblad van de Europese Unie, L 304, 30 september 2004
ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
* |
Verordening (EG) nr. 1590/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 ( 1 ) |
|
|
* |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Raad |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1590/2004 VAN DE RAAD
van 26 april 2004
tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94
(Voor de EER relevante tekst)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De biologische en de genetische diversiteit in de landbouw zijn essentieel voor de duurzame ontwikkeling van de landbouwproductie en van de plattelandsgebieden. Het is derhalve dienstig de nodige maatregelen te nemen om het potentieel van die diversiteit op duurzame wijze in stand te houden, te karakteriseren, te verzamelen en te gebruiken als bijdrage aan de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. |
(2) |
De instandhouding en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw dragen ook bij tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het bij Besluit 93/626/EEG (1) goedgekeurde Verdrag inzake biologische diversiteit en de daarmee samenhangende strategie van de Europese Gemeenschap inzake biodiversiteit, die een actieplan voor de instandhouding van de biodiversiteit en de bescherming van de genetische hulpbronnen in de landbouw bevat. Voorts is het een van de belangrijkste doelstellingen van het mondiaal actieplan voor het behoud en het duurzame gebruik van de plantaardige genetische hulpbronnen voor voeding en landbouw van de FAO en van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, dat de Commissie en de lidstaten op 6 juni 2002 hebben ondertekend. |
(3) |
De uitlopende activiteiten in de lidstaten (door overheidsinstanties dan wel natuurlijke of rechtspersonen) en van diverse internationale organisaties en programma's zoals de FAO, het Europese samenwerkingsprogramma voor genetische hulpbronnen (ECP/GR), de Adviesgroep internationaal landbouwonderzoek (CGIAR), het Mondiaal forum voor landbouwkundig onderzoek (GFAR), de door de Gemeenschap gesteunde regionale en subregionale organisaties voor landbouwkundig onderzoek ten behoeve van ontwikkeling (ARD), het Europees regionaal contactpunt (ERFP) van nationale coördinatoren voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren, het Europees programma voor genetische hulpbronnen in de bosbouw (Euforgen) en de relevante verbintenissen in het kader van de lopende ministeriële conferenties over de bescherming van de bossen in Europa (MCPFE) vereisen een doeltreffende uitwisseling van gegevens en een nauwe coördinatie tussen de belangrijkste actoren in de Europese Gemeenschap en de betrokken organisaties over de hele wereld op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van de genetische hulpbronnen in de landbouw om de positieve gevolgen daarvan voor de landbouw te versterken. |
(4) |
De activiteiten op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw kunnen bevorderlijk zijn voor het behoud van de biologische diversiteit, voor de verbetering van de kwaliteit van landbouwproducten, voor een grotere diversificatie in plattelandsgebieden en voor een vermindering van de inputs en de productiekosten in de landbouw, doordat ze een duurzame landbouwproductie bevorderen en bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden. |
(5) |
De instandhouding ex situ en in situ van genetische hulpbronnen in de landbouw (inclusief instandhouding en ontwikkeling in situ/op het landbouwbedrijf) moet worden bevorderd. Dit moet alle voor de landbouw en de plattelandsontwikkeling nuttige of potentieel nuttige plantaardige, microbiële en dierlijke genetische hulpbronnen omvatten, inclusief de genetische hulpbronnen van bosbouwgewassen, overeenkomstig de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, teneinde de genetische hulpbronnen in stand te houden en de toepassing van te weinig gebruikte variëteiten of rassen in de landbouwproductie te bevorderen. |
(6) |
De in de Gemeenschap beschikbare kennis over de genetische hulpbronnen en over de oorsprong en kenmerken daarvan is nog steeds voor verbetering vatbaar. Overeenkomstig de internationale verdragen en overeenkomsten zouden relevante gegevens over bestaande faciliteiten en activiteiten op nationaal of regionaal niveau met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in elke lidstaat, gebundeld moeten worden en beschikbaar moeten worden gesteld aan de andere lidstaten, alsmede op communautair en internationaal niveau, met name aan de ontwikkelingslanden. |
(7) |
De ontwikkeling van gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventarissen op internet om dergelijke kennis te verzamelen en om te waarborgen dat deze beschikbaar blijft op communautair en internationaal niveau, zou moeten worden bevorderd, met name als het gaat om de aanhoudende inspanningen voor de ontwikkeling van een inventaris van verzamelingen ex situ in Europese genenbanken („Epgris” — European Plant Genetic Resources Information Infra-Structure „Eurisco”, gefinancierd uit het vijfde kaderprogramma). |
(8) |
De Gemeenschap zou de inspanningen in de lidstaten voor de instandhouding en het duurzame gebruik van biologische diversiteit in de landbouw moeten aanvullen en bevorderen. Een communautaire meerwaarde moet worden bevorderd door bestaande acties op elkaar af te stemmen en de ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende initiatieven met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw te ondersteunen. |
(9) |
Derhalve moet worden voorzien in maatregelen die een aanvulling vormen op of verder reiken dan het toepassingsgebied (wat betreft de begunstigden en/of de voor financiering in aanmerking komende acties) van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (2). |
(10) |
Om bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen is bij Verordening (EG) nr. 1467/94 van de Raad van 20 juni 1994 inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (3) een communautair actieprogramma voor een periode van vijf jaar vastgesteld. Dit programma is op 31 december 1999 afgelopen en zou moeten worden vervangen door een nieuw communautair programma. Derhalve moet Verordening (EG) nr. 1467/94 worden ingetrokken. |
(11) |
Bij de selectie en de uitvoering van de maatregelen in het kader van het nieuwe communautaire programma moet rekening worden gehouden met de activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie die worden gesteund op nationaal niveau of uit hoofde van de kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie. Het in de handel brengen van in het kader van het nieuwe programma te gebruiken zaaizaad en plantaardig teeltmateriaal moet gebeuren onverminderd het bepaalde in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (4), Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (5), Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (6), Richtlijn 92/33/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (7), Richtlijn 92/34/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (8), Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (9), Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (10), Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (11), Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (12), Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (13), Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (14), Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (15). |
(12) |
In de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-overeenkomst) is bepaald dat de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die aan de Europese Economische Ruimte (EVA/EER-landen) deelnemen, onder andere nauwer en op grotere schaal moeten samenwerken in het kader van de communautaire activiteiten op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw. |
(13) |
Omwille van een betere uitvoering van het communautaire programma moet een werkprogramma voor de periode 2004-2006 worden opgesteld met vermelding van de toe te passen financiële bepalingen. |
(14) |
Voor de uitvoering van en het toezicht op het communautaire programma moet de Commissie een beroep kunnen doen op de bijstand van wetenschappelijke en technische adviseurs. |
(15) |
De communautaire bijdrage moet volledig uit rubriek 3 (intern beleid) van de financiële vooruitzichten worden gefinancierd. |
(16) |
De maatregelen ter uitvoering van deze verordening moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (16), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Doelstellingen
Met het oog op het bereiken van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de nakoming van de op internationaal niveau aangegane verbintenissen wordt een communautair programma voor de periode 2004–2006 ingesteld om de in de lidstaten geleverde inspanningen op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van de genetische hulpbronnen in de landbouw op communautair niveau aan te vullen en te stimuleren.
Artikel 2
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige plantaardige, microbiële en dierlijke genetische hulpbronnen.
2. In het kader van deze verordening mag geen steun worden verleend voor:
a) |
uit hoofde van titel II, hoofdstuk VI, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 voor steun in aanmerking komende verbintenissen zoals gespecificeerd in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 445/2002 van de Commissie van 26 februari 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (17), |
b) |
uit hoofde van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie voor steun in aanmerking komende activiteiten. |
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening moet worden verstaan onder:
a) |
„plantaardige genetische hulpbronnen”, de genetische hulpbronnen van landbouwgeassen, tuinbouwgewassen, geneeskrachtige planten en kruiden, fruitgewassen, bosbouwgewassen en voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige wilde flora; |
b) |
„dierlijke genetische hulpbronnen”, de genetische hulpbronnen van (gewervelde en ongewervelde) landbouwhuisdieren en voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige wilde fauna; |
c) |
„genetisch materiaal”, alle materiaal van plantaardige, microbiële en dierlijke oorsprong, waaronder het materiaal voor vermenigvuldiging en plantenvermeerdering, dat functionele eenheden van de erfelijkheid bevat; |
d) |
„genetische hulpbronnen in de landbouw”, alle materiaal van plantaardige, microbiële en dierlijke oorsprong met een daadwerkelijke of potentiële waarde voor de landbouw; |
e) |
„instandhouding in situ”, de instandhouding van genetisch materiaal in ecosystemen en natuurlijke habitats en het behoud en herstel van levensvatbare populaties van soorten of wilde rassen in hun natuurlijke omgeving en, in het geval van gedomesticeerde dierenrassen of gecultiveerde plantensoorten, in het agrarische milieu waar zij hun onderscheidende kenmerken hebben ontwikkeld; |
f) |
„instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf”, „instandhouding en ontwikkeling in situ” op het niveau van het landbouwbedrijf; |
g) |
„instandhouding ex sit” de instandhouding van genetisch materiaal voor de landbouw buiten de natuurlijke habitat; |
h) |
„verzameling ex situ”, de verzameling van genetisch materiaal voor de landbouw buiten de natuurlijke habitat; |
i) |
„biogeografisch gebied”, een geografisch gebied met typische kenmerken ten aanzien van de samenstelling en de structuur van fauna en flora. |
Artikel 4
Subsidiabele acties
1. Het in artikel 1 bedoelde communautaire programma omvat gerichte, gecoördineerde en begeleidende acties als omschreven in de artikelen 5, 6 en 7.
2. Alle acties in het kader van dit programma moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving betreffende het in de handel brengen van zaaizaad en teeltmateriaal en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst, alsook met de in de Europese Gemeenschap geldende fytosanitaire en zoötechnische regels en de regels betreffende de diergezondheid, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met:
a) |
andere activiteiten op het niveau van de Gemeenschap; |
b) |
relevante internationale processen, ontwikkelingen en overeenkomsten, met name in verband met:
|
Artikel 5
Gerichte acties
De gerichte acties omvatten:
a) |
acties voor de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ en in situ; |
b) |
de ontwikkeling van een gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de genetische hulpbronnen die momenteel in situ worden bewaard, met inbegrip van activiteiten voor de instandhouding van genetische hulpbronnen in situ/op het landbouwbedrijf; |
c) |
de ontwikkeling van een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de verzamelingen ex situ (genenbanken), faciliteiten in situ (hulpbronnen) en databases die momenteel beschikbaar zijn of worden ontwikkeld op basis van nationale inventarissen; |
d) |
de bevordering van de regelmatige uitwisseling van technische en wetenschappelijke gegevens, met name over de oorsprong en de individuele kenmerken van de beschikbare genetische hulpbronnen, tussen bevoegde organisaties in de lidstaten. |
De onder a) bedoelde acties zijn transnationaal, in voorkomend geval rekening houdend met de biogeografische regionale aspecten, en vormen een communautaire ondersteuning van of aanvulling op regionale of nationale activiteiten. In het kader van de acties mag geen steun worden verleend aan de instandhouding van natuurgebieden.
Artikel 6
Gecoördineerde acties
De gecoördineerde acties zijn gericht op de uitwisseling van gegevens over thematische vraagstukken ter verbetering van de coördinatie van acties en programma's met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in de Gemeenschap. Deze acties zijn transnationaal.
Artikel 7
Begeleidende acties
De begeleidende acties omvatten voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, met inbegrip van seminars, technische conferenties, vergaderingen met non-gouvernementele organisaties (NGO's) en andere relevante belanghebbenden, opleidingen en de voorbereiding van technische verslagen.
Artikel 8
Werkprogramma
1. De Commissie ziet erop toe dat het communautaire programma wordt uitgevoerd op basis van een werkprogramma voor de periode 2004–2006 dat wordt opgesteld volgens de procedure van artikel 15, lid 2, en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.
2. De in het kader van het communautaire programma gecofinancierde maatregelen hebben een looptijd van maximaal 4 jaar.
Artikel 9
Selectie van subsidiabele acties
1. Op basis van het in artikel 8 bedoelde werkprogramma en aan de hand van oproepen tot het indienen van voorstellen voor acties die worden gepubliceerd in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie worden de in het kader van het communautaire programma te financieren acties door de Commissie geselecteerd.
2. De oproepen tot het indienen van voorstellen hebben betrekking op de in de artikelen 5, 6 en 7 en in bijlage I bedoelde acties. De inhoud van de oproepen tot het indienen van voorstellen wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 15, lid 2, en in overeenstemming met de relevante artikelen van titel VI van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (18).
3. Voorstellen voor acties als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7 mogen worden ingediend door overheidsinstanties en door iedere natuurlijke of rechtspersoon die onderdaan van een lidstaat is en in de Gemeenschap gevestigd is, met inbegrip van genenbanken, NGO's, kwekers, technische instituten, experimentele landbouwbedrijven, landbouwers en bosbeheerders. Instanties of personen die in een derde land zijn gevestigd mogen met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 eveneens voorstellen indienen.
4. Bij de beoordeling van de voorstellen wordt met de volgende criteria rekening gehouden:
a) |
relevantie met betrekking tot de doelstellingen van het programma als bepaald in artikel 1; |
b) |
technische kwaliteit van het voorgestelde werk; |
c) |
capaciteit om de werkzaamheden tot een goed einde te brengen en een efficiënt beheer ervan te waarborgen, beoordeeld aan de hand van middelen en competenties, met inbegrip van de door de partijen vastgelegde organisatorische regelingen; |
d) |
Europese toegevoegde waarde en potentiële bijdrage aan het communautaire beleid. |
5. Voorstellen voor acties die in het kader van het communautaire programma moeten worden gefinancierd, zullen worden geselecteerd op basis van het oordeel van onafhankelijke deskundigen. De onafhankelijke deskundigen zullen hiertoe worden uitgenodigd door de Commissie overeenkomstig het bepaalde in artikel 57, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en in artikel 178 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (19).
6. Indien nodig worden uitvoeringsbepalingen voor dit artikel vastgesteld volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure.
Artikel 10
Deelname van derde landen
Aan het communautaire programma kan worden deelgenomen door:
a) |
de EVA-/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de EER-overeenkomst; |
b) |
geassocieerde landen overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale overeenkomsten tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's. |
Artikel 11
Subsidieovereenkomst
1. Na goedkeuring van de geselecteerde acties sluit de Commissie subsidieovereenkomsten met de deelnemers aan deze acties overeenkomstig het bepaalde in de relevante artikelen van titel VI van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002. De subsidieovereenkomsten bevatten nadere uitvoeringsbepalingen inzake verslaglegging over en verspreiding, bescherming en benutting van de resultaten van de acties.
2. De Commissie neemt de nodige maatregelen, met name door middel van technische, administratieve en boekhoudkundige controles ten kantore van de begunstigden, om te controleren dat de verstrekte informatie en bewijsstukken accuraat zijn en dat aan alle verplichtingen uit hoofde van de subsidieovereenkomst is voldaan.
Artikel 12
Technische bijstand
1. Overeenkomstig artikel 57, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 mag de Commissie wetenschappelijke en technische deskundigen voor de uitvoering van het communautaire programma verzoeken om bijstand, met inbegrip van technisch advies over de voorbereiding van oproepen tot het indienen van voorstellen, voor de beoordeling van technische en financiële verslagen, en voor toezicht, verslaglegging en voorlichtingsdoeleinden.
2. Op basis van een inschrijvingsprocedure voor overheidsopdrachten overeenkomstig het bepaalde in de relevante artikelen van titel V van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, wordt een dienstenovereenkomst gesloten.
Artikel 13
Communautaire financiële bijdrage
1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan acties als bedoeld in artikel 5 bedraagt maximaal 50 % van de totale kosten van de actie.
2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan acties als bedoeld in de artikelen 6 en 7 bedraagt maximaal 80 % van de totale kosten van de actie.
3. De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage van maximaal 100 % van de totale kosten voor bijstand als bedoeld in artikel 9, lid 5 (beoordeling van voorstellen), artikel 12 (technische bijstand) en artikel 14 (evaluatie van het communautaire programma).
4. Uit rubriek 3 (intern beleid) van de financiële vooruitzichten wordt bijgedragen in de financiering van de acties en de bijstand in het kader van het communautaire programma op grond van deze verordening.
5. Een indicatieve verdeling van de voor dit communautaire programma beschikbare middelen is opgenomen in bijlage II.
Artikel 14
Evaluatie van het communautaire programma
Na afloop van het communautaire programma wijst de Commissie een groep onafhankelijke deskundigen aan om verslag uit te brengen over uitvoering van deze verordening, om de resultaten te evalueren en om passende aanbevelingen te doen. Het verslag van deze groep wordt, tezamen met de opmerkingen van de Commissie, bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité ingediend.
Artikel 15
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité voor de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw („het comité”).
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op een maand.
3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
4. Het comité wordt regelmatig over de uitvoering van het communautaire programma ingelicht.
Artikel 16
Intrekking
Verordening (EG) nr. 1467/94 wordt ingetrokken, onverminderd de contractuele verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten die partijen op grond van die verordening zijn aangegaan.
Artikel 17
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 26 april 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
J. WALSH
(1) PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1.
(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1783/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 70).
(3) PB L 159 van 28.6.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(4) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).
(5) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.
(6) PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).
(7) PB L 157 van 10.6.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(8) PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(9) PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(10) PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17.
(11) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.
(12) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.
(13) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.
(14) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.
(15) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.
(16) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
(17) PB L 74 van 15.3.2002, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 963/2003 (PB L 138 van 5.6.2003, blz. 32).
(18) PB L 248 van 10.9.2002, blz. 1.
(19) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.
BIJLAGE I
COMMUNAUTAIR PROGRAMMA: IN AANMERKING KOMENDE ACTIES EN GEBIEDEN
1. In aanmerking komende acties en gebieden
Het communautaire programma heeft betrekking op de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen die momenteel op het grondgebied van de Gemeenschap voorkomen. In aanmerking komende organismen zijn: planten (zaadplanten), dieren (gewervelde dieren en sommige ongewervelde dieren) en micro-organismen.
Zowel actief materiaal als materiaal in rusttoestand (zaden, embryo's, sperma en stuifmeel) valt binnen het toepassingsgebied van het programma. Het omvat zowel collecties ex-situ als collecties in-situ en op het landbouwbedrijf („on farm”). Materiaal van alle types komt in aanmerking, zoals cultivars en inheemse rassen, landrassen, kwekersmateriaal, collecties van genotypes en wilde soorten.
Voorrang wordt gegeven aan soorten die belangrijk zijn voor de landbouw, de tuinbouw of de bosbouw in de Gemeenschap, of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij dat zullen worden.
De voorkeur wordt gegeven aan acties die gericht zijn op het gebruik van genetische hulpbronnen met het oog op:
a) |
diversificatie van de landbouwproductie, |
b) |
verhoging van de productkwaliteit, |
c) |
duurzaam beheer en gebruik van natuurlijke en agrarische hulpbronnen, |
d) |
kwalitatieve verbetering van het milieu en het platteland, |
e) |
ontwikkeling van producten met nieuwe gebruiks- en afzetmogelijkheden. |
Bij het inventariseren van collecties en het opzetten van nieuwe collecties wordt er in het kader van het programma naar gestreefd dat specifiek regionale, traditionele kennis en ervaring van de gebruikers (land- en tuinbouwers) over de manier van telen, bijzondere toepassingen, verwerking, smaak en dergelijke mede worden opgenomen. Deze informatie dient niet als lopende tekst, maar moet zoveel mogelijk in gestandaardiseerde vorm geregistreerd worden waardoor de gegevens in een relationele databank opgeslagen en gemakkelijk teruggevonden kunnen worden.
Alle acties in het kader van dit programma moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving betreffende het in de handel brengen van zaaizaad en teeltmateriaal en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst, alsook met de in de Europese Gemeenschap geldende fytosanitaire en zoötechnische regels en regels betreffende de diergezondheid.
Overeenkomstig de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de internationale verbintenissen van de Gemeenschap moeten de nodige maatregelen worden getroffen met het oog op de verbreiding en verwerking van alle resultaten van de werkzaamheden op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw die tot het bereiken van deze doelstellingen en tot het nakomen van deze verbintenissen kunnen bijdragen. Hoofddoel is doeltreffende en praktische ondersteuning te geven aan de huidige en toekomstige eindgebruikers van genetische hulpbronnen in de Europese Gemeenschap.
2. Uitgesloten acties en gebieden
De hiernavolgende activiteiten komen uitdrukkelijk niet in aanmerking voor financiële steun in het kader van dit programma: theoretische studies, studies om hypothesen te toetsen, studies ter ontwikkeling van instrumenten of technieken, werkzaamheden met onbeproefde technieken of „model”-systemen, alle andere onderzoekwerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden kunnen namelijk in aanmerking worden genomen in het raam van de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Wel kan een aanpassing van bestaande methoden met betrekking tot een binnen deze verordening vallende activiteit in aanmerking komen voor steun in het kader van het communautaire programma.
Acties die voor steun in aanmerking komen op grond van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie zijn niet subsidiabel.
In het kader van dit programma kan evenmin steun worden toegekend voor verbintenissen die reeds in de lidstaten lopen en/of die subsidiabel zijn op grond van titel II, hoofdstuk VI, van Verordening (EG) nr. 1257/1999, zoals bepaald in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 445/2002. Acties die tot synergie tussen Verordening (EG) nr. 1257/1999 en dit programma leiden, moeten echter worden bevorderd.
Acties met betrekking tot lagere dier- en plantensoorten of micro-organismen, met inbegrip van fungi, komen in het kader van dit programma slechts voor steun in aanmerking wanneer zij op het land zijn geteeld of gekweekt of wanneer ze geschikt zijn om als biologisch bestrijdingsmiddel te worden gebruikt in de landbouw in de ruimste zin van het woord. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor het bijzondere geval waarin vaststaat dat er een genspecifieke relatie is tussen parasiet of symbiont en gastheer, en beide organismen in stand moeten worden gehouden. Voor het verzamelen en verkrijgen van materiaal gelden de bovengenoemde prioriteiten.
3. Soorten acties
De uitvoering van het communautair programma voor de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw omvat gerichte acties, gecoördineerde acties en begeleidende acties. De volgende acties worden gestimuleerd.
3.1. Gerichte acties
Deze acties met het oog op de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ, in situ en op het landbouwbedrijf („on-farm”) hebben ten doel op Gemeenschapsniveau regionale of nationale activiteiten te ondersteunen of aan te vullen. De acties zijn grensoverschrijdend (waarbij zo nodig ook rekening gehouden wordt met biogeografische regionale aspecten). In het kader van de acties mag geen steun worden verleend voor de instandhouding van natuurgebieden.
De acties moeten een meerwaarde (verbreiding van kennis, toenemend gebruik, verbetering van de methoden, uitwisseling tussen lidstaten) geven aan de agromilieuregelingen in verband met bedreigde soorten, populaties van herkomst, cultivars of rassen waarvoor reeds nationale of regionale steun verleend wordt (bijvoorbeeld karakterisering van genetische verscheidenheid en genetische afstand tussen de respectieve rassen, gebruik van plaatselijke producten, coördinatie en het zoeken naar raakvlakken tussen de beheerders van de verschillende regelingen).
De acties moeten in de regel worden uitgevoerd door in de Gemeenschap gevestigde deelnemers en in het kader van dit programma gefinancierd worden; in voorkomend geval wordt een partnerschap met organisaties uit andere landen aangegaan. Voorrang wordt gegeven aan acties met twee of meer onderling onafhankelijke deelnemers die in verschillende lidstaten gevestigd zijn. De deelname van NGO's en andere betrokkenen bij de instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf moet worden bevorderd.
De verspreiding en uitwisseling van Europees genetische hulpbronnen moet worden bevorderd om ervoor te zorgen dat het gebruik van te weinig gebruikte soorten en ook van een grote verscheidenheid aan genetische hulpbronnen in een duurzame landbouwproductie toeneemt.
Voor plantaardige genetische hulpbronnen is nu reeds een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de nationale genetische-hulpbronnencollecties ex situ (genenbanken), faciliteiten in situ (hulpbronnen) en op basis van nationale inventarissen opgezette databanken beschikbaar of wordt deze nu ontwikkeld in het kader van Epgris. Er moeten nationale inventarissen van collecties ex situ in Europese landen en een Europese internetcatalogus (Eurisco) worden opgesteld en verder worden verbeterd. Daarnaast moeten inventarissen van hulpbronnen (genenreservaten of eenheden voor de instandhouding van genetisch materiaal) worden ontwikkeld.
Een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van genetische hulpbronnen voor de bosbouw met inbegrip van hulpbronnen in situ (genenreservaten of eenheden voor instandhouding van genetisch materiaal) en collecties ex situ moet worden opgesteld op basis van nationale inventarissen en met inachtneming van de werkzaamheden van het Euforgen-netwerkprogramma.
Voor op landbouwbedrijven bewaarde dierlijke genetische hulpbronnen moet vooral gestreefd worden naar een Europees netwerk van nationale inventarissen betreffende de administratieve aspecten (financieringsbron en — status, situatie van de rassen en de mate waarin ze bedreigd zijn, plaats waar stamboeken worden gehouden, enz.), dat beheerd moet worden overeenkomstig DAD-IS, het informatiesysteem van de FAO voor de mondiale strategie voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren (AnGR).
Voor de instandhouding ex situ van dierlijke genetische hulpbronnen (zaad, embryo's) moet op internet een netwerk van nationale inventarissen en een Europese internetcatalogus voor minimale paspoortgegevens worden ontwikkeld. Het is in de eerste plaats de bedoeling een lijst op te stellen van de voorzieningen (opslag en bewaring) voor in de Gemeenschap verzamelde genetische hulpbronnen in de landbouw en deze regelmatig bij te werken en bekend te maken, alsook van de lopende werkzaamheden in verband met de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van deze genetische hulpbronnen. Daarbij kunnen minimale paspoortgegevens van afzonderlijke aanwinsten worden vermeld.
Voor microbiële genetische hulpbronnen moet op internet een netwerk van nationale inventarissen van hulpbronnen ex situ en in situ worden opgezet in het kader van het Europees netwerk van centra voor biologische hulpbronnen (European Biological Resource Centre Network — EBRCN).
Een regelmatige uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde organisaties in de lidstaten, met name over de oorsprong en individuele kenmerken van de beschikbare genetische hulpbronnen, moet worden bevorderd. Dit zal het opzetten van een netwerk van nationale inventarissen vergemakkelijken, dat een overzicht zal bieden van de collecties van bewaarde genetische hulpbronnen en van daarmee verband houdende activiteiten in de Gemeenschap. Het netwerk van nationale inventarissen heeft ten doel de communautaire en nationale werkzaamheden te ondersteunen en een zo ruim mogelijke kennis en aanwending van bewaard genetisch materiaal te bevorderen.
De uitgaven voor de opbouw van de capaciteit van NGO's, de opstelling van en het toezicht op de inventarissen, de regelmatige uitwisselingen van gegevens tussen de bevoegde organisaties in de lidstaten en de opstelling van regelmatig verschijnende publicaties en verslagen moeten worden gefinancierd met de in totaal voor de uitvoering van dit programma uitgetrokken middelen.
3.2. Gecoördineerde acties
Gecoördineerde acties zijn bedoeld om de coördinatie binnen de Gemeenschap van reeds in de lidstaten uitgevoerde afzonderlijke acties (op nationaal, regionaal of plaatselijk vlak) voor de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw te verbeteren, vooral door het organiseren van seminars en het voorbereiden van verslagen. Meer in het bijzonder zijn de acties erop gericht de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie over thematische vraagstukken te bevorderen en de plaatselijke (op het landbouwbedrijf), regionale of nationale acties en programma's (die in opdracht van de lidstaat of door andere instanties uitgevoerd of gepland worden), met inbegrip van de acties die in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999, Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1) en Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2) of Richtlijn 98/95/EG van de Raad van 14 december 1998 houdende wijziging, in het kader van de consolidatie van de interne markt en ten aanzien van genetisch gemodificeerde plantenrassen en plantgenetische hulpbronnen, van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 66/403/EEG, 69/208/EEG, 70/457/EEG en 70/458/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, pootaardappelen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad, en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (3) (kunnen) worden uitgevoerd, beter af te stemmen op elkaar, op de in de hele Gemeenschap toe te passen maatregelen en op de desbetreffende internationale werkwijzen, ontwikkelingen en overeenkomsten. Gecoördineerde acties kunnen ook coördinatiewerkzaamheden van gespecialiseerde technische groepen over thematische vraagstukken (specifieke, plantaardige of dierlijke genetische hulpbronnen) omvatten. De gecoördineerde acties zijn transnationaal.
3.3. Begeleidende acties
Deze specifieke acties omvatten voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, onder andere:
— |
het organiseren van seminars, technische conferenties, werkvergaderingen, vergaderingen met NGO's en andere betrokken instanties en belanghebbenden; |
— |
opleidingen en maatregelen om de mobiliteit van specialisten te bevorderen; |
— |
voorbereiding van technische verslagen; |
— |
maatregelen om de benutting van de resultaten door de markt (gebruikers) in de hand te werken. |
4. Gerichte acties: nadere gegevens over de in aanmerking komende deelgebieden
4.1. Genetische hulpbronnen van landbouwgewassen
1. |
Uitbouw op internet van een permanent en breed toegankelijk netwerk van nationale inventarissen van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen (in situ en ex situ); bijwerking en verdere verbetering van de Eurisco; |
2. |
uitwisseling van gegevens over methoden, technieken en ervaringen op het gebied van activiteiten op het landbouwbedrijf, met inbegrip van gebruiks- en marketingconcepten die de aanplant van te weinig gebruikte gewassen kunnen bevorderen en die kunnen bijdragen tot diversifiëring van de landbouw; |
3. |
inventaris en documentatie van in situ-hulpbronnen van verwante wilde gewassen die gebruikt worden of nuttig kunnen zijn voor de voedselproductie en in de landbouw; |
4. |
het opzetten, bijwerken en verbeteren op internet van de Europese centrale databanken voor landbouwgewassen (European Central Crop Databases — ECCDB's) met karakteriserings- en evaluatiegegevens en met een link naar het netwerk van nationale inventarissen en naar de Eurisco-catalogus voor de paspoortgegevens; |
5. |
het tot stand brengen en op elkaar afstemmen van permanente Europese collecties ex situ op basis van de bestaande nationale of institutionele collecties ex situ, waarbij concepten voor taakverdeling onder de Europese landen bij de instandhouding van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen ten uitvoer worden gelegd; |
6. |
opbouw en coördinatie van een Europees netwerk van instandhoudings- en demonstratievelden/-tuinen voor bedreigde en te weinig gebruikte genetische hulpbronnen van landbouwgewassen; |
7. |
karakterisering en evaluatie van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen die voor de Europese landbouw van belang kunnen zijn; |
8. |
verzameling van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen die voor de Europese landbouw van belang kunnen zijn, in overeenstemming met internationale voorschriften en verplichtingen. |
4.2. Genetische hulpbronnen van bosbouwgewassen
1. |
Het opzetten op internet van een permanent en breed toegankelijk netwerk van nationale inventarissen van genetische hulpbronnen voor de bosbouw die voor duurzaam bosbeheer in Europa gebruikt worden of nuttig kunnen zijn; |
2. |
Uitwisseling van gegevens over werkwijzen, technieken en ervaringen op het gebied van instandhouding en beheer van geetische hulpbronnen van bosbouwgewassen; |
3. |
beoordeling en ontwikkeling van de beste operationele beheerspraktijk voor genetisch bosbouwmateriaal en opname van hiermee verband houdende werkzaamheden in nationale bosbouwprogramma's; |
4. |
totstandbrenging van Europese netwerken van representatieve genenreservaten of eenheden voor de instandhouding van genen ten behoeve van bepaalde doelsoorten om instandhouding en karakterisering op Europees niveau te verbeteren; |
5. |
evaluatie van genetische bosbouwhulpbronnen op het niveau van soort en herkomst (met inbegrip van de evaluatie van lopende herkomstproeven) die voor een duurzaam bosbeheer in Europa waardevol kunnen zijn; |
6. |
totstandbrenging en coördinatie van collecties om in de gehele Europese Gemeenschap het gebruik van genetische hulpbronnen voor bebossing, herbebossing, bosherstel en veredeling te bevorderen; |
7. |
verzameling van genetische bosbouwhulpbronnen die voor Europa van belang kunnen zijn. |
4.3. Dierlijke genetische hulpbronnen
1. |
Het opzetten op internet van een permanent en breed toegankelijk Europees netwerk van nationale inventarissen van dierlijke genetische hulpbronnen ex situ en in situ/op het landbouwbedrijf met inachtneming van de werkzaamheden in het kader van het Europese netwerk van nationale coördinatoren voor dierlijke genetische hulpbronnen en met een link naar het DAD-IS-systeem van de FAO; |
2. |
vaststelling van voor heel Europa geldende genormaliseerde en vergelijkbare criteria voor het vastleggen van nationale prioriteiten op het gebied van duurzame instandhouding en aanwending van dierlijke genetische hulpbronnen en van daarmee verband houdende eisen inzake internationale samenwerking; |
3. |
totstandbrenging van Europese collecties van gecryoconserveerde dierlijke genetische hulpbronnen op basis van nationale of institutionele gecryoconserveerde collecties; |
4. |
karakterisering en evaluatie van dierlijke genetische hulpbronnen (soorten en rassen) die voor de voedselproductie en de landbouw gebruikt worden of nuttig kunnen zijn; |
5. |
vastlegging van een Europees genormaliseerd prestatietoetsensysteem voor dierlijke genetische hulpbronnen in de landbouw en documentatie van de kenmerken van bedreigde rassen en populaties van landbouwhuisdieren; |
6) |
totstandbrenging en coördinatie van een Europees netwerk van instandhoudingsboerderijen, reddingscentra en dierenparken voor bedreigde Europese rassen van landbouwhuisdieren; |
7. |
ontwikkeling van gemeenschappelijke grensoverschrijdende fokprogramma's voor bedreigde rassen en populaties. Vaststelling van regels voor de uitwisseling van gegevens, genetisch materiaal en fokdieren; |
8. |
ontwikkeling van strategieën om de rentabiliteit van landrassen te verhogen en zodoende een nauwere samenhang met de typische producten daarvan tot stand te brengen, en om de waarde van de landrassen wegens hun bijdrage op milieugebied (bv. landschapsbehoud, beheer van landbouwecosystemen) en aan het multifunctionele karakter van de landbouw (bv. instandhouding van de culturele verscheidenheid van het platteland, plattelandsontwikkeling en - toerisme, enz.) te definiëren en te verhogen; |
9. |
ontwikkeling van strategieën om de aanwending van te weinig gebruikte dierlijke genetische hulpbronnen die voor Europa van belang kunnen zijn, te bevorderen. |
(1) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
BIJLAGE II
INDICATIEVE VERDELING VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN VOOR HET COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA
|
% |
||
Acties |
90 |
||
Gerichte acties |
73 |
||
|
(53) |
||
|
(20) |
||
Gecoördineerde acties |
9 |
||
Uitwisseling van gegevens over thematische vraagstukken ter verbetering van de coördinatie van nationale acties en programma's, alsook om deze beter af te stemmen op de communautaire maatregelen en op het verloop van de internationale onderhandelingen. |
|
||
Begeleidende acties |
8 |
||
Voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, met inbegrip van seminars, technische conferenties, vergaderingen met NGO's en andere relevante belanghebbenden, opleidingen en de voorbereiding van technische verslagen. |
|
||
Technische bijstand en raadpleging van deskundigen (evaluatie) |
10 (8 + 2) |
||
Totaal |
100 |
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/12 |
RICHTLIJN 2004/83/EG VAN DE RAAD
van 29 april 2004
inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 63, eerste alinea, punt 1, onder c), punt 2, onder a), en punt 3, onder a),
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (3),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (4),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Een gemeenschappelijk asielbeleid, met inbegrip van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, behoort tot de doelstelling van de Europese Unie geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen die openstaat voor degenen die onder druk van de omstandigheden op legale wijze om bescherming in de Gemeenschap verzoeken. |
(2) |
De Europese Raad is tijdens zijn bijzondere bijeenkomst in Tampere op 15 en 16 oktober 1999 overeengekomen te streven naar de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat stoelt op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 („Verdrag van Genève”), zoals aangevuld door het Protocol van New York van 31 januari 1967 („Protocol”), en zo het verbod tot uitzetting of terugleiding (non-refoulement) te handhaven en te garanderen dat niemand naar het land van vervolging wordt teruggestuurd. |
(3) |
Het Verdrag van Genève en het Protocol vormen de hoeksteen van het internationale rechtsstelsel ter bescherming van vluchtelingen. |
(4) |
Volgens de conclusies van Tampere dient een gemeenschappelijk Europees asielstelsel op korte termijn op elkaar afgestemde regels te omvatten inzake de toekenning en de inhoud van de vluchtelingenstatus. |
(5) |
De conclusies van Tampere houden tevens in, dat de bepalingen ten aanzien van de vluchtelingenstatus moeten worden aangevuld met maatregelen inzake subsidiaire vormen van bescherming die eenieder die een dergelijke bescherming behoeft een passende status verlenen. |
(6) |
Het hoofddoel van deze richtlijn is te verzekeren dat er in alle lidstaten een minimaal niveau aan bescherming wordt geboden aan personen die werkelijk bescherming behoeven omdat zij redelijkerwijze niet erop kunnen vertrouwen dat hun land van herkomst of het land van de gewone verblijfplaats deze bescherming verstrekt. |
(7) |
De onderlinge aanpassing van bepalingen inzake de erkenning en de inhoud van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire bescherming dient ertoe bij te dragen de secundaire migratie van asielzoekers tussen de lidstaten te beperken, voorzover deze migratie louter door verschillen in de wetgevingen wordt veroorzaakt. |
(8) |
Het ligt in de aard van minimumnormen, dat de lidstaten ten aanzien van onderdanen van derde landen en staatlozen die om internationale bescherming van een lidstaat verzoeken, gunstiger bepalingen kunnen treffen of in stand houden, mits het desbetreffende verzoek door een vluchteling in de zin van artikel 1 A van het Verdrag van Genève of door een persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, wordt geacht te zijn ingediend. |
(9) |
Onderdanen van derde landen of staatlozen die op het grondgebied van de lidstaten mogen blijven om redenen die geen verband houden met een behoefte aan internationale bescherming, maar, op discretionaire basis, uit mededogen of op humanitaire gronden, vallen niet onder deze richtlijn. |
(10) |
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In het bijzonder tracht deze richtlijn de menselijke waardigheid, het recht op asiel van asielzoekers en hun begeleidende familieleden en de bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering op grond van de artikelen 1, 18 en 19 van het Handvest ten volle te eerbiedigen. |
(11) |
Met betrekking tot de behandeling van personen die onder de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, zijn de lidstaten gebonden aan de verplichtingen uit hoofde van de instrumenten van internationaal recht waarbij zij partij zijn en die discriminatie verbieden. |
(12) |
Het „belang van het kind” dient bij de uitvoering van deze richtlijn een van de hoofdoverwegingen van de lidstaten te zijn. |
(13) |
Deze richtlijn geldt onverminderd het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie. |
(14) |
De erkenning van de vluchtelingenstatus heeft declaratoire kracht. |
(15) |
Het Handboek over procedures en criteria voor het bepalen van de vluchtelingenstatus van het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor vluchtelingen bevat voor de lidstaten waardevolle aanwijzingen bij het vaststellen van de vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 1 van het Verdrag van Genève. |
(16) |
Er dienen minimumnormen voor de omschrijving en de inhoud van de vluchtelingenstatus te worden vastgesteld om de bevoegde nationale instanties van de lidstaten bij de toepassing van het Verdrag van Genève voor te lichten. |
(17) |
Het is noodzakelijk gemeenschappelijke begrippen in te voeren van de criteria op grond waarvan asielzoekers als vluchtelingen in de zin van artikel 1 van het Verdrag van Genève worden aangemerkt. |
(18) |
Met name is het nodig tot gemeenschappelijke begrippen te komen ten aanzien van de behoefte aan bescherming ter plaatse; de oorsprong van schade en bescherming; en binnenlandse bescherming en vervolging, met inbegrip van de redenen van de vervolging. |
(19) |
Bescherming wordt niet alleen geboden door de staat, maar ook door partijen of organisaties, met inbegrip van internationale organisaties, die voldoen aan de criteria van deze richtlijn, leden 2 en 3, en die een regio of een deel van enige omvang van het grondgebied van de staat beheersen. |
(20) |
Met name is het nodig dat de lidstaten bij de beoordeling van aanvragen om internationale bescherming van minderjarigen, met specifiek op kinderen gerichte vormen van vervolging rekening houden, zoals het ronselen van kinderen voor strijdkrachten, mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en dwangarbeid. |
(21) |
Met name is het nodig tot een gemeenschappelijke opvatting te komen aangaande de vervolgingsgrond „het behoren tot een bepaalde sociale groep”, die zodanig moet worden uitgelegd dat daaronder zowel groepen vallen die kunnen worden gedefinieerd op grond van bepaalde fundamentele kenmerken, zoals geslacht of seksuele gerichtheid, als groepen, zoals vakbonden, die uit personen bestaan die een achtergrond of gemeenschappelijke eigenschappen bezitten, die dermate fundamenteel is voor de identiteit of de morele integriteit dat van deze personen niet mag worden gedwongen het lidmaatschap van die groep op te geven. |
(22) |
Handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties zijn omschreven in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties, en zijn onder andere neergelegd in de resoluties van de Verenigde Naties betreffende maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, waarin wordt verklaard dat „terroristische daden, methoden en werkwijzen strijdig zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties”, en dat het doelbewust financieren en plannen van en het aanzetten tot terroristische daden eveneens strijdig zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties. |
(23) |
Als bedoeld in artikel 14, kan het begrip „status” ook de vluchtelingenstatus omvatten. |
(24) |
Tevens dienen minimumnormen te worden vastgesteld voor de omschrijving en inhoud van subsidiaire bescherming. De subsidiaire beschermingsregeling moet de in het Verdrag van Genève vastgelegde regeling ter bescherming van vluchtelingen aanvullen. |
(25) |
Er dienen criteria te worden vastgesteld om degenen die om internationale bescherming verzoeken, als personen te erkennen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen. Deze criteria dienen in overeenstemming te zijn met de internationale verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van instrumenten op het gebied van de mensenrechten en met de bestaande praktijken in de lidstaten. |
(26) |
Gevaren waaraan de bevolking van een land of een deel van de bevolking in het algemeen is blootgesteld, vormen normaliter op zich geen individuele bedreiging die als ernstige schade kan worden aangemerkt. |
(27) |
Zich ervan bewust dat de gezinsleden louter door hun verwantschap met de vluchteling normaal gezien op zodanige wijze kwetsbaar zijn voor daden van vervolging dat zulks een grond voor de toekenning van de status van vluchteling zou kunnen vormen. |
(28) |
Het begrip nationale veiligheid en openbare orde heeft ook betrekking op gevallen waarin een onderdaan van een derde land behoort tot een vereniging die steun verleent aan het internationale terrorisme of een dergelijke vereniging steunt. |
(29) |
De voordelen die aan de gezinsleden van personen met subsidiaire bescherming worden toegekend, hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde te zijn als die welke aan de statushouder worden toegekend, doch moeten in vergelijking daarmee wel billijk zijn. |
(30) |
Binnen de grenzen van hun internationale verplichtingen kunnen de lidstaten bepalen dat alvorens voordelen inzake de toegang tot werkgelegenheid, sociale zekerheid, gezondheidszorg en integratievoorzieningen kunnen worden toegekend, een verblijfstitel overeenkomstig artikel 22 moet zijn afgegeven. |
(31) |
Deze richtlijn is niet van toepassing op financiële voordelen die door de lidstaten worden toegekend om onderwijs en opleiding te bevorderen. |
(32) |
Er dient rekening te worden gehouden met de praktische problemen die personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus ondervinden bij het waarmerken van hun buitenlandse diploma's, getuigschriften of andere bewijzen van officiële kwalificaties. |
(33) |
Met name om sociale problemen te voorkomen is het dienstig dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus in het kader van de sociale bijstand zonder discriminatie passende sociale voorzieningen en bestaansmiddelen ontvangen. |
(34) |
Wat sociale bijstand en gezondheidszorg betreft moeten de gedetailleerde bepalingen inzake de verstrekking van de fundamentele prestaties in de nationale wetgeving worden vastgesteld. De mogelijkheid om de prestaties voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus te beperken tot de fundamentele prestaties moet zodanig worden opgevat dat hieronder ten minste is begrepen minimale inkomenssteun, steun bij ziekte, bij zwangerschap en bij hulpverlening aan ouders, in de mate waarin deze overeenkomstig de wetgeving van de betreffende lidstaat aan eigen onderdanen worden toegekend. |
(35) |
Personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus behoren toegang te krijgen tot lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg. |
(36) |
De uitvoering van deze richtlijn dient met regelmatige tussenpozen te worden geëvalueerd, met name rekening houdend met de ontwikkeling van de internationale verplichtingen van de lidstaten inzake non-refoulement, met de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de lidstaten alsook met de ontwikkeling van de gemeenschappelijke basisbeginselen op het stuk van de integratie. |
(37) |
Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde richtlijn, namelijk minimumnormen vast te stellen voor de toekenning door de lidstaten van internationale bescherming aan onderdanen van derde landen en staatlozen en de inhoud van de verleende bescherming, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van de voorgestelde maatregel beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de onderhavige richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(38) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk bij brief van 28 januari 2002 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn. |
(39) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft Ierland bij brief van 13 februari 2002 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn. |
(40) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze richtlijn en is deze richtlijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
Het doel van deze richtlijn is minimumnormen vast te stellen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, alsmede de inhoud van de verleende bescherming.
Artikel 2
Definities
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) |
„internationale bescherming”: de vluchtelingenstatus en de subsidiaire bescherming zoals omschreven in de punten d) en f); |
b) |
„Verdrag van Genève”: het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen dat op 28 juli 1951 te Genève tot stand is gekomen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967; |
c) |
„vluchteling”: een onderdaan van een derde land die zich wegens een gegronde vrees voor vervolging om redenen van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep, buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en de bescherming van dat land niet kan of, wegens deze vrees, niet wil inroepen, dan wel een staatloze die zich om dezelfde reden buiten het land bevindt waar hij vroeger gewoonlijk verbleef en daarheen niet kan, dan wel wegens genoemde vrees niet wil terugkeren, en op wie artikel 12 niet van toepassing is; |
d) |
„vluchtelingenstatus”: de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als vluchteling; |
e) |
„persoon die voor de subsidiaire-beschermingsstatus in aanmerking komt”: een onderdaan van een derde land of een staatloze die niet voor de vluchtelingenstatus in aanmerking komt, doch ten aanzien van wie er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat, wanneer hij naar zijn land van herkomst, of in het geval van een staatloze, naar het land waar hij vroeger gewoonlijk verbleef, terugkeert, een reëel risico zou lopen op ernstige schade als omschreven in artikel 15, en op wie artikel 17, leden 1 en 2, niet van toepassing is, en die zich niet onder de bescherming van dat land kan of, wegens dat risico, wil stellen; |
f) |
„subsidiaire-beschermingsstatus”, de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als een persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt; |
g) |
„verzoek om internationale bescherming”: een verzoek van een onderdaan van een derde land of een staatloze om bescherming van een lidstaat die kennelijk de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus wenst en niet uitdrukkelijk verzoekt om een andere, niet onder deze richtlijn vallende vorm van bescherming waarom afzonderlijk kan worden gevraagd; |
h) |
„gezinsleden”: voorzover het gezin reeds bestond in het land van herkomst, de volgende leden van het gezin van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend die in verband met het verzoek om internationale bescherming in dezelfde lidstaat aanwezig zijn:
|
i) |
„niet-begeleide minderjarigen”: onderdanen van derde landen en staatlozen jonger dan 18 jaar die zonder begeleiding van een voor hen hetzij wettelijk, hetzij volgens het gewoonterecht verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van de lidstaten aankomen, zolang zij niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke volwassene zijn gesteld. Ook vallen onder deze definitie minderjarigen die, nadat zij het grondgebied van de lidstaten zijn binnengekomen, zonder begeleiding zijn komen te verkeren; |
j) |
„verblijfstitel”: iedere door de instanties van een lidstaat overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat verstrekte vergunning of machtiging op grond waarvan een onderdaan van een derde land of staatloze op het grondgebied van die lidstaat mag verblijven; |
k) |
„land van herkomst”: het land of de landen van de nationaliteit of, voor staatlozen, van de vroegere gewone verblijfplaats. |
Artikel 3
Gunstiger normen
De lidstaten kunnen ter bepaling van wie als vluchteling of als voor subsidiaire bescherming in aanmerking komend persoon wordt erkend en ter bepaling van de inhoud van de internationale bescherming, gunstiger normen vaststellen of handhaven indien die met deze richtlijn verenigbaar zijn.
HOOFDSTUK II
BEOORDELING VAN VERZOEKEN OM INTERNATIONALE BESCHERMING
Artikel 4
Beoordeling van feiten en omstandigheden
1. De lidstaten mogen van de verzoeker verlangen dat hij alle elementen ter staving van het verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk indient. De lidstaat heeft tot taak om de relevante elementen van het verzoek in samenwerking met de verzoeker te beoordelen.
2. De in lid 1 bedoelde elementen bestaan in de verklaringen van de verzoeker en alle documentatie in het bezit van de verzoeker over zijn leeftijd, achtergrond, ook die van relevante familieleden, identiteit, nationaliteit(en), land(en) en plaats(en) van eerder verblijf, eerdere asielverzoeken, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten en de redenen waarom hij een verzoek om internationale bescherming indient.
3. De beoordeling van een verzoek om internationale bescherming moet plaatsvinden op individuele basis en houdt onder meer rekening met:
a) |
alle relevante feiten in verband met het land van herkomst op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen met inbegrip van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land van herkomst en de wijze waarop deze worden toegepast; |
b) |
de door de verzoeker afgelegde verklaring en overgelegde documenten, samen met informatie over de vraag of de verzoeker aan vervolging of andere ernstige schade is blootgesteld dan wel blootgesteld zou kunnen worden; |
c) |
de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, waartoe factoren behoren zoals achtergrond, geslacht en leeftijd, teneinde te beoordelen of op basis van de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, de daden waaraan hij blootgesteld is of blootgesteld zou kunnen worden, met vervolging of ernstige schade overeenkomen; |
d) |
de vraag of zijn activiteiten, sedert hij zijn land heeft verlaten, uitsluitend ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om een verzoek om internationale bescherming te kunnen indienen, teneinde na te gaan of de betrokkene, in geval van terugkeer naar dat land, door die activiteiten aan vervolging of ernstige schade zal worden blootgesteld; |
e) |
de vraag of in redelijkheid kan worden verwacht dat de verzoeker zich onder de bescherming kan stellen van een ander land waar hij zich op zijn staatsburgerschap kan beroepen. |
4. Het feit dat de verzoeker in het verleden reeds is blootgesteld aan vervolging of aan ernstige schade of dat hij rechtstreeks is bedreigd met dergelijke vervolging of dergelijke schade, is een duidelijke aanwijzing dat de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is en het risico op het lijden van ernstige schade reëel is, tenzij er goede redenen zijn om aan te nemen dat die vervolging of ernstige schade zich niet opnieuw zal voordoen.
5. Wanneer lidstaten het beginsel toepassen, volgens welk het de taak van de verzoeker is zijn verzoek om internationale bescherming te staven, wordt de verzoeker ondanks het eventuele ontbreken van bewijsmateriaal voor een aantal van de verklaringen van de verzoeker, geloofwaardig geacht en wordt hem het voordeel van de twijfel gegund, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de verzoeker heeft een oprechte inspanning geleverd om zijn verzoek te staven; |
b) |
alle relevante elementen waarover de verzoeker beschikt, zijn overgelegd, of er is een bevredigende verklaring gegeven omtrent het ontbreken van andere relevante elementen; |
c) |
de verklaringen van de verzoeker zijn samenhangend en aannemelijk bevonden en zijn niet in strijd met beschikbare algemene en specifieke informatie die relevant is voor zijn verzoek; |
d) |
de verzoeker heeft zijn verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk ingediend, tenzij hij goede redenen kan aanvoeren waarom hij dit heeft nagelaten, en |
e) |
vast is komen te staan dat de verzoeker in grote lijnen als geloofwaardig kan worden beschouwd. |
Artikel 5
Ter plaatse ontstane behoefte aan internationale bescherming
1. Een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op het lijden van ernstige schade kan gegrond zijn op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat de verzoeker het land van herkomst heeft verlaten.
2. Een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op het lijden van ernstige schade kan gegrond zijn op activiteiten van de verzoeker sedert hij het land van herkomst heeft verlaten, met name wanneer wordt vastgesteld dat de betrokken activiteiten de uitdrukking en de voortzetting vormen van overtuigingen of strekkingen die de betrokkene in het land van herkomst aanhing.
3. Onverminderd het Verdrag van Genève, kunnen de lidstaten vaststellen dat een verzoeker die een herhaalde aanvraag indient, normaliter niet de vluchtelingenstatus wordt verleend indien het risico van vervolging gegrond is op omstandigheden die de verzoeker zelf heeft veroorzaakt nadat hij het land van herkomst heeft verlaten.
Artikel 6
Actoren van vervolging of ernstige schade
Actoren van vervolging of ernstige schade kunnen onder meer zijn:
a) |
de staat; |
b) |
partijen of organisaties die de staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheersen; |
c) |
niet-overheidsactoren, indien kan worden aangetoond dat de actoren als bedoeld in de punten a) en b), inclusief internationale organisaties, geen bescherming als bedoeld in artikel 7 kunnen of willen bieden tegen vervolging of ernstige schade. |
Artikel 7
Actoren van bescherming
1. Bescherming kan worden geboden door:
a) |
de staat, of |
b) |
partijen of organisaties, inclusief internationale organisaties, die de staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheersen. |
2. In het algemeen wordt bescherming geboden wanneer de actoren als bedoeld in lid 1 redelijke maatregelen tot voorkoming van vervolging of het lijden van ernstige schade treffen, onder andere door de instelling van een doeltreffend juridisch systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing van handelingen die vervolging of ernstige schade vormen, en wanneer de verzoeker toegang tot een dergelijke bescherming heeft.
3. Bij het beoordelen of een internationale organisatie een staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheerst en bescherming verleent als omschreven in lid 2, houden de lidstaten rekening met de richtsnoeren die worden gegeven in toepasselijke Raadsbesluiten.
Artikel 8
Binnenlandse bescherming
1. Als onderdeel van de beoordeling van het verzoek om internationale bescherming kunnen de lidstaten vaststellen dat een verzoeker geen behoefte heeft aan internationale bescherming, indien er in een deel van het land van herkomst geen gegronde vrees bestaat voor vervolging of geen reëel risico op ernstige schade, en van de verzoeker redelijkerwijs kan worden verwacht dat hij in dat deel van het land blijft.
2. Bij de beoordeling of een deel van het land van herkomst aan de in lid 1 genoemde voorwaarden voldoet, houden de lidstaten bij hun beslissing over het verzoek rekening met de algemene omstandigheden in dat deel van het land en met de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen.
3. Lid 1 kan van toepassing zijn ondanks het feit dat er technische belemmeringen bestaan om terug te keren naar het land van herkomst.
HOOFDSTUK III
VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN DE VLUCHTELINGENSTATUS
Artikel 9
Daden van vervolging
1. Daden van vervolging in de zin van artikel 1 A van het Verdrag van Genève moeten:
a) |
zo ernstig van aard zijn of zo vaak voorkomen dat zij een ernstige schending vormen van de grondrechten van de mens, met name de rechten ten aanzien waarvan geen afwijking mogelijk is uit hoofde van artikel 15, lid 2, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; |
b) |
een samenstel zijn van verschillende maatregelen, waaronder mensenrechtenschendingen, die voldoende ernstig zijn om iemand op een soortgelijke wijze te treffen als omschreven in punt a). |
2. Daden van vervolging in de zin van lid 1 kunnen onder meer de vorm aannemen van:
a) |
daden van lichamelijk of geestelijk geweld, inclusief seksueel geweld; |
b) |
wettelijke, administratieve, politiële en/of gerechtelijke maatregelen die op zichzelf discriminerend zijn of op discriminerende wijze worden uitgevoerd; |
c) |
onevenredige of discriminerende vervolging of bestraffing; |
d) |
ontneming van de toegang tot rechtsmiddelen, waardoor een onevenredig zware of discriminerende straf wordt opgelegd; |
e) |
vervolging of bestraffing wegens de weigering militaire dienst te vervullen tijdens een conflict, wanneer het vervullen van militaire dienst strafbare feiten of handelingen inhoudt die onder de uitsluitingsclausule van artikel 12, lid 2 vallen; |
f) |
daden van genderspecifieke of kindspecifieke aard. |
3. Overeenkomstig artikel 2, punt c), moet er een verband zijn tussen de in artikel 10 genoemde redenen en de daden die als vervolging worden aangemerkt in de zin van lid 1.
Artikel 10
Gronden van vervolging
1. Bij de beoordeling van de gronden van vervolging houden de lidstaten rekening met de volgende elementen:
a) |
het begrip „ras” omvat met name de aspecten huidskleur, afkomst of het behoren tot een bepaalde etnische groep; |
b) |
het begrip „godsdienst” omvat met name theïstische, niet-theïstische en atheïstische geloofsovertuigingen, het deelnemen aan of het zich onthouden van formele erediensten in de particuliere of openbare sfeer, hetzij alleen of in gemeenschap met anderen, andere religieuze activiteiten of uitingen, dan wel vormen van persoonlijk of gemeenschappelijk gedrag die op een godsdienstige overtuiging zijn gebaseerd of daardoor worden bepaald; |
c) |
het begrip „nationaliteit” is niet beperkt tot staatsburgerschap of het ontbreken daarvan, maar omvat met name ook het behoren tot een groep die wordt bepaald door haar culturele, etnische of linguïstische identiteit, door een gemeenschappelijke geografische of politieke oorsprong of door verwantschap met de bevolking van een andere staat; |
d) |
een groep wordt geacht een specifieke sociale groep te vormen als met name:
Afhankelijk van de omstandigheden in het land van herkomst kan een specifieke sociale groep een groep zijn die als gemeenschappelijk kenmerk seksuele gerichtheid heeft. Seksuele gerichtheid omvat geen handelingen die volgens het nationale recht van de lidstaten als strafbaar worden beschouwd. Genderaspecten kunnen in overweging worden genomen, maar zijn op zichzelf geen aanleiding voor de toepassing van dit artikel; |
e) |
het begrip „politieke overtuiging” houdt met name in dat de betrokkene een opvatting, gedachte of mening heeft betreffende een aangelegenheid die verband houdt met de in artikel 6 genoemde actoren van vervolging en hun beleid of methoden, ongeacht of de verzoeker zich in zijn handelen door deze opvatting, gedachte of mening heeft laten leiden. |
2. Bij het beoordelen of de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is, doet het niet terzake of de verzoeker in werkelijkheid de raciale, godsdienstige, nationale, sociale of politieke kenmerken vertoont die aanleiding geven tot de vervolging indien deze kenmerken hem door de actor van de vervolging worden toegeschreven.
Artikel 11
Beëindiging
1. Een onderdaan van een derde land of staatloze houdt op vluchteling te zijn wanneer hij:
a) |
vrijwillig opnieuw de bescherming inroept van het land van zijn nationaliteit; of |
b) |
na verlies van zijn nationaliteit deze vrijwillig opnieuw heeft verworven; of |
c) |
een nieuwe nationaliteit heeft verworven en de bescherming geniet van het land van zijn nieuwe nationaliteit; of |
d) |
zich vrijwillig opnieuw gevestigd heeft in het land dat hij had verlaten of waarbuiten hij zich bevond uit vrees voor vervolging; of |
e) |
omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling werd erkend, hebben opgehouden te bestaan, niet langer kan weigeren zich onder de bescherming te stellen van het land van zijn nationaliteit; |
f) |
indien hij geen nationaliteit bezit, kan terugkeren naar het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling is erkend, hebben opgehouden te bestaan. |
2. Bij de toepassing van de punten e) en f), van lid 1, dienen de lidstaten na te gaan of de verandering van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om de gegronde vrees van de vluchteling voor vervolging weg te nemen.
Artikel 12
Uitsluiting
1. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer:
a) |
hij onder artikel 1 D van het Verdrag van Genève valt, dat betrekking heeft op het genieten van bescherming of bijstand van andere organen of instellingen van de Verenigde Naties dan de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen. Is die bescherming of bijstand om welke reden ook opgehouden zonder dat de positie van de betrokkene definitief geregeld is in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de algemene vergadering van de Verenigde Naties, dan heeft de betrokkene op grond van dit feit recht op de voorzieningen uit hoofde van deze richtlijn; |
b) |
hij door de bevoegde autoriteiten van het land waar hij zich heeft gevestigd, beschouwd wordt de rechten en verplichtingen te hebben, welke met het bezit van de nationaliteit van dat land verbonden zijn, of daarmee gelijkwaardige rechten en verplichtingen. |
2. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat:
a) |
hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten die zijn opgesteld om bepalingen met betrekking tot deze misdrijven in het leven te roepen; |
b) |
hij buiten het land van toevlucht een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan voordat hij tot dit land als vluchteling is toegelaten, dat wil zeggen vóór de afgifte van een verblijfsvergunning op grond van de toekenning van de vluchtelingenstatus; bijzonder wrede handelingen kunnen, zelfs indien zij met een beweerd politiek oogmerk zijn uitgevoerd, als ernstige, niet-politieke misdrijven aangemerkt worden; |
c) |
hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties. |
3. Lid 2 is van toepassing op personen die aanzetten tot of anderszins deelnemen aan de in dat lid genoemde misdrijven of daden.
HOOFDSTUK IV
VLUCHTELINGENSTATUS
Artikel 13
Verlening van de vluchtelingenstatus
De lidstaten verlenen de vluchtelingenstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig de hoofdstukken II en III als vluchteling wordt erkend.
Artikel 14
Intrekking, beëindiging of weigering tot verlenging van de vluchtelingenstatus
1. Met betrekking tot verzoeken om internationale bescherming die worden ingediend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, trekken de lidstaten de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze in, beëindigen zij deze of weigeren zij deze te verlengen indien hij volgens de criteria van artikel 11 geen vluchteling meer is.
2. Onverminderd de plicht van de vluchteling uit hoofde van artikel 4, lid 1, om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt, over te leggen, toont de lidstaat die de vluchtelingenstatus heeft verleend per geval aan dat de betrokken persoon geen vluchteling meer is of dat nooit geweest is, overeenkomstig lid 1.
3. De lidstaten trekken de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in, beëindigen deze of weigeren deze te verlengen, indien, nadat hem de vluchtelingenstatus is verleend, door de betrokken lidstaat wordt vastgesteld dat
a) |
hij op grond van artikel 12 van de vluchtelingenstatus uitgesloten is of had moeten zijn; |
b) |
hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden, of valse documenten heeft gebruikt, en dit doorslaggevend is geweest voor de verlening van de vluchtelingenstatus. |
4. De lidstaten kunnen de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie aan een vluchteling verleende status intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen wanneer:
a) |
er goede redenen bestaan om hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt; |
b) |
hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de gemeenschap van die lidstaat. |
5. De lidstaten mogen onder de in lid 4 omschreven omstandigheden besluiten geen status te verlenen aan een vluchteling wanneer nog geen besluit in die zin is genomen.
6. Personen op wie lid 4 of lid 5 van toepassing is, genieten de rechten die zijn vastgelegd in de artikelen 3, 4, 16, 22, 31, 32 en 33 van het Verdrag van Genève of daarmee vergelijkbare rechten, voorzover zij in de lidstaat aanwezig zijn.
HOOFDSTUK V
VOORWAARDEN OM IN AANMERKING TE KOMEN VOOR SUBSIDIAIRE BESCHERMING
Artikel 15
Ernstige schade
Ernstige schade bestaat uit:
a) |
doodstraf of executie; of |
b) |
foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst; of: |
c) |
ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict. |
Artikel 16
Beëindiging
1. Een onderdaan van een derde land of staatloze komt niet meer in aanmerking voor subsidiaire bescherming wanneer de omstandigheden op grond waarvan de subsidiaire bescherming is verleend, niet langer bestaan, of zodanig zijn gewijzigd dat deze bescherming niet langer nodig is.
2. Bij de toepassing van lid 1, nemen de lidstaten in aanmerking of de wijziging van de omstandigheden zo ingrijpend en niet-voorbijgaand is dat de persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming niet langer een reëel risico op ernstige schade loopt.
Artikel 17
Uitsluiting
1. Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van subsidiaire bescherming wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat:
a) |
hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft gepleegd, zoals gedefinieerd in de internationale instrumenten waarmee wordt beoogd regelingen te treffen ten aanzien van dergelijke misdrijven; |
b) |
hij een ernstig misdrijf heeft gepleegd; |
c) |
hij zich schuldig heeft gemaakt aan daden die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties; |
d) |
hij een gevaar vormt voor de gemeenschap of voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt. |
2. Lid 1 is van toepassing op personen die aanzetten tot of anderszins deelnemen aan de daar genoemde misdrijven of daden.
3. De lidstaten mogen een onderdaan van een derde land of staatloze van subsidiaire bescherming uitsluiten, indien hij, voordat hij tot de betrokken lidstaat werd toegelaten, een of meer andere dan de in lid 1 bedoelde misdrijven heeft gepleegd die strafbaar zouden zijn met gevangenisstraf indien zij in de betrokken lidstaat waren gepleegd, en indien hij zijn land van herkomst alleen heeft verlaten om straffen als gevolg van deze misdrijven te ontlopen.
HOOFDSTUK VI
SUBSIDIAIRE-BESCHERMINGSSTATUS
Artikel 18
Verlening van de subsidiaire-beschermingsstatus
De lidstaten verlenen de subsidiaire-beschermingsstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig de hoofdstukken II en V in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.
Artikel 19
Intrekking, beëindiging of weigering tot verlenging van de subsidiaire-beschermingsstatus
1. Met betrekking tot na de inwerkingtreding van deze richtlijn ingediende verzoeken om internationale bescherming, trekken de lidstaten de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze in, beëindigen zij deze of weigeren zij deze te verlengen indien hij volgens de criteria van artikel 16 niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.
2. De lidstaten kunnen de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen indien hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus was verleend, had moeten worden uitgesloten van subsidiaire bescherming overeenkomstig artikel 17, lid 3.
3. De lidstaten trekken de subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in, beëindigen deze of weigeren deze te verlengen indien:
a) |
hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, op grond van artikel 17, leden 1 en 2, van subsidiaire bescherming uitgesloten is of had moeten zijn; |
b) |
hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden, of valse documenten heeft gebruikt, en dit doorslaggevend is geweest voor de verlening van de subsidiaire-beschermingsstatus. |
4. Onverminderd de plicht, uit hoofde van artikel 4, lid 1, van de onderdaan van een derde land of staatloze om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt over te leggen, toont de lidstaat die de subsidiaire-beschermingsstatus heeft verleend per geval aan dat de betrokken persoon niet of niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.
HOOFDSTUK VII
KENMERKEN VAN DE INTERNATIONALE BESCHERMING
Artikel 20
Algemene bepalingen
1. Dit hoofdstuk geldt onverminderd de in het Verdrag van Genève neergelegde rechten.
2. Dit hoofdstuk geldt zowel voor vluchtelingen als voor personen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen, tenzij anders is bepaald.
3. Bij de toepassing van dit hoofdstuk houden de lidstaten rekening met de specifieke situatie van kwetsbare personen zoals minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die folteringen hebben ondergaan, zijn verkracht of aan andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld zijn blootgesteld.
4. Lid 3 is uitsluitend van toepassing op personen die volgens een individuele beoordeling van hun situatie bijzondere behoeften hebben.
5. Bij de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk die betrekking hebben op minderjarigen, laten de lidstaten zich primair leiden door het belang van het kind.
6. Binnen de beperkingen die het Verdrag van Genève stelt, mogen de lidstaten de voorzieningen van dit hoofdstuk beperken voor vluchtelingen die hun vluchtelingenstatus hebben verkregen op basis van activiteiten die uitsluitend of in hoofdzaak ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om als vluchteling te worden erkend.
7. Binnen de uit de internationale verplichtingen van de lidstaten voortvloeiende beperkingen, mogen de lidstaten de voorzieningen van dit hoofdstuk beperken voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming en hun subsidiaire-beschermingsstatus hebben verkregen op basis van activiteiten die uitsluitend of in hoofdzaak ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om te worden erkend als persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.
Artikel 21
Bescherming tegen refoulement
1. De lidstaten eerbiedigen het beginsel van non-refoulement met inachtneming van hun internationale verplichtingen.
2. Wanneer dit op grond van de in lid 1 genoemde internationale verplichtingen niet verboden is, mogen de lidstaten een al dan niet formeel erkende vluchteling uitzetten of terugleiden wanneer:
a) |
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij een gevaar vormt voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt; of |
b) |
hij een gevaar vormt voor de samenleving van die lidstaat, omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf. |
3. De lidstaten mogen de verblijfstitel van een vluchteling op wie lid 2 van toepassing is, intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen of te verstrekken.
Artikel 22
Informatie
De lidstaten verschaffen personen ten aanzien van wie is erkend dat zij internationale bescherming behoeven zo spoedig mogelijk nadat hun de desbetreffende beschermingsstatus is verleend, toegang tot in een voor hen begrijpelijke taal duidelijke informatie betreffende de rechten en plichten die verband houden met die status.
Artikel 23
Instandhouding van het gezin
1. De lidstaten zorgen ervoor dat het gezin in stand kan worden gehouden.
2. De lidstaten waarborgen dat gezinsleden van de persoon met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus die zelf niet in aanmerking komen voor die statussen, aanspraak kunnen maken op de in de artikelen 24 tot en met 34 genoemde voordelen, overeenkomstig de nationale procedures en voorzover verenigbaar met de persoonlijke juridische status van het gezinslid.
Ten aanzien van de gezinsleden van personen met de subsidiaire-beschermingsstatus kunnen de lidstaten de voorwaarden voor de betrokken voordelen bepalen.
In dat geval zien de lidstaten erop toe dat de toegekende rechten een toereikende levensstandaard waarborgen.
3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer het gezinslid op grond van de hoofdstukken III en V van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus uitgesloten is.
4. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten de daarin verleende rechten weigeren, beperken of intrekken om redenen van nationale veiligheid of openbare orde.
5. De lidstaten kunnen besluiten dat dit artikel ook geldt voor andere naaste verwanten die ten tijde van het vertrek uit het land van herkomst deel uitmaakten van het gezin van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, en die op dat tijdstip volledig of grotendeels te zijnen laste kwamen.
Artikel 24
Verblijfstitels
1. Zo spoedig mogelijk nadat de vluchtelingenstatus is verleend en zonder dat afbreuk wordt gedaan aan artikel 19, lid 3, verstrekken de lidstaten aan personen met de vluchtelingenstatus een verblijfstitel die ten minste drie jaar geldig is en kan worden verlengd, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.
Onverminderd het bepaalde in artikel 23, lid 1, kan de aan de gezinsleden van de personen met de vluchtelingenstatus af te geven verblijfstitel minder dan drie jaar geldig zijn en verlengbaar zijn.
2. Zo spoedig mogelijk nadat de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, verstrekken de lidstaten personen die subsidiaire bescherming genieten een verblijfstitel die ten minste één jaar geldig is en kan worden verlengd, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.
Artikel 25
Reisdocumenten
1. De lidstaten verstrekken personen met de vluchtelingenstatus reisdocumenten in de in de bijlage bij het Verdrag van Genève vermelde vorm voor reizen buiten hun grondgebied, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.
2. De lidstaten verstrekken aan personen met de subsidiaire beschermingsstatus die geen nationaal paspoort kunnen verkrijgen documenten waarmee zij kunnen reizen, ten minste indien om ernstige humanitaire redenen hun aanwezigheid in een andere staat is vereist, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.
Artikel 26
Toegang tot werk
1. De lidstaten staan personen met een vluchtelingenstatus toe onmiddellijk nadat hun deze status is verleend, een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige op te nemen, waarbij de algemene voorschriften die gelden voor het beroep en de overheidsdienst moeten worden nageleefd.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met een vluchtelingenstatus onder vergelijkbare voorwaarden als voor de eigen onderdanen gelden, toegang krijgen tot voorzieningen zoals het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleiding en praktische werkervaring op de arbeidsplaats.
3. De lidstaten staan personen met de subsidiaire-beschermingsstatus toe onmiddellijk nadat hun deze status is verleend een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige op te nemen, waarbij de algemene voorschriften die gelden voor het beroep en de overheidsdienst moeten worden nageleefd. Hierbij kan rekening gehouden worden met de toestand van de arbeidsmarkt in de lidstaten, inclusief met het oog op de eventuele prioritering van de toegang tot de arbeidsmarkt voor een beperkte, overeenkomstig de nationale wetgeving vast te stellen periode. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met een subsidiare-beschermingsstatus toegang hebben tot banen die hen worden aangeboden overeenkomstig de nationale voorschriften inzake prioritering op de arbeidsmarkt.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de subsidiaire-beschermingsstatus onder door de lidstaten te bepalen voorwaarden toegang krijgen tot voorzieningen zoals het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleiding en praktische werkervaring op de arbeidsplaats.
5. Het recht dat in de lidstaten van toepassing is op de beloning, de toegang tot socialezekerheidsstelsels in verband met beroepsactiviteiten als werknemer of zelfstandige, en de andere arbeidsvoorwaarden zijn van toepassing.
Artikel 27
Toegang tot onderwijs
1. De lidstaten bieden alle minderjarigen aan wie de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen gelden, onbeperkt toegang tot het onderwijsstelsel.
2. De lidstaten bieden volwassenen aan wie de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, onder de voorwaarden die voor legaal verblijvende onderdanen van derde landen gelden, toegang tot het algemene onderwijsstelsel, voortgezette opleidingsvoorzieningen en om- en herscholing.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingen- of de subsidiaire-status dezelfde behandeling krijgen als de eigen onderdanen, wat de erkenning van buitenlandse diploma's, getuigschriften en andere bewijzen van officiële kwalificaties betreft.
Artikel 28
Sociale voorzieningen
1. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus in de lidstaat die deze statussen heeft toegekend de nodige bijstand in de zin van sociale bijstand ontvangen zoals de onderdanen van die lidstaat.
2. In afwijking van de algemene regel in lid 1, kunnen de lidstaten de sociale bijstand voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus beperken tot de meest fundamentele prestaties die qua niveau en toegangsvoorwaarden moeten overeenkomen met die welke voor de eigen onderdanen gelden.
Artikel 29
Gezondheidszorg
1. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus toegang tot de gezondheidszorg krijgen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de lidstaat die de status heeft toegekend.
2. In afwijking van de algemene regel in lid 1 kunnen de lidstaten de gezondheidszorg voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus beperken tot de meest fundamentele prestaties, die qua niveau en toegangsvoorwaarden moeten overeenkomen met die welke voor de eigen onderdanen gelden.
3. De lidstaten verstrekken personen met de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus die bijzondere behoeften hebben, zoals zwangere vrouwen, gehandicapten, personen die foltering, verkrachting of andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan of minderjarigen die het slachtoffer zijn geweest van enige vorm van mishandeling, verwaarlozing, uitbuiting, foltering, wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of die onder een gewapend conflict hebben geleden, passende gezondheidszorg onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van de lidstaat die de status heeft toegekend.
Artikel 30
Niet-begeleide minderjarigen
1. De lidstaten nemen zo spoedig mogelijk nadat de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, de nodige maatregelen om te verzekeren dat niet-begeleide minderjarigen worden vertegenwoordigd door een wettelijke voogd, dan wel, indien nodig, door een organisatie die belast is met de zorg voor en het welzijn van minderjarigen, of op een andere passende wijze worden vertegenwoordigd, zoals op basis van wetgeving of een rechterlijke uitspraak.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de voor elke niet-begeleide minderjarige aangewezen voogd of vertegenwoordiger in verband met de toepassing van deze richtlijn naar behoren in de behoeften van de minderjarige voorziet. De bevoegde instanties evalueren zulks regelmatig.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat niet-begeleide minderjarigen worden geplaatst:
a) |
bij volwassen familieleden, of |
b) |
in een pleeggezin, of |
c) |
in speciale centra voor minderjarigen, of |
d) |
in andere voor minderjarigen geschikte tehuizen. |
In dit verband krijgt het kind inspraak in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid.
4. Voorzover mogelijk, worden broers en zusters bij elkaar gehuisvest, daarbij rekening houdend met het belang van de betrokken minderjarige en in het bijzonder met zijn leeftijd en rijpheid. Veranderingen in de verblijfplaats van niet-begeleide minderjarigen worden tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt.
5. In het belang van niet-begeleide minderjarigen trachten de lidstaten hun gezinsleden zo spoedig mogelijk op te sporen. In gevallen waarin gevaar bestaat voor het leven of de lichamelijke integriteit van de minderjarige of zijn naaste familieleden, met name indien zij in het land van herkomst zijn achtergebleven, moet bij het verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens over deze personen de vertrouwelijkheid worden gewaarborgd.
6. Personen die met niet-begeleide minderjarigen werken, moeten een passende opleiding met betrekking tot hun behoeften volgen of gevolgd hebben.
Artikel 31
Toegang tot huisvesting
De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus toegang tot huisvesting hebben, onder vergelijkbare voorwaarden als andere onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven.
Artikel 32
Vrij verkeer binnen de lidstaat
De lidstaten staan op hun grondgebied het vrije verkeer toe van personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus onder dezelfde voorwaarden en beperkingen als gelden voor de andere onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven.
Artikel 33
Toegang tot integratievoorzieningen
1. Teneinde de integratie van vluchtelingen in de samenleving te vergemakkelijken, voorzien de lidstaten in integratieprogramma's welke zij passend achten of zorgen zij voor de omstandigheden waaronder de toegang tot dergelijke programma's gewaarborgd is.
2. Wanneer de lidstaten zulks passend achten, wordt personen met de subsidiaire-beschermingsstatus toegang verleend tot de integratieprogramma's.
Artikel 34
Repatriëring
De lidstaten kunnen personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus die wensen te repatriëren, bijstand verlenen.
HOOFDSTUK VIII
ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 35
Samenwerking
Elke lidstaat wijst een nationaal contactpunt aan en deelt het adres daarvan mee aan de Commissie, die de andere lidstaten daarvan in kennis stelt.
De lidstaten nemen in overleg met de Commissie alle passende maatregelen om een rechtstreekse samenwerking en uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde instanties tot stand te brengen.
Artikel 36
Personeel
De lidstaten zorgen ervoor dat de instanties en andere organisaties die deze richtlijn uitvoeren de nodige opleiding ontvangen en wat de informatie betreft die zij uit hoofde van hun werk verkrijgen, gebonden zijn aan geheimhouding als omschreven in de nationale wetgeving.
HOOFDSTUK IX
SLOTBEPALINGEN
Artikel 37
Verslagen
1. Uiterlijk op 10 april 2008 brengt de Commissie verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze richtlijn en stelt zij eventueel noodzakelijke wijzigingen voor. De wijzigingsvoorstellen hebben bij voorrang betrekking op de artikelen 15, 26 en 33. De lidstaten doen de Commissie alle nuttige informatie toekomen om dat verslag uiterlijk op 10 oktober 2007 te kunnen opstellen.
2. Na de indiening van het verslag brengt de Commissie ten minste om de vijf jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad omtrent de toepassing van deze richtlijn.
Artikel 38
Omzetting
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 10 oktober 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen van nationaal recht die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen.
Artikel 39
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 40
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Gedaan te Luxemburg, 29 april 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
M. McDOWELL
(1) PB C 51 E van 26.2.2002, blz. 325.
(2) PB C 300 E van 11.12.2003, blz. 25.
(3) PB C 221 van 17.9.2002, blz. 43.
(4) PB C 278 van 14.11.2002, blz. 44.
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/24 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 30 maart 2004
houdende sluiting van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India
(2004/633/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste volzin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op27-28 januari 2003 gemachtigd om namens de Gemeenschap over de in dit besluit bedoelde overeenkomst te onderhandelen. |
(2) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
In het Gemengd Comité douanesamenwerking, dat bij artikel 21 van de overeenkomst is opgericht, wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.
Artikel 4
De voorzitter van de Raad gaat namens de Gemeenschap over tot de in artikel 22 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (1).
Gedaan te Brussel, 30 maart 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
M. McDOWELL
(1) De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken
De Europese Gemeenschap en de Republiek India (hierna „overeenkomstsluitende partijen” genoemd),
GELET OP het belang van de handelsbetrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en India en verlangende, in het voordeel van beide overeenkomstsluitende partijen, bij te dragen tot de harmonieuze ontwikkeling van deze betrekkingen;
ERKENNENDE dat, om dit doel te bereiken, de partijen zich ertoe dienen te verbinden de douanesamenwerking te intensiveren;
REKENING houdende met de ontwikkeling van de douanesamenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen, met name wat de douaneprocedures betreft;
OVERWEGENDE dat overtredingen van de douanewetgeving de economische, fiscale en commerciële belangen van beide overeenkomstsluitende partijen schaden, en erkennende het belang van een nauwkeurige vaststelling van de douanerechten en andere heffingen;
OVERTUIGD dat samenwerking tussen de douaneautoriteiten de maatregelen ter voorkoming van deze overtredingen doeltreffender maakt;
GELET OP de verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten die reeds door de overeenkomstsluitende partijen zijn aanvaard, op de aanbevelingen van de Internationale Douaneraad (Wereld Douane Organisatie) van 5 december 1953 betreffende wederzijdse administratieve bijstand, alsmede op de activiteiten op het gebied van douaneaangelegenheden van de Wereldhandelsorganisatie;
OVERWEGENDE dat op 20 december 1993 een Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India inzake partnerschap en ontwikkeling is ondertekend,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) |
„douanewetgeving”: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Europese Gemeenschap en India betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder enige andere douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen die onder de bevoegdheid van de douaneautoriteiten en andere administratieve autoriteiten vallen; |
b) |
„douaneautoriteit”: in de Europese Gemeenschap, de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, en in India, de Centrale Dienst Douane en Accijnzen binnen de Belastingdienst van het ministerie van Financiën; |
c) |
„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand indient; |
d) |
„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand ontvangt; |
e) |
„persoonsgegevens”: alle informatie betreffende een persoon wiens identiteit bekend is of kan worden vastgesteld; |
f) |
„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving; |
g) |
„persoon”: elke natuurlijke of rechtspersoon; |
h) |
„informatie”: gegevens, al dan niet verwerkt of geanalyseerd, documenten, verslagen en andere mededelingen in welke vorm dan ook, met inbegrip van de elektronische vorm, of gewaarmerkte kopieën daarvan. |
Artikel 2
Territoriaal toepassingsgebied
Deze overeenkomst is, onder de in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vastgestelde voorwaarden, van toepassing op het grondgebied waar dit Verdrag van kracht is, enerzijds, en in India, anderzijds.
Artikel 3
Toekomstige ontwikkelingen
De overeenkomstsluitende partijen kunnen deze overeenkomst in onderling overleg, door middel van overeenkomsten betreffende specifieke sectoren of aangelegenheden, uitbreiden teneinde de douanesamenwerking overeenkomstig hun respectieve douanewetgevingen te intensiveren en aan te vullen.
Artikel 4
Reikwijdte van de samenwerking
1. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de douanesamenwerking te intensiveren. De overeenkomstsluitende partijen zullen met name samenwerken bij:
a) |
het opzetten en onderhouden van communicatiekanalen tussen hun douaneautoriteiten om tot een veilige en snelle uitwisseling van informatie te komen; |
b) |
het bevorderen van een effectieve coördinatie tussen hun douaneautoriteiten; |
c) |
alle andere administratieve aangelegenheden met betrekking tot deze overeenkomst die een gemeenschappelijk optreden noodzakelijk kunnen maken. |
2. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich er ook toe om handelsbevorderingsacties op het gebied van douane te ontwikkelen overeenkomstig de internationale normen.
3. De douanesamenwerking in het kader van deze overeenkomst heeft betrekking op alle aangelegenheden in verband met de toepassing van de douanewetgeving.
Artikel 5
Reikwijdte van de wederzijdse bijstand
1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen en voorzover de beschikbare middelen dit toelaten, op de wijze en onder de voorwaarden die in deze overeenkomst zijn vastgesteld, teneinde de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, met name met het oog op het voorkomen, opsporen en bestrijden van met die wetgeving strijdige handelingen.
2. De bijstand in douanezaken waarin deze overeenkomst voorziet, wordt verleend tussen de douaneautoriteiten en de andere administratieve autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd zijn voor de toepassing van deze overeenkomst. Zij vormt geen beletsel voor de toepassing van de regels betreffende wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend.
3. De bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes valt niet onder deze overeenkomst.
Artikel 6
Verplichtingen uit hoofde van andere overeenkomsten
1. Onverminderd de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de lidstaten:
a) |
doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen krachtens andere internationale overeenkomsten of conventies; |
b) |
worden de bepalingen van deze overeenkomst verenigbaar geacht met overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand die tussen individuele lidstaten en India zijn gesloten of kunnen worden gesloten; |
c) |
doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de communautaire bepalingen inzake de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van informatie die krachtens deze overeenkomst is verkregen en die van belang kan zijn voor de Gemeenschap. |
2. In afwijking van lid 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven die van alle bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand die tussen individuele lidstaten en India zijn gesloten of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van de laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.
3. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar over alle vraagstukken in verband met de toepasselijkheid van deze overeenkomst en trachten hiervoor een oplossing te vinden in het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité douanesamenwerking.
TITEL II
DOUANESAMENWERKING
Artikel 7
Samenwerking bij de toepassing van de douaneprocedures
De overeenkomstsluitende partijen bevestigen hun verbintenis het legitieme goederenverkeer te vereenvoudigen en informatie en ervaring uit te wisselen over maatregelen om de douanetechnieken en -procedures te verbeteren, evenals over geautomatiseerde systemen, met het doel deze verbintenis overeenkomstig de overeenkomst uit te voeren.
Artikel 8
Technische bijstand
De douaneautoriteiten kunnen elkaar technische bijstand verlenen en personeel en expertise uitwisselen, wat betreft maatregelen om douanetechnieken en -procedures te verbeteren, en wat betreft computersystemen die bedoeld zijn om deze doelstellingen overeenkomstig deze overeenkomst te bereiken.
Artikel 9
Overleg in internationale organisaties
Het streven van de douaneautoriteiten zal erop gericht zijn de samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang te ontwikkelen en te intensiveren om de gedachtewisseling over douanezaken in internationale organisaties te vergemakkelijken.
TITEL III
WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND
Artikel 10
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit haar alle terzake dienende informatie die zij nodig kan hebben om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie over geconstateerde of voorgenomen handelingen die strijdig zijn of kunnen zijn met de douanewetgeving.
Met name verschaffen de douaneautoriteiten elkaar informatie betreffende activiteiten die op het grondgebied van de andere partij tot overtredingen zouden kunnen leiden, zoals bijvoorbeeld onjuiste douaneaangiften, oorsprongscertificaten en facturen of andere documenten waarvan bekend is dat zij onjuist of vervalst zijn, of waarop een dergelijke verdenking rust.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede:
a) |
of goederen die uit een van de overeenkomstsluitende partijen zijn uitgevoerd op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst; |
b) |
of goederen die in een van de overeenkomstsluitende partijen zijn ingevoerd op regelmatige wijze uit de andere overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst. |
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat bijzonder toezicht wordt gehouden op:
a) |
personen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht; |
b) |
plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of kunnen worden opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om bij handelingen in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt; |
c) |
goederen die op zodanige wijze worden of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt; |
d) |
vervoermiddelen die op zodanige wijze worden of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt. |
Artikel 11
Ongevraagde bijstand
De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar, op eigen initiatief en overeenkomstig hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met name in situaties die aanzienlijke schade kunnen toebrengen aan de economie, de volksgezondheid, de openbare veiligheid of vergelijkbare vitale belangen van de andere partij, en in het bijzonder door informatie te verstrekken betreffende:
a) |
handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de andere overeenkomstsluitende partij; |
b) |
nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij overtredingen van de douanewetgeving; |
c) |
goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving; |
d) |
personen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht; |
e) |
middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn. |
Artikel 12
Verstrekking van documenten en kennisgeving van besluiten
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen alle nodige maatregelen voor:
a) |
de afgifte van alle administratieve documenten; |
b) |
de kennisgeving van alle besluiten van de verzoekende autoriteit die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, aan een geadresseerde die in het rechtsgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is. |
2. Verzoeken om verstrekking van documenten of kennisgeving van besluiten worden schriftelijk aan de aangezochte autoriteit gericht in een officiële taal van die autoriteit of in een voor die autoriteit aanvaardbare taal. Dit geldt niet voor documenten die worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
Artikel 13
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. Verzoeken in het kader van deze overeenkomst worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:
a) |
de naam van de verzoekende autoriteit; |
b) |
gevraagde maatregel; |
c) |
het doel en de reden van het verzoek; |
d) |
relevante wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen; |
e) |
zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft; |
f) |
een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd. |
3. Verzoeken moeten worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Deze eis is niet van toepassing op documenten die bij het in lid 1 bedoelde verzoek zijn gevoegd.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; in afwachting daarvan kunnen conservatoire maatregelen worden genomen.
Artikel 14
Behandeling van verzoeken
1. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelde, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is eveneens van toepassing op andere diensten waaraan de aangezochte autoriteit het verzoek ingevolge deze overeenkomst doorzendt indien laatstgenoemde autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden ten kantore van de aangezochte autoriteit of van een andere betrokken autoriteit in de zin van lid 1, gegevens verzamelen over handelingen die strijdig zijn of kunnen zijn met de douanewetgeving en die de verzoekende autoriteit nodig heeft voor de toepassing van deze overeenkomst.
4. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden aanwezig zijn bij onderzoek dat in specifieke gevallen in het rechtsgebied van laatstgenoemde autoriteit wordt verricht.
5. Indien een verzoek niet kan worden ingewilligd, wordt de verzoekende autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis gesteld, met vermelding van de redenen en van alle andere informatie die volgens de aangezochte autoriteit nuttig kan zijn voor de verzoekende autoriteit.
Artikel 15
Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, gewaarmerkte kopieën van documenten, rapporten en dergelijke.
2. Deze informatie mag in de vorm van computerbestanden worden verstrekt.
3. De originelen van dossiers en documenten worden uitsluitend op verzoek verstrekt, wanneer gewaarmerkte afschriften niet toereikend zijn. Deze originelen worden ten spoedigste geretourneerd. Aan de rechten die de aangezochte autoriteit of derden aan de originelen ontlenen wordt geen afbreuk gedaan.
Artikel 16
Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend
1. Bijstand kan worden geweigerd of afhankelijk worden gesteld van bepaalde voorwaarden wanneer een partij van mening is dat het verlenen van bijstand in het kader van deze overeenkomst:
a) |
de vitale belangen van India of van de lidstaat van de Europese Gemeenschap die om bijstand in het kader van deze overeenkomst is verzocht, kan aantasten; |
b) |
de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar kan brengen, in het bijzonder in de in artikel 17, lid 2, bedoelde gevallen; of |
c) |
tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden. |
2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand vraagt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
4. In de in lid 1 en lid 2 bedoelde gevallen dienen het besluit van de aangezochte autoriteit en de redenen die daaraan ten grondslag liggen onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.
Artikel 17
Uitwisseling van gegevens en geheimhoudingsplicht
1. Alle informatie die ter uitvoering van deze overeenkomst in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeenkomstsluitende partijen. De verstrekte gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming die de desbetreffende wetgeving van de partij die ze heeft ontvangen aan dergelijke gegevens biedt, dan wel de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.
2. Persoonsgegevens kunnen enkel worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die ze ontvangt, zich ertoe verbindt deze gegevens ten minste de bescherming te verlenen die zij zouden krijgen in de overeenkomstsluitende partij die ze verstrekt. De overeenkomstsluitende partij die de informatie verstrekt, stelt hiervoor geen eisen die strenger zijn dan die welke in haar eigen rechtsgebied gelden.
De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van hun terzake geldende voorschriften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de rechtsvoorschriften van de lidstaten van de Gemeenschap.
3. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst vormt een beletsel voor het gebruik van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie of documenten als bewijsmateriaal in procedures of vorderingen die achteraf bij rechtbanken of tribunalen worden ingesteld ten aanzien van handelingen die strijdig zijn met de douanewetgeving. De overeenkomstsluitende partijen kunnen derhalve in hun bewijsvoeringen, verslagen en getuigenissen en bij de procedures die achteraf bij rechtbanken en tribunalen aanhangig worden gemaakt, gebruik maken van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie en geraadpleegde documenten. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft gegeven tot deze documenten wordt van dergelijk gebruik in kennis gesteld.
4. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in deze overeenkomst omschreven doeleinden. Indien een van de overeenkomstsluitende partijen dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schriftelijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Voorts gelden voor deze informatie de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
5. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden door het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité douanesamenwerking vastgesteld.
Artikel 18
Deskundigen en getuigen
Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden gemachtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als deskundige of getuige voor een autoriteit van de andere overeenkomstsluitende partij op te treden in verband met aangelegenheden waarop deze overeenkomst van toepassing is en daarbij de voor het onderzoek noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voorleggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke autoriteit de ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid hij zal worden gehoord.
Artikel 19
Kosten van de bijstand
1. De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van deze overeenkomst zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
2. Indien tijdens de uitvoering van een verzoek blijkt dat de afronding van de uitvoering van dat verzoek buitengewone uitgaven met zich meebrengt, plegen de douaneautoriteiten overleg om de voorwaarden vast te stellen waarop de uitvoering kan worden voortgezet.
TITEL IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 20
Uitvoering
1. De bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Centrale Dienst Douane en Accijnzen binnen de Belastingdienst van het ministerie van Financiën van de Republiek India, anderzijds, dragen zorg voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in deze overeenkomst dienen te worden aangebracht.
2. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van deze overeenkomst worden vastgesteld.
Artikel 21
Gemengd Comité douanesamenwerking
1. Er wordt een Gemengd Comité douanesamenwerking ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en India. Het comité stelt met wederzijdse instemming van de partijen de plaats, de data en de agenda van zijn bijeenkomsten vast.
2. Het Gemengd Comité douanesamenwerking zal, onder meer,
a) |
toezien op de correcte werking van de overeenkomst; |
b) |
alle kwesties onderzoeken die zich bij de toepassing ervan voordoen; |
c) |
de voor douanesamenwerking nodige maatregelen nemen, overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst; |
d) |
ideeën uitwisselen over onderwerpen van gemeenschappelijk belang op het gebied van de douanesamenwerking, waaronder te nemen maatregelen en de daarvoor benodigde middelen; |
e) |
oplossingen aanbevelen om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken. |
3. Het Gemengd Comité douanesamenwerking stelt zijn reglement van orde vast.
4. Het Gemengd Comité douanesamenwerking zal jaarlijks verslag uitbrengen aan de Gemengde Commissie die is ingesteld bij artikel 22 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India inzake partnerschap en ontwikkeling.
Artikel 22
Datum van inwerkingtreding en geldigheid
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de daartoe benodigde procedures zijn voltooid.
2. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen. De overeenkomst vervalt drie maanden na de dag van opzegging aan de andere overeenkomstsluitende partij. Verzoeken om bijstand die vóór de beëindiging van de overeenkomst werden ontvangen, worden overeenkomstig de overeenkomst afgehandeld.
Artikel 23
Authentieke teksten
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de volgende talen: Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Italiaans, Nederlands, Portugees, Spaans, Zweeds en Hindi, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Hecho en Bruselas, el veintiocho de abril de dos mil cuatro.
Udfærdiget i Bruxelles den otteogtyvende april to tusind og fire.
Geschehen zu Brüssel am achtundzwanzigsten April zweitausendundvier.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι οκτώ Απριλίου δύο χιλιάδες τέσσερα.
Done at Brussels on the twenty-eighth day of April in the year two thousand and four.
Fait à Bruxelles, le vingt-huit avril deux mille quatre.
Fatto a Bruxelles, addì ventotto aprile duemilaquattro.
Gedaan te Brussel, de achtentwintigste april tweeduizendvier.
Feito em Bruxelas, em vinte e oito de Abril de dois mil e quatro.
Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattaneljä.
Som skedde i Bryssel den tjugoåttonde april tjugohundrafyra.
Por la Comunidad Europea
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Για την Ευρωπαïκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap
Pela Comunidade Europeia
Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por la República de la India
For Republikken Indien
Für die Republik Indien
Για τη Δημοκρατία της Ινδίας
For the Republic of India
Pour la République de l'Inde
Per la Repubblica d'India
Voor de Republiek India
Pela República da Índia
Intian tasavallan puolesta
För Republiken Indien
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/32 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 30 maart 2004
betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken
(2004/634/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 juncto artikel 300, lid 2, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken (1) (hierna „OSWB” te noemen) voorziet in de mogelijkheid de overeenkomst uit te breiden om de douanesamenwerking te intensiveren en met overeenkomsten betreffende specifieke sectoren of aangelegenheden aan te vullen. |
(2) |
De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de OSWB tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken (hierna „de overeenkomst” te noemen). |
(3) |
Met de overeenkomst wordt de douanesamenwerking tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uitgebreid tot containerveiligheid en aanverwante zaken. De overeenkomst beoogt de onmiddellijke en succesvolle uitbreiding van het Container Security Initiative tot alle havens in de Gemeenschap die aan de toepasselijke voorschriften voldoen. De overeenkomst bevat ook een werkprogramma voor verdere samenwerking op het stuk van de uitvoeringsmaatregelen, met inbegrip van de ontwikkeling van normen voor risicomanagementtechnieken, de informatie die nodig is voor de identificatie van ladingen met een hoog risico die worden ingevoerd in de landen die partij zijn bij de overeenkomst, en programma's voor partnerschappen met de industrie. |
(4) |
Externe coördinatie van de douanecontrolenormen met de Verenigde Staten van Amerika is nodig om de veiligheid van de toeleveringsketen te waarborgen en daarbij de continuïteit van de legitieme handel in containers te verzekeren. In het bijzonder is het van essentieel belang dat alle communautaire havens op basis van eenvormige beginselen kunnen deelnemen aan het Container Security Initiative, en dat in de VS-havens vergelijkbare normen worden bevorderd. Het rechtstreekse doel van de overeenkomst is dan ook facilitering van de legitieme handel tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, waarbij op basis van wederkerigheid wordt gezorgd voor een hoog veiligheidsniveau door middel van samenwerking bij de uitwerking van maatregelen op specifieke controlegebieden waarvoor de Gemeenschap bevoegd is. |
(5) |
De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om het Container Security Initiative uit te breiden tot alle communautaire havens door middel van regelingen met de Verenigde Staten van Amerika waarin wordt bepaald welke communautaire havens deelnemen aan het Container Security Initiative en waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de detachering van VS-douaneambtenaren aldaar, dan wel eventuele bestaande beginselverklaringen in die zin te handhaven, op voorwaarde dat die regelingen in overeenstemming zijn met het Verdrag en verenigbaar zijn met de bij de overeenkomst uitgebreide OSWB. |
(6) |
Er dient te worden gezorgd voor nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de instellingen van de Gemeenschap met het oog op verdere intensivering en uitbreiding van de douanesamenwerking in het kader van de OSWB. |
(7) |
Daartoe wordt een overlegprocedure ingesteld op grond waarvan lidstaten die voornemens zijn om met de Verenigde Staten van Amerika te onderhandelen over regelingen inzake aangelegenheden die onder de uitgebreide OSWB vallen, onmiddellijk kennis geven van dat voornemen en de desbetreffende informatie verstrekken. Indien een lidstaat of de Commissie na korte tijd daarom verzoekt, wordt over de informatie overleg gepleegd tussen de lidstaten en de Commissie. |
(8) |
Het belangrijkste doel van het overleg is de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat de regelingen in overeenstemming zijn met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met het gemeenschappelijk beleid, in het bijzonder het gemeenschappelijk kader voor samenwerking met de Verenigde Staten van Amerika als vastgesteld in de uitgebreide OSWB. |
(9) |
Wanneer de Commissie van oordeel is dat een regeling die een lidstaat met de Verenigde Staten van Amerika wenst uit te voeren, niet verenigbaar is met de uitgebreide OSWB of dat de betrokken aangelegenheid in het kader van de uitgebreide OSWB moet worden behandeld, stelt zij de lidstaat daarvan in kennis. |
(10) |
De overlegprocedure laat de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de Europese Gemeenschap om de beoogde regelingen vast te stellen onverlet. |
(11) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken (hierna „de overeenkomst” genoemd) wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.
Artikel 3
1. De lidstaten kunnen regelingen met de Verenigde Staten van Amerika handhaven of vaststellen om communautaire havens op te nemen in het Container Security Initiative. Elke regeling verwijst naar de uitgebreide OSWB en is daarmee in overeenstemming, ook de minimumnormen zodra deze zijn aangenomen.
De Commissie en de betrokken lidstaten kunnen overleg plegen om ervoor te zorgen dat deze regelingen in overeenstemming zijn met de uitgebreide OSWB.
2. Alvorens een lidstaat met de Verenigde Staten begint te onderhandelen over regelingen die betrekking hebben op andere dan de in lid 1 bedoelde aangelegenheden, maar wel onder de uitgebreide OSWB vallen, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis en verstrekt hij in die kennisgeving de nodige informatie.
3. De lidstaten of de Commissie kunnen binnen acht werkdagen na ontvangst van de kennisgeving verzoeken om overleg met de andere lidstaten en de Commissie. Dat overleg vindt plaats binnen drie weken na ontvangst van de kennisgeving. In dringende gevallen wordt onverwijld overleg gepleegd.
4. De Commissie brengt binnen vijf dagen na de afsluiting van het overleg schriftelijk advies uit over de verenigbaarheid van de ter kennis gebrachte regelingen met de uitgebreide OSWB, en in voorkomend geval over de noodzaak om de aangelegenheid in het kader van de uitgebreide OSWB te behandelen.
5. Het overleg vindt plaats in het bij artikel 247 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2) ingestelde comité.
6. De lidstaten zenden aan de Commissie en de andere lidstaten een afschrift toe van de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen, alsmede van eventuele opzeggingen of wijzigingen.
Gedaan te Brussel, 30 maart 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
M. McDOWELL
(1) PB L 222 van 12.8.1997, blz. 17.
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17).
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken
DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA,
Gelet op de op 28 mei 1997 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken, hierna „de OSWB” te noemen,
Overwegende:
(1) |
Erkennende dat, in het kader van de OSWB, de U.S. Customs and Border Protection per 1 maart 2003 in de plaats is getreden van de United States Customs Service, |
(2) |
Eraan herinnerend dat de overeenkomstsluitende partijen op grond van artikel 3 van de OSWB in onderling overleg tot uitbreiding van de samenwerkingsgebieden kunnen besluiten, |
(3) |
Eraan herinnerend dat, op grond van artikel 22 van de OSWB, het Gemengd Comité douanesamenwerking is samengesteld uit vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen. Voor de Europese Gemeenschap zijn dat de bevoegde diensten van de Commissie, bijgestaan door de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap; voor de Verenigde Staten van Amerika is dat de U.S. Customs and Border Protection, Department of Homeland Security, |
(4) |
Erkennende dat het Gemengd Comité douanesamenwerking bij artikel 22 van de OSWB is opgericht, |
(5) |
Erkennende dat de douaneautoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika en van de Europese Gemeenschap van oudsher nauwe en vruchtbare betrekkingen onderhouden, |
(6) |
Overtuigd dat deze samenwerking verder kan worden verbeterd, onder meer door intensivering van de uitwisseling van relevante informatie en beste praktijken tussen de U.S. Customs and Border Protection, de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, opdat bij de algemene douanecontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer naar behoren rekening wordt gehouden met het veiligheidsaspect, |
(7) |
Erkennende dat het van belang is dat deze samenwerking tot alle vormen van internationaal vervoer en alle soorten goederen wordt uitgebreid — aanvankelijk met de nadruk op het zeecontainervervoer, |
(8) |
Erkennende dat de omvang van de handel in zeecontainers en andere handelsvormen tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika groot is, en dat de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika een belangrijke spilfunctie voor het containervervoer uit tal van landen vervullen, |
(9) |
Erkennende dat zeecontainers van overal ter wereld in de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap worden ingevoerd, overgeladen of in doorvoer zijn, |
(10) |
Overtuigd dat terroristische pogingen om de wereldhandel te ontwrichten door overal ter wereld terroristische wapens in zeecontainers of in andere ladingen te verbergen, of door die ladingen als wapen te gebruiken, moeten worden afgeschrikt, voorkomen en verboden, |
(11) |
Overtuigd dat zowel voor de Europese Gemeenschap als voor de Verenigde Staten van Amerika de veiligheid moet worden verbeterd en tegelijkertijd de legitieme handel moet worden vergemakkelijkt, |
(12) |
Erop wijzend dat het van belang is om — voorzover haalbaar — op basis van wederkerigheid systemen op te zetten om de legitieme handel veilig te stellen en te vergemakkelijken en daarbij naar behoren rekening te houden met bedreigingsevaluaties, |
(13) |
Erkennende dat de veiligheid van de legitieme handel sterk kan worden verbeterd met behulp van een systeem waarbij de douaneautoriteiten van het land van invoer samenwerken met de bij eerdere stadia van de toeleveringsketen betrokken douaneautoriteiten, teneinde tijdig gebruik te kunnen maken van informatie- en inspectietechnologie om containers met een hoog risico op te sporen en te onderzoeken voordat zij de haven of de laad- of overlaadplaats verlaten, |
(14) |
Hun steun betuigend aan het Container Security Initiative (CSI), dat bedoeld is om het mondiale handelsverkeer over zee veilig te stellen door middel van een betere samenwerking in de zeehavens overal ter wereld, die gericht is op het opsporen en onderzoeken van containers met een hoog risico en het waarborgen dat deze tijdens de doorvoer intact blijven, |
(15) |
Eraan herinnerend dat in artikel 5 van de OSWB is bepaald hoe die overeenkomst zich verhoudt tot bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse bijstand die tussen afzonderlijke lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika zijn of worden gesloten, |
(16) |
Erkennende dat het CSI zo snel mogelijk moet worden uitgebreid tot alle havens in de Europese Gemeenschap waar het handelsverkeer per zeecontainer met de Verenigde Staten van Amerika de de minimis-drempel overschrijdt, waar aan bepaalde minimumvereisten is voldaan en waar adequate inspectietechnologie beschikbaar is, |
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
De douanesamenwerking in het kader van de OSWB wordt geïntensiveerd en uitgebreid om de veiligheid van zeecontainers en andere ladingen die van ongeacht welke plaats in de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika worden ingevoerd, aldaar worden overgeladen of aldaar in doorvoer zijn, te verbeteren.
Artikel 2
Er wordt naar behoren rekening gehouden met artikel 5 van de OSWB, waarin is bepaald hoe de OSWB zich verhoudt tot bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, alsmede tot beginselverklaringen betreffende het CSI die deze bilaterale overeenkomsten aanvullen.
Artikel 3
De doelstellingen van de geïntensiveerde en uitgebreide samenwerking zijn onder meer:
1. |
ondersteuning van de onmiddellijke en succesvolle uitbreiding van het CSI tot alle havens in de Europese Gemeenschap die aan de toepasselijke voorschriften voldoen, en bevordering van de toepassing van vergelijkbare normen in de betrokken VS-havens; |
2. |
samenwerking ter versterking van de met de douane verband houdende aspecten van de beveiliging van de logistieke keten van de internationale handel en in het bijzonder — als hoogste prioriteit — verbetering van de opsporing en het veiligheidsonderzoek van alle zeecontainerladingen met een hoog risico; |
3. |
voorzover haalbaar, vaststelling van minimumnormen voor risicomanagementtechnieken en daarmee samenhangende vereisten en programma's, en |
4. |
voorzover haalbaar, coördinatie van standpunten in multilaterale fora waar aangelegenheden in verband met de veiligheid van containers op passende wijze aan de orde kunnen worden gesteld en besproken. |
Artikel 4
Het Gemengd Comité douanesamenwerking beraadt zich op de juiste vorm en inhoud van documenten en/of maatregelen voor de verdere uitvoering van de geïntensiveerde en uitgebreide douanesamenwerking in het kader van deze overeenkomst.
Artikel 5
Een werkgroep, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de U.S. Customs and Border Protection en van de Commissie en wordt bijgestaan door de belanghebbende lidstaten van de Gemeenschap, buigt zich onder meer over de in de bijlage genoemde aangelegenheden en formuleert terzake aanbevelingen voor het Gemengd Comité douanesamenwerking.
Artikel 6
De werkgroep brengt aan het hoofd van de U.S. Customs and Border Protection en aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie van de Commissie regelmatig, en aan het Gemengd Comité douanesamenwerking jaarlijks, verslag uit over de stand van haar werkzaamheden.
Artikel 7
Deze overeenkomst treedt in werking bij de ondertekening door de overeenkomstsluitende partijen, waarmee zij uiting geven aan hun instemming om door de overeenkomst te zijn gebonden. Indien de overeenkomst niet op dezelfde dag door beide overeenkomstsluitende partijen wordt ondertekend, treedt zij in werking op de dag waarop de tweede ondertekening plaatsvindt.
Hecho en Bruselas, el veintiocho de abril de dos mil cuatro.
Udfærdiget i Bruxelles den otteogtyvende april to tusind og fire.
Geschehen zu Brüssel am achtundzwanzigsten April zweitausendundvier.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι οκτώ Απριλίου δύο χιλιάδες τέσσερα.
Done at Brussels on the twenty-eighth day of April in the year two thousand and four.
Fait à Bruxelles, le vingt-huit avril deux mille quatre.
Fatto a Bruxelles, addì ventotto aprile duemilaquattro.
Gedaan te Brussel, de achtentwintigste april tweeduizendvier.
Feito em Bruxelas, em vinte e oito de Abril de dois mil e quatro.
Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattaneljä.
Som skedde i Bryssel den tjugoåttonde april tjugohundrafyra.
Voor de Europese Gemeenschap
Voor de Verenigde Staten van Amerika
BIJLAGE
Bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken
Opdat bij de algemene douanecontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer naar behoren rekening wordt gehouden met het veiligheidsaspect, moet de werkgroep die is opgericht bij artikel 5 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken, zich buigen over aangelegenheden op onder meer de volgende gebieden van samenwerking tussen de U.S. Customs and Border Protection en de douaneautoriteiten in de Europese Gemeenschap, en terzake aanbevelingen formuleren:
a) |
Het vaststellen van minimumnormen, in het bijzonder met het oog op deelneming aan het CSI, en het aanbevelen van methoden waarmee aan deze normen kan worden voldaan. |
b) |
Het bepalen en ruimer doen toepassen van beste praktijken op het gebied van de veiligheidscontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer, in het bijzonder die welke in het kader van het CSI zijn ontwikkeld. |
c) |
Voorzover haalbaar, het uitwerken en vaststellen van normen met betrekking tot de informatie die nodig is voor de opsporing van ladingen met een hoog risico die in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap worden ingevoerd, overgeladen of in doorvoer zijn. |
d) |
Voorzover haalbaar, het verbeteren en vaststellen van normen voor de opsporing en het onderzoek van ladingen met een hoog risico, onder meer wat betreft de uitwisseling van informatie, het gebruik van geautomatiseerde opsporingssystemen en de ontwikkeling van minimumnormen voor inspectietechnologieën en onderzoeksmethoden. |
e) |
Voorzover haalbaar, het verbeteren en vaststellen van normen voor programma's voor partnerschappen met de industrie die bedoeld zijn om de veiligheid van de toeleveringsketen te verbeteren en de legitieme handel te vergemakkelijken. |
f) |
Het in kaart brengen van de wijzigingen die in de wet- en regelgeving moeten worden aangebracht om de aanbevelingen van de werkgroep op te volgen. |
g) |
Het onderzoeken met welke documenten en maatregelen de geïntensiveerde en uitgebreide douanesamenwerking op de in deze bijlage genoemde gebieden verder kan worden geïmplementeerd. |
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/38 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 21 april 2004
betreffende de sluiting van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds
(2004/635/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310, juncto artikel 300, lid 2, tweede zin, en artikel 300, lid 3, tweede alinea (1),
Gezien het voorstel van de Commissie (2),
Gezien de instemming van het Europees Parlement (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, die namens de Europese Gemeenschap op 25 juni 2001 te Luxemburg is ondertekend, dient te worden goedgekeurd. |
(2) |
De bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (naar gelang van het geval) de Arabische Republiek Egypte ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, hierna de „associatieovereenkomst” te noemen, de daaraan gehechte bijlagen, protocollen, alsmede de aan de Slotakte gehechte gemeenschappelijke verklaringen, verklaringen van de Europese Gemeenschap en briefwisseling, worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.
De in de eerste alinea bedoelde teksten zijn aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
1. Het standpunt dat de Gemeenschap inneemt in de Associatieraad en in het Associatiecomité, wanneer dit laatste door de Associatieraad is gemachtigd, wordt vastgesteld door de Raad op voorstel van de Commissie overeenkomstig de verdragsbepalingen dienaangaande.
2. Het voorzitterschap van de Associatieraad wordt overeenkomstig artikel 75 van de associatieovereenkomst bekleed door de voorzitter van de Raad. Het voorzitterschap van het Associatiecomité wordt bekleed door een vertegenwoordiger van de Commissie, overeenkomstig het reglement van orde van het Associatiecomité.
3. Per geval wordt door de Raad besloten tot bekendmaking van de besluiten van de Associatieraad en het Associatiecomité in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn namens de Europese Gemeenschap de akte van kennisgeving neder te leggen, als bedoeld in artikel 92 van de associatieovereenkomst.
Gedaan te Luxemburg, 21 april 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
J. WALSH
(1) Na het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 23 juli 2002 (PB L 194 van 23.7.2002, blz. 35) heeft de Europese Gemeenschap alle rechten en verplichtingen van de EGKS overgenomen.
(2) PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 2.
(3) PB C 153 E van 27.6.2002, blz. 264.
EUROPEES-MEDITERRANE OVEREENKOMST
waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna de „lidstaten” genoemd, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, en DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de Gemeenschap” genoemd,
enerzijds, en
DE ARABISCHE REPUBLIEK EGYPTE, hierna „Egypte” genoemd,
anderzijds,
GELET OP het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en Egypte en hun gemeenschappelijke waarden,
OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, de lidstaten en Egypte deze banden wensen te versterken en duurzame betrekkingen op basis van partnerschap en wederkerigheid tot stand wensen te brengen,
GELET OP het belang dat de partijen hechten aan de eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, en in het bijzonder aan de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de politieke en economische vrijheden waarop de Associatie is gegrondvest,
VERLANGENDE een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale kwesties van wederzijds belang in te stellen en te ontwikkelen,
GELET OP de verschillen tussen Egypte en de Gemeenschap wat betreft economische en sociale ontwikkeling, en de noodzaak het proces van economisch en sociale ontwikkeling in Egypte te versterken,
VERLANGENDE hun economische betrekkingen te versterken en met name hun onderlinge handelsverkeer, investeringen en technische samenwerking te ontwikkelen, en dit proces te ondersteunen door een regelmatige dialoog inzake economische, wetenschappelijke, technologische, culturele, audiovisuele en sociale aangelegenheden, teneinde de kennis van en het begrip voor elkander te bevorderen,
GELET OP de keuze van de Gemeenschap en Egypte voor vrijhandel en met name de verbintenis tot naleving van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 en de andere multilaterale overeenkomsten welke aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie zijn gehecht,
ZICH BEWUST VAN de noodzaak samen te werken teneinde de politieke stabiliteit en de economische ontwikkeling in de regio te bevorderen, door regionale samenwerking aan te moedigen,
ERVAN OVERTUIGD dat de associatieovereenkomst een nieuw klimaat voor hun betrekkingen zal scheppen,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:
Artikel 1
1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Egypte, anderzijds.
2. De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:
— |
een passend kader tot stand te brengen voor politieke dialoog met het oog op het versterken van de politieke betrekkingen tussen de partijen; |
— |
de voorwaarden vast te leggen voor de geleidelijke liberalisering van het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer; |
— |
de ontwikkeling van evenwichtige economische en sociale betrekkingen tussen de partijen te bevorderen door middel van dialoog en samenwerking; |
— |
bij te dragen tot de economische en sociale ontwikkeling van Egypte; |
— |
regionale samenwerking aan te moedigen, teneinde de vreedzame coëxistentie en economische en politieke stabiliteit te consolideren; |
— |
samenwerking op andere gebieden van wederzijds belang te bevorderen. |
Artikel 2
De betrekkingen tussen de partijen en alle bepalingen van deze overeenkomst zijn gegrondvest op de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die aan hun binnen- en buitenlands beleid ten grondslag liggen en een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst zijn.
TITEL I
POLITIEKE DIALOOG
Artikel 3
1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de partijen ingesteld. Deze dient hun onderlinge betrekkingen te verstevigen, bij te dragen tot de ontwikkeling van een duurzaam partnerschap en het wederzijdse begrip en de onderlinge solidariteit te versterken.
2. De politieke dialoog en de samenwerking zijn met name gericht op het volgende:
— |
ontwikkeling van een sterker wederzijds begrip en convergentie van de standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor een partij kunnen hebben; |
— |
versterking van het vermogen van elke partij om het standpunt en de belangen van de andere partij in acht te nemen; |
— |
versterking van de regionale veiligheid en stabiliteit; |
— |
bevordering van gezamenlijke initiatieven. |
Artikel 4
De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van gemeenschappelijke belang, met name vrede, veiligheid, democratie en regionale ontwikkeling.
Artikel 5
1. De politieke dialoog vindt plaats met regelmatige tussenpozen en telkens wanneer nodig, en wel:
a) |
op ministerieel niveau, voornamelijk in het kader van de Associatieraad; |
b) |
op het niveau van enerzijds hoge ambtenaren van Egypte en anderzijds het voorzitterschap van de Raad en de Commissie; |
c) |
met optimale gebruikmaking van alle diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings door ambtenaren, overleg bij gelegenheid van internationale vergaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoordigers in derde landen; |
d) |
via alle andere wegen die een nuttige bijdrage leveren tot het consolideren, ontwikkelen en intensiveren van deze dialoog. |
2. Een politieke dialoog wordt gevoerd tussen het Europees Parlement en de Volksvergadering van Egypte.
TITEL II
VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN
BASISBEGINSELEN
Artikel 6
De Gemeenschap en Egypte brengen stapsgewijs een vrijhandelszone tot stand in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste twaalf jaar, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van deze titel en in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in de bijlagen bij de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna „GATT” te noemen.
HOOFDSTUK 1
Industrieproducten
Artikel 7
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Egypte, opgenomen in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur en het Egyptische douanetarief, met uitzondering van de producten genoemd in bijlage I.
Artikel 8
Producten van oorsprong uit Egypte worden bij invoer in de Gemeenschap toegelaten met vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking en zonder kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking.
Artikel 9
1. De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage II, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— |
bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht; |
— |
een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht; |
— |
twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 25 % van het basisrecht; |
— |
drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken. |
2. De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage III, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— |
drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht; |
— |
vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht; |
— |
vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht; |
— |
zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 45 % van het basisrecht; |
— |
zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht; |
— |
acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 15 % van het basisrecht; |
— |
negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken. |
3. De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage IV, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— |
vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 95 % van het basisrecht; |
— |
zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht; |
— |
zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht; |
— |
acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht; |
— |
negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 45 % van het basisrecht; |
— |
tien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht; |
— |
elf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 15 % van het basisrecht; |
— |
twaalf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken. |
4. De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage V, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— |
zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht; |
— |
zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 80 % van het basisrecht; |
— |
acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 70 % van het basisrecht; |
— |
negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht; |
— |
tien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht; |
— |
elf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 40 % van het basisrecht; |
— |
twaalf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht; |
— |
dertien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 20 % van het basisrecht; |
— |
veertien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 10 % van het basisrecht; |
— |
vijftien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken. |
5. De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die genoemd in de bijlagen II, III, IV en V, worden afgeschaft volgens het tijdschema dat voor die producten bij besluit van het Associatiecomité zal worden vastgesteld.
6. Indien zich met betrekking tot een bepaald product ernstige problemen voordoen, kunnen de overeenkomstig de leden 1, 2, 3 en 4 van toepassing zijnde tijdschema's in overleg worden herzien door het Associatiecomité, met dien verstande dat het tijdschema waarvoor de herziening is aangevraagd voor het betrokken product niet verder verlengd kan worden dan de maximale overgangsperiode. Indien het Associatiecomité geen besluit heeft genomen binnen 30 dagen na de kennisgeving van het verzoek van Egypte om herziening van het tijdschema, kan Egypte het tijdschema voorlopig opschorten voor een periode van maximaal een jaar.
7. Het basisrecht waarop de verlagingen van de leden 1, 2, 3 en 4 worden toegepast, is voor elk betrokken product het recht bedoeld in artikel 18.
Artikel 10
De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn tevens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
Artikel 11
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9 mag Egypte buitengewone maatregelen van beperkte duur vaststellen, waarbij douanerechten worden verhoogd of opnieuw ingesteld.
2. Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend worden genomen ten behoeve van jonge industrieën of van sectoren waarin herstructureringen plaatsvinden of die met grote moeilijkheden te kampen hebben, met name wanneer deze moeilijkheden ernstige sociale gevolgen hebben.
3. Invoerrechten die krachtens dergelijke uitzonderlijke maatregelen door Egypte worden toegepast ten aanzien van producten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet meer dan 25 % ad valorem bedragen en dienen een preferentiële marge voor producten van oorsprong uit de Gemeenschap in te houden. De totale waarde van de ingevoerde producten waarop dergelijke maatregelen van toepassing zijn, mag niet meer bedragen van 20 % van de totale invoer van industrieproducten uit de Gemeenschap gedurende het laatste jaar waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.
4. Deze maatregelen mogen gedurende niet meer dan vijf jaar worden toegepast, tenzij het Associatiecomité de toepassing ervan over een langere periode toestaat. Zij treden uiterlijk bij het verstrijken van de overgangsperiode buiten werking.
5. Deze maatregelen kunnen voor een gegeven product niet langer worden getroffen, indien meer dan drie jaar is verstreken sinds de opheffing van alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen en maatregelen van gelijke werking die op het betrokken product van toepassing waren.
6. Egypte stelt het Associatiecomité in kennis van alle buitengewone maatregelen die het voornemens is te treffen. Op verzoek van de Gemeenschap vindt vooraf overleg plaats over deze maatregelen en de sectoren waarop zij betrekking hebben. Indien het dergelijke maatregelen neemt, legt Egypte aan het comité een tijdschema voor de afschaffing van de overeenkomstig dit artikel ingestelde douanerechten voor. Dit tijdschema dient te voorzien in de geleidelijke afschaffing van deze rechten in gelijke jaarlijkse percentages, beginnende uiterlijk twee jaar nadat zij werden ingesteld. Het Associatiecomité kan een ander tijdschema vaststellen.
7. In afwijking van het bepaalde in lid 4 kan het Associatiecomité, in verband met de problemen bij het opzetten van een nieuwe industrie, Egypte toestaan bij uitzondering de in lid 1 bedoelde maatregelen te handhaven gedurende ten hoogste vier jaar na afloop van de overgangsperiode van twaalf jaar.
HOOFDSTUK 2
Landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten
Artikel 12
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Egypte, opgenomen in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en het Egyptische douanetarief, alsmede op de producten genoemd in bijlage I.
Artikel 13
De Gemeenschap en Egypte liberaliseren geleidelijk het onderlinge handelsverkeer in landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten die voor beide partijen van belang zijn.
Artikel 14
1. Voor de invoer in de Gemeenschap van de landbouwproducten van oorsprong uit Egypte genoemd in Protocol nr. 1 gelden de regelingen van dat protocol.
2. Voor de invoer in Egypte van de landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap genoemd in Protocol nr. 2 gelden de regelingen van dat protocol.
3. Voor de handel in onder dit hoofdstuk vallende verwerkte landbouwproducten gelden de regelingen van Protocol nr. 3.
Artikel 15
1. Gedurende het derde uitvoeringsjaar van de overeenkomst onderzoeken de Gemeenschap en Egypte de situatie, teneinde vast te stellen welke maatregelen door de Gemeenschap en Egypte vanaf het begin van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst moeten worden toegepast om het in artikel 13 genoemde doel te bereiken.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1, en de handelsstromen voor landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten tussen de partijen alsmede de bijzondere gevoeligheid van deze producten in aanmerking genomen, onderzoeken de Gemeenschap en Egypte in de Associatieraad per product op basis van wederkerigheid de mogelijkheid om passende wederzijdse concessies in te stellen.
Artikel 16
1. Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid een specifieke regeling wordt ingesteld of indien de bestaande regelingen worden gewijzigd of in geval van wijziging of uitbreiding van de bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid, kan de betrokken partij voor de betrokken producten de in deze overeenkomst vervatte regeling wijzigen.
2. De betrokken partij stelt in een dergelijk geval het Associatiecomité op de hoogte. Op verzoek van de andere partij komt het Associatiecomité bijeen om te voorzien in de belangen van de verzoekende partij.
3. Indien de Gemeenschap of Egypte krachtens lid 1 de regeling van deze overeenkomst voor landbouwproducten wijzigt, wordt voor de invoer van producten van oorsprong uit de andere partij een voordeel toegekend dat vergelijkbaar is met het voordeel waarin deze overeenkomst voorziet.
4. Over de toepassing van dit artikel wordt in de Associatieraad overleg gepleegd.
HOOFDSTUK 3
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 17
1. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking ingesteld.
2. Ten aanzien van het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.
3. De Gemeenschap en Egypte passen onderling geen douanerechten bij uitvoer of heffingen van gelijke werking, noch kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toe.
Artikel 18
1. De rechten van toepassing op de onderlinge invoer van de partijen zijn de bij de WTO geconsolideerde rechten of de op 1 januari 1999 toegepaste rechten, indien deze lager zijn. Indien de rechten na 1 januari 1999 erga omnes zijn verlaagd, is het verlaagde recht van toepassing.
2. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld, noch worden de rechten of heffingen welke reeds van toepassing zijn verhoogd, tenzij deze overeenkomst anders bepaalt.
3. De partijen stellen elkander in kennis van de door hen per 1 januari 1999 toegepaste rechten.
Artikel 19
1. Voor producten van oorsprong uit Egypte geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de lidstaten onderling geldt.
2. De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing onverminderd de bijzondere bepalingen inzake de toepassing van het gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden.
Artikel 20
1. De partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit de andere partij.
2. Terugbetaling van binnenlandse belasting voor producten die naar een der partijen worden uitgevoerd, mag de bedragen van de op deze producten rustende directe of indirecte belastingen niet overschrijden.
Artikel 21
1. Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.
2. De partijen plegen overleg in de Associatieraad over overeenkomsten tot instelling van douane-unies of vrijhandelszones en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Een dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Unie, teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse belangen van de partijen.
Artikel 22
Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van artikel VI van de GATT 1994 plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 en haar binnenlandse wetgeving op dit gebied.
Artikel 23
Onverminderd het bepaalde in artikel 34 is de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.
Tot de in artikel 34, lid 2, bedoelde regels zijn vastgesteld, kan, indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van de artikelen VI en XVI van de GATT 1994 plaatsvindt, zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen en haar binnenlandse wetgeving op dit gebied.
Artikel 24
1. De bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen zijn van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.
2. Vóór een partij vrijwaringsmaatregelen toepast krachtens artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, verstrekt zij het Associatiecomité alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Teneinde een dergelijke oplossing te vinden voeren de partijen in het Associatiecomité onverwijld overleg. Indien de partijen niet binnen dertig dagen na de aanvang van dit overleg tot overeenstemming komen over een oplossing waarbij de toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan worden vermeden, kan de partij die voornemens is vrijwaringsmaatregelen te nemen, de bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen.
3. Indien krachtens dit artikel vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, kiezen de partijen bij voorrang maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst verstoren.
4. De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het Associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op afschaffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden zulks toelaten.
Artikel 25
1. Indien als gevolg van de naleving van artikel 17, lid 3,
i) |
goederen worden wederuitgevoerd naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende partij voor het betrokken product kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of |
ii) |
een ernstig tekort aan producten die van wezenlijk belang zijn voor de exporterende partij ontstaat of dreigt te ontstaan, |
en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij, kan deze partij passende maatregelen nemen volgens de procedures van artikel 2.
2. De moeilijkheden die voortvloeien uit de in lid 1 bedoelde omstandigheden worden ter beoordeling aan het Associatiecomité voorgelegd. Het Associatiecomité kan alle besluiten nemen die nodig zijn om aan de moeilijkheden een einde te maken. Indien het Associatiecomité niet binnen 30 dagen nadat de zaak aan het comité is voorgelegd een dergelijk besluit heeft genomen, kan de exporterende partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra de redenen voor hun toepassing niet meer bestaan.
Artikel 26
Niets in deze overeenkomst vormt een beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het leven van mensen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van het nationaal cultuurgoed van artistieke, historische of archeologische waarde, of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.
Artikel 27
Het begrip „producten van oorsprong” voor de toepassing van deze titel en de regelingen voor administratieve samenwerking op dit gebied zijn gedefinieerd in Protocol nr. 4.
Artikel 28
Bij invoer in de Gemeenschap worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur. Bij invoer in Egypte worden de goederen ingedeeld overeenkomstig het Egyptische douanetarief.
TITEL III
RECHT VAN VESTIGING EN VERLENING VAN DIENSTEN
Artikel 29
1. De partijen bevestigen opnieuw hun verbintenissen op grond van de Algemene overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS), die aan de WTO-Overeenkomst is gehecht, en met name de verbintenis tot wederzijdse toekenning van een meestbegunstigingsbehandeling ten aanzien van de handel in dienstensectoren waarop deze verbintenissen betrekking hebben.
2. Overeenkomstig de GATS is deze behandeling niet van toepassing op:
a) |
door een partij toegekende voordelen overeenkomstig de bepalingen van een overeenkomst als gedefinieerd in artikel V van de GATS of maatregelen die genomen zijn op grond van een dergelijke overeenkomst; |
b) |
andere voordelen toegekend overeenkomstig de lijst van uitzonderingen op de meestbegunstigingsclausule die door een partij aan de GATS is gehecht. |
Artikel 30
1. De partijen zullen overwegen de toepassingssfeer van de overeenkomst uit te breiden met het recht van vestiging van vennootschappen van een partij op het grondgebied van de andere partij en de liberalisering van de dienstverlening door vennootschappen van een partij aan ontvangers van diensten in een andere partij.
2. De Associatieraad doet de nodige aanbevelingen voor de uitvoering van de in lid 1 vermelde doelstelling.
Bij het opstellen van deze aanbevelingen houdt de Associatieraad rekening met de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de meestbegunstigingsbehandeling die de partijen elkander wederzijds toekennen overeenkomstig hun wederzijdse verplichtingen in het kader van de GATS, met name artikel V.
3. De uitvoering van de in lid 1 genoemde doelstelling wordt door de Associatieraad uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan een eerste onderzoek onderworpen.
TITEL IV
KAPITAALVERKEER EN ANDERE ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN
HOOFDSTUK 1
Betalings- en kapitaalverkeer
Artikel 31
Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 33 verbinden de partijen zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betalingen op de lopende rekening in volledig converteerbare valuta.
Artikel 32
1. Vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst zien de Gemeenschap en Egypte toe op de liberalisering van het kapitaalverkeer voor rechtstreekse investeringen in ondernemingen die volgens het recht van het gastland zijn opgericht, alsmede de vereffening en repatriëring van deze investeringen en daaruit voortvloeiende winst.
2. De partijen voeren overleg om het verkeer van kapitaal tussen de Gemeenschap en Egypte te vergemakkelijken, en geheel vrij te geven zodra de omstandigheden zulks toelaten.
Artikel 33
Indien een of meer lidstaten van de Gemeenschap dan wel Egypte in ernstige betalingsbalansproblemen verkeren of dreigen te verkeren, kan de Gemeenschap, respectievelijk Egypte, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de GATT en de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds, beperkingen instellen ten aanzien van de lopende betalingen, indien dergelijke beperkingen strikt noodzakelijk zijn. De Gemeenschap, respectievelijk Egypte, stelt de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis en doet deze partij zo spoedig mogelijk een tijdschema toekomen voor de opheffing van deze maatregelen.
HOOFDSTUK 2
Mededinging en andere economische vraagstukken
Artikel 34
1. Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voorzover de handel tussen de Gemeenschap en Egypte daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:
i) |
alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst; |
ii) |
het misbruik van een machtspositie door een of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Egypte of op een wezenlijk deel daarvan; |
iii) |
alle overheidssteun die de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of van de productie van bepaalde goederen. |
2. De Associatieraad neemt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst een besluit tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van lid 1.
In afwachting van de vaststelling van deze bepalingen worden de bepalingen van artikel 23 toegepast voor de tenuitvoerlegging van lid 1, onder iii).
3. Elke partij voorziet in doorzichtigheid ten aanzien van de overheidssteun, met name door ieder jaar aan de andere partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma's te verstrekken. Indien een partij daarom verzoekt, verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.
4. Lid 1, onder iii), is niet van toepassing op de landbouwproducten vermeld in titel II, hoofdstuk 2. Op deze producten zijn de WTO-overeenkomst inzake de landbouw en de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen van toepassing.
5. Indien de Gemeenschap of Egypte van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 kunnen zij passende maatregelen nemen na overleg in het kader van het Associatiecomité of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg, mits:
— |
met de in lid 2 bedoelde uitvoeringsmaatregelen die praktijk niet afdoende kan worden tegengegaan, of |
— |
indien deze uitvoeringsbepalingen ontbreken, de praktijk de belangen van de andere partij ernstig schaadt of dreigt te schaden of aan haar nationale industrie, met inbegrip van de dienstverlenende sector, aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen, |
Met betrekking tot praktijken die onverenigbaar zijn met lid 1, onder iii), kunnen, indien de WTO-regels erop van toepassing is, deze passende maatregelen alleen worden vastgesteld volgens de procedures en voorwaarden bepaald door de WTO of in een ander in het kader daarvan tot stand gekomen instrument dat voor beide partijen van toepassing is.
6. Niettegenstaande eventueel daarmee strijdige bepalingen die overeenkomstig lid 2 zijn vastgesteld, wisselen de partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit het beroeps- of zakengeheim.
Artikel 35
De lidstaten en Egypte passen, zonder afbreuk te doen aan de in het kader van de GATT aangegane verplichtingen, alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, zodanig dat uiterlijk vanaf het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst tussen onderdanen van de lidstaten en van Egypte geen discriminatie meer bestaat wat de voorwaarden voor aankoop en verkoop van goederen betreft. Het Associatiecomité wordt in kennis gesteld van de maatregelen die daartoe worden genomen.
Artikel 36
Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte verstoren en strijdig zijn met de belangen van de partijen, worden vastgesteld of gehandhaafd. Deze bepaling vormt geen beletsel voor de uitvoering, de jure of de facto, van bijzondere taken die aan deze ondernemingen zijn opgedragen.
Artikel 37
1. Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in bijlage VI zien de partijen toe op adequate en effectieve bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten, overeenkomstig de gebruikelijke internationale normen, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten te doen gelden.
2. De tenuitvoerlegging van dit artikel en van bijlage VI wordt regelmatig door de partijen geëvalueerd. Bij problemen op het gebied van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten die afbreuk doen aan het handelsverkeer, wordt op verzoek van een partij spoedoverleg overleg gevoerd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.
Artikel 38
De partijen stellen zich een geleidelijke liberalisering van de overheidsopdrachten ten doel. De Associatieraad voert overleg over de tenuitvoerlegging van deze doelstelling.
TITEL V
ECONOMISCHE SAMENWERKING
Artikel 39
Doelstellingen
1. De partijen verbinden zich ertoe tot wederzijds voordeel hun economische samenwerking te versterken.
2. De economische samenwerking heeft als doel:
— |
bevordering van de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van deze overeenkomst; |
— |
bevordering van de totstandkoming van evenwichtige economische betrekkingen tussen de partijen; |
— |
ondersteuning van de inspanningen van Egypte om duurzame economische en sociale ontwikkeling tot stand te brengen. |
Artikel 40
Toepassingsgebied
1. De samenwerking is in de eerste plaats gericht op sectoren waar zich interne problemen voordoen of die gevolgen ondervinden van de liberalisering van de gehele Egyptische economie, met name de liberalisering van het handelsverkeer tussen Egypte en de Gemeenschap.
2. Voorts wordt bij de samenwerking prioriteit gegeven aan de sectoren die de economieën van Egypte en de Gemeenschap dichter tot elkander brengen, met name sectoren die groei en werkgelegenheid scheppen.
3. De samenwerking moedigt maatregelen om de intraregionale samenwerking te stimuleren aan.
4. Bij de uitvoering van de verschillende terreinen van de economische samenwerking wordt de bescherming van het milieu en het ecologische evenwicht in acht genomen, voor zover relevant voor die terreinen.
5. De partijen kunnen overeenkomen hun economische samenwerking uit te breiden tot sectoren die niet onder de bepalingen van deze titel vallen.
Artikel 41
Methoden en procedures
De economische samenwerking wordt met name verwezenlijkt door middel van:
a) |
een regelmatige economische dialoog tussen de partijen die alle terreinen van het macro-economisch beleid bestrijkt; |
b) |
regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën op alle terreinen van de samenwerking; in dit verband worden onder meer bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen gehouden; |
c) |
uitwisseling van advies, deskundigheid en scholing; |
d) |
gezamenlijke activiteiten als seminars en werkgroepen; |
e) |
technische en administratieve bijstand en bijstand op het gebied van regelgeving. |
Artikel 42
Onderwijs en opleiding
De partijen stellen in onderlinge samenwerking welke de meest effectieve methoden zijn om onderwijs en beroepsopleidingen significant te verbeteren, en passen deze methoden toe, met name ten aanzien van overheidsondernemingen en particuliere ondernemingen, handelsgerelateerde dienstverlening, de overheid, technische instellingen, instanties voor normalisatie en certificatie en andere relevante organisaties. In dit verband wordt bijzondere aandacht geschonken aan de toegang voor vrouwen tot hoger onderwijs en opleidingsfaciliteiten.
De samenwerking stimuleert tevens de totstandkoming van betrekkingen tussen gespecialiseerde instanties in de Gemeenschap en Egypte en bevordert de uitwisseling van informatie en ervaring en het gezamenlijk gebruik van technische faciliteiten.
Artikel 43
Wetenschappelijke en technologische samenwerking
De samenwerking heeft als doel:
a) |
het bevorderen van duurzame betrekkingen tussen de wetenschappelijke gemeenschap in de Gemeenschap en die in Egypte, met name door middel van:
|
b) |
het versterken van de onderzoekscapaciteit in Egypte; |
c) |
het stimuleren van technologische innovatie, uitwisseling van nieuwe technologieën en verspreiding van kennis. |
Artikel 44
Milieu
1. De samenwerking heeft als doel het voorkomen van de aantasting van het milieu, het terugdringen van verontreiniging en het rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, teneinde duurzame ontwikkeling te waarborgen.
2. Specifiek richt de samenwerking zich op de volgende terreinen:
— |
woestijnvorming; |
— |
de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee en de bestrijding en voorkoming van verontreiniging van de zee; |
— |
waterbeheer; |
— |
energiebeheer; |
— |
afvalbeheer; |
— |
verzilting; |
— |
beheer van het milieu van gevoelige kustgebieden; |
— |
de effecten van industriële ontwikkeling en met name de veiligheid van industriële installaties; |
— |
de gevolgen van de landbouw voor de kwaliteit van bodem en water; |
— |
milieueducatie en -voorlichting. |
Artikel 45
Industriële samenwerking
De samenwerking bevordert en stimuleert met name:
— |
het debat over industriebeleid en concurrentie in een open economie; |
— |
de industriële samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en in Egypte: dit houdt onder meer toegang voor Egypte in tot communautaire netwerken voor samenwerking tussen ondernemingen en tot netwerken voor gedecentraliseerde samenwerking; |
— |
de modernisering en herstructurering van de Egyptische industrie; |
— |
totstandbrenging van een voor de ontwikkeling van het particuliere bedrijfsleven gunstig klimaat, teneinde groei en diversifiëring van de industriële productie te stimuleren; |
— |
overdracht van technologie, innovatie en onderzoek en ontwikkeling; |
— |
ontwikkeling van het menselijk potentieel; |
— |
toegang tot de kapitaalmarkt ten behoeve van de financiering van productieve investeringen. |
Artikel 46
Investeringen en stimulering van investeringen
De samenwerking is gericht op versterking van de instroom van kapitaal, deskundigheid en technologie naar Egypte door onder meer:
— |
op gepaste wijze investeringsmogelijkheden en bronnen van informatie over investeringsregels te identificeren; |
— |
informatie te verstrekken over Europese investeringsregelingen (technische bijstand, rechtstreekse financiële ondersteuning, fiscale stimuleringsmaatregelen, investeringsverzekering en dergelijke) voor investeringen buiten de EG, en de Egypte beter in staat te stellen daarvan te profiteren; |
— |
een juridisch klimaat tot stand te brengen dat bevorderlijk is voor de onderlinge investeringen, eventueel door sluiting door Egypte en de lidstaten van overeenkomsten ter bescherming van investeringen en overeenkomsten ter vermijding van dubbele belastingheffing; |
— |
de mogelijkheden voor de oprichting van joint ventures te onderzoeken, met name voor het midden- en kleinbedrijf, en voor de sluiting van overeenkomsten tussen de lidstaten en Egypte; |
— |
mechanismen voor de stimulering van investeringen in te stellen. |
De samenwerking kan zich uitstrekken tot planning en uitvoering van projecten waarmee ter plaatse de doeltreffende verwerving en gebruik van basistechnologieën, het gebruik van normen, de ontwikkeling van het menselijk potentieel en het scheppen van werkgelegenheid kan worden gedemonstreerd.
Artikel 47
Normalisatie en conformiteitsbeoordeling
De partijen streven ernaar de verschillen op het gebied van harmonisatie en conformiteitsbeoordeling te beperken. Specifiek richt de samenwerking in dit verband zich op de volgende terreinen:
a) |
voorschriften op het gebied van normalisatie, metrologie, kwaliteitsnormen en erkenning van conformiteit, met name wat betreft sanitaire en fytosanitaire normen voor landbouwproducten en voedingsmiddelen; |
b) |
modernisering van de Egyptische instanties voor conformiteitsbeoordeling, teneinde te zijner tijd overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordeling te sluiten; |
c) |
het ontwikkelen van structuren voor de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom, normalisatie en kwaliteitsnormen. |
Artikel 48
Aanpassing van wetgeving
De partijen doen wat in hun vermogen ligt om hun wetgeving onderling aan te passen, teneinde de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te vereenvoudigen.
Artikel 49
Financiële diensten
De partijen werken samen om hun normen en voorschriften te harmoniseren, onder andere met het oog op:
a) |
versterking en herstructurering van de financiële sector in Egypte; |
b) |
verbetering van de boekhoudings- en boekhoudcontrolesystemen, alsmede het toezicht op en de reglementering van het bankwezen, het verzekeringswezen en andere segmenten van de financiële sector in Egypte. |
Artikel 50
Landbouw en visserij
De samenwerking is gericht op:
a) |
modernisering en herstructurering van landbouw en visserij, onder meer door modernisering van infrastructuur en uitrusting, ontwikkeling van technologie voor verpakking, opslag en marketing en verbetering van particuliere distributieketens; |
b) |
diversificatie van productie en externe afzetmarkten, onder meer door stimulering van de oprichting van joint ventures in de agro-industriële sector; |
c) |
hechtere samenwerking op veterinair en fytosanitair gebied en inzake teelttechnieken teneinde handelsverkeer tussen de partijen te vergemakkelijken. De partijen wisselen hiertoe informatie uit. |
Artikel 51
Vervoer
De samenwerking is gericht op:
— |
herstructurering en modernisering van weg-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur die gekoppeld is aan de belangrijkste trans-Europese verbindingen van gemeenschappelijk belang; |
— |
definitie en toepassing van exploitatienormen die vergelijkbaar zijn met die welke in de Gemeenschap gangbaar zijn; |
— |
vernieuwing van technische installaties voor multimodaal vervoer, containervervoer en overslag; |
— |
verbetering van het beheer van luchthavens, de luchtverkeersleiding en de spoorwegen, mede inhoudende samenwerking tussen de verantwoordelijke nationale instanties; |
— |
verbetering van navigatiehulpmiddelen. |
Artikel 52
Telecommunicatie en informatiemaatschappij
De partijen erkennen dat informatie- en communicatietechnologieën een cruciaal element zijn van een moderne samenleving, een vitale factor voor de economische en sociale ontwikkeling en een hoeksteen van de opkomende informatiemaatschappij.
De samenwerkingsactiviteiten van de partijen op dit gebied zijn gericht op:
— |
een dialoog over vraagstukken die verband houden met de verschillende aspecten van de informatiemaatschappij, zoals het telecommunicatiebeleid; |
— |
uitwisseling van informatie en mogelijke technische bijstand op het gebied van regelgeving, normalisatie, conformiteitsbeoordeling en certificering in verband met informatietechnologieën en telecommunicatie; |
— |
verspreiding van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en verfijning van nieuwe toepassingen op dit gebied; |
— |
uitvoering van gezamenlijke projecten voor onderzoek, technische ontwikkeling of industriële toepassingen op het gebied van informatietechnologieën, communicatie, telematica en de informatiemaatschappij; |
— |
deelname van Egyptische organisaties, binnen de gevestigde kaders, aan proefprojecten en Europese programma's; |
— |
onderlinge koppeling van netwerken en interoperabiliteit van telematicadiensten in de Gemeenschap en Egypte. |
Artikel 53
Energie
Bij de samenwerking genieten prioriteit:
— |
bevordering van duurzame energie; |
— |
bevordering van energiebesparing en efficiënt energiegebruik; |
— |
toegepast onderzoek naar datanetwerken in de economische en sociale sector, met name ten behoeve van de verbinding tussen ondernemingen in de Gemeenschap en in Egypte; |
— |
ondersteuning voor de modernisering en ontwikkeling van energienetwerken en koppeling daarvan aan de netwerken van de Gemeenschap. |
Artikel 54
Toerisme
De prioriteiten voor de samenwerking zijn:
— |
stimulering van investeringen in het toerisme; |
— |
verbetering van de kennis van de toeristenindustrie en versterking van de consistentie van beleid dat op het toerisme van invloed is; |
— |
betere seizoensspreiding van het toerisme; |
— |
bevordering van de samenwerking met regio's en steden in buurlanden; |
— |
benadrukking van het belang van het culturele erfgoed voor het toerisme; |
— |
zorgen voor een passende wisselwerking tussen toerisme en het milieu; |
— |
versterking van het concurrentievermogen van het toerisme door steun voor professionalisering. |
Artikel 55
Douane
1. De partijen ontwikkelen de samenwerking op douanegebied teneinde erop toe te zien dat de handelsbepalingen worden nageleefd. Bij de samenwerking hebben prioriteit:
a) |
vereenvoudiging van controles en procedures voor in- en uitklaring van goederen; |
b) |
toepassing van het „enig document” en een systeem om de douanevervoerregelingen van de Gemeenschap en Egypte te koppelen. |
2. Onverminderd het bepaalde in de overeenkomst inzake verdere samenwerking, in het bijzonder wat de bestrijding van drugs en het witwassen van geld betreft, verlenen de douaneadministraties van de partijen elkander administratieve bijstand overeenkomstig Protocol nr. 5.
Artikel 56
Statistiek
De samenwerking is met name gericht op harmonisatie van de door de partijen gebruikte methoden, zodat betrouwbare statistieken kunnen worden opgesteld voor alle gebieden die onder deze overeenkomst vallen en voor statistische verwerking in aanmerking komen.
Artikel 57
Witwassen van geld
1. De partijen werken samen om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengst van criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat mede technische en administratieve bijstand voor het opzetten van effectieve normen voor de bestrijding van witwassen, die met de internationale normen overeenstemmen.
Artikel 58
Bestrijding van drugs
1. De samenwerking is met name gericht op:
— |
verbetering van de effectiviteit van beleid en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van het aanbod van en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, almede op bestrijding van het misbruik van deze producten; |
— |
bevordering van een gezamenlijke aanpak voor het terugdringen van de vraag. |
2. De partijen bepalen gezamenlijk, in overeenstemming met hun respectieve wetgeving, welke strategieën en samenwerkingsmethoden geboden zijn om deze doelstellingen te bereiken. Hun optreden, voor zover niet gemeenschappelijk, wordt gebaseerd op overleg en nauwe coördinatie.
Aan dit optreden kunnen de betrokken overheidsinstellingen en particuliere instellingen deelnemen, alle overeenkomstig hun bevoegdheden, in samenwerking met de bevoegde instanties van Egypte, de Gemeenschap en haar lidstaten.
3. De samenwerking wordt verwezenlijkt door middel van uitwisseling van informatie en waar nodig gezamenlijke activiteiten met betrekking tot:
— |
oprichting of uitbreiding van instellingen voor sociale dienstverlening en gezondheidszorg en informatiecentra voor de behandeling en sociale reïntegratie van drugsverslaafden; |
— |
uitvoering van projecten op het gebied van preventie, voorlichting, opleiding, en epidemiologisch onderzoek; |
— |
het opstellen van effectieve normen voor de voorkoming van het onrechtmatig gebruik van precursoren en andere essentiële stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, overeenkomend met de internationale normen. |
Artikel 59
Bestrijding van terrorisme
Overeenkomstig internationale verdragen en hun nationale wetgeving werken de partijen samen op dit gebied, waarbij de nadruk ligt op:
— |
uitwisseling van informatie over middelen en methoden voor de bestrijding van terrorisme; |
— |
uitwisseling van ervaringen met betrekking tot de voorkoming van terrorisme; |
— |
gezamenlijk onderzoek naar de voorkoming van terrorisme. |
Artikel 60
Regionale samenwerking
De samenwerking is met name gericht op:
— |
ontwikkeling van de economische infrastructuur; |
— |
wetenschappelijk en technologisch onderzoek; |
— |
intraregionale handel; |
— |
douanezaken; |
— |
cultuur; |
— |
milieuvraagstukken. |
Artikel 61
Bescherming van de consument
De samenwerking op dit gebied is gericht op de harmonisatie van de regelingen voor de bescherming van de consument in de Europese Gemeenschap en in Egypte en dient voorzover mogelijk gericht te zijn op:
— |
versterking van de onderlinge compatibiliteit van de consumentenwetgeving, teneinde handelsbelemmeringen te voorkomen; |
— |
instelling, ontwikkeling en onderlinge koppeling van systemen voor wederzijdse informatieverstrekking over gevaarlijke voedingsmiddelen en industrieproducten (systemen voor vroegtijdige waarschuwing); |
— |
uitwisseling van informatie en deskundigen; |
— |
organisatie van opleidingsregelingen en verlening van technische bijstand. |
TITEL VI
HOOFDSTUK 1
Dialoog en samenwerking op sociaal gebied
Artikel 62
De partijen bevestigen opnieuw het belang dat zij hechten aan billijke behandeling van hun werknemers die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven en werkzaam zijn. De lidstaten en Egypte komen overeen, indien een van hen daarom verzoekt, besprekingen te openen over onderlinge bilaterale overeenkomsten inzake arbeidsvoorwaarden voor en socialezekerheidsrechten van werknemers uit Egypte en de lidstaten die legaal verblijven en werkzaam zijn op hun grondgebied.
Artikel 63
1. Tussen de partijen wordt een regelmatige dialoog ingesteld over onderwerpen op sociaal gebied die voor hen van belang zijn.
2. In het kader van deze dialoog wordt onderzocht hoe vooruitgang kan worden bewerkstelligd wat betreft het verkeer van werknemers, gelijke behandeling en sociale integratie van onderdanen van Egypte en van de lidstaten van de Gemeenschap die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven.
3. De dialoog heeft met name betrekking op alle vraagstukken betreffende:
a) |
leef- en werkomstandigheden van migrantengemeenschappen; |
b) |
migratie; |
c) |
illegale migratie; |
d) |
activiteiten ter bevordering van de gelijke behandeling van onderdanen van Egypte en van de lidstaten van de Gemeenschap, wederzijdse kennis van cultuur en beschaving, bevordering van tolerantie en afschaffing van discriminatie. |
Artikel 64
De dialoog over sociale aangelegenheden wordt gevoerd volgens dezelfde procedures als die waarin in titel I van deze overeenkomst wordt voorzien.
Artikel 65
Teneinde de samenwerking op sociaal gebied tussen de partijen te consolideren, worden activiteiten en programma's uitgevoerd op alle gebieden die voor hen van belang zijn.
Hierbij hebben de volgende onderwerpen prioriteit:
a) |
vermindering van de migratiedruk, met name door het verbeteren van de levensomstandigheden, het scheppen van werkgelegenheid en inkomensgenerende activiteiten en het ontwikkelen van het onderwijs in de gebieden waaruit emigranten afkomstig zijn; |
b) |
bevordering van de betrokkenheid van vrouwen bij het economische en sociale ontwikkelingsproces; |
c) |
ontwikkeling en versterking van Egyptische programma's voor gezinsplanning en de bescherming van moeder en kind; |
d) |
verbetering van het stelsel van sociale zekerheid; |
e) |
verbetering van de gezondheidszorg; |
f) |
verbetering van de levensomstandigheden in arme gebieden; |
g) |
uitvoering en financiering van uitwisselings- en vrijetijdsprogramma's voor gemengde groepen Europese en Egyptische jongeren die in de lidstaten verblijven ter bevordering van de kennis van elkanders cultuur en van de tolerantie. |
Artikel 66
De samenwerkingsactiviteiten kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met de lidstaten en bevoegde internationale organisaties.
Artikel 67
De Associatieraad richt voor het einde van het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst een werkgroep op. Deze wordt belast met de permanente en regelmatige evaluatie van de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot en met 3.
HOOFDSTUK 2
Samenwerking inzake voorkoming van en controle op illegale immigratie en andere consulaire aangelegenheden
Artikel 68
De partijen werken samen teneinde illegale immigratie te voorkomen ente controleren. Hiertoe geldt het volgende:
— |
iedere lidstaat van de Europese Gemeenschap verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van Egypte verblijven op verzoek van Egypte zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd; |
— |
Egypte verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Gemeenschap verblijven op verzoek van die lidstaat zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd; |
Voor dergelijke doeleinden verstrekken de lidstaten en Egypte hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.
Wat de lidstaten van de Europese Unie betreft zijn de verplichtingen van dit artikel uitsluitend van toepassing op personen die voor de toepassing van het Gemeenschapsrecht geacht worden hun onderdanen te zijn.
Wat Egypte betreft zijn de verplichtingen van dit artikel uitsluitend van toepassing op personen die overeenkomstig het Egyptische rechtsstelsel en alle relevante wetgeving betreffende het staatsburgerschap geacht worden onderdanen van Egypte te zijn.
Artikel 69
Na de inwerkingtreding van de overeenkomst openen de partijen op verzoek van een van hen onderhandelingen over de sluiting van onderlinge bilaterale overeenkomsten waarin hun specifieke verplichtingen betreffende de overname van hun onderdanen worden geregeld. Indien een partij zulks noodzakelijk acht, bevatten dergelijke overeenkomsten tevens regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen. In die regelingen wordt bepaald welke categorieën personen onder de regelingen vallen, alsmede op welke wijze de overname dient te geschieden.
Egypte wordt passende financiële en technische steun verleend voor de tenuitvoerlegging van deze regelingen.
Artikel 70
De Associatieraad onderzoekt welke andere gezamenlijke inspanningen kunnen worden verricht voor de voorkoming van en de controle op illegale immigratie en met betrekking tot andere consulaire aangelegenheden.
HOOFDSTUK 3
Samenwerking op het gebied van cultuur, audiovisuele media en informatie
Artikel 71
1. De partijen bevorderen de culturele samenwerking ten aanzien van terreinen van wederzijds belang, in een geest van respect voor elkanders cultuur. Er wordt een duurzame dialoog inzake cultuur ingesteld. De samenwerking is met name gericht op het bevorderen van:
— |
het conserveren en restaureren van historisch en cultureel erfgoed (monumenten en locaties van cultuurhistorische waarde, artefacten, zeldzame boeken en handschriften en dergelijke); |
— |
de uitwisseling van tentoonstellingen, theatergroepen, kunstenaars, letterkundigen, intellectuelen, culturele evenementen en dergelijke; |
— |
vertalingen; |
— |
de opleiding van personen die in de cultuursector werkzaam zijn. |
2. De samenwerking op het gebied van de audiovisuele media bevordert coproducties en gezamenlijke opleidingsactiviteiten. De partijen streven ernaar de deelname van Egypte aan communautaire initiatieven op dit gebied te stimuleren.
3. De partijen zijn het erover eens dat cultuurprogramma's van de Gemeenschap en een of meer lidstaten, alsmede andere activiteiten van wederzijds belang, tot Egypte kunnen worden uitgebreid.
4. De partijen stimuleren culturele samenwerking van commerciële aard, met name door middel van gezamenlijke projecten (voor productie, investering en marketing), opleiding en uitwisseling van informatie.
5. Bij de vaststelling van samenwerkingsactiviteiten en -programma's en gezamenlijke activiteiten besteden de partijen bijzondere aandacht aan jongeren, aan zelfexpressie en communicatievaardigheden met gebruikmaking van schriftelijke en audiovisuele media, en aan monumentenzorg en verbreiding van cultuur.
6. De samenwerking wordt met name verwezenlijkt door middel van:
— |
een regelmatige dialoog tussen de partijen; |
— |
regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in alle sectoren van samenwerking, onder meer door middel van bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen; |
— |
activiteiten op het gebied van adviesverlening, expertise en opleiding; |
— |
gezamenlijke activiteiten als seminars en workshops; |
— |
technische en administratieve bijstand en bijstand op het gebied van de regelgeving; |
— |
verspreiding van informatie over samenwerkingsinitiatieven. |
TITEL VII
FINANCIËLE SAMENWERKING
Artikel 72
Ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst wordt een financieel samenwerkingspakket aan Egypte ter beschikking gesteld volgens de passende procedures en met de vereiste financiële middelen.
De financiële samenwerking is met name gericht op:
— |
het bevorderen van hervormingen die gericht zijn op de modernisering van de economie; |
— |
het op peil brengen van de economische infrastructuur; |
— |
het bevorderen van particuliere investeringen en activiteiten die werkgelegenheid scheppen; |
— |
het opvangen van de gevolgen voor Egypte van de geleidelijke instelling van een vrijhandelsgebied, met name door de industrie te moderniseren en te herstructureren en Egyptes exportcapaciteit te vergroten; |
— |
flankerende maatregelen voor beleid in de sociale sector; |
— |
het bevorderen van de capaciteit en het vermogen van Egypte op het gebied van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten; |
— |
aanvullende maatregelen, waar nodig, ter uitvoering van bilaterale overeenkomsten ter voorkoming en beheersing van illegale immigratie; |
— |
flankerende maatregelen ten behoeve van de formulering en tenuitvoerlegging van de concurrentiewetgeving. |
Artikel 73
Met het oog op een gecoördineerde benadering van uitzonderlijke macro-economische en financiële problemen die uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst zouden kunnen voortvloeien, schenken de partijen bijzondere aandacht aan de ontwikkelingen in het handelsverkeer en de financiële betrekkingen tussen de Gemeenschap en Egypte in het kader van de krachtens titel V ingestelde regelmatige economische dialoog.
TITEL VIII
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 74
Er wordt een Associatieraad opgericht, die eenmaal per jaar, of telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen, op ministerieel niveau bijeenkomt op initiatief van zijn voorzitter, overeenkomstig het reglement van orde.
De Associatieraad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.
Artikel 75
1. De Associatieraad bestaat uit enerzijds leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en anderzijds leden van de regering van Egypte.
2. De leden van de Associatieraad kunnen regelingen treffen om zich te doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde van deze Associatieraad vast te stellen voorwaarden.
3. De Associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.
4. De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van Egypte, zulks overeenkomstig het bepaalde in het reglement van orde van de Associatieraad.
Artikel 76
Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst heeft de Associatieraad beslissingsbevoegdheid in de gevallen die in de overeenkomst worden genoemd.
De besluiten van de Associatieraad zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Associatieraad kan tevens alle nuttige aanbevelingen doen.
De besluiten en aanbevelingen van de Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
Artikel 77
1. Er wordt een Associatiecomité opgericht, dat toezicht houdt op het beheer van deze overeenkomst, onder voorbehoud van de aan de Associatieraad toegekende bevoegdheden.
2. De Associatieraad kan alle of een deel van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren.
Artikel 78
1. Het Associatiecomité vergadert op het niveau van hoge ambtenaren en bestaat uit enerzijds vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en anderzijds vertegenwoordigers van de regering van Egypte.
2. Het Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Associatiecomité wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de regering van Egypte.
Artikel 79
1. Het Associatiecomité heeft beslissingsbevoegdheid inzake het beheer van deze overeenkomst en op de terreinen waarop de Associatieraad bevoegdheden aan het Associatiecomité heeft gedelegeerd.
2. De besluiten van het Associatiecomité worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.
Artikel 80
De Associatieraad kan besluiten werkgroepen of lichamen in te stellen die voor de uitvoering van de overeenkomst nodig zijn. Hij stelt voor alle aldus aan hem ondergeschikte werkgroepen of lichamen de werkopdracht vast.
Artikel 81
De Associatieraad neemt alle nuttige maatregelen ter bevordering van de samenwerking en de contacten tussen het Europees Parlement en de Volksvergadering van Egypte.
Artikel 82
1. Elk der partijen kan ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.
2. De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.
3. Beide partijen zijn verplicht de maatregelen te treffen die voor de uitvoering van besluiten als bedoeld in lid 2 noodzakelijk zijn.
4. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan elk der partijen de andere partij ervan in kennis stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter dient aan te wijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één partij bij het geschil te zijn.
De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.
De scheidsrechters besluiten bij meerderheid van stemmen.
Elke partij bij het geschil treft de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van het besluit van de scheidsrechters noodzakelijk zijn.
Artikel 83
Niets in deze overeenkomst belet een overeenkomstsluitende partij maatregelen te nemen:
a) |
die zij nodig acht om onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist te beletten; |
b) |
die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel of met onderzoek, ontwikkeling of productie die onmisbaar zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn; |
c) |
die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan. |
Artikel 84
Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende:
— |
de regelingen die Egypte ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen; |
— |
de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Egypte toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van Egyptische onderdanen of vennootschappen. |
Artikel 85
Ten aanzien van directe belastingen heeft geen der bepalingen van de overeenkomst tot gevolg dat:
— |
de door een partij toegekende voordelen op fiscaal gebied in enige internationale overeenkomst of regeling waardoor deze partij gebonden is worden uitgebreid; |
— |
de vaststelling of toepassing door een partij van maatregelen ter voorkoming van fraude of belastingontduiking wordt verhinderd; |
— |
afbreuk wordt gedaan aan het recht van een partij de ter zake doende bepalingen van haar fiscale wetgeving toe te passen op belastingplichtigen die zich niet in een zelfde situatie bevinden, met name ten aanzien van hun woonplaats. |
Artikel 86
1. De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een der partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in geval van wezenlijke inbreuk op deze overeenkomst door de andere partij, verstrekt zij de Associatieraad alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Wezenlijke inbreuk op deze overeenkomst houdt in: verbreking van deze overeenkomst in strijd met de algemene regels van het internationale recht of ernstige schending van een essentieel element van deze overeenkomst, waardoor een klimaat wordt geschapen dat niet bevorderlijk is voor overleg, alsmede situaties waarin uitstel afbreuk zou doen aan de doelstellingen van deze overeenkomst.
3. Bij de keuze van maatregelen als bedoeld in lid 2 wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren. De partijen komen voorts overeen dat deze maatregelen in overeenstemming dienen te zijn met het internationale recht en in verhouding dienen te staan tot de schending.
De genomen maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht en op verzoek van de andere partij in de Associatieraad besproken. Indien een der partijen in geval van wezenlijke inbreuk op de overeenkomst als bedoeld in lid 2 een maatregel neemt, kan de andere partij een beroep doen op de procedure voor geschillenbeslechting.
Artikel 87
De protocollen 1 tot en met 5 en de bijlagen I tot en met VI vormen een integrerend onderdeel van de overeenkomst.
Artikel 88
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „partijen” verstaan: enerzijds Egypte, en anderzijds de Gemeenschap, dan wel de lidstaten, dan wel de Gemeenschap en de lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.
Artikel 89
Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Elk der partijen kan deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.
Artikel 90
Deze overeenkomst is van toepassing op enerzijds het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn, overeenkomstig het bepaalde in die Verdragen, en anderzijds op het grondgebied van Egypte.
Artikel 91
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Artikel 92
1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkander ervan kennisgeving doen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
2. Bij inwerkingtreding vervangt deze overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Egypte en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Egypte, ondertekend te Brussel op 18 januari 1997.
Hecho en Luxemburgo, el veinticinco de junio de dos mil uno.
Udfærdiget i Luxembourg den femogtyvende juni to tusind og et.
Geschehen zu Luxemburg am fünfundzwanzigsten Juni zweitausendundeins.
Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι πέντε Ιουνίου δύο χιλιάδες ένα.
Done at Luxembourg on the twenty-fifth day of June in the year two thousand and one.
Fait à Luxembourg, le vingt-cinq juin deux mille un.
Fatto a Lussemburgo, addì venticinque giugno duemilauno.
Gedaan te Luxemburg, de vijfentwintigste juni tweeduizendeneen.
Feito no Luxemburgo, em vinte e cinco de Junho de dois mil e um.
Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayksi.
Som skedde i Luxemburg den tjugofemte juni tjugohundraett.
Pour le Royaume de Belgique
Voor het Koninkrijk België
Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Reino de España
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann
For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por las Comunidades Europeas
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften
Για τις Ευρωπαïκές Κοινότητες
For the European Communities
Pour les Communautés européennes
Per le Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen
Pelas Comunidades Europeias
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN
Bijlage I: |
Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, bedoeld in de artikelen 7 en 12 |
Bijlage II: |
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 1, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is |
Bijlage III: |
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 2, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is |
Bijlage IV: |
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 3, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is |
Bijlage V: |
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap, bedoeld in artikel 9, lid 4 |
Bijlage VI: |
Intellectuele eigendom, bedoeld in artikel 37 |
Protocol nr. 1: |
Regeling van toepassing bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte |
Protocol nr. 2: |
Regeling van toepassing bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap |
Protocol nr. 3: |
Regeling van toepassing op verwerkte landbouwproducten |
Protocol nr. 4: |
Definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking |
Protocol nr. 5: |
Wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken |
BIJLAGE I
Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, bedoeld in de artikelen 7 en 12
GS-code |
2905 43 |
(mannitol) |
GS-code |
2905 44 |
(sorbitol) |
GS-code |
2905 45 |
(glycerol) |
GS-post |
3301 |
(etherische oliën) |
GS-code |
3302 10 |
(reukstoffen) |
GS-code |
3501 t/m 3505 |
(eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm) |
GS-code |
3809 10 |
(appreteermiddelen) |
GS-post |
3823 |
(industriële vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen) |
GS-code |
3824 60 |
(sorbitol, niet elders genoemd) |
GS-code |
4101 t/m 4103 |
(huiden en vellen) |
GS-post |
4301 |
(pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid) |
GS-code |
5001 t/m 5003 |
(ruwe zijde; afval van zijde) |
GS-code |
5101 t/m 5103 |
(wol; fijn haar; grof haar) |
GS-code |
5201 t/m 5203 |
(katoen, niet gekaard en niet gekamd; afval van katoen; katoen, gekaard of gekamd) |
GS-post |
5301 |
(ruwe vlas) |
GS-post |
5302 |
(ruwe hennep) |
BIJLAGE II
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 1, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is
|
2501001 |
|
2502000 |
|
2503100 |
|
2503900 |
|
2504100 |
|
2504900 |
|
2505109 |
|
2505909 |
|
2506100 |
|
2506210 |
|
2506290 |
|
2507000 |
|
2508100 |
|
2508200 |
|
2508300 |
|
2508400 |
|
2508500 |
|
2508600 |
|
2508700 |
|
2509000 |
|
2511100 |
|
2511200 |
|
2512000 |
|
2513110 |
|
2513190 |
|
2513210 |
|
2513290 |
|
2514000 |
|
2517100 |
|
2517200 |
|
2517300 |
|
2517411 |
|
2517491 |
|
2518100 |
|
2518200 |
|
2518300 |
|
2519100 |
|
2519900 |
|
2520201 |
|
2521000 |
|
2522100 |
|
2522200 |
|
2522300 |
|
2524000 |
|
2525100 |
|
2525200 |
|
2525300 |
|
2526201 |
|
2527000 |
|
2528100 |
|
2528900 |
|
2529100 |
|
2529210 |
|
2529220 |
|
2529300 |
|
2530100 |
|
2530200 |
|
2530400 |
|
2530909 |
|
2601110 |
|
2601120 |
|
2601200 |
|
2602000 |
|
2603000 |
|
2604000 |
|
2605000 |
|
2606000 |
|
2607000 |
|
2608000 |
|
2609000 |
|
2610000 |
|
2611000 |
|
2612100 |
|
2612200 |
|
2613100 |
|
2613900 |
|
2614000 |
|
2615100 |
|
2615900 |
|
2616100 |
|
2616900 |
|
2617100 |
|
2617900 |
|
2618000 |
|
2619000 |
|
2620110 |
|
2620190 |
|
2620200 |
|
2620300 |
|
2620400 |
|
2620500 |
|
2620900 |
|
2621000 |
|
2701110 |
|
2701120 |
|
2701190 |
|
2701200 |
|
2702100 |
|
2702200 |
|
2703000 |
|
2709000 |
|
2710001 |
|
2710002 |
|
2711110 |
|
2711120 |
|
2711139 |
|
2711140 |
|
2711190 |
|
2711210 |
|
2711290 |
|
2712100 |
|
2712200 |
|
2712900 |
|
2713110 |
|
2713120 |
|
2713200 |
|
2713900 |
|
2714100 |
|
2714900 |
|
2715000 |
|
2716000 |
|
2801200 |
|
2801300 |
|
2802000 |
|
2804210 |
|
2804290 |
|
2804500 |
|
2804610 |
|
2804690 |
|
2804700 |
|
2804800 |
|
2804900 |
|
2805110 |
|
2805190 |
|
2805210 |
|
2805220 |
|
2805300 |
|
2805400 |
|
2809100 |
|
2809201 |
|
2810001 |
|
2812100 |
|
2812900 |
|
2813100 |
|
2813900 |
|
2814100 |
|
2814200 |
|
2815200 |
|
2815300 |
|
2816100 |
|
2816200 |
|
2816300 |
|
2817000 |
|
2818100 |
|
2818200 |
|
2818300 |
|
2819100 |
|
2819900 |
|
2820100 |
|
2820900 |
|
2821100 |
|
2821200 |
|
2822000 |
|
2823000 |
|
2825101 |
|
2825109 |
|
2825200 |
|
2825300 |
|
2825400 |
|
2825500 |
|
2825600 |
|
2825700 |
|
2825800 |
|
2825900 |
|
2826110 |
|
2826120 |
|
2826190 |
|
2826200 |
|
2826300 |
|
2826900 |
|
2827100 |
|
2827200 |
|
2827310 |
|
2827320 |
|
2827330 |
|
2827340 |
|
2827350 |
|
2827360 |
|
2827370 |
|
2827380 |
|
2827390 |
|
2827410 |
|
2827490 |
|
2827510 |
|
2827590 |
|
2827600 |
|
2828909 |
|
2829110 |
|
2829199 |
|
2829900 |
|
2830100 |
|
2830200 |
|
2830300 |
|
2830900 |
|
2831100 |
|
2831900 |
|
2832100 |
|
2832200 |
|
2832300 |
|
2833210 |
|
2833220 |
|
2833230 |
|
2833240 |
|
2833250 |
|
2833260 |
|
2833270 |
|
2833290 |
|
2833300 |
|
2833400 |
|
2834100 |
|
2834210 |
|
2834220 |
|
2834290 |
|
2835000 |
|
2835210 |
|
2835220 |
|
2835230 |
|
2835240 |
|
2835250 |
|
2835260 |
|
2835290 |
|
2835310 |
|
2835390 |
|
2836100 |
|
2836201 |
|
2836301 |
|
2836401 |
|
2836409 |
|
2836500 |
|
2836600 |
|
2836700 |
|
2836910 |
|
2836920 |
|
2836930 |
|
2836990 |
|
2837110 |
|
2837190 |
|
2837200 |
|
2838000 |
|
2839000 |
|
2839190 |
|
2839200 |
|
2839900 |
|
2840110 |
|
2840190 |
|
2840200 |
|
2840300 |
|
2841100 |
|
2841200 |
|
2841300 |
|
2841400 |
|
2841500 |
|
2841600 |
|
2841700 |
|
2841800 |
|
2841900 |
|
2842100 |
|
2842900 |
|
2843100 |
|
2843210 |
|
2843290 |
|
2843300 |
|
2843900 |
|
2844101 |
|
2844109 |
|
2844200 |
|
2844300 |
|
2844400 |
|
2844500 |
|
2845100 |
|
2845900 |
|
2846100 |
|
2846900 |
|
2847000 |
|
2848100 |
|
2848900 |
|
2849100 |
|
2849200 |
|
2849900 |
|
2850000 |
|
2851000 |
|
2901109 |
|
2901210 |
|
2901220 |
|
2901230 |
|
2901240 |
|
2901290 |
|
2901299 |
|
2902110 |
|
2902190 |
|
2902300 |
|
2902410 |
|
2902420 |
|
2902430 |
|
2902440 |
|
2902500 |
|
2902600 |
|
2902700 |
|
2902900 |
|
2902909 |
|
2903110 |
|
2903120 |
|
2903130 |
|
2903140 |
|
2903150 |
|
2903160 |
|
2903190 |
|
2903210 |
|
2903220 |
|
2903230 |
|
2903290 |
|
2903300 |
|
2903400 |
|
2903510 |
|
2903590 |
|
2903610 |
|
2903620 |
|
2903690 |
|
2904100 |
|
2904200 |
|
2904201 |
|
2904209 |
|
2904900 |
|
2905110 |
|
2905120 |
|
2905130 |
|
2905140 |
|
2905150 |
|
2905160 |
|
2905170 |
|
2905190 |
|
2905210 |
|
2905220 |
|
2905290 |
|
2905310 |
|
2905320 |
|
2905390 |
|
2905410 |
|
2905420 |
|
2905490 |
|
2905500 |
|
2906110 |
|
2906120 |
|
2906130 |
|
2906140 |
|
2906190 |
|
2906210 |
|
2906290 |
|
2907110 |
|
2907120 |
|
2907130 |
|
2907140 |
|
2907150 |
|
2907190 |
|
2907210 |
|
2907220 |
|
2907230 |
|
2907290 |
|
2907300 |
|
2908100 |
|
2908200 |
|
2908900 |
|
2909110 |
|
2909190 |
|
2909200 |
|
2909300 |
|
2909410 |
|
2909420 |
|
2909430 |
|
2909440 |
|
2909490 |
|
2909500 |
|
2909600 |
|
2910100 |
|
2910200 |
|
2910300 |
|
2910900 |
|
2911000 |
|
2912110 |
|
2912120 |
|
2912130 |
|
2912190 |
|
2912210 |
|
2912290 |
|
2912300 |
|
2912410 |
|
2912420 |
|
2912490 |
|
2912500 |
|
2913000 |
|
2914110 |
|
2914120 |
|
2914130 |
|
2914190 |
|
2914210 |
|
2914220 |
|
2914230 |
|
2914290 |
|
2914300 |
|
2914410 |
|
2914490 |
|
2914500 |
|
2914600 |
|
2914690 |
|
2914700 |
|
2915110 |
|
2915120 |
|
2915130 |
|
2915211 |
|
2915220 |
|
2915230 |
|
2915240 |
|
2915290 |
|
2915310 |
|
2915320 |
|
2915330 |
|
2915340 |
|
2915350 |
|
2915390 |
|
2915400 |
|
2915500 |
|
2915600 |
|
2915700 |
|
2915901 |
|
2915909 |
|
2916110 |
|
2916120 |
|
2916130 |
|
2916140 |
|
2916150 |
|
2916190 |
|
2916200 |
|
2916310 |
|
2916320 |
|
2916330 |
|
2916390 |
|
2917110 |
|
2917120 |
|
2917130 |
|
2917140 |
|
2917190 |
|
2917200 |
|
2917310 |
|
2917320 |
|
2917330 |
|
2917340 |
|
2917350 |
|
2917360 |
|
2917370 |
|
2917390 |
|
2918110 |
|
2918120 |
|
2918130 |
|
2918140 |
|
2918150 |
|
2918160 |
|
2918170 |
|
2918190 |
|
2918210 |
|
2918220 |
|
2918230 |
|
2918290 |
|
2918300 |
|
2918900 |
|
2919000 |
|
2920100 |
|
2920900 |
|
2921110 |
|
2921120 |
|
2921190 |
|
2921210 |
|
2921220 |
|
2921290 |
|
2921300 |
|
2921410 |
|
2921420 |
|
2921430 |
|
2921440 |
|
2921450 |
|
2921490 |
|
2921510 |
|
2921590 |
|
2922110 |
|
2922120 |
|
2922130 |
|
2922190 |
|
2922210 |
|
2922220 |
|
2922300 |
|
2922410 |
|
2922420 |
|
2922490 |
|
2922500 |
|
2923100 |
|
2923200 |
|
2923900 |
|
2924100 |
|
2924210 |
|
2924291 |
|
2924299 |
|
2925110 |
|
2925190 |
|
2925200 |
|
2926100 |
|
2926200 |
|
2926900 |
|
2927000 |
|
2928000 |
|
2929100 |
|
2929900 |
|
2930100 |
|
2930200 |
|
2930300 |
|
2930400 |
|
2930900 |
|
2931000 |
|
2932110 |
|
2932120 |
|
2932130 |
|
2932190 |
|
2932210 |
|
2932290 |
|
2932900 |
|
2933110 |
|
2933190 |
|
2933210 |
|
2933290 |
|
2933310 |
|
2933390 |
|
2933400 |
|
2933510 |
|
2933590 |
|
2933610 |
|
2933690 |
|
2933710 |
|
2933790 |
|
2933900 |
|
2934100 |
|
2934200 |
|
2934300 |
|
2934900 |
|
2935000 |
|
2936100 |
|
2936210 |
|
2936220 |
|
2936230 |
|
2936240 |
|
2936250 |
|
2936260 |
|
2936270 |
|
2936280 |
|
2936290 |
|
2936900 |
|
2937100 |
|
2937210 |
|
2937220 |
|
2937290 |
|
2937910 |
|
2937920 |
|
2937990 |
|
2938100 |
|
2938900 |
|
2939100 |
|
2939210 |
|
2939290 |
|
2939300 |
|
2939400 |
|
2939500 |
|
2939600 |
|
2939700 |
|
2939909 |
|
2940000 |
|
2941100 |
|
2941200 |
|
2941300 |
|
2941400 |
|
2941500 |
|
2941900 |
|
2942000 |
|
3001100 |
|
3001200 |
|
3001900 |
|
3002100 |
|
3002200 |
|
3002310 |
|
3002390 |
|
3002901 |
|
3002909 |
|
3003310 |
|
3003901 |
|
3004310 |
|
3004901 |
|
3006109 |
|
3006200 |
|
3006300 |
|
3006400 |
|
3006600 |
|
3101000 |
|
3102210 |
|
3104100 |
|
3104200 |
|
3104300 |
|
3104900 |
|
3105100 |
|
3105200 |
|
3105300 |
|
3105400 |
|
3105510 |
|
3105590 |
|
3105600 |
|
3105900 |
|
3201100 |
|
3201200 |
|
3201300 |
|
3201900 |
|
3202100 |
|
3202900 |
|
3203000 |
|
3205000 |
|
3211001 |
|
3212100 |
|
3214101 |
|
3401202 |
|
3402119 |
|
3402129 |
|
3402139 |
|
3402199 |
|
3403119 |
|
3403199 |
|
3403919 |
|
3403999 |
|
3404100 |
|
3404200 |
|
3404909 |
|
3407001 |
|
3507100 |
|
3507900 |
|
3701100 |
|
3701302 |
|
3701992 |
|
3702100 |
|
3702511 |
|
3702521 |
|
3702522 |
|
3702551 |
|
3702559 |
|
3702561 |
|
3702911 |
|
3702921 |
|
3702922 |
|
3702941 |
|
3702951 |
|
3703101 |
|
3703201 |
|
3703901 |
|
3801100 |
|
3801200 |
|
3801300 |
|
3801900 |
|
3802100 |
|
3802900 |
|
3803000 |
|
3804000 |
|
3805100 |
|
3805200 |
|
3805900 |
|
3806100 |
|
3806200 |
|
3806300 |
|
3806900 |
|
3807001 |
|
3807009 |
|
3809910 |
|
3809920 |
|
3809930 |
|
3809990 |
|
3810100 |
|
3810900 |
|
3811119 |
|
3811199 |
|
3811219 |
|
3811299 |
|
3811909 |
|
3812100 |
|
3812200 |
|
3812300 |
|
3813000 |
|
3814000 |
|
3815110 |
|
3815120 |
|
3815190 |
|
3815900 |
|
3816000 |
|
3817100 |
|
3817200 |
|
3818000 |
|
3819000 |
|
3820000 |
|
3821000 |
|
3822000 |
|
3822600 |
|
3901100 |
|
3901200 |
|
3901300 |
|
3901901 |
|
3901909 |
|
3902100 |
|
3902200 |
|
3902300 |
|
3902900 |
|
3903110 |
|
3903190 |
|
3903200 |
|
3903300 |
|
3903900 |
|
3904101 |
|
3904300 |
|
3904400 |
|
3904500 |
|
3904610 |
|
3904690 |
|
3904900 |
|
3905110 |
|
3905190 |
|
3905900 |
|
3906100 |
|
3906900 |
|
3907100 |
|
3907200 |
|
3907300 |
|
3907400 |
|
3907501 |
|
3907509 |
|
3907600 |
|
3907910 |
|
3907990 |
|
3908100 |
|
3908900 |
|
3909100 |
|
3909200 |
|
3909300 |
|
3909409 |
|
3909500 |
|
3910000 |
|
3911100 |
|
3911900 |
|
3912110 |
|
3912120 |
|
3912209 |
|
3912310 |
|
3912390 |
|
3912900 |
|
3913100 |
|
3913900 |
|
3914000 |
|
3915100 |
|
3915200 |
|
3915300 |
|
3915900 |
|
3917101 |
|
3920101 |
|
3921901 |
|
3923301 |
|
3923501 |
|
3926903 |
|
3926907 |
|
4001100 |
|
4001210 |
|
4001220 |
|
4001291 |
|
4001301 |
|
4002110 |
|
4002191 |
|
4002201 |
|
4002311 |
|
4002391 |
|
4002410 |
|
4002491 |
|
4002510 |
|
4002591 |
|
4002601 |
|
4002701 |
|
4002801 |
|
4002910 |
|
4002991 |
|
4003000 |
|
4004000 |
|
4014100 |
|
4016101 |
|
4016921 |
|
4016992 |
|
4016993 |
|
4017001 |
|
4104101 |
|
4104102 |
|
4104291 |
|
4105191 |
|
4106191 |
|
4110000 |
|
4205001 |
|
4206101 |
|
4401100 |
|
4401210 |
|
4401220 |
|
4401300 |
|
4402000 |
|
4403100 |
|
4403200 |
|
4403201 |
|
4403209 |
|
4403310 |
|
4403320 |
|
4403330 |
|
4403340 |
|
4403350 |
|
4403910 |
|
4403920 |
|
4403991 |
|
4403999 |
|
4404100 |
|
4404200 |
|
4406100 |
|
4406900 |
|
4407100 |
|
4407210 |
|
4407220 |
|
4407230 |
|
4407910 |
|
4407920 |
|
4407990 |
|
4408101 |
|
4408201 |
|
4408901 |
|
4413000 |
|
4417001 |
|
4421901 |
|
4421903 |
|
4501100 |
|
4501900 |
|
4503100 |
|
4701000 |
|
4702000 |
|
4703110 |
|
4703190 |
|
4703210 |
|
4703290 |
|
4704110 |
|
4704190 |
|
4704210 |
|
4704290 |
|
4705000 |
|
4706100 |
|
4706910 |
|
4706920 |
|
4706930 |
|
4707100 |
|
4707200 |
|
4707300 |
|
4707900 |
|
4801000 |
|
4802521 |
|
4802601 |
|
4810991 |
|
4811311 |
|
4811312 |
|
4811391 |
|
4812000 |
|
4819501 |
|
4823901 |
|
4823903 |
|
4823904 |
|
4901100 |
|
4901910 |
|
4901990 |
|
4902100 |
|
4902900 |
|
4903000 |
|
4904000 |
|
4905010 |
|
4905910 |
|
4905990 |
|
4906000 |
|
4907001 |
|
4907002 |
|
4907010 |
|
4907020 |
|
4911993 |
|
5004001 |
|
5104000 |
|
5105101 |
|
5105291 |
|
5303100 |
|
5303900 |
|
5304100 |
|
5304900 |
|
5305110 |
|
5305190 |
|
5305210 |
|
5305290 |
|
5305910 |
|
5404102 |
|
5405002 |
|
5407101 |
|
5501100 |
|
5501200 |
|
5501300 |
|
5501900 |
|
5502000 |
|
5503100 |
|
5503200 |
|
5503300 |
|
5503400 |
|
5503900 |
|
5504100 |
|
5504900 |
|
5505100 |
|
5505200 |
|
5506100 |
|
5506200 |
|
5506300 |
|
5506900 |
|
5507000 |
|
5602101 |
|
5602210 |
|
5602290 |
|
5602900 |
|
5902100 |
|
5902200 |
|
5902300 |
|
5902900 |
|
5903902 |
|
6812200 |
|
6812400 |
|
6812700 |
|
6812901 |
|
6815201 |
|
7001000 |
|
7002100 |
|
7002311 |
|
7002321 |
|
7011100 |
|
7011200 |
|
7011900 |
|
7017100 |
|
7017200 |
|
7017900 |
|
7019391 |
|
7102100 |
|
7102210 |
|
7102290 |
|
7102310 |
|
7104200 |
|
7105100 |
|
7105900 |
|
7106910 |
|
7106921 |
|
7108120 |
|
7108131 |
|
7108200 |
|
7110111 |
|
7110191 |
|
7110211 |
|
7110291 |
|
7110311 |
|
7110391 |
|
7110411 |
|
7110491 |
|
7112100 |
|
7112200 |
|
7112900 |
|
7118100 |
|
7118101 |
|
7118109 |
|
7118900 |
|
7118901 |
|
7118902 |
|
7118909 |
|
7201400 |
|
7202410 |
|
7202490 |
|
7202500 |
|
7202600 |
|
7202700 |
|
7202800 |
|
7202910 |
|
7202920 |
|
7202930 |
|
7202999 |
|
7203100 |
|
7203900 |
|
7204100 |
|
7204210 |
|
7204290 |
|
7204300 |
|
7204410 |
|
7204490 |
|
7205210 |
|
7205290 |
|
7206901 |
|
7210111 |
|
7210121 |
|
7210901 |
|
7212101 |
|
7218100 |
|
7218900 |
|
7219110 |
|
7219120 |
|
7219130 |
|
7219140 |
|
7219210 |
|
7219220 |
|
7219230 |
|
7219240 |
|
7219310 |
|
7219320 |
|
7219330 |
|
7219340 |
|
7219350 |
|
7219900 |
|
7220110 |
|
7220120 |
|
7220200 |
|
7220900 |
|
7223000 |
|
7225100 |
|
7226100 |
|
7226920 |
|
7302300 |
|
7302400 |
|
7317002 |
|
7401100 |
|
7401200 |
|
7402000 |
|
7403110 |
|
7403120 |
|
7403130 |
|
7403190 |
|
7403210 |
|
7403220 |
|
7403230 |
|
7403290 |
|
7404000 |
|
7405100 |
|
7405900 |
|
7406100 |
|
7406200 |
|
7407101 |
|
7407221 |
|
7407291 |
|
7410211 |
|
7410221 |
|
7501100 |
|
7501200 |
|
7502100 |
|
7502200 |
|
7503000 |
|
7508001 |
|
7606111 |
|
7606121 |
|
7606911 |
|
7606921 |
|
7607111 |
|
7607191 |
|
7607201 |
|
7801100 |
|
7801910 |
|
7801990 |
|
7802000 |
|
7901110 |
|
7901120 |
|
7901200 |
|
7902000 |
|
8001100 |
|
8001200 |
|
8002000 |
|
8101100 |
|
8101910 |
|
8101920 |
|
8101931 |
|
8101939 |
|
8101990 |
|
8102100 |
|
8102910 |
|
8102920 |
|
8102930 |
|
8102990 |
|
8103100 |
|
8103900 |
|
8104110 |
|
8104190 |
|
8104200 |
|
8104300 |
|
8104900 |
|
8105101 |
|
8105109 |
|
8105900 |
|
8106001 |
|
8106009 |
|
8107101 |
|
8107102 |
|
8107900 |
|
8108101 |
|
8108102 |
|
8108900 |
|
8109101 |
|
8109102 |
|
8109900 |
|
8110001 |
|
8110009 |
|
8111001 |
|
8111009 |
|
8112111 |
|
8112112 |
|
8112190 |
|
8112201 |
|
8112209 |
|
8112301 |
|
8112309 |
|
8112401 |
|
8112409 |
|
8112911 |
|
8112919 |
|
8112990 |
|
8113001 |
|
8113009 |
|
8201100 |
|
8201200 |
|
8201300 |
|
8201400 |
|
8201500 |
|
8201600 |
|
8201900 |
|
8202100 |
|
8202200 |
|
8202310 |
|
8202320 |
|
8202400 |
|
8202910 |
|
8202990 |
|
8203100 |
|
8203200 |
|
8203300 |
|
8203400 |
|
8204110 |
|
8204120 |
|
8204200 |
|
8205600 |
|
8206000 |
|
8207110 |
|
8207120 |
|
8207200 |
|
8207300 |
|
8207400 |
|
8207500 |
|
8207600 |
|
8207700 |
|
8207800 |
|
8207900 |
|
8208100 |
|
8208200 |
|
8208300 |
|
8208400 |
|
8208900 |
|
8209000 |
|
8303000 |
|
8308902 |
|
8401100 |
|
8401200 |
|
8401300 |
|
8401400 |
|
8402111 |
|
8402119 |
|
8402129 |
|
8402192 |
|
8402199 |
|
8402202 |
|
8402209 |
|
8402902 |
|
8402909 |
|
8403100 |
|
8403900 |
|
8404101 |
|
8404109 |
|
8404202 |
|
8404209 |
|
8404901 |
|
8404909 |
|
8405900 |
|
8406110 |
|
8406190 |
|
8406900 |
|
8407100 |
|
8407290 |
|
8407310 |
|
8407320 |
|
8407331 |
|
8407332 |
|
8407333 |
|
8407341 |
|
8407342 |
|
8407343 |
|
8408109 |
|
8408209 |
|
8408909 |
|
8409100 |
|
8410110 |
|
8410120 |
|
8410130 |
|
8410900 |
|
8411110 |
|
8411120 |
|
8411210 |
|
8411220 |
|
8411810 |
|
8411820 |
|
8411910 |
|
8411990 |
|
8412100 |
|
8412210 |
|
8412290 |
|
8412310 |
|
8412390 |
|
8412801 |
|
8412809 |
|
8412901 |
|
8412909 |
|
8413200 |
|
8413400 |
|
8413500 |
|
8413600 |
|
8413709 |
|
8413812 |
|
8413819 |
|
8413820 |
|
8413919 |
|
8413920 |
|
8414100 |
|
8414200 |
|
8414309 |
|
8414400 |
|
8414599 |
|
8414809 |
|
8416100 |
|
8416200 |
|
8416300 |
|
8416900 |
|
8417100 |
|
8417200 |
|
8417800 |
|
8417901 |
|
8417909 |
|
8418501 |
|
8418611 |
|
8418691 |
|
8419200 |
|
8419310 |
|
8419320 |
|
8419390 |
|
8419400 |
|
8419500 |
|
8419600 |
|
8419810 |
|
8419890 |
|
8420101 |
|
8420109 |
|
8420911 |
|
8420919 |
|
8420991 |
|
8420999 |
|
8421110 |
|
8421129 |
|
8421190 |
|
8421219 |
|
8421220 |
|
8421290 |
|
8421390 |
|
8422190 |
|
8422200 |
|
8422300 |
|
8422400 |
|
8422909 |
|
8423101 |
|
8423891 |
|
8423902 |
|
8424200 |
|
8424300 |
|
8424812 |
|
8424819 |
|
8424891 |
|
8425110 |
|
8425190 |
|
8425200 |
|
8425310 |
|
8425390 |
|
8425410 |
|
8425420 |
|
8425490 |
|
8426110 |
|
8426120 |
|
8426190 |
|
8426200 |
|
8426300 |
|
8426410 |
|
8426490 |
|
8426910 |
|
8426990 |
|
8427100 |
|
8427200 |
|
8428109 |
|
8428200 |
|
8428310 |
|
8428320 |
|
8428330 |
|
8428390 |
|
8428400 |
|
8428500 |
|
8428600 |
|
8428900 |
|
8429110 |
|
8429190 |
|
8429200 |
|
8429300 |
|
8429400 |
|
8429510 |
|
8429520 |
|
8429590 |
|
8430100 |
|
8430310 |
|
8430390 |
|
8430410 |
|
8430490 |
|
8430500 |
|
8430610 |
|
8430620 |
|
8430690 |
|
8431100 |
|
8431209 |
|
8431319 |
|
8431390 |
|
8431410 |
|
8431420 |
|
8431430 |
|
8431490 |
|
8432101 |
|
8432109 |
|
8432211 |
|
8432219 |
|
8432291 |
|
8432299 |
|
8432301 |
|
8432309 |
|
8432401 |
|
8432409 |
|
8432801 |
|
8432809 |
|
8432900 |
|
8433110 |
|
8433190 |
|
8433200 |
|
8433300 |
|
8433400 |
|
8433510 |
|
8433520 |
|
8433530 |
|
8433590 |
|
8433600 |
|
8433900 |
|
8434100 |
|
8434200 |
|
8434900 |
|
8435100 |
|
8435900 |
|
8436100 |
|
8436210 |
|
8436290 |
|
8436800 |
|
8436910 |
|
8436990 |
|
8437100 |
|
8437800 |
|
8437900 |
|
8438100 |
|
8438200 |
|
8438300 |
|
8438400 |
|
8438500 |
|
8438600 |
|
8438800 |
|
8438900 |
|
8439100 |
|
8439200 |
|
8439300 |
|
8439910 |
|
8439990 |
|
8440100 |
|
8440900 |
|
8441100 |
|
8441200 |
|
8441300 |
|
8441400 |
|
8441800 |
|
8441900 |
|
8442100 |
|
8442200 |
|
8442300 |
|
8442400 |
|
8442501 |
|
8442509 |
|
8443110 |
|
8443120 |
|
8443190 |
|
8443210 |
|
8443290 |
|
8443300 |
|
8443400 |
|
8443500 |
|
8443600 |
|
8443900 |
|
8444000 |
|
8445110 |
|
8445120 |
|
8445130 |
|
8445190 |
|
8445200 |
|
8445300 |
|
8445400 |
|
8445900 |
|
8446100 |
|
8446210 |
|
8446290 |
|
8446300 |
|
8447110 |
|
8447120 |
|
8447200 |
|
8448110 |
|
8448190 |
|
8448200 |
|
8448320 |
|
8448330 |
|
8448390 |
|
8448420 |
|
8448490 |
|
8448510 |
|
8448590 |
|
8449000 |
|
8451100 |
|
8451299 |
|
8451401 |
|
8451409 |
|
8451500 |
|
8451800 |
|
8451901 |
|
8451903 |
|
8451909 |
|
8452210 |
|
8452290 |
|
8452300 |
|
8452909 |
|
8453100 |
|
8453200 |
|
8453800 |
|
8453900 |
|
8454100 |
|
8454200 |
|
8454300 |
|
8454900 |
|
8455100 |
|
8455210 |
|
8455220 |
|
8455300 |
|
8455900 |
|
8456101 |
|
8456109 |
|
8456201 |
|
8456209 |
|
8456301 |
|
8456309 |
|
8456901 |
|
8456909 |
|
8457100 |
|
8457200 |
|
8457300 |
|
8458110 |
|
8458190 |
|
8458910 |
|
8458990 |
|
8459100 |
|
8459210 |
|
8459290 |
|
8459310 |
|
8459390 |
|
8459400 |
|
8459510 |
|
8459590 |
|
8459610 |
|
8459690 |
|
8459700 |
|
8460110 |
|
8460190 |
|
8460210 |
|
8460290 |
|
8460310 |
|
8460390 |
|
8460400 |
|
8460900 |
|
8461100 |
|
8461200 |
|
8461300 |
|
8461400 |
|
8461500 |
|
8461900 |
|
8462100 |
|
8462210 |
|
8462290 |
|
8462310 |
|
8462390 |
|
8462410 |
|
8462490 |
|
8462910 |
|
8462990 |
|
8463100 |
|
8463200 |
|
8463300 |
|
8463900 |
|
8464100 |
|
8464200 |
|
8464900 |
|
8465100 |
|
8465911 |
|
8465912 |
|
8465919 |
|
8465920 |
|
8465930 |
|
8465940 |
|
8465950 |
|
8465960 |
|
8465990 |
|
8466100 |
|
8466200 |
|
8466300 |
|
8466910 |
|
8466920 |
|
8466931 |
|
8466939 |
|
8466940 |
|
8467110 |
|
8467190 |
|
8467810 |
|
8467890 |
|
8467910 |
|
8467920 |
|
8467990 |
|
8468100 |
|
8468200 |
|
8468800 |
|
8468901 |
|
8468902 |
|
8468909 |
|
8471100 |
|
8471200 |
|
8471910 |
|
8471920 |
|
8471930 |
|
8471990 |
|
8473300 |
|
8474100 |
|
8474200 |
|
8474310 |
|
8474320 |
|
8474390 |
|
8474809 |
|
8474900 |
|
8475100 |
|
8475200 |
|
8475900 |
|
8476110 |
|
8476190 |
|
8476900 |
|
8477100 |
|
8477200 |
|
8477300 |
|
8477400 |
|
8477510 |
|
8477590 |
|
8477800 |
|
8477900 |
|
8478100 |
|
8478900 |
|
8479100 |
|
8479200 |
|
8479309 |
|
8479400 |
|
8479810 |
|
8479820 |
|
8479892 |
|
8479899 |
|
8479900 |
|
8480100 |
|
8480200 |
|
8480410 |
|
8480490 |
|
8480500 |
|
8480600 |
|
8480710 |
|
8480790 |
|
8481100 |
|
8481200 |
|
8481300 |
|
8481400 |
|
8481809 |
|
8481900 |
|
8482100 |
|
8482200 |
|
8482300 |
|
8482400 |
|
8482500 |
|
8482800 |
|
8482910 |
|
8482990 |
|
8501100 |
|
8501200 |
|
8501310 |
|
8501320 |
|
8501330 |
|
8501340 |
|
8501409 |
|
8501519 |
|
8501529 |
|
8501530 |
|
8501610 |
|
8501620 |
|
8501630 |
|
8501640 |
|
8502139 |
|
8502200 |
|
8502300 |
|
8502400 |
|
8503001 |
|
8503002 |
|
8504219 |
|
8504221 |
|
8504222 |
|
8504223 |
|
8504231 |
|
8504232 |
|
8504233 |
|
8504321 |
|
8504322 |
|
8504323 |
|
8504331 |
|
8504332 |
|
8504333 |
|
8504341 |
|
8504342 |
|
8504343 |
|
8504409 |
|
8504500 |
|
8504900 |
|
8505110 |
|
8505190 |
|
8505200 |
|
8505300 |
|
8505900 |
|
8508100 |
|
8508200 |
|
8508800 |
|
8508900 |
|
8513101 |
|
8513901 |
|
8514100 |
|
8514200 |
|
8514300 |
|
8514400 |
|
8514900 |
|
8515110 |
|
8515191 |
|
8515199 |
|
8515210 |
|
8515291 |
|
8515299 |
|
8515310 |
|
8515391 |
|
8515800 |
|
8515900 |
|
8516904 |
|
8517100 |
|
8517200 |
|
8517301 |
|
8517309 |
|
8517401 |
|
8517402 |
|
8517409 |
|
8517810 |
|
8517820 |
|
8517901 |
|
8517902 |
|
8517909 |
|
8519991 |
|
8520901 |
|
8522901 |
|
8523111 |
|
8523121 |
|
8523131 |
|
8523201 |
|
8525101 |
|
8525200 |
|
8526100 |
|
8526910 |
|
8526921 |
|
8528102 |
|
8528202 |
|
8529901 |
|
8530100 |
|
8530800 |
|
8530900 |
|
8531109 |
|
8531200 |
|
8531809 |
|
8531909 |
|
8532100 |
|
8532210 |
|
8532220 |
|
8532230 |
|
8532240 |
|
8532250 |
|
8532290 |
|
8532300 |
|
8532900 |
|
8533100 |
|
8533210 |
|
8533290 |
|
8533310 |
|
8533390 |
|
8533400 |
|
8533900 |
|
8535109 |
|
8535211 |
|
8535212 |
|
8535290 |
|
8535301 |
|
8535302 |
|
8535400 |
|
8536109 |
|
8536201 |
|
8536300 |
|
8536501 |
|
8536502 |
|
8539291 |
|
8539313 |
|
8539902 |
|
8540110 |
|
8540120 |
|
8540200 |
|
8540300 |
|
8540410 |
|
8540420 |
|
8540490 |
|
8540810 |
|
8540890 |
|
8540910 |
|
8540990 |
|
8541100 |
|
8541210 |
|
8541290 |
|
8541300 |
|
8541400 |
|
8541500 |
|
8541600 |
|
8541900 |
|
8542110 |
|
8542190 |
|
8542200 |
|
8542800 |
|
8542900 |
|
8543100 |
|
8543200 |
|
8543300 |
|
8543801 |
|
8543809 |
|
8543900 |
|
8544201 |
|
8544700 |
|
8545110 |
|
8545190 |
|
8545200 |
|
8545900 |
|
8546101 |
|
8546201 |
|
8547101 |
|
8601100 |
|
8601200 |
|
8602100 |
|
8602900 |
|
8603100 |
|
8603900 |
|
8604000 |
|
8607110 |
|
8607120 |
|
8607190 |
|
8607210 |
|
8607290 |
|
8607300 |
|
8607910 |
|
8607990 |
|
8608000 |
|
8701100 |
|
8701300 |
|
8701901 |
|
8701909 |
|
8704101 |
|
8704212 |
|
8704213 |
|
8704221 |
|
8704222 |
|
8704231 |
|
8704232 |
|
8704312 |
|
8704313 |
|
8704321 |
|
8704322 |
|
8704902 |
|
8704903 |
|
8708291 |
|
8708401 |
|
8708501 |
|
8708601 |
|
8708701 |
|
8708801 |
|
8708911 |
|
8708921 |
|
8708931 |
|
8708941 |
|
8708991 |
|
8709110 |
|
8709190 |
|
8709900 |
|
8713100 |
|
8713900 |
|
8714200 |
|
8801100 |
|
8801900 |
|
8802110 |
|
8802120 |
|
8802200 |
|
8802300 |
|
8802400 |
|
8802500 |
|
8803100 |
|
8803200 |
|
8803300 |
|
8803900 |
|
8804000 |
|
8805100 |
|
8805200 |
|
8901101 |
|
8901102 |
|
8901103 |
|
8901201 |
|
8901301 |
|
8901901 |
|
8901902 |
|
8902001 |
|
8902003 |
|
8902300 |
|
8904000 |
|
8905100 |
|
8905200 |
|
8905900 |
|
8907100 |
|
8907900 |
|
8908000 |
|
9001100 |
|
9005801 |
|
9005901 |
|
9006100 |
|
9007190 |
|
9007291 |
|
9007919 |
|
9007921 |
|
9010101 |
|
9010109 |
|
9010201 |
|
9010209 |
|
9010300 |
|
9010900 |
|
9011100 |
|
9011200 |
|
9011800 |
|
9011900 |
|
9012100 |
|
9012900 |
|
9013100 |
|
9013200 |
|
9013800 |
|
9013900 |
|
9014100 |
|
9014200 |
|
9014800 |
|
9014900 |
|
9015100 |
|
9015200 |
|
9015300 |
|
9015400 |
|
9015800 |
|
9015900 |
|
9016000 |
|
9017100 |
|
9017201 |
|
9017209 |
|
9017300 |
|
9017800 |
|
9017900 |
|
9018110 |
|
9018190 |
|
9018200 |
|
9018312 |
|
9018319 |
|
9018320 |
|
9018390 |
|
9018410 |
|
9018490 |
|
9018500 |
|
9018900 |
|
9019100 |
|
9019200 |
|
9020000 |
|
9021110 |
|
9021190 |
|
9021210 |
|
9021290 |
|
9021300 |
|
9021400 |
|
9021900 |
|
9022110 |
|
9022190 |
|
9022210 |
|
9022290 |
|
9022300 |
|
9022900 |
|
9023000 |
|
9024100 |
|
9024800 |
|
9024900 |
|
9025110 |
|
9025190 |
|
9025200 |
|
9025800 |
|
9025900 |
|
9026100 |
|
9026200 |
|
9026800 |
|
9026900 |
|
9027100 |
|
9027200 |
|
9027300 |
|
9027400 |
|
9027500 |
|
9027800 |
|
9027900 |
|
9028100 |
|
9028309 |
|
9028900 |
|
9029100 |
|
9029200 |
|
9029900 |
|
9030100 |
|
9030200 |
|
9030310 |
|
9030390 |
|
9030400 |
|
9030810 |
|
9030890 |
|
9030900 |
|
9031100 |
|
9031200 |
|
9031300 |
|
9031400 |
|
9031800 |
|
9031900 |
|
9032100 |
|
9032200 |
|
9032810 |
|
9032890 |
|
9032900 |
|
9033000 |
|
9106100 |
|
9106200 |
|
9106900 |
|
9107000 |
|
9108110 |
|
9108120 |
|
9108190 |
|
9108200 |
|
9108910 |
|
9108990 |
|
9110110 |
|
9110120 |
|
9110190 |
|
9110900 |
|
9114100 |
|
9114200 |
|
9114300 |
|
9114400 |
|
9114900 |
|
9405101 |
|
9405501 |
|
9501000 |
|
9502091 |
|
9502109 |
|
9502910 |
|
9502990 |
|
9503100 |
|
9503200 |
|
9503300 |
|
9503410 |
|
9503490 |
|
9503500 |
|
9503600 |
|
9503700 |
|
9503800 |
|
9503900 |
|
9504100 |
|
9506110 |
|
9506120 |
|
9506190 |
|
9506210 |
|
9506290 |
|
9506310 |
|
9506320 |
|
9506390 |
|
9506510 |
|
9506590 |
|
9506610 |
|
9506620 |
|
9506690 |
|
9506700 |
|
9506910 |
|
9506990 |
|
9507100 |
|
9507200 |
|
9507300 |
|
9507900 |
|
9508000 |
|
9603500 |
|
9607200 |
|
9608601 |
|
9618000 |
|
9705000 |
BIJLAGE III
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 2, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is
|
2501009 |
|
2505101 |
|
2505901 |
|
2510100 |
|
2510200 |
|
2517419 |
|
2517499 |
|
2520100 |
|
2520209 |
|
2520900 |
|
2523291 |
|
2526100 |
|
2526209 |
|
2530300 |
|
2705000 |
|
2707100 |
|
2707200 |
|
2707500 |
|
2707600 |
|
2707910 |
|
2707990 |
|
2708100 |
|
2708200 |
|
2710003 |
|
2710009 |
|
2711131 |
|
2803000 |
|
2804100 |
|
2804300 |
|
2804400 |
|
2806100 |
|
2806200 |
|
2809209 |
|
2810009 |
|
2811110 |
|
2811190 |
|
2811210 |
|
2811220 |
|
2811230 |
|
2811290 |
|
2815110 |
|
2815120 |
|
2824100 |
|
2824200 |
|
2824901 |
|
2824909 |
|
2828101 |
|
2828102 |
|
2828901 |
|
2829191 |
|
2833110 |
|
2833190 |
|
2836209 |
|
2836309 |
|
2901101 |
|
2901291 |
|
2902200 |
|
2902901 |
|
2912600 |
|
3005101 |
|
3005109 |
|
3005901 |
|
3005909 |
|
3006101 |
|
3006500 |
|
3204110 |
|
3204121 |
|
3204129 |
|
3204130 |
|
3204141 |
|
3204149 |
|
3204150 |
|
3204160 |
|
3204170 |
|
3204191 |
|
3204199 |
|
3204200 |
|
3204900 |
|
3206100 |
|
3206200 |
|
3206300 |
|
3206410 |
|
3206420 |
|
3206430 |
|
3206490 |
|
3206500 |
|
3207201 |
|
3207209 |
|
3207300 |
|
3207400 |
|
3208101 |
|
3208201 |
|
3208901 |
|
3209101 |
|
3209901 |
|
3210001 |
|
3210003 |
|
3210004 |
|
3211009 |
|
3212901 |
|
3212902 |
|
3213100 |
|
3213900 |
|
3214109 |
|
3215110 |
|
3215191 |
|
3215199 |
|
3215900 |
|
3401111 |
|
3401201 |
|
3402111 |
|
3402121 |
|
3402131 |
|
3402191 |
|
3402901 |
|
3402909 |
|
3403111 |
|
3403191 |
|
3403911 |
|
3403991 |
|
3404901 |
|
3407009 |
|
3506100 |
|
3506910 |
|
3506990 |
|
3601000 |
|
3602000 |
|
3603000 |
|
3604901 |
|
3604909 |
|
3606100 |
|
3606900 |
|
3701200 |
|
3701301 |
|
3701309 |
|
3701910 |
|
3701991 |
|
3701999 |
|
3702200 |
|
3702310 |
|
3702320 |
|
3702390 |
|
3702410 |
|
3702420 |
|
3702430 |
|
3702440 |
|
3702519 |
|
3702529 |
|
3702530 |
|
3702540 |
|
3702559 |
|
3702569 |
|
3702919 |
|
3702929 |
|
3702930 |
|
3702949 |
|
3702959 |
|
3703109 |
|
3703209 |
|
3703909 |
|
3704000 |
|
3705100 |
|
3705200 |
|
3705900 |
|
3706101 |
|
3706901 |
|
3707100 |
|
3707900 |
|
3801111 |
|
3808101 |
|
3808109 |
|
3808201 |
|
3808209 |
|
3808301 |
|
3808309 |
|
3808401 |
|
3808409 |
|
3808901 |
|
3808909 |
|
3811110 |
|
3811191 |
|
3811211 |
|
3811291 |
|
3811901 |
|
3904109 |
|
3904210 |
|
3904220 |
|
3909401 |
|
3916100 |
|
3916200 |
|
3916900 |
|
3917211 |
|
3917221 |
|
3917231 |
|
3917291 |
|
3917311 |
|
3917321 |
|
3917391 |
|
3919900 |
|
3919901 |
|
3919909 |
|
3920109 |
|
3920200 |
|
3920300 |
|
3920410 |
|
3920420 |
|
3920510 |
|
3920590 |
|
3920610 |
|
3920620 |
|
3920630 |
|
3920690 |
|
3920710 |
|
3920720 |
|
3920730 |
|
3920790 |
|
3920910 |
|
3920920 |
|
3920930 |
|
3920940 |
|
3920990 |
|
3921110 |
|
3921120 |
|
3921130 |
|
3921140 |
|
3921190 |
|
3921909 |
|
3923101 |
|
3923211 |
|
3923302 |
|
3926101 |
|
3926102 |
|
3926201 |
|
3926901 |
|
3926902 |
|
3926904 |
|
3926905 |
|
3926906 |
|
3926908 |
|
4001292 |
|
4001302 |
|
4002199 |
|
4002209 |
|
4002319 |
|
4002399 |
|
4002499 |
|
4002599 |
|
4002609 |
|
4002709 |
|
4002809 |
|
4002999 |
|
4005100 |
|
4005200 |
|
4005910 |
|
4005990 |
|
4006100 |
|
4006900 |
|
4007000 |
|
4008110 |
|
4008190 |
|
4008210 |
|
4008290 |
|
4009100 |
|
4009200 |
|
4009300 |
|
4009400 |
|
4009500 |
|
4010100 |
|
4010919 |
|
4010999 |
|
4011100 |
|
4011200 |
|
4011300 |
|
4011400 |
|
4011500 |
|
4011910 |
|
4011990 |
|
4012100 |
|
4012200 |
|
4012900 |
|
4013100 |
|
4013200 |
|
4013900 |
|
4014900 |
|
4016109 |
|
4016910 |
|
4016929 |
|
4016930 |
|
4016940 |
|
4016950 |
|
4016994 |
|
4016999 |
|
4017002 |
|
4017009 |
|
4103200 |
|
4104109 |
|
4104210 |
|
4104220 |
|
4104299 |
|
4104310 |
|
4104390 |
|
4105110 |
|
4105120 |
|
4105199 |
|
4105200 |
|
4106110 |
|
4106120 |
|
4106199 |
|
4106200 |
|
4107101 |
|
4107211 |
|
4107291 |
|
4107901 |
|
4111000 |
|
4203101 |
|
4203210 |
|
4203291 |
|
4203301 |
|
4203401 |
|
4204000 |
|
4206109 |
|
4206900 |
|
4405000 |
|
4408109 |
|
4408209 |
|
4408909 |
|
4409109 |
|
4409209 |
|
4411110 |
|
4411210 |
|
4411310 |
|
4411910 |
|
4502000 |
|
4503900 |
|
4504100 |
|
4504900 |
|
4802101 |
|
4802109 |
|
4802200 |
|
4802300 |
|
4802400 |
|
4802511 |
|
4802519 |
|
4802521 |
|
4802529 |
|
4802531 |
|
4802539 |
|
4802601 |
|
4802609 |
|
4803001 |
|
4804110 |
|
4804190 |
|
4804210 |
|
4804290 |
|
4804310 |
|
4804390 |
|
4804410 |
|
4804420 |
|
4804490 |
|
4804510 |
|
4804520 |
|
4804590 |
|
4805100 |
|
4805210 |
|
4805220 |
|
4805230 |
|
4805290 |
|
4805300 |
|
4805400 |
|
4805500 |
|
4805600 |
|
4805700 |
|
4805800 |
|
4806100 |
|
4806200 |
|
4806300 |
|
4806400 |
|
4807100 |
|
4807910 |
|
4807990 |
|
4808100 |
|
4808200 |
|
4808300 |
|
4808900 |
|
4809100 |
|
4809200 |
|
4809300 |
|
4809900 |
|
4810110 |
|
4810120 |
|
4810210 |
|
4810290 |
|
4810310 |
|
4810320 |
|
4810390 |
|
4810910 |
|
4810999 |
|
4811100 |
|
4811210 |
|
4811290 |
|
4811319 |
|
4811399 |
|
4811400 |
|
4811901 |
|
4811909 |
|
4813100 |
|
4813200 |
|
4813901 |
|
4813909 |
|
4816100 |
|
4816200 |
|
4816300 |
|
4816900 |
|
4823300 |
|
4823400 |
|
4823701 |
|
4823902 |
|
4907003 |
|
4907004 |
|
4908100 |
|
4908900 |
|
4910001 |
|
4911101 |
|
4911991 |
|
4911992 |
|
5004009 |
|
5005000 |
|
5006001 |
|
5006009 |
|
5105109 |
|
5105210 |
|
5105299 |
|
5105300 |
|
5105400 |
|
5106100 |
|
5106200 |
|
5107100 |
|
5107200 |
|
5108100 |
|
5108200 |
|
5110009 |
|
5113001 |
|
5204110 |
|
5204190 |
|
5204200 |
|
5205110 |
|
5205120 |
|
5205130 |
|
5205140 |
|
5205150 |
|
5205210 |
|
5205220 |
|
5205230 |
|
5205240 |
|
5205250 |
|
5205310 |
|
5205320 |
|
5205330 |
|
5205340 |
|
5205350 |
|
5205410 |
|
5205420 |
|
5205430 |
|
5205440 |
|
5205450 |
|
5206110 |
|
5206120 |
|
5206130 |
|
5206150 |
|
5206210 |
|
5206220 |
|
5206230 |
|
5206240 |
|
5206250 |
|
5206310 |
|
5206320 |
|
5206330 |
|
5206340 |
|
5206350 |
|
5206410 |
|
5206420 |
|
5206430 |
|
5206440 |
|
5206450 |
|
5207100 |
|
5207900 |
|
5305990 |
|
5306100 |
|
5306209 |
|
5307100 |
|
5307200 |
|
5308100 |
|
5308200 |
|
5308300 |
|
5308901 |
|
5308909 |
|
5309101 |
|
5310901 |
|
5311009 |
|
5401109 |
|
5401209 |
|
5402100 |
|
5402200 |
|
5402310 |
|
5402320 |
|
5402330 |
|
5402390 |
|
5402411 |
|
5402412 |
|
5402420 |
|
5402430 |
|
5402491 |
|
5402492 |
|
5402510 |
|
5402520 |
|
5402590 |
|
5402610 |
|
5402620 |
|
5402690 |
|
5403100 |
|
5403200 |
|
5403311 |
|
5403312 |
|
5403320 |
|
5403331 |
|
5403332 |
|
5403391 |
|
5403392 |
|
5403410 |
|
5403420 |
|
5403490 |
|
5404101 |
|
5404109 |
|
5404900 |
|
5405001 |
|
5405009 |
|
5407102 |
|
5508109 |
|
5508209 |
|
5509110 |
|
5509120 |
|
5509210 |
|
5509220 |
|
5509310 |
|
5509320 |
|
5509410 |
|
5509420 |
|
5509510 |
|
5509520 |
|
5509530 |
|
5509590 |
|
5509610 |
|
5509620 |
|
5509690 |
|
5509910 |
|
5509920 |
|
5509990 |
|
5510110 |
|
5510120 |
|
5510200 |
|
5510300 |
|
5510900 |
|
5601100 |
|
5601210 |
|
5601220 |
|
5601290 |
|
5601300 |
|
5602109 |
|
5603000 |
|
5604100 |
|
5604200 |
|
5604900 |
|
5605000 |
|
5806101 |
|
5806103 |
|
5806401 |
|
5806403 |
|
5807100 |
|
5807200 |
|
5807900 |
|
5901901 |
|
5903101 |
|
5903201 |
|
5903901 |
|
5907001 |
|
5910000 |
|
5911100 |
|
5911200 |
|
5911310 |
|
5911320 |
|
5911400 |
|
5911900 |
|
6115911 |
|
6115921 |
|
6115931 |
|
6115991 |
|
6307200 |
|
6307901 |
|
6307902 |
|
6310101 |
|
6310109 |
|
6310900 |
|
6310909 |
|
6406101 |
|
6801000 |
|
6802101 |
|
6802102 |
|
6803000 |
|
6804100 |
|
6804211 |
|
6804219 |
|
6804221 |
|
6804229 |
|
6804231 |
|
6804239 |
|
6804300 |
|
6805300 |
|
6806100 |
|
6806200 |
|
6806900 |
|
6807100 |
|
6807900 |
|
6808000 |
|
6809901 |
|
6811100 |
|
6811200 |
|
6812100 |
|
6812300 |
|
6812500 |
|
6812600 |
|
6812909 |
|
6814100 |
|
6814900 |
|
6815100 |
|
6815209 |
|
6815910 |
|
6815990 |
|
6901000 |
|
6902100 |
|
6902200 |
|
6902901 |
|
6902902 |
|
6902909 |
|
6903100 |
|
6903200 |
|
6903900 |
|
6909110 |
|
6909190 |
|
6909191 |
|
6909900 |
|
7002200 |
|
7002319 |
|
7002399 |
|
7003191 |
|
7003192 |
|
7003200 |
|
7004901 |
|
7004902 |
|
7005101 |
|
7005102 |
|
7005291 |
|
7005292 |
|
7005300 |
|
7006001 |
|
7010100 |
|
7010902 |
|
7010903 |
|
7010904 |
|
7012000 |
|
7014001 |
|
7015100 |
|
7015901 |
|
7015909 |
|
7016909 |
|
7019100 |
|
7019200 |
|
7019310 |
|
7019320 |
|
7019399 |
|
7019900 |
|
7020001 |
|
7020009 |
|
7101100 |
|
7101210 |
|
7102200 |
|
7102390 |
|
7103100 |
|
7103910 |
|
7103990 |
|
7104100 |
|
7104900 |
|
7106100 |
|
7106922 |
|
7106929 |
|
7107001 |
|
7107009 |
|
7107220 |
|
7108110 |
|
7108132 |
|
7108139 |
|
7109001 |
|
7109009 |
|
7109240 |
|
7110112 |
|
7110192 |
|
7110199 |
|
7110212 |
|
7110292 |
|
7110299 |
|
7110312 |
|
7110392 |
|
7110399 |
|
7110492 |
|
7110499 |
|
7111001 |
|
7111002 |
|
7111100 |
|
7115100 |
|
7115901 |
|
7116101 |
|
7116201 |
|
7202110 |
|
7202190 |
|
7202210 |
|
7202290 |
|
7202300 |
|
7206909 |
|
7208110 |
|
7209140 |
|
7209210 |
|
7209340 |
|
7209440 |
|
7210119 |
|
7210129 |
|
7210902 |
|
7212109 |
|
7304100 |
|
7304200 |
|
7304319 |
|
7304399 |
|
7304419 |
|
7304499 |
|
7304519 |
|
7304599 |
|
7304909 |
|
7307210 |
|
7307220 |
|
7307230 |
|
7307290 |
|
7307910 |
|
7307920 |
|
7307930 |
|
7307990 |
|
7310292 |
|
7316000 |
|
7407109 |
|
7407219 |
|
7407229 |
|
7407299 |
|
7408110 |
|
7408190 |
|
7408210 |
|
7408220 |
|
7408290 |
|
7409110 |
|
7409190 |
|
7409210 |
|
7409290 |
|
7409310 |
|
7409390 |
|
7409400 |
|
7409900 |
|
7410110 |
|
7410120 |
|
7410219 |
|
7410229 |
|
7411100 |
|
7411210 |
|
7411220 |
|
7411290 |
|
7412100 |
|
7412200 |
|
7413000 |
|
7414100 |
|
7414900 |
|
7415100 |
|
7415210 |
|
7415290 |
|
7415310 |
|
7415320 |
|
7415390 |
|
7416000 |
|
7419992 |
|
7504000 |
|
7505110 |
|
7505120 |
|
7505210 |
|
7505220 |
|
7506100 |
|
7506200 |
|
7507110 |
|
7507120 |
|
7507200 |
|
7601100 |
|
7601200 |
|
7602000 |
|
7603100 |
|
7603200 |
|
7604109 |
|
7604290 |
|
7605110 |
|
7605190 |
|
7605210 |
|
7605290 |
|
7606119 |
|
7606129 |
|
7606919 |
|
7606929 |
|
7607119 |
|
7607199 |
|
7607209 |
|
7612909 |
|
7616902 |
|
7803000 |
|
7804110 |
|
7804190 |
|
7804200 |
|
7805000 |
|
7806000 |
|
7903100 |
|
7903900 |
|
7904000 |
|
7905000 |
|
7906000 |
|
7907100 |
|
7907900 |
|
8003000 |
|
8004000 |
|
8005100 |
|
8005200 |
|
8006000 |
|
8205100 |
|
8205200 |
|
8205300 |
|
8205400 |
|
8205510 |
|
8205590 |
|
8205700 |
|
8205800 |
|
8205900 |
|
8211940 |
|
8212101 |
|
8212109 |
|
8212201 |
|
8212202 |
|
8212203 |
|
8212900 |
|
8213000 |
|
8214100 |
|
8214901 |
|
8214902 |
|
8214903 |
|
8214909 |
|
8301100 |
|
8301200 |
|
8301300 |
|
8301409 |
|
8301500 |
|
8301600 |
|
8301700 |
|
8302100 |
|
8302200 |
|
8302300 |
|
8302410 |
|
8302420 |
|
8302490 |
|
8302500 |
|
8302600 |
|
8305100 |
|
8305200 |
|
8305900 |
|
8306100 |
|
8307100 |
|
8307900 |
|
8308100 |
|
8308200 |
|
8308909 |
|
8309901 |
|
8311109 |
|
8311209 |
|
8311309 |
|
8311909 |
|
8407339 |
|
8407349 |
|
8407900 |
|
8408102 |
|
8408103 |
|
8408202 |
|
8408203 |
|
8408902 |
|
8408903 |
|
8409919 |
|
8409999 |
|
8413110 |
|
8413190 |
|
8413300 |
|
8413830 |
|
8413911 |
|
8413913 |
|
8414301 |
|
8415901 |
|
8418502 |
|
8418619 |
|
8418691 |
|
8418699 |
|
8418991 |
|
8418999 |
|
8421211 |
|
8421230 |
|
8421310 |
|
8421910 |
|
8421990 |
|
8423109 |
|
8423200 |
|
8423300 |
|
8423810 |
|
8423820 |
|
8423899 |
|
8423901 |
|
8423902 |
|
8424100 |
|
8428101 |
|
8431201 |
|
8431312 |
|
8448310 |
|
8448410 |
|
8451300 |
|
8452100 |
|
8452901 |
|
8469100 |
|
8469210 |
|
8469290 |
|
8469310 |
|
8469390 |
|
8470100 |
|
8470210 |
|
8470290 |
|
8470300 |
|
8470400 |
|
8470500 |
|
8470900 |
|
8472100 |
|
8472200 |
|
8472300 |
|
8472900 |
|
8473100 |
|
8473210 |
|
8473290 |
|
8473400 |
|
8474801 |
|
8479301 |
|
8481802 |
|
8483100 |
|
8483400 |
|
8483500 |
|
8483600 |
|
8483900 |
|
8484100 |
|
8484900 |
|
8485100 |
|
8485900 |
|
8501401 |
|
8501511 |
|
8501521 |
|
8503002 |
|
8504109 |
|
8506119 |
|
8506121 |
|
8506129 |
|
8506139 |
|
8506199 |
|
8506200 |
|
8506909 |
|
8507101 |
|
8507201 |
|
8507300 |
|
8507801 |
|
8507901 |
|
8507909 |
|
8510901 |
|
8510902 |
|
8511100 |
|
8511200 |
|
8511300 |
|
8511400 |
|
8511500 |
|
8511800 |
|
8511900 |
|
8511909 |
|
8512100 |
|
8512200 |
|
8512300 |
|
8512400 |
|
8512900 |
|
8513109 |
|
8513909 |
|
8516291 |
|
8516400 |
|
8516901 |
|
8516902 |
|
8524211 |
|
8524221 |
|
8524231 |
|
8524901 |
|
8529101 |
|
8531101 |
|
8531801 |
|
8531901 |
|
8534000 |
|
8535101 |
|
8535211 |
|
8535301 |
|
8535900 |
|
8536101 |
|
8536209 |
|
8536410 |
|
8536490 |
|
8536509 |
|
8536619 |
|
8536900 |
|
8537101 |
|
8537109 |
|
8537209 |
|
8539100 |
|
8539210 |
|
8539229 |
|
8539299 |
|
8539312 |
|
8539319 |
|
8539390 |
|
8539400 |
|
8539901 |
|
8539909 |
|
8544110 |
|
8544190 |
|
8544300 |
|
8544419 |
|
8544499 |
|
8544519 |
|
8544599 |
|
8544609 |
|
8546102 |
|
8546209 |
|
8546900 |
|
8547109 |
|
8547200 |
|
8547900 |
|
8548000 |
|
8605000 |
|
8606100 |
|
8606200 |
|
8606300 |
|
8606910 |
|
8606920 |
|
8606990 |
|
8609000 |
|
8703101 |
|
8705100 |
|
8705200 |
|
8705300 |
|
8705400 |
|
8705900 |
|
8708100 |
|
8708210 |
|
8708299 |
|
8708310 |
|
8708390 |
|
8708409 |
|
8708509 |
|
8708609 |
|
8708709 |
|
8708809 |
|
8708919 |
|
8708929 |
|
8708939 |
|
8708949 |
|
8708999 |
|
8711109 |
|
8711209 |
|
8711309 |
|
8711409 |
|
8711509 |
|
8711909 |
|
8712009 |
|
8714110 |
|
8714190 |
|
8714910 |
|
8714920 |
|
8714930 |
|
8714940 |
|
8714950 |
|
8714960 |
|
8714999 |
|
8715000 |
|
8716900 |
|
8901104 |
|
8901109 |
|
8901209 |
|
8901309 |
|
8901903 |
|
8901909 |
|
8902002 |
|
8902009 |
|
8903102 |
|
8903912 |
|
8903922 |
|
8903992 |
|
8906009 |
|
9001200 |
|
9001300 |
|
9001401 |
|
9001409 |
|
9001501 |
|
9001509 |
|
9001900 |
|
9002110 |
|
9002190 |
|
9002200 |
|
9002909 |
|
9006200 |
|
9006309 |
|
9006409 |
|
9006519 |
|
9006529 |
|
9006539 |
|
9006599 |
|
9006610 |
|
9006620 |
|
9006690 |
|
9006910 |
|
9006990 |
|
9007110 |
|
9007210 |
|
9007299 |
|
9007911 |
|
9007929 |
|
9008100 |
|
9008200 |
|
9008300 |
|
9008400 |
|
9008900 |
|
9009110 |
|
9009120 |
|
9009210 |
|
9009220 |
|
9009300 |
|
9009900 |
|
9028201 |
|
9028209 |
|
9028301 |
|
9101119 |
|
9101129 |
|
9101199 |
|
9101219 |
|
9101299 |
|
9101999 |
|
9102110 |
|
9102120 |
|
9102190 |
|
9102210 |
|
9102290 |
|
9102910 |
|
9102990 |
|
9103100 |
|
9103900 |
|
9104000 |
|
9105110 |
|
9105190 |
|
9105210 |
|
9105290 |
|
9105910 |
|
9105990 |
|
9109110 |
|
9109190 |
|
9109900 |
|
9111109 |
|
9111200 |
|
9111800 |
|
9111909 |
|
9112100 |
|
9112800 |
|
9112900 |
|
9201100 |
|
9201200 |
|
9201900 |
|
9202100 |
|
9202900 |
|
9203000 |
|
9204100 |
|
9204200 |
|
9205100 |
|
9205900 |
|
9206000 |
|
9207100 |
|
9207900 |
|
9209100 |
|
9209200 |
|
9209300 |
|
9209910 |
|
9209920 |
|
9209930 |
|
9209940 |
|
9209990 |
|
9302000 |
|
9303100 |
|
9303200 |
|
9303300 |
|
9303900 |
|
9304000 |
|
9305100 |
|
9305210 |
|
9305290 |
|
9305901 |
|
9305909 |
|
9307000 |
|
9401901 |
|
9402100 |
|
9402900 |
|
9405102 |
|
9504200 |
|
9504909 |
|
9506400 |
|
9603210 |
|
9603291 |
|
9603301 |
|
9603400 |
|
9603902 |
|
9604000 |
|
9606100 |
|
9608109 |
|
9608200 |
|
9608310 |
|
9608399 |
|
9608409 |
|
9608609 |
|
9608919 |
|
9608999 |
|
9609109 |
|
9609200 |
|
9609900 |
|
9610000 |
|
9611000 |
|
9613801 |
|
9613901 |
|
9617000 |
|
9706000 |
BIJLAGE IV
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 3, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is
|
2515110 |
|
2515120 |
|
2515200 |
|
2516110 |
|
2516120 |
|
2516210 |
|
2516220 |
|
2516900 |
|
2523100 |
|
2523210 |
|
2523292 |
|
2523300 |
|
2523900 |
|
2704000 |
|
2706000 |
|
2707300 |
|
2707400 |
|
2801100 |
|
2807000 |
|
2808000 |
|
2915219 |
|
2939901 |
|
2939902 |
|
3003100 |
|
3003200 |
|
3003390 |
|
3003400 |
|
3003909 |
|
3004100 |
|
3004200 |
|
3004320 |
|
3004390 |
|
3004400 |
|
3004500 |
|
3004909 |
|
3102100 |
|
3102290 |
|
3102300 |
|
3102400 |
|
3102500 |
|
3102600 |
|
3102700 |
|
3102800 |
|
3102900 |
|
3103100 |
|
3103200 |
|
3103900 |
|
3207100 |
|
3208109 |
|
3208209 |
|
3208909 |
|
3209102 |
|
3209902 |
|
3210002 |
|
3212909 |
|
3214900 |
|
3302109 |
|
3302901 |
|
3302909 |
|
3303001 |
|
3303009 |
|
3304101 |
|
3304109 |
|
3304201 |
|
3304209 |
|
3304301 |
|
3304309 |
|
3304911 |
|
3304919 |
|
3304991 |
|
3304999 |
|
3305101 |
|
3305109 |
|
3305201 |
|
3305209 |
|
3305301 |
|
3305309 |
|
3305901 |
|
3305909 |
|
3306101 |
|
3306109 |
|
3306901 |
|
3306909 |
|
3307101 |
|
3307109 |
|
3307201 |
|
3307209 |
|
3307301 |
|
3307309 |
|
3307411 |
|
3307419 |
|
3307491 |
|
3307499 |
|
3307901 |
|
3307909 |
|
3401119 |
|
3401190 |
|
3401209 |
|
3402200 |
|
3405100 |
|
3405200 |
|
3405300 |
|
3405400 |
|
3405900 |
|
3406000 |
|
3604100 |
|
3605000 |
|
3706109 |
|
3706902 |
|
3912201 |
|
3917109 |
|
3917219 |
|
3917229 |
|
3917239 |
|
3917299 |
|
3917319 |
|
3917329 |
|
3917330 |
|
3917399 |
|
3917400 |
|
3918100 |
|
3918900 |
|
3919100 |
|
3921902 |
|
3921903 |
|
3922100 |
|
3922200 |
|
3922900 |
|
3923109 |
|
3923219 |
|
3923290 |
|
3923309 |
|
3923400 |
|
3923509 |
|
3923900 |
|
3924100 |
|
3924900 |
|
3925100 |
|
3925200 |
|
3925300 |
|
3925900 |
|
3926109 |
|
3926209 |
|
3926300 |
|
3926400 |
|
3926909 |
|
4010911 |
|
4010991 |
|
4015110 |
|
4015190 |
|
4015901 |
|
4015909 |
|
4107109 |
|
4107219 |
|
4107299 |
|
4107909 |
|
4108000 |
|
4109000 |
|
4201000 |
|
4202110 |
|
4202120 |
|
4202190 |
|
4202210 |
|
4202220 |
|
4202290 |
|
4202310 |
|
4202320 |
|
4202390 |
|
4202910 |
|
4202920 |
|
4202991 |
|
4202999 |
|
4203109 |
|
4203292 |
|
4302110 |
|
4302120 |
|
4302130 |
|
4302190 |
|
4302200 |
|
4302300 |
|
4303100 |
|
4303900 |
|
4304001 |
|
4304009 |
|
4409101 |
|
4409102 |
|
4409201 |
|
4409202 |
|
4410100 |
|
4410900 |
|
4411190 |
|
4411290 |
|
4411390 |
|
4411990 |
|
4412110 |
|
4412120 |
|
4412190 |
|
4412210 |
|
4412290 |
|
4412910 |
|
4412991 |
|
4412999 |
|
4414000 |
|
4415100 |
|
4415200 |
|
4416000 |
|
4417009 |
|
4418100 |
|
4418200 |
|
4418300 |
|
4418400 |
|
4418500 |
|
4418901 |
|
4418909 |
|
4419000 |
|
4420100 |
|
4420901 |
|
4420909 |
|
4421100 |
|
4421902 |
|
4421909 |
|
4601100 |
|
4601200 |
|
4601910 |
|
4601990 |
|
4602100 |
|
4602900 |
|
4803009 |
|
4814200 |
|
4814300 |
|
4814901 |
|
4814909 |
|
4815000 |
|
4817100 |
|
4817200 |
|
4817300 |
|
4818101 |
|
4818109 |
|
4818200 |
|
4818300 |
|
4818400 |
|
4818500 |
|
4818900 |
|
4819101 |
|
4819109 |
|
4819201 |
|
4819209 |
|
4819300 |
|
4819400 |
|
4819509 |
|
4819600 |
|
4820101 |
|
4820109 |
|
4820201 |
|
4820209 |
|
4820301 |
|
4820309 |
|
4820400 |
|
4820501 |
|
4820509 |
|
4820901 |
|
4820909 |
|
4821100 |
|
4821900 |
|
4822100 |
|
4822900 |
|
4823110 |
|
4823190 |
|
4823200 |
|
4823510 |
|
4823590 |
|
4823600 |
|
4823709 |
|
4823909 |
|
4909000 |
|
4910002 |
|
4910003 |
|
4910004 |
|
4910009 |
|
4911102 |
|
4911103 |
|
4911109 |
|
4911910 |
|
4911999 |
|
5007100 |
|
5007200 |
|
5007900 |
|
5109100 |
|
5109900 |
|
5110001 |
|
5111110 |
|
5111190 |
|
5111200 |
|
5111300 |
|
5111900 |
|
5112110 |
|
5112190 |
|
5112200 |
|
5112300 |
|
5112900 |
|
5113009 |
|
5208110 |
|
5208120 |
|
5208130 |
|
5208190 |
|
5208210 |
|
5208220 |
|
5208230 |
|
5208290 |
|
5208310 |
|
5208320 |
|
5208330 |
|
5208390 |
|
5208410 |
|
5208420 |
|
5208430 |
|
5208490 |
|
5208510 |
|
5208520 |
|
5208530 |
|
5208590 |
|
5209110 |
|
5209120 |
|
5209190 |
|
5209210 |
|
5209220 |
|
5209290 |
|
5209310 |
|
5209320 |
|
5209390 |
|
5209410 |
|
5209420 |
|
5209430 |
|
5209490 |
|
5209510 |
|
5209520 |
|
5209590 |
|
5210110 |
|
5210120 |
|
5210190 |
|
5210210 |
|
5210220 |
|
5210290 |
|
5210310 |
|
5210320 |
|
5210390 |
|
5210410 |
|
5210420 |
|
5210490 |
|
5210510 |
|
5210520 |
|
5210590 |
|
5211110 |
|
5211120 |
|
5211190 |
|
5211210 |
|
5211220 |
|
5211290 |
|
5211310 |
|
5211320 |
|
5211390 |
|
5211410 |
|
5211420 |
|
5211430 |
|
5211490 |
|
5211510 |
|
5211520 |
|
5211590 |
|
5212110 |
|
5212120 |
|
5212130 |
|
5212140 |
|
5212150 |
|
5212210 |
|
5212220 |
|
5212230 |
|
5212240 |
|
5212250 |
|
5306201 |
|
5308901 |
|
5309110 |
|
5309190 |
|
5309210 |
|
5309290 |
|
5310109 |
|
5310909 |
|
5311001 |
|
5401101 |
|
5401201 |
|
5406100 |
|
5406200 |
|
5407109 |
|
5407200 |
|
5407300 |
|
5407410 |
|
5407420 |
|
5407430 |
|
5407440 |
|
5407510 |
|
5407520 |
|
5407530 |
|
5407540 |
|
5407600 |
|
5407710 |
|
5407720 |
|
5407730 |
|
5407740 |
|
5407810 |
|
5407820 |
|
5407830 |
|
5407840 |
|
5407910 |
|
5407920 |
|
5407930 |
|
5407940 |
|
5408100 |
|
5408210 |
|
5408220 |
|
5408230 |
|
5408240 |
|
5408310 |
|
5408320 |
|
5408330 |
|
5408340 |
|
5508101 |
|
5508201 |
|
5511100 |
|
5511200 |
|
5511300 |
|
5512110 |
|
5512190 |
|
5512210 |
|
5512290 |
|
5512910 |
|
5512990 |
|
5513110 |
|
5513120 |
|
5513130 |
|
5513190 |
|
5513210 |
|
5513220 |
|
5513230 |
|
5513290 |
|
5513310 |
|
5513320 |
|
5513330 |
|
5513390 |
|
5513410 |
|
5513420 |
|
5513430 |
|
5513490 |
|
5514110 |
|
5514120 |
|
5514130 |
|
5514190 |
|
5514210 |
|
5514220 |
|
5514230 |
|
5514290 |
|
5514310 |
|
5514320 |
|
5514330 |
|
5514390 |
|
5514410 |
|
5514420 |
|
5514430 |
|
5514490 |
|
5515110 |
|
5515120 |
|
5515130 |
|
5515190 |
|
5515210 |
|
5515220 |
|
5515290 |
|
5515910 |
|
5515920 |
|
5515990 |
|
5516120 |
|
5516130 |
|
5516140 |
|
5516210 |
|
5516220 |
|
5516230 |
|
5516240 |
|
5516310 |
|
5516320 |
|
5516330 |
|
5516340 |
|
5516410 |
|
5516420 |
|
5516430 |
|
5516440 |
|
5516910 |
|
5516920 |
|
5516930 |
|
5516940 |
|
5606000 |
|
5607100 |
|
5607210 |
|
5607290 |
|
5607300 |
|
5607410 |
|
5607490 |
|
5607500 |
|
5607900 |
|
5608110 |
|
5608190 |
|
5608900 |
|
5609000 |
|
5701100 |
|
5701900 |
|
5702100 |
|
5702200 |
|
5702310 |
|
5702320 |
|
5702390 |
|
5702410 |
|
5702420 |
|
5702490 |
|
5702510 |
|
5702520 |
|
5702590 |
|
5702910 |
|
5702920 |
|
5702990 |
|
5703100 |
|
5703200 |
|
5703300 |
|
5703900 |
|
5704100 |
|
5704900 |
|
5705000 |
|
5801100 |
|
5801210 |
|
5801220 |
|
5801230 |
|
5801240 |
|
5801250 |
|
5801260 |
|
5801310 |
|
5801320 |
|
5801330 |
|
5801340 |
|
5801350 |
|
5801360 |
|
5801900 |
|
5801901 |
|
5801910 |
|
5801920 |
|
5802110 |
|
5802190 |
|
5802200 |
|
5802300 |
|
5803100 |
|
5803900 |
|
5804100 |
|
5804210 |
|
5804290 |
|
5804300 |
|
5805000 |
|
5806102 |
|
5806109 |
|
5806200 |
|
5806310 |
|
5806320 |
|
5806390 |
|
5806402 |
|
5806409 |
|
5808100 |
|
5808900 |
|
5809000 |
|
5810100 |
|
5810910 |
|
5810920 |
|
5810990 |
|
5811000 |
|
5901100 |
|
5901909 |
|
5903109 |
|
5903209 |
|
5903909 |
|
5904100 |
|
5904910 |
|
5904920 |
|
5905000 |
|
5906100 |
|
5906910 |
|
5906990 |
|
5907001 |
|
5907009 |
|
5908000 |
|
5909000 |
|
6001100 |
|
6001210 |
|
6001220 |
|
6001290 |
|
6001910 |
|
6001920 |
|
6001990 |
|
6002100 |
|
6002200 |
|
6002300 |
|
6002410 |
|
6002420 |
|
6002430 |
|
6002490 |
|
6002910 |
|
6002920 |
|
6002930 |
|
6002990 |
|
6101100 |
|
6101200 |
|
6101300 |
|
6101900 |
|
6102100 |
|
6102200 |
|
6102300 |
|
6102900 |
|
6103110 |
|
6103120 |
|
6103190 |
|
6103210 |
|
6103220 |
|
6103230 |
|
6103290 |
|
6103310 |
|
6103320 |
|
6103330 |
|
6103390 |
|
6103410 |
|
6103420 |
|
6103430 |
|
6103490 |
|
6104110 |
|
6104120 |
|
6104130 |
|
6104190 |
|
6104210 |
|
6104220 |
|
6104230 |
|
6104290 |
|
6104310 |
|
6104320 |
|
6104330 |
|
6104390 |
|
6104410 |
|
6104420 |
|
6104430 |
|
6104440 |
|
6104490 |
|
6104510 |
|
6104520 |
|
6104530 |
|
6104590 |
|
6104610 |
|
6104620 |
|
6104630 |
|
6104690 |
|
6105100 |
|
6105200 |
|
6105900 |
|
6106100 |
|
6106200 |
|
6106900 |
|
6107110 |
|
6107120 |
|
6107190 |
|
6107210 |
|
6107220 |
|
6107290 |
|
6107910 |
|
6107920 |
|
6107990 |
|
6108110 |
|
6108190 |
|
6108210 |
|
6108220 |
|
6108290 |
|
6108310 |
|
6108320 |
|
6108390 |
|
6108910 |
|
6108920 |
|
6108990 |
|
6109100 |
|
6109900 |
|
6110100 |
|
6110200 |
|
6110300 |
|
6110900 |
|
6111100 |
|
6111200 |
|
6111300 |
|
6111900 |
|
6112110 |
|
6112120 |
|
6112190 |
|
6112200 |
|
6112310 |
|
6112390 |
|
6112410 |
|
6112490 |
|
6113001 |
|
6113009 |
|
6114100 |
|
6114200 |
|
6114300 |
|
6114900 |
|
6115110 |
|
6115120 |
|
6115190 |
|
6115200 |
|
6115919 |
|
6115929 |
|
6115939 |
|
6115999 |
|
6116100 |
|
6116910 |
|
6116920 |
|
6116930 |
|
6116990 |
|
6117100 |
|
6117200 |
|
6117800 |
|
6201110 |
|
6201120 |
|
6201130 |
|
6201190 |
|
6201910 |
|
6201920 |
|
6201930 |
|
6201990 |
|
6202110 |
|
6202120 |
|
6202130 |
|
6202190 |
|
6202910 |
|
6202920 |
|
6202930 |
|
6202990 |
|
6203110 |
|
6203120 |
|
6203190 |
|
6203210 |
|
6203220 |
|
6203230 |
|
6203290 |
|
6203310 |
|
6203320 |
|
6203330 |
|
6203390 |
|
6203410 |
|
6203420 |
|
6203430 |
|
6203490 |
|
6204110 |
|
6204120 |
|
6204130 |
|
6204190 |
|
6204210 |
|
6204220 |
|
6204230 |
|
6204290 |
|
6204310 |
|
6204320 |
|
6204330 |
|
6204390 |
|
6204410 |
|
6204420 |
|
6204430 |
|
6204440 |
|
6204490 |
|
6204510 |
|
6204520 |
|
6204530 |
|
6204590 |
|
6204610 |
|
6204620 |
|
6204630 |
|
6204690 |
|
6205100 |
|
6205200 |
|
6205300 |
|
6205900 |
|
6206100 |
|
6206200 |
|
6206300 |
|
6206400 |
|
6206900 |
|
6207110 |
|
6207190 |
|
6207210 |
|
6207220 |
|
6207290 |
|
6207910 |
|
6207920 |
|
6207990 |
|
6208110 |
|
6208190 |
|
6208210 |
|
6208220 |
|
6208290 |
|
6208910 |
|
6208920 |
|
6208990 |
|
6209100 |
|
6209200 |
|
6209300 |
|
6209900 |
|
6210100 |
|
6210200 |
|
6210300 |
|
6210400 |
|
6210500 |
|
6211110 |
|
6211120 |
|
6211200 |
|
6211310 |
|
6211320 |
|
6211330 |
|
6211390 |
|
6211410 |
|
6211420 |
|
6211430 |
|
6211490 |
|
6212100 |
|
6212200 |
|
6212300 |
|
6212900 |
|
6213100 |
|
6213200 |
|
6213900 |
|
6214100 |
|
6214200 |
|
6214300 |
|
6214400 |
|
6214900 |
|
6215100 |
|
6215200 |
|
6215900 |
|
6216000 |
|
6217100 |
|
6217900 |
|
6301100 |
|
6301200 |
|
6301300 |
|
6301400 |
|
6301900 |
|
6302100 |
|
6302210 |
|
6302220 |
|
6302290 |
|
6302310 |
|
6302320 |
|
6302390 |
|
6302400 |
|
6302510 |
|
6302520 |
|
6302530 |
|
6302590 |
|
6302600 |
|
6302910 |
|
6302920 |
|
6302930 |
|
6302990 |
|
6303110 |
|
6303120 |
|
6303190 |
|
6303910 |
|
6303920 |
|
6303990 |
|
6304110 |
|
6304190 |
|
6304910 |
|
6304920 |
|
6304930 |
|
6304990 |
|
6305100 |
|
6305200 |
|
6305310 |
|
6305390 |
|
6305900 |
|
6306110 |
|
6306120 |
|
6306190 |
|
6306210 |
|
6306220 |
|
6306290 |
|
6306310 |
|
6306390 |
|
6306410 |
|
6306490 |
|
6306910 |
|
6306990 |
|
6307100 |
|
6307909 |
|
6308000 |
|
6309001 |
|
6309002 |
|
6309009 |
|
6309100 |
|
6309200 |
|
6309900 |
|
6401100 |
|
6401910 |
|
6401920 |
|
6401990 |
|
6402110 |
|
6402190 |
|
6402200 |
|
6402300 |
|
6402910 |
|
6402990 |
|
6403110 |
|
6403190 |
|
6403200 |
|
6403300 |
|
6403400 |
|
6403510 |
|
6403590 |
|
6403910 |
|
6403990 |
|
6404110 |
|
6404190 |
|
6404200 |
|
6405100 |
|
6405200 |
|
6405900 |
|
6406109 |
|
6406200 |
|
6406910 |
|
6406991 |
|
6406999 |
|
6501000 |
|
6502000 |
|
6503000 |
|
6504000 |
|
6505100 |
|
6505900 |
|
6506100 |
|
6506910 |
|
6506920 |
|
6506990 |
|
6507000 |
|
6601100 |
|
6601910 |
|
6601990 |
|
6602001 |
|
6602009 |
|
6603100 |
|
6603200 |
|
6603900 |
|
6701000 |
|
6702100 |
|
6702900 |
|
6703000 |
|
6704110 |
|
6704190 |
|
6704200 |
|
6704900 |
|
6802109 |
|
6802211 |
|
6802219 |
|
6802221 |
|
6802229 |
|
6802231 |
|
6802239 |
|
6802291 |
|
6802299 |
|
6802911 |
|
6802919 |
|
6802921 |
|
6802931 |
|
6802939 |
|
6802991 |
|
6802999 |
|
6805100 |
|
6805200 |
|
6809110 |
|
6809190 |
|
6809902 |
|
6809909 |
|
6810110 |
|
6810190 |
|
6810200 |
|
6810910 |
|
6810991 |
|
6810992 |
|
6810999 |
|
6811300 |
|
6811900 |
|
6813100 |
|
6813900 |
|
6904100 |
|
6904900 |
|
6905100 |
|
6905900 |
|
6906000 |
|
6907100 |
|
6907900 |
|
6908101 |
|
6908109 |
|
6908901 |
|
6908909 |
|
6910100 |
|
6910900 |
|
6911100 |
|
6911900 |
|
6912000 |
|
6913100 |
|
6913900 |
|
6914100 |
|
6914900 |
|
7003110 |
|
7003199 |
|
7003300 |
|
7004100 |
|
7004909 |
|
7005109 |
|
7005210 |
|
7005299 |
|
7006002 |
|
7006009 |
|
7007110 |
|
7007190 |
|
7007210 |
|
7007290 |
|
7008001 |
|
7008009 |
|
7009100 |
|
7009910 |
|
7009920 |
|
7010901 |
|
7010905 |
|
7010909 |
|
7013100 |
|
7013210 |
|
7013290 |
|
7013310 |
|
7013320 |
|
7013390 |
|
7013910 |
|
7013990 |
|
7014009 |
|
7016100 |
|
7016901 |
|
7018100 |
|
7018200 |
|
7018900 |
|
7113110 |
|
7113190 |
|
7113200 |
|
7114110 |
|
7114190 |
|
7114200 |
|
7115909 |
|
7116109 |
|
7116209 |
|
7117110 |
|
7117190 |
|
7117900 |
|
7201100 |
|
7201200 |
|
7201301 |
|
7201309 |
|
7202991 |
|
7204500 |
|
7205100 |
|
7206100 |
|
7207110 |
|
7207120 |
|
7207190 |
|
7207200 |
|
7208120 |
|
7208130 |
|
7208140 |
|
7208210 |
|
7208220 |
|
7208230 |
|
7208240 |
|
7208310 |
|
7208320 |
|
7208330 |
|
7208340 |
|
7208350 |
|
7208410 |
|
7208420 |
|
7208430 |
|
7208440 |
|
7208450 |
|
7208902 |
|
7208909 |
|
7209110 |
|
7209120 |
|
7209130 |
|
7209210 |
|
7209220 |
|
7209230 |
|
7209310 |
|
7209320 |
|
7209330 |
|
7209410 |
|
7209420 |
|
7209430 |
|
7209901 |
|
7209902 |
|
7209909 |
|
7210200 |
|
7210310 |
|
7210390 |
|
7210410 |
|
7210490 |
|
7210500 |
|
7210600 |
|
7210700 |
|
7210903 |
|
7210909 |
|
7211110 |
|
7211120 |
|
7211191 |
|
7211199 |
|
7211210 |
|
7211220 |
|
7211291 |
|
7211299 |
|
7211300 |
|
7211410 |
|
7211491 |
|
7211499 |
|
7211901 |
|
7211909 |
|
7212210 |
|
7212290 |
|
7212300 |
|
7212400 |
|
7212500 |
|
7212600 |
|
7213100 |
|
7213200 |
|
7213310 |
|
7213390 |
|
7213410 |
|
7213490 |
|
7213500 |
|
7214101 |
|
7214109 |
|
7214200 |
|
7214300 |
|
7214400 |
|
7214500 |
|
7214600 |
|
7215100 |
|
7215200 |
|
7215300 |
|
7215400 |
|
7215900 |
|
7216210 |
|
7216220 |
|
7216310 |
|
7216320 |
|
7216330 |
|
7216400 |
|
7216500 |
|
7216600 |
|
7216901 |
|
7216909 |
|
7217110 |
|
7217120 |
|
7217130 |
|
7217190 |
|
7217210 |
|
7217220 |
|
7217230 |
|
7217290 |
|
7217310 |
|
7217320 |
|
7217330 |
|
7217390 |
|
7221000 |
|
7222100 |
|
7222200 |
|
7222300 |
|
7222400 |
|
7224100 |
|
7224900 |
|
7225200 |
|
7225300 |
|
7225400 |
|
7225500 |
|
7225900 |
|
7226200 |
|
7226910 |
|
7226990 |
|
7227100 |
|
7227200 |
|
7227900 |
|
7228100 |
|
7228200 |
|
7228300 |
|
7228400 |
|
7228500 |
|
7228600 |
|
7228700 |
|
7228800 |
|
7229100 |
|
7229200 |
|
7229900 |
|
7301100 |
|
7301200 |
|
7302100 |
|
7302200 |
|
7302901 |
|
7302909 |
|
7303000 |
|
7304311 |
|
7304391 |
|
7304411 |
|
7304511 |
|
7304591 |
|
7304901 |
|
7305111 |
|
7305119 |
|
7305121 |
|
7305129 |
|
7305191 |
|
7305199 |
|
7305201 |
|
7305209 |
|
7305319 |
|
7305391 |
|
7305399 |
|
7305901 |
|
7305909 |
|
7306101 |
|
7306109 |
|
7306201 |
|
7306209 |
|
7306301 |
|
7306309 |
|
7306401 |
|
7306409 |
|
7306501 |
|
7306509 |
|
7306601 |
|
7306609 |
|
7306901 |
|
7306909 |
|
7307111 |
|
7307119 |
|
7307191 |
|
7307199 |
|
7308100 |
|
7308200 |
|
7308300 |
|
7308400 |
|
7308900 |
|
7309000 |
|
7310100 |
|
7310211 |
|
7310212 |
|
7310219 |
|
7310291 |
|
7310299 |
|
7311001 |
|
7311009 |
|
7312101 |
|
7312109 |
|
7312901 |
|
7312909 |
|
7313000 |
|
7314110 |
|
7314190 |
|
7314200 |
|
7314300 |
|
7314410 |
|
7314420 |
|
7314490 |
|
7314500 |
|
7315110 |
|
7315120 |
|
7315190 |
|
7315200 |
|
7315810 |
|
7315820 |
|
7315890 |
|
7315900 |
|
7317001 |
|
7317009 |
|
7318110 |
|
7318120 |
|
7318130 |
|
7318140 |
|
7318150 |
|
7318160 |
|
7318190 |
|
7318210 |
|
7318220 |
|
7318230 |
|
7318240 |
|
7318290 |
|
7319100 |
|
7319200 |
|
7319300 |
|
7319900 |
|
7320100 |
|
7320200 |
|
7320900 |
|
7321110 |
|
7321120 |
|
7321130 |
|
7321810 |
|
7321820 |
|
7321830 |
|
7321900 |
|
7322110 |
|
7322190 |
|
7322900 |
|
7323100 |
|
7323910 |
|
7323920 |
|
7323930 |
|
7323940 |
|
7323990 |
|
7324100 |
|
7324211 |
|
7324219 |
|
7324290 |
|
7324900 |
|
7325100 |
|
7325910 |
|
7325990 |
|
7326110 |
|
7326190 |
|
7326200 |
|
7326901 |
|
7326902 |
|
7326903 |
|
7326909 |
|
7407211 |
|
7407219 |
|
7417000 |
|
7418100 |
|
7418200 |
|
7419100 |
|
7419910 |
|
7419920 |
|
7419991 |
|
7419999 |
|
7508002 |
|
7508003 |
|
7508009 |
|
7604101 |
|
7604210 |
|
7608100 |
|
7608200 |
|
7609000 |
|
7610100 |
|
7610900 |
|
7611000 |
|
7612100 |
|
7612901 |
|
7613000 |
|
7614100 |
|
7614900 |
|
7615100 |
|
7615200 |
|
7616100 |
|
7616901 |
|
7616909 |
|
8007000 |
|
8210000 |
|
8211100 |
|
8211910 |
|
8211920 |
|
8211930 |
|
8214200 |
|
8214909 |
|
8215100 |
|
8215200 |
|
8215910 |
|
8215990 |
|
8301401 |
|
8304000 |
|
8306210 |
|
8306290 |
|
8306300 |
|
8308901 |
|
8309100 |
|
8309909 |
|
8310000 |
|
8311101 |
|
8311201 |
|
8311301 |
|
8311901 |
|
8402121 |
|
8402191 |
|
8402201 |
|
8402901 |
|
8404109 |
|
8404201 |
|
8404909 |
|
8407210 |
|
8408101 |
|
8408201 |
|
8408901 |
|
8409911 |
|
8409991 |
|
8413701 |
|
8413811 |
|
8413813 |
|
8413912 |
|
8414510 |
|
8414591 |
|
8414592 |
|
8414600 |
|
8414801 |
|
8414900 |
|
8415100 |
|
8415810 |
|
8415820 |
|
8415830 |
|
8415909 |
|
8418101 |
|
8418109 |
|
8418211 |
|
8418219 |
|
8418221 |
|
8418229 |
|
8418291 |
|
8418299 |
|
8418300 |
|
8418400 |
|
8418509 |
|
8418691 |
|
8418910 |
|
8418991 |
|
8418991 |
|
8419110 |
|
8419191 |
|
8419199 |
|
8419900 |
|
8421121 |
|
8422110 |
|
8422901 |
|
8424811 |
|
8424891 |
|
8424901 |
|
8424909 |
|
8427900 |
|
8431311 |
|
8450110 |
|
8450120 |
|
8450190 |
|
8450200 |
|
8450900 |
|
8451210 |
|
8451902 |
|
8452400 |
|
8479891 |
|
8479891 |
|
8480301 |
|
8480302 |
|
8480309 |
|
8481801 |
|
8483200 |
|
8483300 |
|
8502110 |
|
8502120 |
|
8502131 |
|
8504101 |
|
8504211 |
|
8504221 |
|
8504222 |
|
8504223 |
|
8504231 |
|
8504232 |
|
8504233 |
|
8504310 |
|
8504321 |
|
8504322 |
|
8504323 |
|
8504331 |
|
8504332 |
|
8504333 |
|
8504341 |
|
8504342 |
|
8504343 |
|
8504401 |
|
8506111 |
|
8506130 |
|
8506131 |
|
8506191 |
|
8506901 |
|
8507109 |
|
8507209 |
|
8507400 |
|
8507809 |
|
8509100 |
|
8509200 |
|
8509300 |
|
8509400 |
|
8509800 |
|
8509900 |
|
8510100 |
|
8510200 |
|
8510909 |
|
8516100 |
|
8516210 |
|
8516299 |
|
8516310 |
|
8516320 |
|
8516330 |
|
8516500 |
|
8516600 |
|
8516710 |
|
8516720 |
|
8516790 |
|
8516800 |
|
8516903 |
|
8516909 |
|
8518100 |
|
8518210 |
|
8518220 |
|
8518290 |
|
8518300 |
|
8518400 |
|
8518500 |
|
8518900 |
|
8519100 |
|
8519210 |
|
8519290 |
|
8519310 |
|
8519390 |
|
8519400 |
|
8519910 |
|
8519999 |
|
8520100 |
|
8520200 |
|
8520310 |
|
8520390 |
|
8520909 |
|
8521100 |
|
8521900 |
|
8522100 |
|
8522902 |
|
8522909 |
|
8523119 |
|
8523129 |
|
8523139 |
|
8523209 |
|
8523900 |
|
8524100 |
|
8524219 |
|
8524229 |
|
8524239 |
|
8524909 |
|
8525109 |
|
8525300 |
|
8526929 |
|
8527110 |
|
8527190 |
|
8527210 |
|
8527290 |
|
8527310 |
|
8527320 |
|
8527390 |
|
8527900 |
|
8528101 |
|
8528109 |
|
8528201 |
|
8528209 |
|
8529108 |
|
8529109 |
|
8529909 |
|
8536202 |
|
8536503 |
|
8536611 |
|
8536690 |
|
8537201 |
|
8537202 |
|
8538100 |
|
8538900 |
|
8539221 |
|
8539311 |
|
8544209 |
|
8544411 |
|
8544412 |
|
8544491 |
|
8544492 |
|
8544511 |
|
8544512 |
|
8544591 |
|
8544592 |
|
8544601 |
|
8544602 |
|
8701200 |
|
8701901 |
|
8702100 |
|
8702900 |
|
8703102 |
|
8703210 |
|
8703221 |
|
8703311 |
|
8703312 |
|
8704109 |
|
8704211 |
|
8704219 |
|
8704229 |
|
8704239 |
|
8704311 |
|
8704319 |
|
8704901 |
|
8704909 |
|
8706000 |
|
8707100 |
|
8707900 |
|
8711101 |
|
8711201 |
|
8711301 |
|
8711401 |
|
8711501 |
|
8711901 |
|
8712001 |
|
8714991 |
|
8716200 |
|
8716310 |
|
8716390 |
|
8716400 |
|
8716800 |
|
8903101 |
|
8903911 |
|
8903921 |
|
8903991 |
|
9002901 |
|
9003110 |
|
9003190 |
|
9003900 |
|
9004100 |
|
9004900 |
|
9005100 |
|
9005809 |
|
9005909 |
|
9006301 |
|
9006401 |
|
9006511 |
|
9006521 |
|
9006531 |
|
9006591 |
|
9018311 |
|
9101111 |
|
9101121 |
|
9101191 |
|
9101211 |
|
9101291 |
|
9101911 |
|
9101991 |
|
9111100 |
|
9111101 |
|
9111901 |
|
9113100 |
|
9113200 |
|
9113901 |
|
9113902 |
|
9113909 |
|
9208100 |
|
9208901 |
|
9305902 |
|
9305903 |
|
9306100 |
|
9306219 |
|
9306299 |
|
9306309 |
|
9306909 |
|
9401100 |
|
9401200 |
|
9401300 |
|
9401400 |
|
9401500 |
|
9401610 |
|
9401690 |
|
9401710 |
|
9401790 |
|
9401800 |
|
9401909 |
|
9403100 |
|
9403200 |
|
9403300 |
|
9403400 |
|
9403500 |
|
9403600 |
|
9403700 |
|
9403800 |
|
9403900 |
|
9404100 |
|
9404210 |
|
9404290 |
|
9404900 |
|
9405109 |
|
9405200 |
|
9405300 |
|
9405400 |
|
9405509 |
|
9405600 |
|
9405910 |
|
9405920 |
|
9405990 |
|
9406001 |
|
9406002 |
|
9406009 |
|
9502101 |
|
9504300 |
|
9504400 |
|
9504901 |
|
9505100 |
|
9505900 |
|
9601100 |
|
9601900 |
|
9602001 |
|
9602009 |
|
9603101 |
|
9603102 |
|
9603299 |
|
9603309 |
|
9603901 |
|
9603903 |
|
9603909 |
|
9605000 |
|
9606210 |
|
9606220 |
|
9606290 |
|
9606300 |
|
9607110 |
|
9607190 |
|
9608101 |
|
9608102 |
|
9608391 |
|
9608401 |
|
9608501 |
|
9608509 |
|
9608911 |
|
9608991 |
|
9609101 |
|
9612100 |
|
9612200 |
|
9613100 |
|
9613200 |
|
9613300 |
|
9613809 |
|
9613909 |
|
9614100 |
|
9614200 |
|
9614900 |
|
9615110 |
|
9615190 |
|
9615900 |
|
9616100 |
|
9616200 |
|
9701100 |
|
9701900 |
|
9702000 |
|
9703000 |
|
9704000 |
BIJLAGE V
Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap, bedoeld in artikel 9, lid 4
|
8703 10 30 |
|
8703 10 90 |
|
8703 22 90 |
|
8703 23 10 |
|
8703 23 20 |
|
8703 23 90 |
|
8703 24 00 |
|
8703 31 90 |
|
8703 32 20 |
|
8703 32 90 |
|
8703 33 00 |
|
8703 90 00 |
|
8716 10 00 |
BIJLAGE VI
Intellectuele eigendom, bedoeld in artikel 37
1. |
Voor het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst treedt Egypte toe tot de volgende multilaterale verdragen inzake intellectuele-eigendomsrechten:
|
2. |
De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten:
|
3. |
De Associatieraad kan besluiten dat punt 1 op andere multilaterale verdragen op dit gebied van toepassing is. |
PROTOCOL Nr. 1
Regeling van toepassing bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte
1. |
De in de bijlage genoemde producten van oorsprong uit Egypte mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld. |
2. |
|
3. |
Voor bepaalde producten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten vermeld in kolom B. Voor ingevoerde hoeveelheden die het contingent overschrijden, wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief, afhankelijk van het product, volledig toegepast of verlaagd als aangegeven in kolom C. Voor het eerste toepassingsjaar wordt de omvang van de tariefcontingenten berekend in verhouding tot het basisvolume, rekening houdend met het gedeelte van de periode dat op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst reeds is verstreken. |
4. |
Voor producten waarbij in kolom D naar dit punt 4 wordt verwezen, wordt de omvang van de tariefcontingenten vermeld in kolom B jaarlijks verhoogd met 3 % van de omvang van het voorgaande jaar. De eerste verhoging vindt plaats één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst. |
5. |
De door de Europese Gemeenschap en Egypte overeengekomen invoerprijs, vanaf welke het specifieke recht als vermeld in de lijst van concessies die door de Gemeenschap bij de WTO is aangemeld tot nul wordt verlaagd, bedraagt van 1 december tot en met 31 mei voor verse sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), ingedeeld onder de GN-codes ex 0805 10 10, ex 0805 10 30 en ex 0805 10 50, binnen het tariefcontingent van 34 000 ton dat op de concessie betreffende douanerechten ad valorem van toepassing is:
Indien de invoerprijs voor een zending 2 %, 4 %, 6 % of 8 % lager is dan de overeengekomen invoerprijs, bedraagt het specifieke douanerecht respectievelijk 2 %, 4 %, 6 % of 8 % van deze overeengekomen invoerprijs. Indien de invoerprijs voor een zending lager is dan 92 % van de overeengekomen invoerprijs, is het bij de WTO geconsolideerde specifieke douanerecht van toepassing. |
BIJLAGE BIJ PROTOCOL Nr. 1
|
|
A |
B |
C |
D |
||||||
GN-code |
Omschrijving van de goederen |
Verlaging meestbegunstigingsrecht (1) |
Tariefcontingent |
Verlaging douanerecht boven tariefcontingent (1) |
Specifieke bepalingen |
||||||
|
|
(%) |
(t) |
(%) |
|
||||||
0601 |
Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212 |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
0602 |
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed |
100 |
2 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0603 10 |
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, van 1 oktober tot en met 15 april |
100 |
3 000 waarvan 1 000 t GN-codes 0603 10 29 en 0603 10 69 |
— |
Overeenkomstig bij briefwisseling overeengekomen voorwaarden |
||||||
0604 99 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0701 90 51 |
Nieuwe aardappelen (primeurs), vers of gekoeld, van 1 januari tot en met 31 maart |
100 |
jaar 1: 130 000 jaar 2: 190 000 jaar 3 en volgende: 250 000 |
60 |
|
||||||
ex 0702 00 |
Tomaten, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 31 maart |
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 0703 10 |
Uien en sjalotten, vers of gekoeld, van 1 februari tot en met 15 juni |
100 |
15 000 |
60 |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0703 20 00 |
Knoflook, vers of gekoeld, van 1 februari tot en met 15 juni |
100 |
3 000 |
50 |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0704 |
Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 15 april |
100 |
1 500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0705 11 |
Kropsla, van 1 november tot en met 31 maart |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0706 10 00 |
Wortelen en rapen, vers of gekoeld, van 1 januari tot en met 30 april |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0707 00 |
Komkommers en augurken, vers of gekoeld, van 1 januari tot en met eind februari |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0708 |
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 30 april |
100 |
jaar 1: 15 000 jaar 2: 17 500 jaar 3 en volgende: 20 000 |
— |
|
||||||
0709 |
Andere groenten, vers of gekoeld:
|
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 0710 ex 0711 |
Bevroren en voorlopig verduurzaamde groenten, andere dan suikermaïs van post 0710 40 00 en 0711 90 30 en paddestoelen van het geslacht Agaricus van posten 0710 80 61 en 0711 90 40 |
100 |
jaar 1: 1 000 jaar 2: 2 000 jaar 3 en volgende: 3 000 |
— |
|
||||||
0712 |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid |
100 |
16 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0713 |
Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) andere dan zaaigoed van de posten 0713 10 10, 0713 33 10 en 0713 90 10 |
100 |
— |
— |
|
||||||
0714 20 |
Bataten (zoete aardappelen), vers, gekoeld, bevroren of gedroogd |
100 |
3 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
0804 10 00 |
Dadels, vers of gedroogd |
100 |
— |
— |
|
||||||
0804 50 00 |
Guaves, mango's en manggistans, vers of gedroogd |
100 |
— |
— |
|
||||||
0805 10 |
Sinaasappelen, vers of gedroogd |
100 |
jaar 1: 50 000 (2) jaar 2: 55 000 (2) jaar 3 en volgende: 60 000 (2) |
60 |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 5 |
||||||
0805 20 |
Mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers of gedroogd |
100 |
— |
|
|
||||||
0805 30 |
Citroenen en lemmetjes, vers of gedroogd |
100 |
— |
— |
|
||||||
0805 40 |
Pompelmoezen en pomelo's, vers of gedroogd |
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 0806 10 |
Druiven, vers, van 1 februari tot en met 14 juli |
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 0807 11 00 |
Watermeloenen, vers, van 1 februari tot en met 15 juni |
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 0807 19 00 |
Ander meloenen, vers, van 15 oktober tot en met 31 mei |
100 |
1 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
0808 20 |
Peren en kweeperen, vers |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0809 30 |
Perziken (nectarines daaronder begrepen), vers, van 15 maart tot en met 31 mei |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0809 40 |
Pruimen en sleepruimen, vers, van 15 april tot en met 31 mei |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
ex 0810 10 |
Aardbeiden, vers, van 1 oktober tot en met 31 maart |
100 |
jaar 1: 500 jaar 2: 1 000 jaar 3 en volgende: 1 500 |
— |
|
||||||
0810 90 85 |
Ander fruit, vers |
100 |
— |
— |
|
||||||
0811 0812 |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, of voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
100 |
jaar 1: 1 000 jaar 2: 2 000 jaar 3 en volgende: 3 000 |
— |
|
||||||
0904 |
Peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen |
100 |
— |
— |
|
||||||
0909 |
Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; jeneverbessen |
100 |
— |
— |
|
||||||
0910 |
Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen |
100 |
— |
— |
|
||||||
1006 |
Rijst |
25 |
32 000 |
— |
|
||||||
1202 |
Grondnoten |
100 |
— |
— |
|
||||||
ex 1209 |
Zaaigoed, sporen daaronder begrepen, ander dan bietenzaad van posten 1209 11 00 en 1209 19 00 |
100 |
— |
— |
|
||||||
1211 |
Planten, plantendelen, zaden en vruchten, van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insecten- of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden |
100 |
— |
— |
|
||||||
1212 |
Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen |
100 |
— |
— |
|
||||||
1515 50 11 |
Sesamolie, ruw, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie (3) |
100 |
1 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
1515 90 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
100 |
500 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
1703 |
Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker |
100 |
350 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
2001 90 10 |
Mangochutney |
100 |
— |
— |
|
||||||
2007 |
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
100 |
1 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
2008 11 |
Grondnoten |
100 |
3 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
2009 |
Ongegiste vruchten- of groentesappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
100 |
1 000 |
— |
Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4 |
||||||
2302 |
Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van granen of van peulvruchten |
60 |
— |
— |
|
||||||
5301 |
Vlas |
100 |
— |
— |
|
(1) De rechtenverlaging geldt uitsluitend voor rechten ad valorem.
(2) Tariefcontingent van toepassing van 1 juli tot en met 30 juni. Hiervan is 34 000 ton bestemd voor verse sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), ingedeeld onder de GN-codes ex 0805 10 10, ex 0805 10 30 en ex 0805 10 50, gedurende de periode van 1 december tot en met 31 mei.
(3) Indeling onder deze post is afhankelijk van de voorwaarden van de desbetreffende communautaire voorschriften.
PROTOCOL Nr. 2
Regeling van toepassing bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap
1. |
De in de bijlage genoemde producten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen in Egypte worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld. |
2. |
De douanerechten bij invoer worden afgeschaft of verlaagd tot de waarde aangegeven in kolom A. |
3. |
Voor bepaalde producten worden de rechten afgeschaft of verlaagd binnen de grenzen van de tariefcontingenten vermeld in kolom B. |
BIJLAGE BIJ PROTOCOL Nr. 2
|
|
A |
B |
||
Egyptische code |
Omschrijving van de goederen |
Rechtenverlaging |
Tariefcontingent (ton) |
||
Levende runderen |
|||||
0102 10 |
|
100 % |
onbeperkt |
||
0102 90 |
|
50 % |
10 000 |
||
0202 30 |
Vlees van runderen, bevroren, zonder been |
50 % |
25 000 |
||
Melk |
|||||
|
|
|
|
||
0402 10 10 |
|
|
|
||
0402 10 91 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
100 % |
onbeperkt |
||
0402 21 10 |
|
|
|
||
0402 21 91 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
0402 29 10 |
|
|
|
||
0402 29 91 |
|
|
|
||
Room |
|||||
0402 21 20 |
|
25 % |
500 |
||
0402 29 20 |
|
|
|
||
0405 00 90 |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, in verpakkingen met een inhoud van 20 kg of meer |
25 % |
5 000 |
||
Kaas en wrongel |
|||||
0406 10 90 |
|
|
|
||
0406 20 90 |
|
|
|
||
0406 30 90 |
|
50 % |
2 000 |
||
0406 40 90 |
|
|
|
||
0406 90 90 |
|
|
|
||
0601 |
Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212 |
100 % |
onbeperkt |
||
0602 |
Levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten: champignonbroed |
100 % |
onbeperkt |
||
0701 10 00 |
Pootaardappelen |
100 % |
onbeperkt |
||
ex 0713 |
Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten), andere dan peulgroenten van de posten 0713 20 00 (kekers) en 0713 90 00 (andere) |
100 % |
3 000 |
||
0802 |
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld |
50 % |
300 |
||
0808 10 00 |
Appelen, vers, van 1 januari tot en met 29 februari |
25 % |
500 |
||
0809 20 00 |
Kersen, vers |
25 % |
500 |
||
0812 10 00 |
Kersen, voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
30 % |
500 |
||
1201 |
Sojabonen, ook indien gebroken |
100 % |
onbeperkt |
||
1204 |
Lijnzaad, ook indien gebroken |
100 % |
onbeperkt |
||
1206 |
Zonnebloempitten, ook indien gebroken |
100 % |
onbeperkt |
||
1207 10 |
Palmnoten en palmpitten, ook indien gebroken |
100 % |
onbeperkt |
||
1207 30 |
Ricinuszaad, ook indien gebroken |
50 % |
onbeperkt |
||
1207 40 |
Sesamzaad, ook indien gebroken |
100 % |
onbeperkt |
||
1207 50 |
Mosterdzaad, ook indien gebroken |
50 % |
onbeperkt |
||
1207 92 |
Kariténoten, ook indien gebroken |
50 % |
onbeperkt |
||
1207 99 |
Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken |
50 % |
onbeperkt |
||
1209 |
Zaaigoed, sporen daaronder begrepen |
100 % |
onbeperkt |
||
Sojaolie en fracties daarvan: |
|||||
1507 10 90 |
|
100 % |
15 000 |
||
1507 90 91 |
|
|
|
||
Zonnebloemzaadolie |
|||||
1512 11 91 |
|
100 % |
15 000 |
||
1512 19 91 |
|
|
|
||
2002 90 90 |
Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan tomaten, geheel of in stukken, in verpakkingen met een netto-inhoud van meer dan 5 kg |
50 % |
500 |
||
2003 |
Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
50 % |
100 |
||
2301 20 00 |
Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
100 % |
10 000 |
||
2309 |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren |
30 % |
20 000 |
PROTOCOL Nr. 3
betreffende de handel tussen Egypte en de Gemeenschap in verwerkte landbouwproducten
Artikel 1
1. Douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer welke in Egypte van toepassing zijn op verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage I bij dit protocol, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:
— |
voor de producten in tabel 1 worden de rechten twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft; |
— |
voor de producten in tabel 2 worden de rechten als volgt verlaagd:
|
— |
voor de producten in tabel 3 worden de rechten als volgt verlaagd:
|
2. Voor de invoer van in bijlage II bij dit protocol genoemde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Egypte gelden de daarin vermelde rechten, ongeacht of beperkingen in het kader van een contingent van toepassing zijn.
3. De in de bijlagen I en II bij dit protocol vermelde verlagingen van de douanerechten zijn van toepassing op de in artikel 18 bedoelde basisrechten.
4. De Associatieraad kan:
— |
de lijst van de onder dit protocol vallende verwerkte landbouwproducten uitbreiden; |
— |
de in de bijlagen I en II bij dit protocol vermelde rechten wijzigen; |
— |
de tariefcontingenten verruimen of afschaffen. |
Artikel 2
1. De overeenkomstig artikel 1 toegepaste rechten kunnen bij besluit van het Associatiecomité worden verlaagd:
— |
wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte de op de basisproducten toegepaste rechten worden verlaagd, of |
— |
naar aanleiding van verlagingen die het gevolg zijn van wederzijdse concessies voor verwerkte landbouwproducten. |
2. Wat de door de Gemeenschap toegepaste rechten betreft worden de onder het eerste streepje bedoelde verlagingen berekend op basis van het als landbouwelement aangemerkt deel van het recht, dat betrekking heeft op de landbouwproducten die daadwerkelijk bij de vervaardiging van de bedoelde verwerkte landbouwproducten zijn gebruikt, en in mindering gebracht op de rechten voor die basislandbouwproducten.
Artikel 3
De Gemeenschap en Egypte stellen elkaar in kennis van de administratieve regelingen die zijn vastgesteld voor de onder dit protocol vallende producten.
Deze regelingen dienen een gelijke behandeling van alle betrokken partijen te waarborgen en dienen zo eenvoudig en soepel mogelijk te zijn.
BIJLAGE I BIJ PROTOCOL Nr. 3
Tabel 1
Egyptische code |
Omschrijving van de goederen |
Recht % |
||
0405 |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's: |
|
||
0405 00 90 |
andere (in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg) |
0 % |
||
0505 |
Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren: |
|
||
0505 10 |
Veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons: |
|
||
0505 10 00 |
ruw |
0 % |
||
0505 90 00 |
andere |
0 % |
||
0506 |
Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen |
0 % |
||
0509 90 00 |
Echte sponzen |
0 % |
||
0510 00 |
Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd |
0 % |
||
0903 00 |
Maté |
0 % |
||
1302 |
Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd |
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
1302 19 90 |
|
0 % |
||
1302 20 00 |
|
0 % |
||
|
|
0 % |
||
1302 31 00 |
|
0 % |
||
1302 32 00 |
|
0 % |
||
1401 |
Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotan, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen): |
|
||
1401 10 00 |
|
0 % |
||
1401 20 00 |
|
0 % |
||
1401 90 00 |
|
0 % |
||
1505 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen: |
|
||
1505 10 |
|
|
||
1505 10 90 |
voor de groothandel |
0 % |
||
1505 90 |
|
|
||
1505 90 90 |
|
0 % |
||
1506 00 90 |
Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor de groothandel |
0 % |
||
1515 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
|
||
1515 60 |
Jojobaolie en fracties daarvan: |
|
||
1515 60 90 |
Jojobaolie en fracties daarvan, voor de groothandel |
0 % |
||
1518 00 10 |
Linoxyne |
0 % |
||
1518 00 90 |
Andere |
0 % |
||
1521 |
Plantaardige was, bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd: |
|
||
1521 10 |
Plantaardige was |
0 % |
||
1521 90 |
Andere |
0 % |
||
1522 00 00 |
Dégras |
0 % |
||
1702 |
|
|
||
1702 50 00 |
|
0 % |
||
1702 90 10 |
|
0 % |
||
1803 |
Cacaopasta, ook indien ontvet: |
|
||
1803 10 00 |
|
0 % |
||
1803 20 00 |
|
0 % |
||
1901 |
Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
1901 10 |
|
0 % |
||
1901 90 11/19/21/ 30/90/91 |
|
0 % |
||
2101 |
Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: |
|
||
2101 20 00 |
|
0 % |
||
2101 30 00 |
|
0 % |
||
2905 43 00 |
Mannitol |
0 % |
||
2905 44 00 |
D-glucitol (sorbitol) |
0 % |
||
2905 45 00 |
Glycerol |
0 % |
||
3809 10 00 |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen |
0 % |
||
3823 (1) |
Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen: |
|
||
|
|
|
||
3823 11 00 |
stearinezuur |
0 % |
||
3823 12 00 |
oliezuur |
0 % |
||
3823 13 00 |
tallvetzuren |
0 % |
||
3823 19 |
andere: |
|
||
3823 19 10 |
gedistilleerde vetzuren |
0 % |
||
3823 19 30 |
vetzuurdistillaat |
0 % |
||
3823 19 90 |
andere |
0 % |
||
3823 70 00 |
industriële vetalcoholen |
0 % |
||
3824 (1) |
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
3824 60 |
|
|
||
|
|
0 % |
||
3824 60 11 |
|
0 % |
||
3824 60 19 |
|
|
||
|
|
0 % |
||
3824 60 91 |
|
0 % |
||
3824 60 99 |
|
0 % |
Tabel 2
Egyptische code |
Omschrijving van de goederen |
Verlaging op de basisrechten % |
||
0403 |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: |
|
||
0403 10 00 |
|
-15 % |
||
0403 90 |
|
|
||
|
|
|
||
0403 90 91 |
|
-15 % |
||
0403 90 99 |
|
-15% |
||
0405 |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's: |
|
||
0405 00 10 |
Verpakkingen met een inhoud van minder dan 20 kg |
-15 % |
||
1302 |
Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: |
|
||
1302 12 00 |
|
-15 % |
||
1302 13 00 |
|
-15 % |
||
1302 14 00 |
|
-15 % |
||
1302 19 |
|
|
||
1302 19 20 |
|
-15 % |
||
1404 |
Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
1404 10 00 |
Ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof |
-15 % |
||
1404 20 |
|
|
||
1404 20 10 |
|
-15 % |
||
1404 20 90 |
|
-15 % |
||
1404 90 00 |
Andere |
-15 % |
||
1505 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen: |
|
||
1505 10 |
|
|
||
1505 10 10 |
|
-15 % |
||
1505 90 |
|
|
||
1505 90 10 |
|
-15 % |
||
1516 20 10 |
Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan: gehydrogeneerde ricinusolie, zogeheten „opal wax” |
-15 % |
||
1517 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: |
|
||
1517 10 |
|
|
||
1517 10 10 |
|
-15 % |
||
1517 90 |
|
|
||
1517 90 11 |
|
-15 % |
||
1517 90 91 |
|
-15 % |
||
1520 00 |
Glycerol: |
|
||
1520 10 00 |
|
-15 % |
||
1520 90 |
|
|
||
1520 90 10 |
|
-15 % |
||
1520 90 90 |
|
-15 % |
||
1804 00 00 |
Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie |
-15 % |
||
1805 00 00 |
Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
-15 % |
||
2001 |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: |
|
||
2001 90 |
|
|
||
|
|
-15 % |
||
|
|
-15 % |
||
2004 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren: |
|
||
2004 10 00 |
|
-15 % |
||
2004 90 00 |
|
|
||
|
|
-15 % |
||
2005 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
|
||
2005 20 00 |
|
|
||
|
|
-15 % |
||
2101 |
Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: |
|
||
2101 10 00 |
|
-15 % |
||
2103 |
Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: |
|
||
2103 10 00 |
|
-15 % |
||
2103 20 00 |
|
-15 % |
||
2103 30 00 |
|
-15 % |
||
2103 90 00 |
|
-15 % |
||
2104 |
Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie: |
|
||
2104 10 00 |
Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon |
-15 % |
||
2104 20 |
Samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie: |
|
||
2104 20 10 |
|
-15 % |
||
2104 20 90 |
|
-15 % |
||
2105 00 00 |
Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend |
-15 % |
||
2106 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
2106 10 00 |
|
-15 % |
||
2106 90 |
|
|
||
2106 90 10 |
|
-15 % |
||
2106 90 30 |
|
-15 % |
||
2106 90 90 |
|
-15 % |
||
3505 10 |
Dextrine en ander gewijzigd zetmeel |
-15 % |
||
3505 20 |
Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel |
-15 % |
Tabel 3
Egyptische code |
Omschrijving van de goederen |
Verlaging op de basisrechten % |
||
0507 |
Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen |
-25 % |
||
0508 00 |
Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen |
-25 % |
||
0710 |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren: |
|
||
0710 40 00 |
|
-25 % |
||
0711 |
Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie: |
|
||
0711 90 00 |
|
|
||
|
|
-25 % |
||
1506 |
Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
|
||
1506 00 10 |
|
-25 % |
||
1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) |
-25 % |
||
1806 |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten |
-25 % |
||
1901 |
Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
1901 20 00 |
|
-25 % |
||
|
|
-25 % |
||
1901 90 29 |
|
-25 % |
||
1901 90 99 |
|
-25 % |
||
1902 |
Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid: |
-25 % |
||
|
|
-25 % |
||
1903 00 00 |
Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke |
-25 % |
||
1904 |
Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid (2) |
-25 % |
||
1905 |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel |
-25 % |
||
2001 |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur: |
|
||
2001 90 90 |
|
|
||
|
|
-25 % |
||
2004 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren: |
|
||
2004 90 00 |
|
|
||
2004 90 10 |
|
-25 % |
||
2005 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren: |
|
||
2005 80 00 |
|
-25 % |
||
2008 |
Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
2008 11 00 |
Grondnoten:
|
-25 % |
||
|
|
|
||
2008 91 00 |
|
-25 % |
||
2008 92 00 |
|
-25 % |
||
2008 99 00 |
|
-25 % |
||
2102 |
Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder |
-25 % |
||
2201 |
Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw |
-25 % |
||
2202 |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009 |
-25 % |
||
2207 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte |
-25 % |
||
3302 |
Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken: |
|
||
3302 10 |
Van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie |
-25 % |
(1) De groepen 3823 en 3824 (en alle in deze groepen ingedeelde producten) worden ingedeeld volgens de GN-code.
(2) Deze omschrijving is op 1.1.1996 gewijzigd: zie post 1904 in bijlage II, tabel 3.
BIJLAGE II BIJ PROTOCOL Nr. 3
Tabel 1
GN-code |
Omschrijving van de goederen |
Recht % |
||
0505 |
Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren: |
|
||
0505 10 |
|
|
||
0505 10 90 |
|
0 % |
||
0505 90 00 |
|
0 % |
||
0509 00 |
Echte sponzen: |
|
||
0509 00 90 |
|
0 % |
||
0903 00 00 |
Maté |
0 % |
||
1212 |
Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit Cichorium intybus sativum daaronder begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
1212 20 00 |
zeewier en andere algen |
0 % |
||
1302 |
Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: |
|
||
|
|
|
||
1302 12 00 |
|
0 % |
||
1302 13 00 |
|
0 % |
||
1302 14 00 |
|
0 % |
||
1302 19 |
|
|
||
1302 19 30 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
1302 19 91 |
|
0 % |
||
1302 20 |
|
|
||
1302 20 10 |
|
0 % |
||
1302 20 90 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
1302 31 00 |
|
0 % |
||
1302 32 |
|
|
||
1302 32 10 |
|
0 % |
||
1505 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen: |
|
||
1505 10 00 |
|
0 % |
||
1505 90 00 |
|
0 % |
||
1506 00 00 |
Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
0 % |
||
1515 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
|
||
1515 60 |
|
|
||
1515 60 90 |
|
0 % |
||
1516 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid: |
|
||
1516 20 |
|
|
||
1516 20 10 |
|
0 % |
||
1517 90 93 |
|
0 % |
||
1518 00 |
Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
1518 00 10 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
|
|
|
||
1518 00 91 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
1518 00 95 |
|
0 % |
||
1518 00 99 |
|
0 % |
||
1520 00 00 |
|
0 % |
||
1521 |
Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd: |
|
||
1521 10 |
|
|
||
1521 10 90 |
|
0 % |
||
1521 90 |
|
|
||
1521 90 10 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
1521 90 99 |
|
0 % |
||
1522 00 |
Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was: |
|
||
1522 00 10 |
|
0 % |
||
1702 90 |
|
|
||
1702 90 10 |
|
0 % |
||
1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen): |
|
||
1704 90 |
|
|
||
1704 90 10 |
|
0 % |
||
1803 |
Cacaopasta, ook indien ontvet: |
|
||
1803 10 00 |
|
0 % |
||
1803 20 00 |
|
0 % |
||
1804 00 00 |
Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie |
0 % |
||
1805 00 00 |
Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0 % |
||
1806 |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten: |
|
||
1806 10 |
|
|
||
1806 10 15 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
1901 90 91 |
|
0 % |
||
2001 90 60 |
|
0 % |
||
2008 11 10 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
2008 91 00 |
|
0 % |
||
2101 |
Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan: |
|
||
|
|
|
||
2101 11 |
|
|
||
2101 11 11 |
|
0 % |
||
2101 11 19 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
|
|
|
||
2101 12 92 |
|
0 % |
||
2101 20 |
|
|
||
2101 20 20 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
2101 20 92 |
|
0 % |
||
2101 30 |
|
|
||
|
|
|
||
2101 30 11 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
2101 30 91 |
|
0 % |
||
2102 |
Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder: |
|
||
2102 10 |
|
|
||
2102 10 10 |
|
0 % |
||
2102 10 31 |
|
0 % |
||
2102 10 39 |
|
0 % |
||
2102 10 90 |
|
0 % |
||
2102 20 |
|
|
||
|
|
|
||
2102 20 11 |
|
0 % |
||
2102 20 19 |
|
0 % |
||
2102 20 90 |
|
0 % |
||
2102 30 00 |
|
0 % |
||
2103 |
Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: |
|
||
2103 10 00 |
|
0 % |
||
2103 20 00 |
|
0 % |
||
2103 30 |
|
|
||
2103 30 10 |
|
0 % |
||
2103 30 90 |
|
0 % |
||
2103 90 |
|
|
||
2103 90 10 |
|
0 % |
||
2103 90 30 |
|
0 % |
||
2103 90 90 |
|
0 % |
||
2104 |
Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie: |
|
||
2104 10 |
|
0 % |
||
2104 20 00 |
|
0 % |
||
2106 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
||
2106 10 |
|
|
||
2106 10 20 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
2106 90 |
|
|
||
2106 90 92 |
|
0 % |
||
2201 |
Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw: |
|
||
2201 10 |
|
0 % |
||
2201 90 00 |
|
0 % |
||
2202 |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009: |
|
||
2202 10 00 |
|
0 % |
||
2202 90 |
|
|
||
2202 90 10 |
|
0 % |
||
2203 00 |
Bier van mout: |
|
||
|
|
|
||
2203 00 01 |
|
0 % |
||
2203 00 09 |
|
0 % |
||
2203 00 10 |
|
0 % |
||
2205 |
Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen: |
|
||
2205 10 |
|
|
||
2205 10 10 |
|
0 % |
||
2205 10 90 |
|
0 % |
||
2205 90 |
|
|
||
2205 90 10 |
|
0 % |
||
2205 90 90 |
|
0 % |
||
2207 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte |
0 % |
||
2208 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten |
0 % |
||
2402 10 00 |
|
0 % |
||
2402 20 |
|
|
||
2402 20 10 |
|
0 % |
||
2402 20 90 |
|
0 % |
||
2402 90 00 |
|
0 % |
||
2403 |
Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; gehomogeniseerde en gereconstitueerde tabak; tabaksextracten en tabakssausen: |
|
||
2403 10 |
|
0 % |
||
|
|
|
||
2403 91 00 |
|
0 % |
||
2403 99 |
|
|
||
2403 99 10 |
|
0 % |
||
2403 99 90 |
|
0 % |
Tabel 2
GN-code |
Omschrijving van de goederen |
Recht (1) |
||
0403 |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao: |
|
||
0403 10 51 t/m 99 |
|
0 % + E.A. |
||
0403 90 71 t/m 99 |
|
0 % + E.A. |
||
0405 |
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's: |
|
||
0405 20 |
Zuivelpasta's: |
|
||
0405 20 10 |
|
0 % + E.A. |
||
0405 20 30 |
|
0 % + E.A. |
||
0710 40 00 |
Suikermaïs (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevroren |
0 % + E.A. |
||
0711 90 30 |
Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
0 % + E.A. |
||
ex 1517 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: |
|
||
1517 10 10 |
|
0 % + E.A. |
||
1517 90 10 |
|
|
||
1702 50 00 |
Chemisch zuivere fructose |
0 % + E.A. |
||
ex 1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen); ander dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, vallende onder post 1704 90 10 |
0 % + E.A. |
||
ex 1806 |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, andere dan die van post 1806 10 15 |
0 % + E.A. |
||
ex 1901 |
Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan bereidingen van post 1901 90 91 (2) |
0 % + E.A. |
||
ex 1902 |
Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren van posten 1902 20 10 en 1902 20 30; koeskoes, ook indien bereid |
0 % + E.A. |
||
1903 |
Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke |
0 % + E.A. |
||
1904 |
Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0 % + E.A. |
||
1905 |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel |
0 % + E.A. |
||
2001 90 30 |
Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
0 % + E.A. |
||
2001 90 40 |
Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
0 % + E.A. |
||
2004 10 91 |
Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
0 % + E.A. |
||
2004 90 10 |
Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
0 % + E.A. |
||
2005 20 10 |
Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
0 % + E.A. |
||
2005 80 00 |
Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
0 % + E.A. |
||
2008 99 85 |
Maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol |
0 % + E.A. |
||
2008 99 91 |
Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol |
0 % + E.A. |
||
2101 12 98 |
Preparaten op basis van koffie |
0 % + E.A. |
||
2101 20 98 |
Preparaten op basis van thee of van maté |
0 % + E.A. |
||
2101 30 19 |
Gebrande koffiesurrogaten, andere dan gebrande cichorei |
0 % + E.A. |
||
2101 30 99 |
Extracten, essences en concentraten van gebrande koffiesurrogaten, andere dan van gebrande cichorei |
0 % + E.A. |
||
2105 |
Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend |
0 % + E.A. |
||
ex 2106 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan die bedoeld bij de posten 2106 10 20 en 2106 90 92, en andere dan gearomatiseerde suikerstroop of suikerstroop met toegevoegde kleurstoffen |
0 % + E.A. |
||
2202 90 91 2202 90 95 2202 90 99 |
Alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009, producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of verstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend |
0 % + E.A. |
||
2905 43 00 |
Mannitol |
0 % + E.A. |
||
2905 44 |
D-glucitol (sorbitol) |
0 % + E.A. |
||
3302 10 29 |
Mengsels van reukstoffen en mengsels op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen; andere bereidingen op basis van reukstoffen |
0 % + E.A. |
||
ex 3505 10 |
Dextrine en ander gewijzigd zetmeel, andere dan door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel van post 3505 10 50 |
0 % + E.A. |
||
3505 20 |
Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel |
0 % + E.A. |
||
3809 10 |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen |
0 % + E.A. |
||
3824 60 |
Sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44 |
0 % + E.A. |
Tabel 3
GN-code |
Omschrijving van de goederen |
Jaarlijks contingent (1 000 kg) |
Recht (3) |
ex 1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen); andere dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, vallende onder post 1704 90 10 |
1 000 |
0 % + (EA-30 %) |
ex 1806 |
Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, andere dan die van post 1806 10 15 |
1 200 |
0 % + (EA-30 %) |
ex 1902 |
Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren van posten 1902 20 10 en 1902 20 30; koeskoes, ook indien bereid |
1 500 |
0 % + (EA-30 %) |
1904 |
Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen (4) |
1 000 |
0 % + (EA-30 %) |
1905 |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel |
1 200 |
0 % + (EA-30 %) |
2004 10 91 2005 20 10 |
Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, ook indien bevroren |
1 800 |
0 % + (EA-30 %) |
(1) E.A.: landbouwcomponent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3448/93.
(2) Nieuwe definitie per 1.1.1996.
(3) E.A.: landbouwcomponent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3448/93.
(4) Nieuwe definitie per 1.1.1996.
PROTOCOL Nr. 4
betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking
INHOUD
TITEL I — ALGEMENE BEPALINGEN
— |
|
TITEL II — DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
TITEL III — TERRITORIALE VOORWAARDEN
— |
|
— |
|
— |
|
TITEL IV — TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN
— |
|
TITEL V — BEWIJS VAN DE OORSPRONG
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
TITEL VI — REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
— |
|
TITEL VII — CEUTA EN MELILLA
— |
|
— |
|
TITEL VIII — SLOTBEPALINGEN
— |
|
— |
|
— |
|
BIJLAGEN
BIJLAGE I: |
Aantekeningen bij de lijst in bijlage II |
BIJLAGE II: |
Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
BIJLAGE IIA: |
Oorsprongverlenende be- of verwerkingen als bedoeld in artikel 6, lid 2 |
BIJLAGE III: |
Producten van oorsprong uit Turkije waarop artikel 4 niet van toepassing is, opgesomd in de volgorde van de indeling in het geharmoniseerde systeem |
BIJLAGE IV: |
Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 |
BIJLAGE V: |
Factuurverklaring |
BIJLAGE VI: |
Gemeenschappelijke verklaringen |
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a) |
„vervaardiging”: elk type be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen; |
b) |
„materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen en dergelijke die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt; |
c) |
„product”: het verkregen product, ook indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt; |
d) |
„goederen”: zowel materialen als producten; |
e) |
„douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO); |
f) |
„prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de Gemeenschap of in Egypte in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, mits in die prijs de waarde van alle gebruikte materialen is inbegrepen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd; |
g) |
„waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Gemeenschap of in Egypte is betaald; |
h) |
„waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is; |
i) |
„toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte producten van oorsprong uit andere landen dan die waarin die producten zijn verkregen; |
j) |
„hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit protocol „geharmoniseerd systeem” of „GS” genoemd; |
k) |
„ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post; |
l) |
„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, één factuur; |
m) |
„gebieden”: ook de territoriale wateren. |
TITEL II
DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
Artikel 2
Algemene voorwaarden
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap:
a) |
geheel en al in de Gemeenschap verkregen producten in de zin van artikel 5 van dit protocol; |
b) |
in de Gemeenschap verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol. |
2. Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit Egypte:
a) |
geheel en al in Egypte verkregen producten, in de zin van artikel 5 van dit protocol; |
b) |
in Egypte verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Egypte een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol. |
Artikel 3
Bilaterale cumulatie van de oorsprong
1. Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap worden beschouwd als materialen van oorsprong uit Egypte, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.
2. Materialen van oorsprong uit Egypte worden beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.
Artikel 4
Diagonale cumulatie van de oorsprong
1. Met inachtneming van het bepaalde in de leden 2 en 3 worden materialen die van oorsprong zijn uit Algerije, Cyprus, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije (1) of de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in de zin van de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en Egypte en die landen, beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap dan wel Egypte, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen „toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Producten die op grond van lid 1 de oorsprong hebben verkregen worden uitsluitend als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte beschouwd, wanneer de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde andere landen. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het in lid 1 genoemde land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de gebruikte materialen van oorsprong. Bij het bepalen van de oorsprong wordt geen rekening gehouden met materialen van oorsprong uit de in lid 1 genoemde andere landen die in de Gemeenschap of in Egypte een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
3. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op materialen die hun oorsprongskarakter hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol. De Gemeenschap en Egypte verstrekken elkaar, door tussenkomst van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, nadere bijzonderheden over de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de in lid 1 genoemde andere landen zijn gesloten.
4. Zodra aan de eisen van lid 3 is voldaan en een datum voor de inwerkingtreding van deze bepalingen is vastgesteld, leeft iedere partij de op haar rustende kennisgevingsverplichtingen na.
Artikel 5
Geheel en al verkregen producten
1. Als geheel en al in de Gemeenschap of in Egypte verkregen worden beschouwd:
a) |
aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten; |
b) |
aldaar geoogste producten van het plantenrijk; |
c) |
aldaar geboren en opgefokte levende dieren; |
d) |
producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren; |
e) |
voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij; |
f) |
producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren van de Gemeenschap of van Egypte uit de zee gewonnen producten; |
g) |
producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd; |
h) |
aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt; |
i) |
afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen; |
j) |
producten, gewonnen uit de zeebodem of -ondergrond buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond; |
k) |
goederen die aldaar uitsluitend van de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd. |
2. De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
a) |
die in een lidstaat van de Gemeenschap of in Egypte zijn ingeschreven of geregistreerd; |
b) |
die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte voeren; |
c) |
die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Egypte of aan een onderneming die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal aan deze staten of aan openbare lichamen of onderdanen van deze staten toebehoort; |
d) |
waarvan de kapitein en de officieren onderdaan zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte, en |
e) |
waarvan de bemanning voor ten minste 75 % uit onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Egypte bestaat. |
Artikel 6
Toereikende bewerking of verwerking
1. Niet geheel en al verkregen producten worden geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan in de zin van artikel 2, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.
Deze voorwaarden geven voor alle onder deze overeenkomst vallende producten aan welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan om het karakter van product van oorsprong te verkrijgen en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat product heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden in bijlage IIA vermelde producten die niet geheel en al zijn verkregen, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage IIA is voldaan.
Het bepaalde in dit lid is gedurende drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst van toepassing.
3. In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a) |
wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product; |
b) |
wanneer in de lijst een of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oorsprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden. |
Dit lid is niet van toepassing op producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7.
Artikel 7
Ontoereikende bewerking of verwerking
1. Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:
a) |
behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere producten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen); |
b) |
eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen en assortimenten van artikelen), wassen, verven en snijden; |
c) |
|
d) |
het aanbrengen van merken, etiketten of soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen; |
e) |
eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit protocol om als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte te worden beschouwd; |
f) |
eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product; |
g) |
twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behandelingen tezamen; |
h) |
het slachten van dieren. |
2. Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeenschap of in Egypte heeft ondergaan tezamen genomen.
Artikel 8
Determinerende eenheid
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol is het product dat volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
a) |
wanneer een product dat uit een groep of verzameling van artikelen bestaat onder één post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de determinerende eenheid is; |
b) |
wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol afzonderlijk moet worden genomen. |
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Artikel 9
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen
Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn inbegrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.
Artikel 10
Stellen en assortimenten
Stellen en assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd, indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
Artikel 11
Neutrale elementen
Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet noodzakelijk de oorsprong na te gaan van:
a) |
energie en brandstof; |
b) |
fabrieksuitrusting; |
c) |
machines en werktuigen; |
d) |
goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen. |
TITEL III
TERRITORIALE VOORWAARDEN
Artikel 12
Territorialiteitsbeginsel
1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Egypte zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 4.
2. Behoudens het bepaalde in artikel 4 worden producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte die naar een ander land worden uitgevoerd en teruggezonden, niet als van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a) |
de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen, en |
b) |
dat zij tijdens de periode dat ze waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren. |
Artikel 13
Rechtstreeks vervoer
1. De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de Gemeenschap en Egypte of over het grondgebied van een in artikel 4 genoemd ander land zijn vervoerd. Producten die één zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, mits ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
Producten van oorsprong mogen via een pijpleiding door een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Egypte worden vervoerd.
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a) |
één vervoersdocument dat in het land van uitvoer is opgesteld ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer, of |
b) |
een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:
|
c) |
bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk. |
Artikel 14
Tentoonstellingen
1. De overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong die naar een tentoonstelling in een ander dan een in artikel 4 genoemd land zijn verzonden en die na de tentoonstelling zijn verkocht en in de Gemeenschap of in Egypte worden ingevoerd, mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) |
een exporteur deze producten vanuit de Gemeenschap of Egypte naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld; |
b) |
deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of Egypte; |
c) |
de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden, en |
d) |
de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond. |
2. Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de aard van de producten en de voorwaarden waaronder zij zijn tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.
TITEL IV
TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN
Artikel 15
Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten
1. Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Egypte of een van de andere in artikel 4 genoemde landen waarvoor overeenkomstig titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap of in Egypte niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2. Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor terugbetaling of algehele of gedeeltelijke vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de Gemeenschap of in Egypte van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging worden gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit genoemde materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet van toepassing is indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.
3. De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, dient steeds bereid te zijn op verzoek van de douaneautoriteiten alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 8, lid 2, op accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 9 en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 10, wanneer dergelijke artikelen niet van oorsprong zijn.
5. De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop de overeenkomst van toepassing is. Zij doen geen afbreuk aan het stelsel van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.
6. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing gedurende de zes jaar die volgen op de inwerkingtreding van de overeenkomst.
7. Na de inwerkingtreding van de bepalingen van dit artikel mag Egypte, in afwijking van lid 1, regelingen toepassen voor de vrijstelling of teruggave van douanerechten en heffingen van gelijke werking op materialen die bij de vervaardiging van producten van oorsprong zijn gebruikt, onder het volgende voorbehoud:
a) |
een douanerecht van 5 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 25 tot en met 49 en 64 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld; |
b) |
een douanerecht van 10 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld. |
Voor het einde van de overgangsperiode bedoeld in artikel 6 van de overeenkomst wordt de toepassing van de bepalingen van dit artikel geëvalueerd.
TITEL V
BEWIJS VAN DE OORSPRONG
Artikel 16
Algemene voorwaarden
1. Deze overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Egypte worden ingevoerd en op producten van oorsprong uit Egypte die in de Gemeenschap worden ingevoerd, op vertoon van:
a) |
een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage IV is opgenomen; of |
b) |
in de in artikel 21, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage V is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument en waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden (hierna „factuurverklaring” genoemd). |
2. In afwijking van lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit protocol in de in artikel 26 bedoelde gevallen onder de toepassing van deze overeenkomst zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.
Artikel 17
Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
1. Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
2. Hiervoor vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage IV opgenomen. De formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, dienen steeds bereid te zijn, op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, alle nodige documenten over te leggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
4. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of van Egypte, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Egypte of uit een van de andere in artikel 4 genoemde landen en tevens aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
5. De met de afgifte belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten daadwerkelijk van oorsprong zijn, en gaan na of aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan. Zij kunnen in dit verband bewijsmateriaal opvragen, de administratie van de exporteur inzien en elke andere controle verrichten die zij dienstig achten. Deze douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Met name wordt nagegaan of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zodanig is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
6. De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.
7. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.
Artikel 18
Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
1. In afwijking van artikel 17, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft worden afgegeven, indien
a) |
dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of |
b) |
ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel is afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard. |
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.
3. Vóór de douaneautoriteiten tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan, dienen zij te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4. Op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT”, „DELIVRE A POSTERIORI”, „RILASCIATO A POSTERIORI”, „AFGEGEVEN A POSTERIORI”, „ISSUED RETROSPECTIVELY”, „UDSTEDT EFTERFØLGENDE”, „ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”, „EXPEDIDO A POSTERIORI”, „EMITIDO A POSTERIORI”, „ANNETTU JÄLKIKÄTEEN”, „UTFÄRDAT I EFTERHAND”, „Arabische versie”.
5. De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
Artikel 19
Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douaneautoriteiten die het certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2. Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
„DUPLIKAT”, „DUPLICATA”, „DUPLICATO”, „DUPLICAAT”, „DUPLICATE”, „ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ”, „DUPLICADO”, „SEGUNDA VIA”, „KAKSOISKAPPALE”, „Arabische versie”.
3. De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, is vanaf die datum geldig.
Artikel 20
Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong
Voor producten van oorsprong die in de Gemeenschap of in Egypte onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de Gemeenschap of in Egypte. Dit certificaat of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.
Artikel 21
Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring
1. Factuurverklaringen als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b), kunnen worden opgesteld door:
a) |
toegelaten exporteurs in de zin van artikel 22; of door |
b) |
alle exporteurs, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt. |
2. Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de producten kunnen worden beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Egypte of uit een van de in artikel 4 genoemde landen, en tevens aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen.
3. De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet steeds bereid zijn op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
4. Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage V is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen taalversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring mag ook met de hand, met inkt en in blokletters, worden geschreven.
5. De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.
6. Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de producten waarop ze betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.
Artikel 22
Toegelaten exporteurs
1. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen exporteurs die veelvuldig producten verzenden waarop deze overeenkomst van toepassing is, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet een exporteur naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van dit protocol.
2. De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.
3. De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe, dat op de factuurverklaringen moet worden vermeld.
4. De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.
5. De vergunning kan door de douaneautoriteiten te allen tijde worden ingetrokken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.
Artikel 23
Geldigheid van het bewijs van oorsprong
1. Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.
2. Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
3. In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.
Artikel 24
Overlegging van het bewijs van oorsprong
Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van het bewijs van oorsprong verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van de overeenkomstig voldoen.
Artikel 25
Invoer in deelzendingen
Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerde systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.
Artikel 26
Vrijstelling van bewijs van oorsprong
1. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een formeel bewijs van oorsprong over te leggen, mits aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
2. Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, mits noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen.
3. Voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.
Artikel 27
Ondersteunende documenten
De in artikel 17, lid 3, en artikel 21, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een factuurverklaring worden gedekt, producten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap, Egypte of een van de andere in artikel 4 genoemde landen en aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:
a) |
een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen; |
b) |
in de Gemeenschap of in Egypte afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt; |
c) |
in de Gemeenschap of in Egypte afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit be- of verwerking in de Gemeenschap of in Egypte blijkt; |
d) |
certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of factuurverklaringen waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt, die overeenkomstig dit protocol in de Gemeenschap of in Egypte zijn afgegeven of opgesteld, of die in een van de in artikel 4 genoemde landen zijn opgesteld overeenkomstig oorsprongsregels die gelijk zijn aan de oorsprongsregels in dit protocol. |
Artikel 28
Bewaring van het bewijs van oorsprong en de ondersteunende documenten
1. Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, dienen de in artikel 17, lid 3, bedoelde ondersteunende documenten ten minste drie jaar te bewaren.
2. Exporteurs die een factuurverklaring opstellen, dienen een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 21, lid 3, bedoelde documenten gedurende ten minste drie jaar te bewaren.
3. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven, bewaren het in artikel 17, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende ten minste drie jaar.
4. De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen die bij hen worden ingediend gedurende ten minste drie jaar.
Artikel 29
Verschillen en vormfouten
1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens in het bewijs van oorsprong en de gegevens in de documenten die in verband met de formaliteiten bij invoer bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het bewijs van oorsprong daardoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het bewijs van oorsprong maken dit document niet ongeldig, indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de in daarin vermelde gegevens.
Artikel 30
In euro uitgedrukte bedragen
1. Het land van uitvoer stelt de tegenwaarde vast in zijn nationale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen en deelt deze via de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de landen van invoer mede.
2. Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, worden ze door laatstgenoemd land aanvaard indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer. Indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van een lidstaat van de Gemeenschap of van een van de in artikel 3 genoemde andere landen, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.
3. De te gebruiken tegenwaarde van de euro in een nationale valuta is de tegenwaarde van de euro in die nationale valuta op de eerste werkdag van oktober 1999.
4. In euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de lidstaten van de Gemeenschap en Egypte worden op verzoek van de Gemeenschap of Egypte door het Associatiecomité herzien. Bij deze herziening ziet het Associatiecomité erop toe dat de bedragen in de nationale valuta's niet dalen. Voorts onderzoekt het comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan in dit verband besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.
TITEL VI
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 31
Wederzijdse bijstand
1. De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap en van Egypte doen elkaar via de Commissie van de Europese Gemeenschappen afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.
2. Met het oog op de correcte toepassing van dit protocol verlenen de Gemeenschap en Egypte elkaar via de bevoegde douane-instanties bijstand bij de controle op de echtheid van de certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuurverklaringen en de juistheid van de daarop vermelde gegevens.
Artikel 32
Controle van bewijzen van oorsprong
1. Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd, en tevens wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit protocol.
2. Ten behoeve van de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, eventueel onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
3. De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Deze zijn in dit verband gerechtigd bewijsmateriaal op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.
4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doen zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5. De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Egypte of een van de in artikel 4 genoemde landen beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.
6. Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen, of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.
Artikel 33
Beslechting van geschillen
Geschillen ten aanzien van de in artikel 32 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit protocol worden aan het Associatiecomité voorgelegd.
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.
Artikel 34
Sancties
Sancties worden getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of doet opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen.
Artikel 35
Vrije zones
1. De Gemeenschap en Egypte nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bevaren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 geven de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte die onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd, een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 af, mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit protocol overeenstemt.
TITEL VII
CEUTA EN MELILLA
Artikel 36
Toepassing van het protocol
1. De in artikel 2 gebruikte term „Gemeenschap” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.
2. Producten van oorsprong uit Egypte die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Gemeenschap. Egypte past op onder de overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde regeling toe als op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die uit de Gemeenschap worden ingevoerd.
3. Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla is dit protocol van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 37.
Artikel 37
Bijzondere voorwaarden
1. Mits rechtstreeks vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:
1. |
producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:
|
2. |
producten van oorsprong uit Egypte:
|
2. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.
3. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Egypte” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring.
4. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit protocol in Ceuta en Melilla.
TITEL VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 38
Wijziging van het protocol
De Associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.
Artikel 39
Tenuitvoerlegging van het protocol
De Gemeenschap en Egypte nemen ieder voor zich de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit protocol.
Artikel 40
Goederen in doorvoer of in opslag
De overeenkomst kan worden toegepast op goederen die aan de bepalingen van dit protocol voldoen en die op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst onderweg zijn of die in de Gemeenschap of in Egypte of tijdelijk zijn opgeslagen of zich daar in een douane-entrepot of vrije zone bevinden, mits binnen vier maanden na die datum een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij de douaneautoriteiten van de staat van invoer wordt ingediend dat achteraf door de bevoegde instanties van de staat van uitvoer is opgesteld, tezamen met de documenten waaruit blijkt dat de goederen rechtstreeks zijn vervoerd.
(1) De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage III bij dit protocol zijn vermeld.
BIJLAGE I BIJ PROTOCOL Nr. 4
Aantekeningen bij de lijst in bijlage II
Aantekening 1
In deze lijst zijn de be- en verwerkingen omschreven waardoor producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 6 van het protocol.
Aantekening 2
1. |
In de eerste twee kolommen van de lijst wordt het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem en kolom 2 de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven. |
2. |
Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld. |
3. |
Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde voorwaarde van toepassing is. |
4. |
Wanneer voor een in de kolommen 1 en 2 vermeld product zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel wordt gegeven, kan de exporteur kiezen welke regel, die in kolom 3 of die in kolom 4, wordt toegepast. Indien in kolom 4 geen oorsprongsregel wordt gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast. |
Aantekening 3
5. |
Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 6 van het protocol van toepassing, ongeacht of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de Gemeenschap of in Egypte. Voorbeeld Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet hoger mag zijn dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed” van post ex 7224. Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap van niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn. |
6. |
De regels in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan kan hetzelfde materiaal in een vroeger productiestadium ook worden gebruikt. Hetzelfde materiaal in een later productiestadium mag evenwel niet worden gebruikt. |
7. |
Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer volgens de regel „materialen van een willekeurige post” mogen worden gebruikt, ook materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, voorzover de regel verder geen beperkingen inhoudt. „Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post met inbegrip van andere materialen van post …” houdt evenwel in dat materialen van dezelfde post als het product slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het product in kolom 2. |
8. |
Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt. Voorbeeld Volgens de regel voor weefsels van de posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt. |
9. |
Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. (Zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielstoffen). Voorbeeld De regel voor post 1904 sluit het gebruik van granen en graanderivaten uitdrukkelijk uit. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen evenwel worden gebruikt. Deze regel is evenwel niet van toepassing op producten die niet kunnen worden vervaardigd uit het in de lijst genoemde materiaal, maar die wel kunnen worden vervaardigd uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium. Voorbeeld Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, het gebruik van uitsluitend garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies — ook al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval moet het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium. |
10. |
Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages voor bepaalde materialen niet worden overschreden. |
Aantekening 4
11. |
De term „natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen. |
12. |
De term „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305. |
13. |
De termen „textielmassa”, „chemische stoffen” en „materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens. |
14. |
De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507. |
Aantekening 5
15. |
Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken. (Zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4). |
16. |
De in punt 5.1 genoemde tolerantie is evenwel uitsluitend van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd. Basistextielmaterialen zijn:
Voorbeeld Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen. Voorbeeld Een weefsel van wol van post 5112, vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) of garens van wol, die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen), of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel. Voorbeeld Getufte textielstoffen van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn. Voorbeeld Indien de getufte textielstof is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en synthetisch weefsel van post 5407, zijn de gebruikte garens uiteraard van twee verschillende soorten basistextielmateriaal gemaakt en is de getufte textielstof bijgevolg een gemengd product. Voorbeeld Een getuft tapijt, vervaardigd van zowel kunstmatige garens als katoengarens en met een grondlaag van jute, is een gemengd product omdat drie basistextielmaterialen zijn gebruikt. Derhalve mogen alle niet van oorsprong zijnde materialen die in een later productiestadium zijn dan de regel toelaat, worden gebruikt, mits hun totale gewicht niet meer bedraagt dan 10 % van het gewicht van de textielmaterialen van het tapijt. Zo zouden in dit productiestadium zowel de jutegrondlaag als de kunstmatige garens ingevoerd kunnen zijn, mits aan de voorwaarden inzake het gewicht wordt voldaan. |
17. |
Voor producten die garens bevatten „van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld”, bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %. |
18. |
Voor weefsels met „strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof” bedraagt de tolerantie voor de strippen 30 %. |
Aantekening 6
19. |
Wordt voor een bepaald textielproduct in de lijst in een voetnoot naar deze aantekening verwezen, dan mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde producten, worden gebruikt mits zij onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het product. |
20. |
Onverminderd aantekening 6.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt, ongeacht of zij textiel bevatten. Voorbeeld Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, sluit dit het gebruik van artikelen van metaal (bijvoorbeeld knopen) niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel. |
21. |
Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn. |
Aantekening 7
22. |
Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan:
|
23. |
Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten 2710 tot en met 2712 wordt verstaan:
|
24. |
Voor de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen. |
(1) Zie aanvullende aantekening (GN) 4 b) bij hoofdstuk 27 van de gecombineerde nomenclatuur.
BIJLAGE II BIJ PROTOCOL Nr. 4
Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen
Niet alle in de lijst genoemde producten vallen onder de overeenkomst.
De lijst dient tezamen met de andere onderdelen van de overeenkomst te worden gelezen.
GS-post |
Omschrijving |
Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
|||||||||||||||||||||||||||||
(1) |
(2) |
(3) of (4) |
|||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 01 |
Levende dieren |
Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al zijn verkregen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 02 |
Vlees en eetbare slachtafvallen |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 03 |
Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 04 |
Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
0403 |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 05 |
Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 0502 |
Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen |
Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 06 |
Levende planten en producten van de bloementeelt |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 07 |
Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 08 |
Eetbare vruchten; schillen van citrusvruchten of van meloenen |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 09 |
Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
0901 |
Koffie, ook indien gebrand of cafeïnevrij; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
0902 |
Thee, ook indien gearomatiseerd |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 0910 |
Kruidenmengsels |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 10 |
Granen |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 11 |
Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij de groenten, granen, knollen en wortels van post 0714, of de vruchten die hierbij zijn gebruikt, geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 1106 |
Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 |
Drogen en malen van de bij post 0708 bedoelde peulgroenten |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 12 |
Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1301 |
Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en harsaroma's (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet hoger mag zijn dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1302 |
Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit ongewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 14 |
Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 15 |
Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1501 |
Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, met uitzondering van vet van de posten 0209 of 1503: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen bedoeld bij post 0506 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij post 0207 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1502 |
Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen bedoeld bij post 0506 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1504 |
Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1504 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 1505 |
Geraffineerde lanoline |
Vervaardiging uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1506 |
Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1506 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1507 t/m 1515 |
Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1516 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
1517 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten of oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516 |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 16 |
Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
Vervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1. Alle gebruikte materialen bedoeld bij hoofdstuk 3 dienen geheel en al verkregen te zijn. |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 17 |
Suiker en suikerwerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 1701 |
Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1702 |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1702 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen die reeds van oorsprong zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 1703 |
Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1704 |
Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen) |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 18 |
Cacao en bereidingen daarvan |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
1901 |
Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit granen bedoeld bij hoofdstuk 10 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
1902 |
Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
1903 |
Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
1904 |
Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
1905 |
Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 20 |
Bereidingen van groenten, vruchten en andere plantendelen, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2001 |
Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2004 ex 2005 |
Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2006 |
Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2007 |
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2008 |
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, die reeds van oorsprong zijn, hoger moet zijn dan 60 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
2009 |
Ongegiste vruchten- of groentesappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 21 |
Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2101 |
Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
2103 |
Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2104 |
Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2106 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 22 |
Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
2202 |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009 |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
2208 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 23 |
Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2301 |
Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2303 |
Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten |
Vervaardiging waarbij de gebruikte maïs geheel en al verkregen moet zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2306 |
Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 % |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2309 |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren |
Vervaardiging waarbij:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 24 |
Tabak en tot verbruik bereide tabaksurrogaten, met uitzondering van: |
Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2402 |
Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabaksurrogaten |
Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet-bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2403 |
Rooktabak |
Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet-bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 25 |
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2504 |
Natuurlijk kristallijn grafiet, met koolstof verrijkt, gezuiverd en gemalen |
Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van het ruwe kristallijn grafiet |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2515 |
Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm |
Zagen, splijten en dergelijke van marmer (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2516 |
Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm |
Zagen, splijten en dergelijke van natuursteen (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2518 |
Dolomiet, gesinterd of gebrand |
Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2519 |
Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd) |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2520 |
Tandtechnisch gips |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2524 |
Asbestvezels |
Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2525 |
Micapoeder |
Malen van mica of van afval van mica |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2530 |
Verfaarden, gebrand of fijngemaakt |
Branden of malen van verfaarden |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 26 |
Ertsen, slakken en assen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 27 |
Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2707 |
Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hogetemperatuur-steenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250° C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2709 |
Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen |
Droge distillatie van bitumineuze mineralen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2711 |
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2712 |
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2714 |
Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
2715 |
Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 28 |
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2805 |
„Mischmetall” |
Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2811 |
Zwaveltrioxide |
Vervaardiging uit zwaveldioxide |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2833 |
Aluminiumsulfaat |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2840 |
Natriumperboraat |
Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 29 |
Organische chemische producten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2901 |
Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2902 |
Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xyleen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2905 |
Metaalalcoholaten van alcoholen bedoeld bij deze post en van ethanol |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 2905 daaronder begrepen. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
2915 |
Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 2932 |
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
2933 |
Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
2934 |
Nucleïnezuren en zouten daarvan; andere heterocyclische verbindingen |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 30 |
Farmaceutische producten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3002 |
Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; antisera, andere bloedfracties, andere gewijzigde immunologische producten, ook indien op biotechnologische wijze verkregen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3003 en 3004 |
Geneesmiddelen (andere dan de producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006)
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 31 |
Meststoffen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3105 |
Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van:
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 32 |
Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3201 |
Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan |
Vervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3205 |
Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 bij dit hoofdstuk (2) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 kunnen echter worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 33 |
Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3301 |
Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere groep (3) van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 34 |
Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrande gips, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3403 |
Smeermiddelen bevattende minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen |
Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1) of Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3404 |
Kunstwas en bereide was:
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 35 |
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3505 |
Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 3505 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 1108 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3507 |
Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 36 |
Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 37 |
Producten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3701 |
Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct klaar”-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van post 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van de posten 3701 en 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3702 |
Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct klaar”-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3704 |
Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 3701 t/m 3704 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 38 |
Diverse producten van de chemische industrie, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3801 |
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van post 3403 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3803 |
Geraffineerde tallolie |
Raffineren van ruwe tallolie |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3805 |
Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd |
Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3806 |
Gomesters |
Vervaardiging uit harszuren |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3807 |
Houtteerpek |
Distillatie van houtteer |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3808 |
Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, ontsmettingsmiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3809 |
Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3810 |
Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta's, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3811 |
Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3812 |
Bereide rubbervulcanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd, noch elders onder begrepen; bereide antioxidanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3813 |
Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3814 |
Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3818 |
Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3819 |
Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3820 |
Antivriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3822 |
Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3823 |
Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de andere materialen van post 3823 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3824 |
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende producten Nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren Sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905 |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
Petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan Ionenwisselaars Gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
Gealkaliseerde ijzeroxiden voor het zuiveren van gas Ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas Sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren Foezelolie en dippelolie Mengsels van zouten met verschillende anionen Kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3901 t/m 3915 |
Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3907 en 3912 waarvoor de regels hierna worden uiteengezet: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (4) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3907 |
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product (4) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en/of vervaardiging uit tetrabroom-(bisfenol A)-polycarbonaat |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3912 |
Cellulose en chemische derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen: |
Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
3916 t/m 3921 |
Halffabrikaten en artikelen van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3916, ex 3917, ex 3920 en ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (4) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3916 en ex 3917 |
Profielen en buizen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3920 |
|
Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 3921 |
Kunststoffolie, gemetalliseerd |
Vervaardiging uit zeer transparante polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (5) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
3922 t/m 3926 |
Artikelen van kunststof |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 40 |
Rubber en werken daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4001 |
Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen |
Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4005 |
Bereide rubber, niet gevulkaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen |
Vervaardiging uit materialen, met uitzondering van natuurrubber, met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4012 |
Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten, van rubber: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4011 en 4012 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4017 |
Werken van geharde rubber |
Vervaardiging uit geharde rubber |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 41 |
Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4102 |
Onthaarde huiden en vellen van schapen |
Schapenhuiden en -vellen ontdoen van hun wol |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4104 t/m 4107 |
Leder, alsmede voorgelooide onthaarde vellen en huiden, ander dan leder bedoeld bij post 4108 of 4109 |
Herlooien van voorgelooid leder of Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4109 |
Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen; gemetalliseerd leder |
Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4107, tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 42 |
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 43 |
Pelterijen en bontwerk; namaakbont, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4302 |
Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4303 |
Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont |
Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 44 |
Hout, houtskool en houtwaren, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4403 |
Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd |
Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4408 |
Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, waarin een verbinding is gemaakt, alsmede ander hout, overlangs gezaagd of gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding |
Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4409 |
Hout waarvan ten minste één zijde over de gehele lengte is geprofileerd, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding:
|
Schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
In profiel frezen of vormen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4410 t/m ex 4413 |
Staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto's, voor spiegels en dergelijke |
In profiel frezen of vormen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4415 |
Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout |
Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4416 |
Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout |
Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4418 |
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
In profiel frezen of vormen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4421 |
Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen |
Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 45 |
Kurk en kurkwaren, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4503 |
Werken van natuurkurk |
Vervaardiging uit natuurkurk bedoeld bij post 4501 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 46 |
Vlechtwerk en mandenmakerswerk |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 47 |
Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval) |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 48 |
Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4811 |
Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit |
Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4816 |
Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen |
Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4817 |
Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4818 |
Closetpapier |
Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4819 |
Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4820 |
Blocnotes |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 4823 |
Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden |
Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 49 |
Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4909 |
Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe |
Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder de posten 4909 of 4911 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
4910 |
Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder de posten 4909 of 4911 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 50 |
Zijde, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 5003 |
Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd |
Kaarden of kammen van afval van zijde |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5004 t/m ex 5006 |
Garens van zijde en garens van afval van zijde |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5007 |
Weefsels van zijde of van afval van zijde: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 51 |
Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5106 t/m 5110 |
Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin) |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5111 t/m 5113 |
Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin): |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 52 |
Katoen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5204 t/m 5207 |
Garens van katoen |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5208 t/m 5212 |
Weefsels van katoen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 53 |
Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5306 t/m 5308 |
Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5309 t/m 5311 |
Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5401 t/m 5406 |
Garens en monofilamenten van synthetische of kunstmatige filamenten |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5407 en 5408 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5501 t/m 5507 |
Synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5508 t/m 5511 |
Garens en naaigarens van synthetische of kunstmatige stapelvezels |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5512 t/m 5516 |
Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 56 |
Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5602 |
Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Echter:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5604 |
Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit draad en koord, van rubber, niet omwoeld en niet omvlochten met textiel |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5605 |
Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, metaalstrippen of metaalpoeder, dan wel bedekt met metaal |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5606 |
Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren) |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 57 |
Tapijten: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
Echter: |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 58 |
Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit eendraadsgaren (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5805 |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5810 |
Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
5901 |
Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden |
Vervaardiging uit garen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5902 |
Bandenkoordweefsel (tyre cord fabric) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5903 |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902 |
Vervaardiging uit garen of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5904 |
Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden |
Vervaardiging uit garen (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5905 |
Wandbekleding van textielstof: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6): |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
of |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5906 |
Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit chemische materialen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5907 |
Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik |
Vervaardiging uit garen of Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5908 |
Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit rondgebreide buisjes |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
5909 t/m 5911 |
Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:
|
Vervaardiging uit garen, uit afval van weefsels of uit lompen en vodden van post 6310 Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 60 |
Brei- en haakwerk aan het stuk |
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 61 |
Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 62 |
Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van: |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
ex 6202 ex 6204, ex 6206, ex 6209 ex 6211 |
Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd |
Vervaardiging uit garen (8) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 6210 ex 6216 |
Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester |
Vervaardiging uit garen (8) of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (6) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6213 6214 |
Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (6) (8) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (6) (8) of Vervaardiging gevolgd door bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels van de posten 6213 en 6214 niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6217 |
Ander geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen (8) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen (8) of Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit garen (8) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 63 |
Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6301 t/m 6304 |
Dekens, beddenlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; andere artikelen voor stoffering: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit (6):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (8) (9) of Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk) met een waarde van ten hoogste 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
6305 |
Zakken voor verpakkingsdoeleinden |
Vervaardiging uit (9):
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
6306 |
Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, voor zeilplanken, voor zeilwagens en voor zeilsleden kampeerartikelen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
6307 |
Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6308 |
Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Elk onderdeel van het stel of assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden tot een totale waarde van niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 64 |
Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen bedoeld bij post 6406 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6406 |
Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 65 |
Hoofddeksels en delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6503 |
Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux” bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerd |
Vervaardiging uit garen of textielvezels (8) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6505 |
Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd |
Vervaardiging uit garen of textielvezels (8) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 66 |
Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
6601 |
Paraplu's en parasols (wandelstokparaplu's, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 67 |
Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 68 |
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 6803 |
Werken van leisteen of van samengekit leigruis |
Vervaardiging uit bewerkte leisteen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 6812 |
Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 6814 |
Bewerkt mica en werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen |
Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica) |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 69 |
Keramische producten |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 70 |
Glas en glaswerk, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7003 ex 7004 ex 7005 |
Glas met niet-reflecterende lagen |
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7006 |
Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden |
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7007 |
Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten |
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7008 |
Meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden |
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7009 |
Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7010 |
Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7013 |
Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018 |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product of Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7019 |
Werken (andere dan garen) van glasvezels |
Vervaardiging uit:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 71 |
Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7101 |
Echte of gekweekte parels, in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7102 ex 7103 ex 7104 |
Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen |
Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7106, 7108 en 7110 |
Edele metalen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 7106, 7108 of 7110, of elektrolytische, thermische of chemische scheiding van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen of legering van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen onderling of met onedele metalen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7107 ex 7109 ex 7111 |
Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt |
Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7116 |
Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7117 |
Fancybijouterieën |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 72 |
Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7207 |
Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7208 t/m 7216 |
Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7217 |
Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7207 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7218, 7219 t/m 7222 |
Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7218 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7223 |
Draad van roestvrij staal |
Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7218 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7224, 7225 t/m 7228 |
Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, warmgewalste staven en profielen, onregelmatig opgerold; profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal |
Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206, 7218 of 7224 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7229 |
Draad van ander gelegeerd staal |
Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7224 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 73 |
Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7301 |
Damwandprofielen van ijzer of van staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7206 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7302 |
Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails |
Vervaardiging uit materialen van post 7206 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7304, 7305 en 7306 |
Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal |
Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224 |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7307 |
Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen |
Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7308 |
Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7315 |
Sneeuwkettingen |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 74 |
Koper en werken van koper, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
7401 |
Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper) |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7402 |
Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7403 |
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of resten en afval van koper |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7404 |
Resten en afval, van koper |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7405 |
Toeslaglegeringen van koper |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 75 |
Nikkel en werken van nikkel, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
7501 t/m 7503 |
Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 76 |
Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
7601 |
Ruw aluminium |
Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling van niet-gelegeerd aluminium of van resten en afval van aluminium |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7602 |
Resten en afval, van aluminium |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 7616 |
Werken van aluminium, andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 77 |
Gereserveerd voor eventueel toekomstig gebruik in het geharmoniseerd systeem |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 78 |
Lood en werken van lood, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
7801 |
Ruw lood: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit werklood |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7802 |
Resten en afval, van lood |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 79 |
Zink en werken van zink, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
7901 |
Ruw zink |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
7902 |
Resten en afval, van zink |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 80 |
Tin en werken van tin, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
8001 |
Ruw tin |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8002 en 8007 |
Resten en afval, van tin; andere werken van tin |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 81 |
Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer mag zijn dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 82 |
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8206 |
Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 8202 tot en met 8205. Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan evenwel in het stel worden opgenomen, tot een waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek van het stel |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8207 |
Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bijvoorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteboren |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
8208 |
Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8211 |
Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8214 |
Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8215 |
Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 83 |
Allerlei werken van onedele metalen, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8302 |
Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8306 |
Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 84 |
Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8401 |
Kernsplijtstofelementen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product (10) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8402 |
Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8403 en ex 2005 |
Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarming |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 8403 of 8404 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8406 |
Stoomturbines en andere dampturbines |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8407 |
Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8408 |
Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semidieselmotoren) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8409 |
Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8411 |
Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8412 |
Andere motoren en andere krachtmachines |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8413 |
Roterende verdringerpompen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8414 |
Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8415 |
Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8418 |
Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415 |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8419 |
Machines voor de hout-, papierstof- en kartonindustrieën |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8420 |
Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8423 |
Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8425 t/m 8428 |
Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8429 |
Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8430 |
Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8431 |
Delen van wegwalsen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8439 |
Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8441 |
Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8444 t/m 8447 |
Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8448 |
Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8452 |
Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8456 t/m 8466 |
Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8469 t/m 8472 |
Kantoormachines en -toestellen (bijvoorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8480 |
Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8482 |
Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8484 |
Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen; mechanische afdichtingen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8485 |
Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 85 |
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8501 |
Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8502 |
Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8504 |
Voedingseenheden van de soort gebruikt voor automatische gegevensverwerkende machines |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8518 |
Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentieversterkers; elektrische geluidsversterkers |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8519 |
Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluid |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8520 |
Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluid |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8521 |
Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8522 |
Delen en toebehoren waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8523 |
Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8524 |
Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8525 |
Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's; videocamera's voor stilstaand beeld (zogeheten still image videocamera's) en andere videocameraopnametoestellen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8526 |
Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8527 |
Ontvangtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8528 |
Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8529 |
Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8535 en 8536 |
Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8537 |
Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517 |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8541 |
Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8542 |
Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblages |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8544 |
Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogeheten emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8545 |
Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8546 |
Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8547 |
Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enzovoort aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8548 |
Resten en afval van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 86 |
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8608 |
Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 87 |
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
8709 |
Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8710 |
Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8711 |
Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 20 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8712 |
Tweewielige fietsen zonder kogellagers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 8714 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8715 |
Kinderwagens en delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8716 |
Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 88 |
Luchtvaartuigen, ruimtevaartuigen en delen daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 8804 |
Rotochutes |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 8804 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
8805 |
Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 89 |
Schepen, boten en andere vaartuigen |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Scheepsrompen bedoeld bij post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 90 |
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van: |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9001 |
Optische vezels en optischevezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9002 |
Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9004 |
Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9005 |
Binocles, verrekijkers, astronomische kijkers, optische telescopen, alsmede onderstellen daarvoor, met uitzondering van astronomische refractietelescopen en onderstellen daarvoor |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9006 |
Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9007 |
Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en weergavetoestellen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9011 |
Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9014 |
Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9015 |
Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9016 |
Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of beter, ook indien met gewichten |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9017 |
Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bijvoorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bijvoorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9018 |
Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 9018 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9019 |
Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aërosoltherapie; toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9020 |
Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9024 |
Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bijvoorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof) |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9025 |
Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9026 |
Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bijvoorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9027 |
Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bijvoorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9028 |
Verbruiksmeters en productiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9029 |
Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9030 |
Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, bèta- en gammastraling, röntgenstraling, kosmische straling en andere ioniserende straling |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9031 |
Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; profielprojectietoestellen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9032 |
Automatische regelaars |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9033 |
Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 91 |
Uurwerken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9105 |
Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9109 |
Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9110 |
Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches”) |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9111 |
Kasten voor horloges, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9112 |
Kasten voor klokken, voor pendules, enzovoort, alsmede delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
9113 |
Horlogebanden en delen daarvan: |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 92 |
Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 93 |
Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 94 |
Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9401 ex 9403 |
Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2 |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product of Vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof bedoeld bij post 9401 of 9403, mits: |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
9405 |
Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9406 |
Geprefabriceerde bouwwerken |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 95 |
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9503 |
Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9506 |
Golfstokken en ander materieel voor het golfspel |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfclubs mogen evenwel worden gebruikt |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex Hoofdstuk 96 |
Diverse werken, met uitzondering van: |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9601 ex 9602 |
Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden |
Vervaardiging uit „bewerkte” materialen van dezelfde post |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9603 |
Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd van marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9605 |
Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren |
Elk artikel in het assortiment moet voldoen aan de regel die van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment |
|
||||||||||||||||||||||||||||
9606 |
Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
9612 |
Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos |
Vervaardiging:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9613 |
Aanstekers met piëzo-ontstekingsmechanisme |
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 9613 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||||||||||||||||||||||||||
ex 9614 |
Tabakspijpen, pijpenkoppen daaronder begrepen |
Vervaardiging uit ébauchons |
|
||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 97 |
Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product |
|
(1) Bijzondere voorwaarden inzake specifieke behandelingen zijn opgenomen in aantekening 7.
(2) Volgens aantekening 3 bij hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.
(3) Als groep wordt beschouwd: ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.
(4) In het geval van producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911 geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.
(5) Als zeer transparant wordt beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2 % bedraagt.
(6) Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
(7) Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.
(8) Zie aantekening 6.
(9) Zie aantekening 6 voor artikelen van brei- of haakwerk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht.
(10) Deze regel is van toepassing tot en met 31 december 2005.
BIJLAGE IIA BIJ PROTOCOL Nr. 4
Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen als bedoeld in artikel 6, lid 2
GS-post |
Omschrijving |
Oorsprongverlenende be- of verwerkingen |
|||||
(1) |
(2) |
(3) of (4) |
|||||
3205 |
Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 bij dit hoofdstuk (1) |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
3301 |
Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere groep (2) van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 30 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
3303 |
Parfums, reuk- en toiletwaters |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
3304 |
Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmiddelen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure |
Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
8415 |
Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||
8501 |
Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
8528 |
Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
ex 8712 |
Tweewielige fietsen zonder kogellagers |
Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 8714 |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
||||
8714 |
Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 8711 tot en met 8713: |
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
|
||||
8716 |
Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan |
Vervaardiging:
|
Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product |
(1) Volgens aantekening 3 bij hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.
(2) Als groep wordt beschouwd: ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.
BIJLAGE III BIJ PROTOCOL Nr. 4
Producten van oorsprong uit Turkije waarop artikel 4 niet van toepassing is, opgesomd in de volgorde van de indeling in het geharmoniseerde systeem
Hoofdstuk 1 |
|
Hoofdstuk 2 |
|
Hoofdstuk 3 |
|
0401 t/m 0402 |
|
ex 0403 |
Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao |
0404 t/m 0410 |
|
0504 |
|
0511 |
|
Hoofdstuk 6 |
|
0701 t/m 0709 |
|
ex 0710 |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
ex 0711 |
Groenten (andere dan suikermaïs bedoeld bij onderverdeling 0711 90 30), voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
0712 t/m 0714 |
|
Hoofdstuk 8 |
|
ex Hoofdstuk 9 |
Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van maté bedoeld bij post 0903 |
Hoofdstuk 10 |
|
Hoofdstuk 11 |
|
Hoofdstuk 12 |
|
ex 1302 |
Pectine |
1501 t/m 1514 |
|
ex 1515 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën, alsmede fracties daarvan (met uitzondering van jojobaolie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
ex 1516 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdinieerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, andere dan gehydrogeneerde ricinusolie (zogeheten „opal wax”) |
ex 1517 en ex 1518 |
Margarine, imitatiespek en andere bereide eetbare vetten |
ex 1522 |
Afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, andere dan dégras |
Hoofdstuk 16 |
|
1701 |
|
ex 1702 |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel, andere dan bedoeld bij de onderverdelingen 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10 |
1703 |
|
1801 en 1802 |
|
ex 1902 |
Deegwaren, gevuld, bevatttende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren, andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten of oorsprong |
ex 2001 |
Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur |
2002 en 2003 |
|
ex 2004 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, andere dan aardappelen in de vorm van meel of gries en suikermaïs in de vorm van vlokken |
ex 2005 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 en andere dan producten bereid uit aardappelen of suikermaïs |
2006 en 2007 |
|
ex 2008 |
Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan pindakaas, palmharten, maïs, broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, wijnrankbladeren, hopscheuten en dergelijke eetbare plantendelen |
2009 |
|
ex 2106 |
Gearomatiseerde suiker, siroop en melasse, met toegevoegde kleurstoffen |
2204 |
|
2206 |
|
ex 2207 |
Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer, verkregen uit hier genoemde landbouwproducten |
ex 2208 |
Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol, verkregen uit hier genoemde landbouwproducten |
2209 |
|
Hoofdstuk 23 |
|
2401 |
|
4501 |
|
5301 en 5302 |
|
BIJLAGE IV BIJ PROTOCOL Nr. 4
Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
Aanwijzingen voor het drukken
1. |
Het formaat van het formulier is 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, zodanig gelijmd dat het goed beschrijfbaar is en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt. |
2. |
De bevoegde instanties van de lidstaten van de Gemeenschap en van Egypte kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe erkende drukkerijen. In het laatste geval moet op elk formulier naar deze erkenning worden verwezen. Elk formulier dient te zijn voorzien van de naam en het adres van de drukker of van een merkteken aan de hand waarvan deze geïdentificeerd kan worden. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien. |
BIJLAGE V BIJ PROTOCOL Nr. 4
FACTUURVERKLARING
Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. Deze voetnoten behoeven echter niet in de verklaring te worden overgenomen.
Nederlandse versie
De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)) verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (2).
Spaanse versie
El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera no … (1)) declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2).
Deense versie
Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)) erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2).
Duitse versie
Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)), der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte … Ursprungswaren sind (2).
Griekse versie
Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπάριθ. … (1)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2).
Engelse versie
The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … preferential origin (2).
Franse versie
L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no … (1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2).
Italiaanse versie
L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2).
Portugese versie
O abaixo assinado, exportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autorização aduaneira no … (1)) declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2).
Finse versie
Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupan:o … (1) ilmoittaa), että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja …alkuperätuotteita (2).
Zweedse versie
Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2).
Arabische versie
………
…………………………………………………… (3)
(Plaats en datum)
…………………………………………………… (4)
(Handtekening van de exporteur, gevolgd door zijn naam in blokletters)
(1) Indien de factuurverklaring door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22 van het protocol wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.
(2) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 37 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.
(3) Deze vermeldingen kunnen achterwege blijven indien de gegevens op het document zelf zijn aangegeven.
(4) Zie artikel 21 van het protocol. Indien de exporteur niet behoeft te ondertekenen, behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.
BIJLAGE VI BIJ PROTOCOL Nr. 4
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE EEN OVERGANGSPERIODE VOOR DOCUMENTEN DIE BETREKKING HEBBEN OP HET BEWIJS VAN OORSPRONG
1. |
Gedurende twaalf maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en EUR.2, afgegeven krachtens de op 18 januari 1977 ondertekende Samenwerkingsovereenkomst, door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en van Egypte aanvaard als geldig bewijs van oorsprong in de zin van Protocol nr. 4. |
2. |
Verzoeken om controle achteraf van bovengenoemde documenten worden door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en van Egypte ingewilligd gedurende twee jaar na de afgifte van het desbetreffende bewijs van oorsprong. De controles worden uitgevoerd in overeenstemming met titel VI van Protocol nr. 4 bij deze overeenkomst. |
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET PRINSDOM ANDORRA
1. |
Producten van oorsprong uit Andorra die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, worden door Egypte aanvaard als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst. |
2. |
Protocol nr. 4 is van overeenkomstige toepassing op de definitie van de oorsprong van deze producten. |
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO
1. |
Producten van oorsprong uit San Marino worden door Egypte aanvaard als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst. |
2. |
Protocol nr. 4 is van overeenkomstige toepassing op de definitie van de oorsprong van deze producten. |
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE CUMULATIE VAN DE OORSPRONG
De Gemeenschap en Egypte erkennen de belangrijke bijdrage die cumulatie van de oorsprong levert tot het stimuleren van de ontwikkeling in de richting van een vrijhandelsgebied waarvan alle deelnemers aan het proces van Barcelona deel uitmaken.
De Gemeenschap streeft ernaar met de partnerlanden in het Middellandse-Zeegebied, in het bijzonder op hun verzoek met de landen van de Maghreb en de Mashrak, overeenkomsten te sluiten inzake toepassing van cumulatie van de oorsprong, zodra de betrokken partners bereid zijn gelijkluidende oorsprongsregels toe te passen.
De partijen verklaren voorts dat verschillen met betrekking tot het type cumulatie dat in de deelnemende landen reeds van kracht is, geen belemmering vormen voor het bereiken van dit doel. Onmiddellijk na de ondertekening van de overeenkomst vangen de partijen, met dit doel voor ogen, een onderzoek aan naar de mogelijkheden tot cumulatie met de betrokken landen gedurende de overgangsperiode, met name voor sectoren waarvoor de betrokken mediterrane landen gelijkluidende oorsprongsregels toepassen.
De Gemeenschap zal de betrokken partnerlanden bijstand verlenen om tot cumulatie van de oorsprongsregels te komen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE DE VERWERKINGSEISEN VERVAT IN BIJLAGE II
Beide partijen stemmen in met de verwerkingseisen die in de bijlagen II en IIA bij de overeenkomst zijn vervat.
Een beperkt aantal met redenen omklede verzoeken van Egypte om afwijking zal door de Gemeenschap evenwel in behandeling worden genomen, mits deze verzoeken niet van zodanige aard zijn dat afbreuk wordt gedaan aan het streven naar cumulatie van de oorsprong uit de landen van het Middellandse-Zeegebied.
PROTOCOL Nr. 5
inzake wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a) |
„douanewetgeving”: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op het grondgebied van de partijen van toepassing zijn op de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder andere douaneregelingen of -procedures, met inbegrip van verbods-, beperkings- en controlemaatregelen; |
b) |
„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die door een der partijen is aangewezen en die een verzoek om bijstand op grond van dit protocol indient; |
c) |
„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die door een der partijen is aangewezen en die een verzoek om bijstand op grond van dit protocol ontvangt; |
d) |
„persoonsgegevens”: alle gegevens betreffende een natuurlijke persoon van wie de identiteit bekend is of kan worden vastgesteld; |
e) |
„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving. |
Artikel 2
Toepassingsgebied
1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden bijstand, op de wijze en op de voorwaarden als bij dit protocol vastgesteld, met het oog op correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van handelingen in strijd met deze wetgeving.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor alle administratieve autoriteiten van de partijen die voor de toepassing van dit protocol bevoegd zijn. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor gegevens die zijn verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van gerechtelijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.
3. Dit protocol heeft geen betrekking op bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes.
Artikel 3
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle terzake dienende informatie die deze nodig heeft om erop toe te zien dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of zouden kunnen zijn.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede:
a) |
of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd op correcte wijze op het grondgebied van een andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst; |
b) |
of goederen die op het grondgebied van een der partijen zijn ingevoerd op correcte wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst. |
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wet- en regelgeving, de nodige maatregelen met het oog op bijzonder toezicht op:
a) |
natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn; |
b) |
plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of zouden kunnen zijn opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving; |
c) |
goederen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt; |
d) |
vervoermiddelen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt. |
Artikel 4
Bijstand op eigen initiatief
De partijen verlenen elkaar, in overeenstemming met hun wet- en regelgeving, op eigen initiatief bijstand indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:
— |
activiteiten die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die voor de andere partij van belang zouden kunnen zijn; |
— |
nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij overtredingen van de douanewetgeving; |
— |
goederen die het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving; |
— |
natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn; |
— |
middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn. |
Artikel 5
Verstrekking van documenten en kennisgeving van besluiten
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wet- en regelgeving alle maatregelen die nodig zijn voor:
— |
verstrekking van documenten of |
— |
kennisgeving van besluiten |
die van de verzoekende autoriteit uitgaan en verband houden met de toepassing van dit protocol, aan een geadresseerde die op het grondgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.
Verzoeken om verstrekking van documenten of kennisgeving van besluiten worden schriftelijk aan de aangezochte autoriteit gericht in een officiële taal van die autoriteit of in een voor die autoriteit aanvaardbare taal.
Artikel 6
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. Verzoeken op grond van dit protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:
a) |
de naam van de verzoekende autoriteit; |
b) |
de gevraagde maatregel; |
c) |
het voorwerp en de reden van het verzoek; |
d) |
de toepasselijke wet- en regelgeving en andere rechtselementen; |
e) |
zo nauwkeurige en volledig mogelijke gegevens betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft; |
f) |
een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd. |
3. Verzoeken moeten worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Deze eis is niet van toepassing op documenten die bij het in lid 1 bedoelde verzoek zijn gevoegd.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Artikel 7
Behandeling van verzoeken
1. Om aan een verzoek om bijstand te voldoen, gaat de aangezochte autoriteit, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, te werk alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelt, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is tevens van toepassing op instanties aan welke de aangezochte autoriteit het verzoek doorzendt, indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wet- en regelgeving van de aangezochte partij.
3. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een der partijen kunnen met instemming van de andere partij en op de door deze gestelde voorwaarden, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere betrokken instantie als bedoeld in lid 1, gegevens verzamelen over handelingen die met de douanewetgeving in strijd zijn of kunnen zijn en die de verzoekende autoriteit voor de toepassing van dit protocol nodig heeft.
4. Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij en op de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.
Artikel 8
Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, gewaarmerkte kopieën van documenten, rapporten en dergelijke.
2. Deze informatie kan met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking worden verstrekt.
3. De originelen van dossiers en documenten worden uitsluitend op verzoek verstrekt, wanneer gewaarmerkte afschriften niet toereikend zijn. Deze originelen worden ten spoedigste geretourneerd.
Artikel 9
Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend
1. Bijstand kan worden geweigerd of er kunnen voorwaarden of eisen aan worden verbonden, wanneer een partij van oordeel is dat bijstand op grond van dit protocol:
a) |
de soevereiniteit zou kunnen aantasten van Egypte of van de lidstaat die om bijstand is verzocht; |
b) |
de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar zou kunnen brengen, in het bijzonder in de in artikel 10, lid 2, bedoelde gevallen, of |
c) |
tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden. |
2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
4. Indien bijstand wordt geweigerd, dient het besluit daartoe en de redenen daarvoor terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.
Artikel 10
Uitwisseling van informatie en geheimhouding
1. Alle informatie die ter uitvoering van dit protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de partijen. De verstrekte gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming die de desbetreffende wetgeving van de partij die ze heeft ontvangen aan dergelijke gegevens biedt, dan wel de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.
2. Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de partij die deze ontvangt zich ertoe verbindt deze gegevens op een wijze te beschermen die ten minste gelijkwaardig is aan de wijze waarop de partij die de gegevens verstrekt deze beschermt. Te dien einde stellen de partijen elkaar in kennis van hun terzake geldende voorschriften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de rechtsvoorschriften van de lidstaten van de Gemeenschap.
3. Het gebruik van op grond van dit protocol verkregen informatie in gerechtelijke en administratieve procedures in verband met overtredingen van de douanewetgeving wordt geacht voor de doeleinden van dit protocol te geschieden. De partijen kunnen derhalve bij de bewijsvoering, in verslagen en getuigenissen en bij procedures die bij rechtbanken aanhangig worden gemaakt, gebruik maken van informatie die op grond van dit protocol is verkregen en documenten waarin op grond van dit protocol inzage is gegeven. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft gegeven tot deze documenten wordt van dergelijk gebruik in kennis gesteld.
4. De verkregen informatie wordt uitsluitend voor de toepassing van dit protocol gebruikt. Indien één van de partijen dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schriftelijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Dergelijke informatie mag uitsluitend op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden worden gebruikt.
Artikel 11
Deskundigen en getuigen
Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of gewaarmerkte kopieën over te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.
Artikel 12
Kosten van de bijstand
De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
Artikel 13
Tenuitvoerlegging
1. Met de tenuitvoerlegging van dit protocol zijn enerzijds de douaneautoriteiten van Egypte en anderzijds de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten belast. Zij stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, daarbij de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming in aanmerking nemend. Zij kunnen de bevoegde autoriteiten aanbevelingen doen over wijzigingen die naar hun oordeel in dit protocol moeten worden aangebracht.
2. De partijen plegen overleg over en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol worden vastgesteld.
Artikel 14
Andere overeenkomsten
1. Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van dit protocol het volgende:
— |
zij hebben geen gevolgen voor de verplichtingen van de partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen; |
— |
zij worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Egypte; |
— |
zij hebben geen gevolgen voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van gegevens die op grond van dit protocol zijn verkregen en die van belang kunnen zijn voor de Gemeenschap. |
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 hebben de bepalingen van dit protocol voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die tussen afzonderlijke lidstaten en Egypte zijn of kunnen worden gesloten, indien de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten met die van dit protocol strijdig zijn.
3. In geval van problemen in verband met de toepassing van dit protocol plegen de partijen onderling overleg in het Associatiecomité om deze op te lossen.
SLOTAKTE
De gevolmachtigden van:
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de lidstaten” te noemen, en van
de EUROPESE GEMEENSCHAP en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de Gemeenschap” te noemen,
enerzijds, en
de gevolmachtigden van de Arabische Republiek Egypte, hierna „Egypte” te noemen,
anderzijds,
bijeengekomen te Luxemburg, op 25 juni 2001, voor de ondertekening van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, hierna de „Europees-mediterrane overeenkomst” te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:
De Europees-mediterrane overeenkomst, de bijlagen daarbij en de volgende protocollen:
Protocol nr. 1 |
betreffende de regelingen die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte van toepassing zijn, |
Protocol nr. 2 |
betreffende de regelingen die bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap van toepassing zijn, |
Protocol nr. 3 |
betreffende de regeling van toepassing op verwerkte landbouwproducten, |
Protocol nr. 4 |
betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking, |
Protocol nr. 5 |
betreffende wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken. |
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Egypte hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 2 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 14 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 18 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 34 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 37 en bijlage VI |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende titel VI, hoofdstuk 1 |
|
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de bescherming van persoonsgegevens. |
De gevolmachtigden van Egypte nemen kennis van de volgende unilaterale verklaringen van de Europese Gemeenschap:
|
Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 11 |
|
Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 19 |
|
Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 21 |
|
Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 34. |
|
Verklaring van de Europese Gemeenschap. |
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Egypte hebben tevens nota genomen van de volgende aan deze Slotakte gehechte overeenkomst in de vorm van een briefwisseling:
Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Egypte betreffende de invoer in de Gemeenschap van verse afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief.
Hecho en Luxemburgo, el veinticinco de junio de dos mil uno.
Udfærdiget i Luxembourg den femogtyvende juni to tusind og et.
Geschehen zu Luxemburg am fünfundzwanzigsten Juni zweitausendundeins.
Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι πέντε Ιουνίου δύο χιλιάδες ένα.
Done at Luxembourg on the twenty-fifth day of June in the year two thousand and one.
Fait à Luxembourg, le vingt-cinq juin deux mille un.
Fatto a Lussemburgo, addì venticinque giugno duemilauno.
Gedaan te Luxemburg, de vijfentwintigste juni tweeduizendeneen.
Feito no Luxemburgo, em vinte e cinco de Junho de dois mil e um.
Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayksi.
Som skedde i Luxemburg den tjugofemte juni tjugohundraett.
Pour le Royaume de Belgique
Voor het Koninkrijk België
Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Reino de España
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann
For Ireland
Per la Repubblica italiana
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
Pela República Portuguesa
Suomen tasavallan puolesta
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
Por las Comunidades Europeas
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften
Για τις Ευρωπαïκές Κοινότητες
For the European Communities
Pour les Communautés européennes
Per le Comunità europee
Voor de Europese Gemeenschappen
Pelas Comunidades Europeias
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 3, LID 2
De partijen zijn het erover eens dat de politieke dialoog en de samenwerking tevens betrekking hebben op vraagstukken in verband met de bestrijding van terrorisme.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 14
De partijen komen overeen dat zij onderhandelingen zullen voeren over wederzijdse verlening van concessies voor de handel in vis en visserijproducten, op basis van wederkerigheid en wederzijds belang. Er wordt naar gestreefd uiterlijk één jaar na de ondertekening van de overeenkomst tot overeenstemming te komen over de details.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 18
Bij ernstige moeilijkheden die ontstaan zijn door de omvang van de invoer, kunnen de bepalingen inzake overleg tussen de partijen worden toegepast, indien nodig met spoed.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 34
De partijen erkennen dat Egypte thans werkt aan de formulering van de concurrentiewetgeving. Deze zal de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor overeenstemming over de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 34, lid 2. Zolang de formulering van de eigen wetgeving niet is voltooid, neemt Egypte de in de Europese Unie ontwikkelde concurrentieregels in acht.
Zolang de in artikel 34, lid 2, bedoelde uitvoeringsbepalingen niet zijn vastgesteld, kunnen de partijen bij ernstige moeilijkheden de kwestie ter overweging voorleggen aan de Associatieraad.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 37 EN BIJLAGE VI
In het kader van de overeenkomst omvat intellectuele eigendom inzonderheid het volgende: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, octrooien, industriële tekeningen en modellen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, fabrieks- en handelsmerken en dienstmerken, schema's (topografieën) van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging, als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967) en bescherming van niet openbaargemaakte informatie inzake knowhow.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 39
De partijen komen overeen dat in geval van ernstige verstoring van het evenwicht in hun handelsbalans, waardoor hun handelsbetrekkingen zouden kunnen worden verstoord, elk der partijen kan verzoeken om overleg in het Associatiecomité, teneinde in overeenstemming met het bepaalde in artikel 39 de totstandkoming van evenwichtige economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en middelen te onderzoeken om de situatie te verbeteren door het evenwicht duurzaam te herstellen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE TITEL VI, HOOFDSTUK 1
De partijen komen overeen te streven naar vergemakkelijking van de afgifte van visa aan te goeder trouw zijnde personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de overeenkomst, zoals onder andere zakenlieden, investeerders, academici, personen in opleiding en overheidsfunctionarissen. Gezinsleden van personen die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven komen eveneens in aanmerking.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS
De partijen komen overeen dat de bescherming van persoonsgegevens wordt gewaarborgd voor alle terreinen waarop persoonsgegevens zullen worden uitgewisseld.
VERKLARINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 11
Wanneer om overleg wordt verzocht op grond van artikel 11 is de Gemeenschap bereid tot overleg binnen 30 dagen nadat Egypte het Associatiecomité van de buitengewone maatregel in kennis heeft gesteld.
Dergelijk overleg moet waarborgen dat de betrokken maatregelen in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 11. De Gemeenschap zal zich niet tegen vaststelling van de maatregelen verzetten, indien aan deze voorwaarden is voldaan.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 19
De in artikel 19, lid 2, bedoelde bijzondere bepalingen die de Gemeenschap toepast ten aanzien van de Canarische Eilanden zijn die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 21
De Gemeenschap is bereid op verzoek van Egypte bijeenkomsten te houden op het niveau van ambtenaren, teneinde informatie te verstrekken over wijzigingen die zich in haar handelsbetrekkingen met derde landen kunnen hebben voorgedaan.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 34
De Gemeenschap verklaart dat zij, tot de Associatieraad de in artikel 34, lid 2, bedoelde regels inzake eerlijke concurrentie heeft vastgesteld, in het kader van de interpretatie van artikel 34, lid 1, alle handelwijzen die in strijd zijn met dat artikel zal beoordelen aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de regels die vervat zijn in de artikelen 81, 82 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de artikelen 65 en 66 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor producten die onder dat Verdrag vallen, alsmede de communautaire regelgeving inzake overheidssteun, met inbegrip van het afgeleide recht.
Ten aanzien van de landbouwproducten bedoeld in titel II, hoofdstuk 3, verklaart de Gemeenschap dat zij alle handelwijzen die in strijd zijn met artikel 34, lid 1, onder i), zal beoordelen aan de hand van de criteria die de Gemeenschap heeft vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name die welke zijn vastgesteld bij Verordening nr. 26/62 van de Raad, zoals gewijzigd, en alle handelwijzen die in strijd zijn met artikel 34, lid 1, onder iii), aan de hand van de criteria die de Gemeenschap heeft vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
De bepalingen van de overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (naar gelang van het geval) de Arabische Republiek Egypte ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht.
OVEREENKOMST
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Egypte betreffende de invoer in de Gemeenschap van verse afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van post 0603 10 van het gemeenschappelijke douanetarief
Mijnheer,
Door de Gemeenschap en Egypte is het volgende overeengekomen:
Protocol nr. 1 bij de Europees-mediterrane overeenkomst voorziet in afschaffing van de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, vallende onder post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Egypte, met inachtneming van een limiet van 3 000 ton.
Egypte verbindt zich tot naleving van onderstaande voorwaarden ten aanzien van de invoer in de Gemeenschap van rozen en anjers die voor de afschaffing van deze rechten in aanmerking komen:
— |
het prijsniveau voor de invoer in de Gemeenschap moet ten minste 85 % bedragen van het communautaire prijsniveau voor dezelfde producten gedurende dezelfde perioden; |
— |
het prijsniveau van de Egyptische producten wordt vastgesteld aan de hand van de prijzen van de ingevoerde producten op representatieve invoermarkten van de Gemeenschap; |
— |
het communautaire prijsniveau wordt vastgesteld aan de hand van de producentenprijzen op representatieve markten van de belangrijkste productielidstaten; |
— |
het prijsniveau wordt iedere twee weken vastgesteld en gecorrigeerd voor de respectieve hoeveelheden. Deze bepaling geldt zowel voor de communautaire prijzen als voor de Egyptische prijzen; |
— |
bij de vaststelling van zowel de communautaire producentenprijzen als de invoerprijzen van Egyptische producten wordt onderscheid gemaakt tussen grootbloemige en kleinbloemige rozen en tussen eenbloemige en veelbloemige anjers; |
— |
indien het Egyptische prijsniveau voor een product minder dan 85 % van het communautaire prijsniveau bedraagt, wordt de tariefpreferentie opgeschort. De Gemeenschap stelt de tariefpreferentie opnieuw in, zodra een Egyptisch prijsniveau van 85 % of meer van het communautaire prijsniveau is vastgesteld. |
Ik moge u verzoeken te bevestigen dat uw regering met de inhoud van deze brief instemt.
Gelieve, mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Namens de Europese Gemeenschap
Mijnheer,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„Door de Gemeenschap en Egypte is het volgende overeengekomen:
Protocol nr. 1 bij de Europees-mediterrane overeenkomst voorziet in afschaffing van de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, vallende onder post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Egypte, met inachtneming van een limiet van 3 000 ton.
Egypte verbindt zich tot naleving van onderstaande voorwaarden ten aanzien van de invoer in de Gemeenschap van rozen en anjers die voor de afschaffing van deze rechten in aanmerking komen:
— |
het prijsniveau voor de invoer in de Gemeenschap moet ten minste 85 % bedragen van het communautaire prijsniveau voor dezelfde producten gedurende dezelfde perioden; |
— |
het prijsniveau van de Egyptische producten wordt vastgesteld aan de hand van de prijzen van de ingevoerde producten op representatieve invoermarkten van de Gemeenschap; |
— |
het communautaire prijsniveau wordt vastgesteld aan de hand van de producentenprijzen op representatieve markten van de belangrijkste productielidstaten; |
— |
het prijsniveau wordt iedere twee weken vastgesteld en gecorrigeerd voor de respectieve hoeveelheden. Deze bepaling geldt zowel voor de communautaire prijzen als voor de Egyptische prijzen; |
— |
bij de vaststelling van zowel de communautaire producentenprijzen als de invoerprijzen van Egyptische producten wordt onderscheid gemaakt tussen grootbloemige en kleinbloemige rozen en tussen eenbloemige en veelbloemige anjers; |
— |
indien het Egyptische prijsniveau voor een product minder dan 85 % van het communautaire prijsniveau bedraagt, wordt de tariefpreferentie opgeschort. De Gemeenschap stelt de tariefpreferentie opnieuw in, zodra een Egyptisch prijsniveau van 85 % of meer van het communautaire prijsniveau is vastgesteld. |
Ik moge u verzoeken te bevestigen dat uw regering met de inhoud van deze brief instemt.”.
Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van uw brief instemt.
Gelieve, mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
Voor de regering van de Arabische Republiek Egypte
30.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/209 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 29 april 2004
betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart
(2004/636/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, tweede alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien de instemming van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In verband met de congestie van het luchtruim en de op handen zijnde tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim moeten op communautair niveau en in het kader van de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) dringend maatregelen worden getroffen. |
(2) |
De Gemeenschap heeft de exclusieve bevoegdheid of een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid op bepaalde gebieden die vallen onder het Internationaal Verdrag van 13 december 1960 tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (het Eurocontrol-verdrag), meermalen gewijzigd, en geconsolideerd bij het protocol dat op 27 juni 1997 voor ondertekening is opengesteld („het herziene verdrag”). Artikel 40 van het herziene verdrag staat toe dat de Gemeenschap tot Eurocontrol toetreedt met het oog op de uitoefening van die bevoegdheden. |
(3) |
De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de partijen bij het Eurocontrol-verdrag onderhandeld over een protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot Eurocontrol („het protocol”). |
(4) |
Het protocol is namens de Gemeenschap op 8 oktober 2002 te Brussel ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan. |
(5) |
Ingevolge de verplichtingen tot samenwerking tussen de Gemeenschap en de lidstaten dienen de Gemeenschap en de lidstaten die lid zijn van Eurocontrol het toetredingsprotocol en het herziene verdrag gelijktijdig te bekrachtigen teneinde een uniforme en volledige toepassing van de bepalingen daarvan binnen de Gemeenschap te waarborgen. |
(6) |
Het protocol dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
Het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van het protocol is bij dit besluit gevoegd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Europese Gemeenschap de akte van bekrachtiging, samen met de bij dit besluit gevoegde verklaring inzake bevoegdheid, neer te leggen bij de regering van het Koninkrijk België, overeenkomstig artikel 9, lid 2, van het protocol.
De akte van bekrachtiging van het protocol door de Europese Gemeenschap wordt op hetzelfde tijdstip neergelegd als de akten van bekrachtiging van het protocol door alle lidstaten en de akten van bekrachtiging van het herziene verdrag door alle lidstaten.
Gedaan te Luxemburg, 29 april 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
M. McDOWELL
(1) Advies uitgebracht op 20 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PROTOCOL
betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960, meermalen gewijzigd en door het Protocol van 27 juni 1997 geconsolideerd
DE REPUBLIEK ALBANIË,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
HET KONINKRIJK BELGIË,
DE REPUBLIEK BULGARIJE,
DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK KROATIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE REPUBLIEK FINLAND,
DE FRANSE REPUBLIEK,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK HONGARIJE,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
DE REPUBLIEK MALTA,
DE REPUBLIEK MOLDAVIË,
HET VORSTENDOM MONACO,
HET KONINKRIJK NOORWEGEN,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
ROEMENIË,
DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK SLOVENIË,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK TURKIJE,
EN
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
Gelet op het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960 gewijzigd door het Aanvullend Protocol van 6 juli 1970, op zijn beurt gewijzigd door het Protocol van 21 november 1978, het geheel gewijzigd door het Protocol van 12 februari 1981, en herzien en geconsolideerd door het Protocol van 27 juni 1997, hierna „het verdrag” genoemd, en met name op artikel 40 hiervan,
Gelet op de bevoegdheden die bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, herzien door het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997, zijn toegekend aan de Europese Gemeenschap op bepaalde, door het verdrag bestreken gebieden,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
De Europese Gemeenschap treedt, binnen het kader van haar bevoegdheid, tot het verdrag toe onder de in dit protocol vastgelegde voorwaarden, overeenkomstig artikel 40 van het verdrag.
Artikel 2
Met betrekking tot de Europese Gemeenschap is het verdrag in het raam van haar bevoegdheid van toepassing op „en route”-luchtvaartdiensten en de daarmede verband houdende naderings- en plaatselijke diensten ten behoeve van het luchtverkeer in de vluchtinformatiegebieden van haar lidstaten zoals in bijlage II bij het verdrag opgesomd, en binnen de grenzen van de territoriale toepasselijkheid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
De toepassing van dit protocol op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, onverlet.
De toepassing van dit protocol op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen van de gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 van toepassing worden. De regeringen van het Koninkrijk Spanje en van het Verenigd Koninkrijk zullen de overige verdragsluitende partijen bij dit protocol van die datum in kennis stellen.
Artikel 3
Onverminderd het in dit protocol bepaalde, worden de bepalingen van het verdrag uitgelegd als de Europese Gemeenschap in het kader van haar bevoegdheid omsluitende; de onderscheiden termen ter aanduiding van de verdragsluitende partijen en hun vertegenwoordigers moeten dienovereenkomstig worden begrepen.
Artikel 4
De Europese Gemeenschap draagt niet bij aan de begroting van Eurocontrol.
Artikel 5
Onverminderd de uitoefening van haar stemrecht krachtens artikel 6 is de Europese Gemeenschap gerechtigd te zijn vertegenwoordigd in en betrokken bij de werkzaamheden van alle organen van Eurocontrol waarin elk van haar lidstaten rechtens als verdragsluitende partij is vertegenwoordigd en waarin onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende kwesties kunnen worden behandeld, zulks met uitzondering van de met audit belaste organen.
In alle lichamen van Eurocontrol waaraan zij rechtens deelneemt doet de Europese Gemeenschap haar standpunten gelden binnen het kader van haar bevoegdheid overeenkomstig de haar eigen institutionele regels.
De Europese Gemeenschap mag noch voor het lidmaatschap van verkozen Eurocontrol-organen, noch voor ambten in die lichamen waaraan zij rechtens deelneemt, kandidaten voordragen.
Artikel 6
1. Voor besluiten omtrent zaken waarin de Europese Gemeenschap uitsluitende bevoegdheid geniet en ter toepassing van de regels van artikel 8 van het verdrag, oefent de Europese Gemeenschap het stemrecht van haar lidstaten krachtens het verdrag uit en de aldus door de Europese Gemeenschap uitgebrachte stemmen en gewogen stemmen worden gecumuleerd ter bepaling van de in voornoemd artikel 8 van het verdrag vermelde meerderheden. Bij stemming door de Gemeenschap stemmen haar lidstaten niet.
Ter bepaling van het aantal verdragsluitende partijen benodigd voor de inwilliging van een verzoek tot besluitvorming bij drievierde meerderheid als bepaald aan het eind van artikel 8, lid 2, eerste alinea, wordt de Gemeenschap geacht haar lidstaten die tevens lid zijn van Eurocontrol, te vertegenwoordigen.
2. Een besluit ten aanzien van een specifiek onderwerp waarover door de Europese Gemeenschap moet worden gestemd, wordt op een daartoe strekkend verzoek van een verdragsluitende partij die geen lid is van de Europese Gemeenschap, uitgesteld. Het uitstel wordt benut voor overleg tussen de verdragsluitende partijen, bijgestaan door het Agentschap van Eurocontrol, over het voorgestelde besluit. In geval van een dergelijk verzoek kan de besluitvorming met uiterlijk zes maanden worden verdaagd.
Bij besluiten omtrent kwesties waarin de Europese Gemeenschap geen uitsluitende bevoegdheid geniet, stemmen de lidstaten van de Europese Gemeenschap overeenkomstig hun stemrecht als bepaald in artikel 8 van het verdrag en neemt de Europese Gemeenschap geen deel aan de stemming.
3. De Europese Gemeenschap stelt de overige verdragsluitende partijen ervan in kennis wanneer zij voor een agendapunt van de algemene vergadering, de Raad of een overlegorgaan waaraan de algemene vergadering en de Raad bevoegdheden hebben gedelegeerd, het onder lid 1 van dit artikel bedoelde stemrecht zal uitoefenen. Deze verplichting geldt eveneens voor per briefwisseling te nemen besluiten.
Artikel 7
De draagwijdte van de aan de Gemeenschap verleende bevoegdheid is in algemene termen aangeduid in een door de Europese Gemeenschap bij de ondertekening van dit protocol afgelegde schriftelijke verklaring.
Deze verklaring kan, zo nodig, worden gewijzigd door kennisgeving van de Europese Gemeenschap aan Eurocontrol. Zij vormt geen vervanging of enigerlei inperking van de zaken die kunnen worden bestreken in de kennisgeving inzake de bevoegdheid van de Gemeenschap welke vóór de besluitvorming in Eurocontrol door formele stemming of anderszins dient te geschieden.
Artikel 8
Artikel 34 van het verdrag is van toepassing op elk geschil tussen twee of meer verdragsluitende partijen bij dit protocol of tussen een of meer verdragsluitende partijen bij dit protocol en Eurocontrol aangaande de interpretatie, toepassing of uitvoering van dit protocol en met name zijn bestaansreden, geldigheid en opzegging.
Artikel 9
1. Dit protocol wordt ter ondertekening opengesteld voor alle ondertekenende staten van het Protocol tot consolidatie van het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960, meermalen gewijzigd en op 27 juni 1997 ter ondertekening opengesteld, hierna „het consoliderend protocol” genoemd, alsmede voor de Europese Gemeenschap.
Voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding wordt het tevens ter ondertekening opengesteld voor elke staat welke naar behoren is gemachtigd het consoliderend protocol te ondertekenen, zulks overeenkomstig artikel II van genoemd protocol.
2. Dit protocol dient bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd te worden. De instrumenten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de regering van het Koninkrijk België.
3. Wanneer het is bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door alle ondertekenende staten die tevens ondertekenaars zijn van het consoliderend protocol, waarvan de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring is vereist voor de inwerkingtreding van het consoliderend protocol enerzijds, alsmede door de Europese Gemeenschap anderzijds, wordt dit protocol van kracht op de eerste dag van de tweede maand na de nederlegging van het laatste instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, mits het consoliderend protocol op die datum van kracht is geworden. Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt dit protocol van kracht op dezelfde datum als het consoliderend protocol.
4. Dit protocol treedt voor die ondertekenaars die hun instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring na de datum van inwerkingtreding hebben nedergelegd, in werking op de eerste dag van de tweede maand na de nederlegging van het desbetreffende instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.
5. De regering van het Koninkrijk België stelt de regeringen van de overige staten, ondertekenaars van dit protocol, alsook de Europese Gemeenschap in kennis van elke ondertekening, elke nederlegging van een instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring en van elke datum van inwerkingtreding van dit protocol krachtens de leden 3 en 4.
Artikel 10
Elke toetreding tot het verdrag na de datum van inwerkingtreding ervan houdt tevens instemming in met de bindende kracht van dit protocol. De artikelen 39 en 40 van het verdrag zijn ook van toepassing op dit protocol.
Artikel 11
1. Dit protocol blijft voor onbepaalde tijd van kracht.
2. Indien alle leden van Eurocontrol die tevens lidstaat van de Europese Gemeenschap zijn, besluiten zich uit Eurocontrol terug te trekken, wordt de kennisgeving van de terugtrekking uit het verdrag alsmede uit dit protocol geacht te zijn gegeven door de Europese Gemeenschap gelijktijdig met de kennisgeving van terugtrekking krachtens artikel 38, lid 2, van het Verdrag door de laatste lidstaat van de Europese Gemeenschap die zich uit Eurocontrol terugtrekt.
Artikel 12
De regering van het Koninkrijk België doet dit protocol registreren bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties, alsook bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie krachtens artikel 83 van het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.
Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.
Gedaan te Brussel, op 8 oktober 2002, in elk der officiële talen van de ondertekenende staten, in een enkel exemplaar, dat wordt nedergelegd in het archief van de regering van het Koninkrijk België, die een gewaarmerkt afschrift hiervan toezendt aan de regeringen van de overige ondertekenende staten, alsmede aan de Europese Gemeenschap. In geval van verschil tussen de teksten is de Franse tekst doorslaggevend.
Verklaring over de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap ten aanzien van aangelegenheden die onder het Internationale Eurocontrol-verdrag vallen
In overeenstemming met de desbetreffende artikelen van het EG-Verdrag zoals die door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn uitgelegd, geeft deze verklaring aan wat de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap is ten aanzien van aangelegenheden die onder het Internationale Eurocontrol-verdrag vallen.
A. ALGEMENE BEGINSELEN
1. |
De uitoefening van de bevoegdheden die de lidstaten overeenkomstig het EG-Verdrag aan de Gemeenschap hebben overgedragen, is uit de aard der zaak voortdurend aan ontwikkeling onderhevig. In het kader van het verdrag kunnen de bevoegde instellingen besluiten nemen die bepalend zijn voor de omvang van de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap. Daarom behoudt de Europese Gemeenschap zich het recht voor deze verklaring dienovereenkomstig te wijzigen, zonder dat dit een voorafgaande voorwaarde is voor de uitoefening van haar bevoegdheden in Eurocontrol. |
2. |
In verband met Eurocontrol is alleen de externe bevoegdheid van de Europese Gemeenschap relevant. Een en ander heeft tot gevolg dat, tenzij de bevoegde instellingen uitdrukkelijk besluiten tot rechtstreekse uitoefening van een externe bevoegdheid uit hoofde van het verdrag op een bepaald gebied, de Europese Gemeenschap alleen exclusieve bevoegdheid heeft voorzover internationale overeenkomsten of andere in het kader van internationale samenwerking tot stand gekomen regelgeving gevolgen hebben voor de interne wetgeving (1). |
B. DOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP UITGEOEFENDE BEVOEGDHEDEN
1. Bevoegdheden inzake luchtverkeersbeheer
a) |
Normalisatie: de harmonisatie van technische specificaties in het algemeen en met betrekking tot apparatuur en systemen voor het verstrekken van luchtvaartdiensten in het bijzonder (artikelen 95 en 80 van het EG-Verdrag). De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (2) en de Richtlijnen 93/65/EEG van de Raad (3) en 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (4). |
b) |
Beleid inzake onderzoek en technologische ontwikkeling (artikelen 163 tot en met 173 van het EG-Verdrag). Momenteel zijn de belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen Besluit 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en de Beschikkingen 2002/834/EG van de Raad (6) en 2002/835/EG van de Raad (7). Deze instrumenten hebben voornamelijk betrekking op het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (universiteiten en researchinstituten), alsook op onderzoek en technologische ontwikkeling in verband met luchtvaart en telematica, met inbegrip van systemen en apparatuur voor luchtverkeersbeheer. |
c) |
Trans–Europese netwerken (artikelen 154 tot en met 156 van het EG-Verdrag): het gaat hier om vervoer, telecommunicatie en energie, met als doel te zorgen voor interoperabiliteit en verenigbaarheid van nationale netwerken door collectieve planning, financiële aansporingen en interoperabiliteitsnormen. De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad (9). |
d) |
Beleid inzake de harmonisatie van het radiospectrum: hier gaat het met name om de totstandbrenging van een oriënterend kader en een juridisch kader om te zorgen voor een coördinatie van de beleidsmaatregelen en de harmonisatie van de voorwaarden met betrekking tot de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van het radiospectrum die nodig zijn voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt op communautaire beleidsterreinen zoals elektronische communicatie, vervoer, onderzoek en ontwikkeling. Het belangrijkste rechtsinstrument dat de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen is Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (10). |
2. Bevoegdheden op het gebied van de luchtvaart
Het luchtvaartbeleid (artikel 80, lid 2, van het EG-Verdrag en de daaruit voortvloeiende wetgeving) heeft tot doel het verstrekken van luchtvaartdiensten in de Gemeenschap te vergemakkelijken, de veiligheid en beveiliging te bevorderen en bij te dragen aan de doeltreffende werking van de interne markt.
De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn de Verordeningen (EEG) nr. 2407/92 van de Raad (11), (EEG) nr. 2408/92 van de Raad (12), (EEG) nr. 2409/92 van de Raad (13) en (EEG) nr. 95/93 van de Raad (14) en de Verordeningen (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (15) en (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad (16), ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 622/2003 van de Commissie (17), Verordening (EG) nr. 437/2003 van het Europees Parlement en de Raad (18) en Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (19).
3. |
Het is tevens mogelijk dat Eurocontrol een maatregel moet nemen die gevolgen heeft voor de bestaande reglementering op algemene beleidsterreinen van de Gemeenschap, zoals mededinging, vrij verkeer van goederen en diensten (met inbegrip van overheidsopdrachten en gegevensbescherming), milieubescherming, sociaal beleid, economische en sociale samenhang. |
C. BEVOEGDHEID VAN DE LIDSTATEN
1. |
Indien de Europese Gemeenschap geen interne regels heeft vastgesteld en er niet is besloten tot rechtstreekse uitoefening van een externe bevoegdheid, blijven de lidstaten bevoegd. |
2. |
Hierbij zij benadrukt dat het Verdrag de Europese Gemeenschap geen bevoegdheid verleent ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met nationale veiligheid en defensie, met als gevolg dat de organisatie en het gebruik van het luchtruim voor militaire doeleinden buiten de bevoegdheidssfeer van de Europese Gemeenschap vallen. |
(1) Aldus door het Hof van Justitie bepaald in de adviezen 1/94 (Jurisprudentie 1994, blz. I-5267), 2/91 (Jurisprudentie 1993, blz. I-1061), 1/76 (Jurisprudentie 1977, blz. 741) en in de zaak 22/71 (Jurisprudentie 1971, blz. 949).
(2) PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1).
(3) PB L 187 van 29.7.1993, blz. 52. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2082/2000 van de Commissie (PB L 254 van 9.10.2000, blz. 1).
(4) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).
(5) PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.
(6) PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.
(7) PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44.
(8) PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1. Beschikking gewijzigd bij Beschikking nr. 1346/2001/EG (PB L 185 van 6.7.2001, blz. 1).
(9) PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1655/1999 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 1).
(10) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.
(11) PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.
(12) PB L 240 van 24.8.1992, blz. 8. Verordening gewijzigd bij de Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden.
(13) PB L 240 van 24.8.1992, blz. 15.
(14) PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1554/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 221 van 4.9.2003, blz. 1).
(15) PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.
(16) PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1.
(17) PB L 89 van 5.4.2003, blz. 9.
(18) PB L 66 van 11.3.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1358/2003 van de Commissie (PB L 194 van 1.8.2003, blz. 9).